28 juni 2012
Het blijft een ongelooflijk verhaal. In het rijkste land ter wereld lopen vandaag de dag nog zo’n 45 miljoen mensen rond die niet of nauwelijks verzekerd zijn tegen ziektekosten. Een algemeen zorgstelsel waart al decennialang als een spook rond in de Amerikaanse politiek en menig president heeft er zijn tanden op stuk gebeten.
Het huidige systeem is ontstaan in de jaren 30 van de vorige eeuw. President Franklin D. Roosevelt had met zijn New Deal al een hele stap gezet maar dan vooral op het gebied van social security en een algemene ziektekostenverzekering daarbovenop was teveel van het goede. Gevolg was dus dat men zich moest wenden tot privé verzekeraars. De federale overheid keek toe en dacht dat het goed was. Het Blue Cross plan deed zijn intrede en het aantal verzekerden groeiden snel, ook al omdat de overheid de ziektekostenverzekeringen vrijstelde van het betalen van belastingen en van de vele eisen die aan andere verzekeringen werden gesteld. In de jaren zeventig waren de kosten van de gezondheidszorg zo hoog opgelopen dat het systeem in de soep dreigde te lopen. Kleine bedrijven stopten met het aanbieden van zorgverzekeringen. De grote bedrijven, en de verzekeraars met hen, gingen op de centen letten. Gevolg was dat veel risicogroepen werden uitgesloten van deelname en dat er limieten kwamen op de bedragen die nog werden uitgekeerd.
Toen in 1992 Bill Clinton aan de macht kwam was health care het eerste onderwerp wat hij bij de horens vatte. En hoe. Niemand minder dan zijn vrouw Hillary werd aangewezen om nu voor eens en voor altijd een algemene zorgverzekering voor de Amerikanen te creëren. Het werd bijna haar politieke Waterloo. Haar plan om voor iedereen een toegankelijke en betaalbare zorg te garanderen was zo ingewikkeld dat het finaal werd afgeschoten, ondanks het feit dat de Democraten in 1993 een meerderheid hadden in het Congres. Het wetsvoorstel werd een gedrocht van ruim 1360!! pagina’s. Niemand wilde het meer hebben. Ondertussen was de sfeer tussen Republikeinen en Democraten zo verziekt dat een alternatief plan van een republikeinse senator door de Democraten werd afgewezen.
Tot zover de health care plannen van Clinton. Er volgden nog wat kleinere verbeteringen van het huidige systeem maar dat zette allemaal geen zoden aan de dijk.
Obama is de volgende president die het gaat proberen. Met hangen en wurgen loodste hij een wet (in de wandelgangen al Obamacare genoemd) door het Congres.
Het gezegde luidt dat je van twee dingen niet wilt weten hoe ze gemaakt worden en dat zijn worsten en wetten. Obamacare is daarop geen uitzondering. De wet is absoluut geen briljante oplossing voor de 45 miljoen onverzekerde maar het is een start. Het hart van de wet is het zogenaamde ‘individueel mandaat’. Kort gezegd, premie betalen of anders een boete.
Zoals vaak in controversiële beslissingen van de Amerikaanse regering blijft er dan voor de tegenstanders nog een laatste redmiddel over, de grondwet.
Waar in de grondwet staat dat een Amerikaans burger moet betalen voor iets waar ze geen gebruik van maakt? Want dat is de simpele redenatie, als hij auto wil rijden kun je hem verplichten om een verzekering af te sluiten. Hij gaat immers deelnemen aan het verkeer en weet dat daar de verzekering bij hoort. Tegenstanders van de wet zeggen, een beetje plat gezegd, dat ze niet ziek zijn en ook niet van plan zijn om ziek te worden dus ze willen niet verplicht worden om voor iets te betalen waar ze geen gebruik van maken. Toch kan een algemeen zorgstelsel alleen maar werken als iedereen er aan meedoet.
Gelukkig hebben we nog het Hooggerechtshof. Het laatste station van de ‘trias politica’. De founding fathers, de ontwerpers van de grondwet, waren geen domme jongens. Een aantal Amerikaanse staten en een groep bedrijven legden de Affordable Care Act, de officiële naam van Obamacare, voor aan dat Hooggerechtshof. Negen onafhankelijke rechters bepalen daar of een wet volgens de grondwet wel of niet mag. Historische uitspraken van het hof zijn er genoeg. Brown vs. Board of Education, over de rassenscheiding in het onderwijs, Roe vs. Wade, inzake abortus en natuurlijk de uitspraak over de verkiezingsuitslag van de verkiezingen van 2000 tussen Bush en Gore. En vandaag is er weer een historische uitspraak bijgekomen. Vijf van de negen rechters zijn van mening dat de Amerikaanse regering zijn burgers mag verplichten om een verzekering te nemen tegen ziektekosten. Om het nauwkeuriger te omschrijven, de regering mag een boete opleggen als de burger weigert om zijn premie te betalen.
Hoe nu verder met deze historische uitspraak. Voor wat betreft de oplossing van de problemen op het gebied van de gezondheidszorg in de Verenigde Staten is dit weliswaar een belangrijke edoch een heel klein stapje in de goede richting. Er zal nog veel protest komen en de Republikeinen hebben hun kanonnen al in stelling gebracht. Romney heeft al aangekondigd dat hij, als hij gekozen wordt, de wet zo snel mogelijk wil laten verdwijnen. Dit brengt ons op de politieke consequenties van deze beslissing. Als Obama voordeel wil halen uit deze beslissing zal hij in november herkozen moeten worden, anders is alles voor niks geweest. Natuurlijk is dit een grote overwinning voor hem maar de verkiezingen zijn nog ver weg en er kan nog van alles gebeuren. De komende maanden worden dus cruciaal voor Obama, wordt hij een ‘one term president’ die na vier jaar hard werken zijn health care plan bij het verlaten van de Oval Office in de prullenbak kan achterlaten of wordt Obamacare een onderdeel van zijn legacy en gaat hij de geschiedenis in als de eerste president die een algeheel zorgstelsel voor elkaar wist te boksen?
Wat er ook gebeurt, de uitspraak van het Supreme Court van vandaag is en blijft historisch. Telkens als er in de toekomst over health care wordt gesproken zal men verwijzen naar de beslissing die Chief Justice John Roberts en acht van zijn collega’s op donderdag 28 juni 2012 naar buiten brachten.
Nu maar hopen dat ook voor de arme en/of chronisch zieke Amerikaan deze dag echt zo historisch wordt als alle politieke commentatoren ons doen geloven.