De Amerikanen kiezen hun president al meer dan 150 jaar steevast op dezelfde dag. In 1845 koos het Amerikaanse Congres de dinsdag uit. Dinsdag verkiezingsdag? Het parlement had daar toen goede redenen voor.
Stemmen op zondag kon natuurlijk niet: dat was de dag van de Heer. Maandag viel daarmee ook af, aangezien het in de negentiende eeuw veel tijd kostte om de stemlokalen te bereiken – soms langer dan een dag. Uiterlijk op woensdag konden de kiezers dan weer terug naar huis.
De donderdag was ongeschikt omdat op die dag de ongeliefde Britten al stemden. En vrijdag werden er vaak voorbereidingen getroffen voor de belangrijke marktdag zaterdag.
De dinsdag bleek dus de ‘minst slechte’ dag om te stemmen. Uiteindelijk werd gekozen voor de dinsdag na de eerste maandag in november. Het bleek de meest praktische oplossing voor de omstandigheden in de vroege 19e eeuw.
Uiteindelijk kwam in de grondwet terecht dat de verkiezingen gehouden moeten worden op “de eerste dinsdag na de eerste maandag van november”.