Afgelopen maandag, 1 september 2014, werd in de Verenigde Staten Labor Day gevierd. Op deze typisch Amerikaanse feestdag worden de arbeiders geëerd die door hun harde werken hebben bijgedragen aan de welvaart van het land. De feestdag wordt traditioneel gevierd met parades en optochten, maar tegenwoordig worden het hele weekend feestjes en barbecues gegeven. Dit klinkt natuurlijk allemaal erg gezellig en positief, maar dit jaar probeerde president Obama van de gelegenheid gebruik te maken om ook naar de negatieve aspecten van de arbeid te kijken. In zijn wekelijkse toespraak pleitte hij daarom voor een verhoging van het minimumloon. Het feit dat er in de VS nauwelijks sprake is van sociale zekerheid zal de meeste Nederlanders niet vreemd in de oren klinken. Wat velen echter niet weten is dat men in Amerika ook nog met een voltijdbaan in de financiële problemen kan komen.

 Voor iedere Nederlander die wel eens op vakantie in de VS is geweest zal er een onverwachte kostenpost zijn bijgekomen: de fooien. Waar het in Nederland gebruikelijk is om een fooi van 10 procent te geven die bij hoge bedragen naar beneden wordt afgerond, zijn de standaarden in Amerika een stuk hoger. Hier wordt als minimum fooi toch echt wel 15 procent verwacht en zelfs dan ben je niet gul. Fooien van 18 tot 20 procent zijn namelijk niet ongewoon in de horeca. Daar komt bij dat je in je hotel ook geld moet achterlaten voor het kamermeisje en ga zo maar door. Voor ons is dit vreemd, maar in Amerika kan men niet zonder. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen een minimumloon voor banen waar men geen fooien krijgt en een minimumloon voor banen waar men wel fooien kan verwachten. Het zogenaamde ‘minimum tipped wage’ is slechts 2 dollar en 13 dollarcent per uur. Dit is maar 1,62 euro! Geen wonder dat de fooien hier zo hoog liggen!

Het gewone minimumloon ligt met 7,25 dollar een stuk hoger, maar zelfs hier kan de gemiddelde Amerikaanse voltijdwerker niet van rondkomen. Naar schatting zijn er 28 miljoen Amerikanen die ondanks hun baan de rekeningen niet kunnen betalen. Het is dan ook niet ongebruikelijk voor Amerikanen om meerdere banen tegelijk te hebben. Met zijn initiatief #raisethewage probeert president Obama om het minimumloon te verhogen naar 10,10 dollar per uur. Zoals al vaker is gebleken in Obama’s termijn wil het Republikeinse Congres echter niet meewerken. Volgens de Republikeinen zouden veel kleine ondernemingen het niet overleven als het minimumloon omhoog zou gaan. Daarnaast zouden werkgevers minder makkelijk nieuwe werknemers aannemen.

Ondanks deze tegenargumenten gaat Obama door in zijn strijd voor een hoger minimumloon. Zo heeft hij 2014 uitgeroepen tot ‘‘year of action’’. Terwijl het congres voorlopig alle initiatieven tegenhoudt gaan de gewone Amerikanen wel over tot actie. Er zijn vele individuele initiatieven die zorgen voor een eerlijker loon. Zo heeft de president van Kentucky State University zijn eigen loon met 90.000 dollar verlaagd om dat aan zijn slechtst betaalde collega’s te geven. Ook bedrijven als Gap Inc, Disney en Ikea hebben hun minimumloon verhoogd.

Naast individuen hebben ook 13 staten en Washington D.C. inmiddels het minimumloon via plaatselijke wetgeving verhoogd. Daarnaast heeft president Obama via een zogenaamde ‘executive order’ ervoor gezorgd dat nieuwe werknemers binnen de federale overheid minimaal 10,10 dollar per uur krijgen. Al deze initiatieven uit 2013 en 2014 samen hebben er toe geleid dat al meer dan 7 miljoen Amerikanen (uitzicht op) een hoger loon hebben. Er is hoop dat deze individuele initiatieven uiteindelijk het congres van de noodzaak van een hoger minimumloon zullen overtuigen. President Obama ziet namelijk niet alleen termen als hard werken, verantwoordelijkheid en opoffering als de traditionele waarden die bij Labor Day horen. Wat hem betreft staat Labor Day ook voor eensgezindheid en zorgzaamheid voor elkaar.

01-09-2014

Sara de Lange

Labor-day