De dollar is een munt (geweest) die de laatste decennia behoorlijk in waarde fluctueert. Van 1947 tot 1971 kende de dollar een min of meer vaste koers. Dit kwam doordat de dollar toen gekoppeld was aan de gouden standaard. 33 dollar was gelijk aan 1 ounce goud en de koers van de dollar was ongeveer gelijk aan dfl 3,60. Nixon liet deze koppeling tussen de dollar en de gouden standaard in 197 los en vanaf dat moment begon de koers als een jojo op en neer te gaan.  In 1980 was de dollar nog maar dfl 1,90 waard. In 1985 echter weer dfl 3,90. In 1995 was de koers weer gezakt naar dfl 1,50, maar in 2000 bedroeg die alweer dfl 2,50. De koers van dlf 1,50 uit 1995 is echter bij lange na niet het absolute dieptepunt geweest. Ik heb me wel eens laten vertellen dat de dollar ergens in de negentiende eeuw ongeveer een cent waard was. Of dat helemaal waar is weet ik echter niet zeker. Dit was ietsjes voor mijn tijd.

Wat ook voor mijn tijd was, was het ontstaan van de dollar. Deze is aan het einde van de achttiende eeuw ontstaan. Na de vorming van de Verenigde Staten in 1776 waren in de verschillende staten diverse buitenlandse muntsoorten in gebruik. Eén van de populairste munten was de Spaanse peso die in waarde gelijk gesteld was aan 8 Spaanse real stukken. Deze peso werd door Engelstalig Amerika zowel ‘piece of eight’ als ‘Spanish milled dollar’ genoemd. Toen bij de Coinage Act van 1792 de Amerikaanse monetaire eenheid werd vastgesteld, werd gekozen voor een munt die dezelfde waarde had als deze veelvoorkomende peso. De munt kreeg de (door de peso reeds ingeburgde) naam dollar.

Het verschil tussen de dollar en de peso was dat de dollar een decimaal stelsel kreeg (d.m.v. dimes en dollarcents), terwijl de peso een achttalig stelsel kende. De Amerikaanse dollar was aanvankelijk nog geen munteenheid maar werd alleen maar als een monetaire rekeneenheid gebruikt. In 1792 werd de dollar als rekeneenheid per wet equivalent gesteld aan 24,75 gram goud en aan 371,25 gram zilver. (De slimme rekenaars kunnen hieruit concluderen dat toen 1 gram goud even veel waard was als 15 gram zilver.) Pas in 1794 werden de eerste munten geslagen. Het betrof toen een zilveren muntstuk ter waarde van 1 dollar en 3 gouden muntstukken ter waarde van 2.5, 5 en 10 dollar. Deze oude munten zijn vrij zeldzaam. De zeldzaamste is de dollar van 1804. Hiervan zijn nog maar 15 exemplaren bekend. Twee jaar geleden is één zo’n dollar voor meer dan 4 miljoen dollar verkocht. Voor wat betreft het ontstaan van het $-teken doen twee theorieën de ronde. De meest voorkomende is dat het te maken heeft met de naam ‘piece of eight’ van de peso. Deze ‘8’ in de naam kon nog wel eens voor verwarring zorgen en daarom werd in de schrijftaal om misverstanden te voorkomen een streepje door de acht getrokken. De andere theorie wijst het ontstaan van het dollarteken toe aan de Ierse immigrant Oliver Pollock. Deze plantagehouder uit New Orleans korte de Spanish Peso af door een ‘S’ en een ‘P’ door elkaar te schrijven. Tijdens de Amerikaans revolutie kocht Pollock voorraden voor het leger en stuurde de rekeningen (met daarin zijn gebruik van de gecombineerde ‘S’ en ‘P’) aan Robert Morris, de belangrijkste financier van de Amerikaanse Revolutie (ook revoluties werden toen al gefinancierd). Morris was lid van het Continental Congres en nam deze schrijfwijze van Pollock over en in de loop van de tijd evolueerde deze gecombineerde  ‘S’  en ‘P’ tot het $-teken.  Welke theorie waar is weet ik niet.

Martin Spieker