Amerika? Nee, dank je…

Als er iets is wat ik vaak hoor als het over Amerika als vakantieland gaat, dan is het: nee, dank je…

En dan hoor ik mezelf spreken, lang geleden. Eigenlijk is het niet zo gek dat dat wordt gezegd.

Wanneer je films op t.v. ziet die zich in Amerika afspelen, dan gaat het nogal eens over mannen die schik hebben in kettingzagen, meisjes met persoonlijkheidsstoornissen waar een exorcist aan te pas moet komen, malafide verpleeghuizen waar mensen het hoekje om worden geholpen in verband met hun verkoopbare organen, seriemoordende kannibalen, noem maar op. Die zullen er misschien best wel tussen lopen, maar ik heb tot zover het geluk gehad er geen tegen het lijf te lopen.

Ik kan me ook voorstellen dat mensen bij Amerika aan getto’s denken, waar de kansarme jeugd op auto’s staat te springen. Hoge gebouwen met overbevolkte trottoirs, bomvolle politiebureaus en spoedeisende hulpafdelingen.

Ik wil je graag meenemen naar een paar plekken in Amerika, die bij mij een heimweeplek in mijn hart hebben. Eigenlijk geldt dit voor bijna alles waar ik daar ben geweest, maar ik ga gewoon een greep doen.

Reis je in gedachten met me mee?

Dan vliegen we eerst naar Los Angeles. Een vlucht van elf uur waarbij je na drie uur al denkt: waarom doe ik dit? Wat bezielt mij?

Dan land je en als je het vliegveld uitkomt, dan ruik je Californië. Ik kan de lucht niet beschrijven, maar het is een combinatie van bloesem, stof, zomer en allerlei andere dingen en is gewoon lekker. Je pakt het busje dat je vervoert naar het verhuurbedrijf waar je je auto geboekt hebt, staat je nog even te verbijten in de rij, ontvangt de sleutels en begeeft je naar je slagschip. Zo’n mooie, gestroomlijnde auto waar ik zelfs van onder de indruk raak.

Je deponeert je bagage in de enorme kofferbak die er inderdaad voor geschapen lijkt al die lijken te vervoeren zoals je in genoemde films ziet. Je worstelt je Los Angeles uit en dat eruit worstelen duurt uren. Niet dat je in de file staat, maar Los Angeles is zo ontzettend groot! Het zijn ook allemaal snelwegen waar je over rijdt en niet gewoon door de stad.

Neem dan de 1, de highway die je langs de kust van Californië voert.

Amerika, nee dank je

Je komt om te beginnen door bekende plaatsjes als Santa Monica en geleidelijk wordt het verkeer minder. Dan wordt het tijd om een motel te zoeken, een borrel te drinken en zo’n enorme biefstuk naar binnen te werken. De reis, het tijdsverschil en alle indrukken zijn genoeg om je uit te putten en vroeg in bed te laten storten.

De volgende dag sta je vroeg op. En weer begeef je je op de 1 die je uiteindelijk na drie dagen in San Francisco brengt. Maar geniet nu eerst van die blikkerende, glanzende oceaan links van je. Zie de ontelbare strandjes waar je nooit iemand ziet en vergeet niet af en toe uit te stappen om op zo’n strandje rond te scharrelen en in de vloedlijn naar aparte schelpen of aangespoelde rare dieren te zoeken. Op de diverse strandjes liggen zeehonden te zonnen en ik heb daar me verbazend tussen gelopen.

Natuurlijk kwam ik er veel later pas achter dat je dat eigenlijk niet mag doen, omdat die dieren je met dat grote, logge lichaam behoorlijk aan kunnen vallen en bijten. Maar ik als domme toerist heb er wel tussen gelopen en heb genoten van dit ongelooflijke. Soms kwam er zo’n rank glanzend dier uit de golven, om zich lekker tegen een soortgenoot aan te kroelen.

Hog's breath Inn

Rij dan weer verder, door plaatsjes als Carmel waar Clint Eastwood burgemeester is geweest en een bar had: The Hogs Breath. Stop langs de weg om een kleinigheid te eten en je nog steeds te vergapen aan die eeuwig deinende oceaan, terwijl rechts de steile hellingen met watervalletjes, eekhoorntjes en soms een hert ook genoeg zijn om je bezig te houden. Vergeet de 17-mile drive niet!

De 1 is een weg waarvan je wilt dat hij nooit ophoudt en waar je op welk punt dan ook kunt genieten.

Pacific Coast

Dan kom je in San Francisco. Dit is nou werkelijk de leukste stad van de wereld. Je voelt je er meteen thuis en je voelt je er ook veilig.

Wandel een dag door China Town, de grootste Chinese nederzetting buiten China. Als Europeaan steek je overal bovenuit en ik al helemaal.

Verbaas je over de winkels en hun waar. Wees niet geschokt als je een zeer elegant Chinees dametje met een figuurtje als een zandloper op hoge hakjes aan ziet komen wiebelen, die het volgende moment een vette fluim op het trottoir deponeert.

Dat is daar nou eenmaal gewoon. Geniet, eet lekkere dingen, bekijk alles. Zelfs de speeltuintjes hebben speeltoestelletjes in de vorm van een pagode, maar vermijd het deel waar ze hun eten kopen. Daar zie je grote vissen in piepschuimen bakjes in een klein laagje water die half liggen te stikken. Hokjes met stapels grote kikkers met een bordje erbij dat je ze niet moet kopen om ze vervolgens vrij te laten.

Aquaria met stapels kreeften en krabben met samengebonden scharen. Taferelen waar je als dierenliefhebber helemaal beroerd van wordt.

We hebben er in een restaurant gezeten met uitzicht op zo’n aquarium. Ik ben er met mijn rug naar toe gaan zitten.

Sna Francisco Trolley

De heuvels in San Francisco zijn steil, dat weten we van de televisieseries. Maar in het echt zijn ze nog veel steiler. Als je omhoog rijdt, is het net of je in een achtbaan zit. Zweethanden dus en dan weer voorzichtig naar beneden sukkelen, terwijl de autochtonen je aan allebei de kanten voorbij racen. Vergeet niet de wijk Castro te bezoeken. DE wijk voor homoseksuelen en lesbiënnes. Zo hypocriet als Amerika is op dat vlak, zo vrij zijn ze daar.

Ga ook naar Fisherman’s Wharf en doe dit met het antieke kabeltrammetje. In de spits is dat net de Calcutta Expres: overvol en je hangt gewoon buiten aan de treeplank.

Fisherman’s Wharf is zoals de naam al aangeeft de plek waar alle vissersboten liggen. Geniet van een sourdough met clamchowdersoup. Een grote, uitgeholde witte bol met gebonden mosselsoep. Heerlijk!Fishermans Wharf

Heel veel mensen gooien stukken van dat brood weg, omdat ze vol zitten en de meeuwen zorgen wel dat het opkomt. Hang over de reling bij de vissersboten en luister naar het gegak van de zeehonden. Slenter langs alle toeristenwinkels met goedbedoelde rotzooi en maak dan die trip naar Alcatraz.

Alcatraz betekent eigenlijk pelikaan, maar daar heb ik er geen van gezien.

Deze grote, ouderwetse gevangenis staat op sommige punten op instorten en die delen zijn afgesloten, maar er blijft genoeg over om rond te lopen en een goede indruk te krijgen van hoe het was. Neem die audiotour en luister naar de geschiedenis van dit macabere bouwsel en zijn merkwaardige voormalige bewoners.

Als je dan in de voormalige kantine staat, waar één van de bewakers bruut werd vermoord, zet dan even je hoofdtelefoontje af en kijk naar al die mensen die om je heen lopen.

Allemaal met zo’n zelfde hoofdtelefoontje op en zo’n lege, luisterende blik in hun ogen die op dat moment in het verleden de dingen zien, die de stem ze vertelt.

Vergeet niet een bezoek te brengen aan de Golden Gate Bridge, of liever, fiets er overheen en voel je klein bij zo’n kolossaal bouwsel. Maar later zul je bij veel films kunnen zeggen: “Zijn wij ook geweest. Vind je het niet geweldig?”

Golden Gate

Als je er overheen bent gefietst, neem dan de ferry in Sausolito die je weer terugbrengt naar Fisherman’s Wharf

Uiteindelijk zul je met pijn in je hart afscheid nemen van deze stad, maar komaan, je moet verder. Er zijn nog enorme stukken Amerika die je moet ontdekken en waar je nog veel vaker pijn in je hart zult voelen als je weg gaat.

Een heel ander deel van Californië is Death Valley. Denk bij het woord park niet aan onze stadsparken, maar aan een gebied dat bijvoorbeeld net zo groot is als Nederland of nog veel groter. Death Valley is een bijzonder droog, warm gebied. Het is de op één na heetste plek op de wereld. De naam zegt het eigenlijk al. In Amerika zijn ontoegankelijke gebieden al gauw benoemd met ‘death’ of ‘devil’ in de naam. Dat betekent dat je je geen illusies hoeft te maken.

Op sommige wegen mag je in de zomer niet met de camper komen en ook in je gewone auto moet je dan maar liever niet de airco gebruiken, vanwege oververhitting van de motor. Hier en daar staan grote tanks met water, speciaal voor oververhitte auto’s.

Overnacht voor je Death Valley ingaat in Shoshone, genoemd naar de gelijknamige Indianen. Een nederzetting met vierenzeventig inwoners die bijna allemaal ergens in de woestijn wonen. Het motelletje heeft zo’n twintig kamers, gebouwd in carré. Honderd meter verderop is een krakkemikkig zwembad dat constante aanvoer van water heeft uit een nabijgelegen bron. Luister aan het begin van de avond naar het huilen van de coyotes en probeer te verzinnen waar die ongeveer zitten.

’s Avonds eet je in het enige restaurantje met saloon waar ook de mannen uit de woestijn ’s avonds een biertje komen drinken. Ga terug naar je kamer, pak nog een borrel en neem een van die plastic tuinstoeltjes die bij iedere kamer staan en ga daarmee aan die ene doorgaande weg zitten die al uren uitgestorven is. Kijk naar de donkerblauwe fluwelen nachthemel met de scherp afgetekende zwarte heuvels zonder één lichtje. Er zijn een paar straatlantaarns die de nederzetting verlichten en het enige geluid is het suizen van de woestijnwind en het brommen van de onvermijdelijke Cola automaat. In de lichtcirkel van de laatste lantaarn zie je de coyotes oversteken die je eerder op de avond hoorde huilen.

Geniet hiervan en realiseer je dat zit zo’n moment is dat door weinig dingen overtroffen kan worden. Geluk en voel pure tevredenheid. Het is verleidelijk om daar gewoon de hele nacht te blijven zitten genieten. Maar de volgende ochtend moet je vroeg op, de woestijn in. Veel mensen denken aan de woestijn als aan de Sahara. Maar dat is niet zo. De woestijn is begroeid met overal stoffige planten die er dood uitzien, maar echt groeien en bloeien. Na een regenbui zie je binnen de kortste keren overal bloemetjes. En er wonen allerlei soorten dieren. Niet van die diertjes die doorgaans vertedering opwekken, maar toch: de woestijn is een heel erg levend geheel.

Badwater is het laagste punt van Death Valley: 282 voet, oftewel 86 meter onder de zeespiegel en moordend heet. Er was ooit een meer, maar dat is nu een gigantische zoutvlakte waar je niet aan kunt weerstaan er een eind op te lopen. Je komt niet ver, want zoals gezegd: het is pittigjes warm.

En toch is het geen vervelende warmte. Het is droog en het waait altijd. Dus als je je lekker koele auto uitkomt, is het eerste wat je zegt: ‘Wat is het warm!’ Doorgaans vergezeld van enige krachttermen. Maar na een paar minuten is dat over. Natuurlijk is het warm, maar de droogte maakt het minder erg.

Geniet van alle kleuren, van de vergezichten en het idee dat hier delen moeten zijn waar misschien niemand ooit een voet heeft gezegd. Verbaas je over de Devil’s Golfcourse, oftewel: Golfbaan van de duivel. Een gebied waar pilaren grond omhoog zijn gedrukt in een tijd heel lang geleden.

Heel hobbelig en door de zoutkristallen messcherp. Overnacht in Stovepipe Wells, een nederzetting midden in Death Valley. Een eind verder is nog een nederzetting bij een oase: Furnace Kreek, maar dat is druk bezocht en dus niet aan ons besteed.

Stovepipe Wells dus: een winkel, een motel met zwembad en restaurant en verder niet veel bijzonders. Denk de auto’s weg en je kunt je voorstellen dat een cowboy als Clint Eastwood met zijn paard de weg over komt steken. Ga zwemmen in het zwembad bij een omgevingstemperatuur van minstens veertig graden en vernikkel van de kou als je het water uitkomt. Gewoon, door die eeuwige wind. En ’s avonds, als je nog even buiten zit en de schemer valt, dan zie je de coyotes rondscharrelen.

En de volgende dag ga je verder. Twee dagen heb je minstens nodig voor de Valley. Twee geweldige dagen waar je iedere minuut geniet, als je tenminste van het ongerepte houdt….

Een enorme tegenstrijdigheid is de stad der steden: Las Vegas. Ik vind dit de geweldigste stad die er bestaat. Daar ben ik al zo vaak geweest en zou zo weer terug willen. Voor drie dagen. Na drie dagen ga je mensen dood slaan. Las Vegas is namelijk een stad die vierentwintig uur per dag leeft en ’s nachts om drie uur is het net zo druk als ’s middags om drie uur. Door de stad loopt een achtbaans weg die altijd vol staat met auto’s, overal zijn mensen: wandelend, gokkend, drinkend. Er zijn ook geen klokken in Vegas, want je moet vooral niet herinnerd worden aan de tijd. Las Vegas –dit betekent eigenlijk: de weiden– ligt midden in de woestijn. Het is niet een stad waar je effies naar toe gaat, je moet er een behoorlijk eind rijden voor over hebben.

Las Vegas

De skyline van Vegas is volgens mij de merkwaardigste ter wereld: een piramide, een kleine Eiffeltoren, de gekste gebouwen staan hier en overal vliegen helikopters. Het doet heel futuristisch aan. Langs Las Vegas Boulevard, oftewel The Strip, staan gigantische casino’s die allemaal een ander thema hebben: Venetië, de piramide van Cheops, een filmstudio, het toverslot Excalibur, Caesar’s Palace, een casino met een achtbaan langs de buitenkant, je kan het zo gek niet verzinnen.

En niet alleen langs The Strip: casino’s staan overal. En buiten de casino’s kun je haast in iedere publieke gelegenheid gokken: bij de wasserette, in de supermarkt, bij het benzinestation, de drogisten, enzovoort.

De casino’s op de Strip zijn gigantisch, ga je lopend van de ene naar de andere ben je twintig minuten onderweg. Ga naar binnen–gewoon in je korte broek en t-shirt–en laat je overweldigen door honderden en honderden gokmachines, goktafels, roulettes, bars, restaurants, shows, soms leeuwen achter glas, acrobaten andere attracties. Uren kun je er ronddwalen en dan heb je nog niet alles gezien.

Zodra je een muntje in een gokautomaat gooit staat er een dame naast je om te vragen wat je wilt drinken. Gratis. Ook ‘moeilijke’ cocktails. Zo’n dame heeft negen van de tien keer een kittig, sexy pakje aan, een mooi figuurtje en dan ook negen van de tien keer een hoofd om hout op te hakken.

kasten2

Honger? Er zijn doorgaans meerdere restaurants per casino. Neem dan dat restaurant waar ze een buffet ‘doen’. Ieder casino heeft er wel eentje. Dat is prima eten, geen junkfood, al kun je dat vaak ook wel nemen, maar pasta’s, allerlei soorten vlees en salades en groentes en aardappelgerechten. Als je ogen dan uit beginnen te puilen van het eten is er ook altijd nog het dessertbuffet. Later waggel je het restaurant uit en besluit dan ’s avonds in dat of dat casino te gaan buffetten. Om het casino te verlaten is het verstandig een bepaald patroon in het oerlelijke tapijt te volgen. Op de één of andere manier ziet dat er altijd uit als iets dat als eerder gegeten werd, maar door de maag niet werd geaccepteerd.

Dat is dan één casino en zo zijn er talloze. Maar kijk verder dan het overdadige, kijk voorbij de waggelde stoet mensen, die achteloos halve junkfood menu’s in de vuilnisbakken gooit. Zie de jonge neger die dat er even later uit haalt en het met lange tanden op begint te eten. Militairen die hun leven gewaagd hebben voor hun vaderland en nu bedelen, want nu ze hun dienst gedaan hebben, wordt er niet meer naar omgekeken. Let op de uitgebluste mensen naast een gokautomaat, die net hun laatste dollar heeft opgeslokt en nu niet weten hoe ze de rest van de maand door moeten komen. Voel je opgelucht als je vertrekt: Las Vegas, all the dream that money can buy, de eenzaamheid krijg je er gratis bij.

Wil je je klein en terechtgezet voelen? Ga naar de Grand Canyon en zorg dat je heel vroeg binnen rijdt. Lang voordat de rest van de wereld komt kijken. Iedereen weet hoe de Grand Canyon eruit ziet van films en foto’s, maar niets haalt het bij de werkelijkheid. Het is immens, imposant en schrikbarend groot. Hij is zestien kilometer breed, zestienhonderd meter diep en tweehonderdtachtig kilometer lang. In de stilte van de canyons zie je adelaars vliegen en beneden zie je een kronkelend, onbeduidend zilveren beekje. Dat is de Colorado River die woest stromend honderd meter breed is.

Grand Canyon

Een dag is misschien net genoeg om alles te bekijken en iedere keer hou je weer je adem in. Zelfs als je je foto’s later terugkijkt weet je dat het een flauwe afspiegeling is van wat je in het echt gezien hebt. Ik weet geen woorden die overtreffend genoeg zijn om de Grand Canyon te beschrijven, maar als je daar staat voel je je heel klein.

Dit was er miljoenen jaren voor jou en zal er miljoenen jaren na jou nog zijn. Je bent niet eens opgemerkt op de kalender van dit fenomeen en je voelt heel sterk: wie ben ik nou helemaal? Zo zijn er zoveel plekken die je overweldigen en terechtwijzen, je met de neus op je eigen onbenulligheid drukken. Waar je ook iedere keer weer naar terug wilt: is het nu echt wat ik heb gezien?

Amerika, nee dank je…. Hoe is het mogelijk dat ik dat ooit heb kunnen zeggen!