Inhoudsopgave rondreis Californië
Dag 1, vrijdag 28 maart 2003 Nootdorp San Francisco 5
Dag 2, zaterdag 29 maart 2003 San Francisco 6
Dag 3, zondag 30 maart 2003 San Francisco 7
Dag 4, maandag 31 maart 2003 San Francisco – San Simeon 8
Dag 5, dinsdag 1 april 2003 San Simeon – Santa Cruz 10
Dag 6, woensdag 2 april 2003 Santa Cruz – Santa Rosa 12
Dag 7, donderdag 3 april 2003 Santa Rosa 13
Dag 8, vrijdag 4 april 2003 Santa RosaFort Bragg 13
Dag 9, zaterdag 5 april 2003 Fort Bragg 14
Dag 10, zondag 6 april 2003 Fort Bragg – Arcata 14
Dag 11, maandag 7 april 2003 Arcata 15
Dag 12, dinsdag 8 april 2003 Arcata – Crescent City 16
Dag 13, woensdag 9 april 2003 Crescent City – Mount Shasta 17
Dag 14, donderdag 10 april 2003 Mount Shasta 18
Dag 15, vrijdag 11 april 2003 Mount Shasta – Redding 19
Dag 16, zaterdag 12 april 2003 Redding 20
Dag 17, zondag 13 april 2003 Redding – Nevada City 20
Dag 18, maandag 14 april 2003 Nevada City – South Lake Tahoe 21
Dag 19, dinsdag 15 april 2003 South Lake Tahoe – Mammoth Lakes 22
Dag 20, woensdag 16 april 2003 Mammoth Lakes 22
Dag 21, donderdag 17 april 2003 Mammoth Lakes 23
Dag 22, vrijdag 18 april 2003 Mammoth Lakes 24
Dag 23, zaterdag 19 april 2003 Mammoth Lakes 24
Dag 24, zondag 20 april 2003 Mammoth Lakes – Stovepipe Wells 25
Dag 25, maandag 21 april 2003 Stovepipe Wells – Las Vegas 25
Dag 26, dinsdag 22 april 2003 Las Vegas 27
Dag 27, woensdag 23 april 2003 Las Vegas – Amsterdam 28
Dag 28, donderdag 24 april 2003 Amsterdam Nootdorp 29
Informatiebronnen: 30
Voorbereidingen
In maart 2002 zei Arjan tegen Edith: “Je weet toch hoe we ieder jaar tegen elkaar zeggen: ‘volgend jaar gaan we skiën’ en dat het er nooit van komt? En jij wilde toch altijd nog een keer terug naar Amerika? Zullen we dat eens combineren?” Nou, daar had Edith wel oren naar. Eerst werd vastgesteld hoelang we wilden gaan en hoe hoog het bedrag was dat we ervoor over hadden. Hier waren we het snel over eens: vier weken en € 5.000,=. Vervolgens moesten we vaststellen wanneer we zouden gaan. Omdat we wilden skiën, moest dat natuurlijk in het begin van het jaar zijn. Nu restten nog de vragen waar en hoe. Een camper was uitgesloten; met Arjan zijn lengte zou hij amper in zo’n ding passen of we moesten een hele grote en dure camper huren. Bovendien is hij niet zo’n kampeerder en qua prijs maakt het niet eens zoveel uit of je een camper huurt of een huurauto neem en in motels slaapt. We kozen er dus voor om een fullsize personenwagen te huren en in motels te slapen.
Waar was nog een goede vraag. Edith was al in Colorado, Arizona, Californië, Nevada, Utah, Wyoming, Montana en South Dakota geweest, maar dit was allemaal al vijftien jaar geleden toen ze 16 was, dus er was al een hoop vervaagd in haar geheugen. Aangezien we de laatste jaren in de zomer naar Oostenrijk op vakantie zijn gegaan, leken de bergen nog het meest te trekken. Edith wilde graag met de trein door de Rocky Mountains, maar dit bleek een te grote aanslag op het budget te zijn. Ook zou het skiën aan het eind van de vakantie moeten gebeuren, want we waren/zijn allebei beginners en het risico om een been te breken en daardoor de vakantie in het water te zien vallen vonden we te groot. Omdat we toch een beetje aardig weer wilden het in het begin van de vakantie, viel de keuze uiteindelijk op Californië. In Mammoth Lakes kun je namelijk tot in mei skiën, waardoor we niet in de winter hoefden te gaan.
Gewapend met reisgidsen, internet, kaarten en routeplanners ging Edith aan de slag om een route samen te stellen. Omdat we niet de hele dag in de auto wilden zitten, besloten we om niet meer dan 300 km per dag te rijden en daarnaast in meerdere plaatsen twee nachten te blijven.
Zodra de route vaststond, hebben we op internet de goedkoopste vliegtickets opgezocht (KLM) en deze in juli 2002, samen met de autohuur, bij reisbureau Toekan Travel in Leidschendam geboekt. De motels wilden we zelf via internet boeken, aangezien wij graag van te voren willen weten dat we een slaapplaats hebben. Natuurlijk kun je om deze tijd van het jaar prima op de bonnefooi gaan, want het is nog niet zo druk. Maar we hadden geen zijn om onze kostbare vakantietijd te besteden aan het zoeken naar motels. We hebben dus een creditcard aangevraagd en zijn begonnen met het zoeken en boeken van motels op internet.
Met de ANWBpas kun je vaak zo’n 10% korting krijgen bij motels van de Choiceketen, maar soms is de “managersspecial” nog goedkoper. We hebben voornamelijk gezocht via speciale hotel zoek/boekingssites, maar als we hier niets konden vinden, probeerden we het via de websites van de “chamber of commerce” van de betreffende plaats.
Voor advies over hotels en leuke bezienswaardigheden hebben we heel veel gehad aan het Thorntree forum op de Lonely Planet site.
In december kwamen we er achter dat Toekan Travel begin november failliet gegaan was. Gelukkig hadden we de vliegtickets al thuis gestuurd gekregen en was de autohuur nog niet betaald. Dit hebben we toen rechtstreeks bij TravelHome geregeld, daar bleek de boeking namelijk gereserveerd te zijn. We hebben de boeking zelfs nog kunnen wijzigen, omdat we er achter kwamen dat het helemaal niet handig was om de auto meteen op het vliegveld van San Francisco op te halen. Je hebt in SF namelijk helemaal geen auto nodig, sterker nog, het is alleen maar lastig: druk verkeer, veel eenrichtingsstraten, je mag vaak niet linksaf slaan en de parkeerkosten zijn torenhoog! Uiteindelijk bleken we nog goedkoper uit te zijn ook; een geluk bij een ongeluk!
Voor het vervoer naar en van Schiphol hebben we gebruik gemaakt van de Schiphol Travel Taxi. Deze bleek het goedkoopst te zijn, mits je niet meer dan één koffer en één stuk handbagage per persoon bij je hebt. Anders moet je een extra zitplaats kopen. Met je KLM ticket konden we wel gratis met de trein , maar om twee keer met je koffers midden in de ochtendspits te zitten zagen we niet zitten.
Toen de reis geregeld was, heeft Edith een roadbook gemaakt voor onderweg en een website zodat familie en vrienden konden zien waar we uithingen. Natuurlijk zonder data, want je weet maar nooit wie er mee kijkt en zijn voordeel wil doen met een huis dat vier weken leeg staat.
Onze ouders hebben de cavia verzorgd en de buren hebben de plantjes water gegeven en de post opgeruimd (zo’n neeneesticker is erg handig).
Dag 1, vrijdag 28 maart 2003 NootdorpSan Francisco
De Schiphol Travel Taxi zou rond 6.15 uur komen, maar de chauffeur stond om 5.50 uur al op de stoep. Gelukkig hadden we alles de vorige dag al ingepakt en waren we om 5.15 uur opgestaan. We hadden verwacht dat we met een taxibusje zouden gaan, maar er stond een hele luxe mercedes voor de deur en we waren de enige passagiers. Dat is nog eens een relaxed begin van de vakantie!
Vanwege de veiligheidsmaatregelen in verband met 11 september 2001 en de oorlog met Irak was ons geadviseerd om minstens drie uur van te voren op Schiphol te zijn. We moesten er sowieso vroeg zijn, omdat we een goede stoel voor Arjan wilden bemachtigen. Met zijn lange benen kan hij onmogelijk in een gewone rij zitten en business class is te duur voor ons. Het vliegtuig vertrok om 11.30 uur en we wilden dus om 7.30 uur op Schiphol zijn. Alhoewel het ’s nachts erg mistig was geweest, zat alles mee en we stonden om 6.30 uur al in de vertrekhal. Ondanks dat we zo vroeg waren, bleek er nog maar één stoel met extra beenruimte beschikbaar te zijn. De stewardess bij de incheckbalie zei nog wel dat de stoelen een dag van te voren vrijgegeven werden. Ja, dat hadden we eerder moeten weten. We hadden al een paar keer naar de KLM gebeld om stoelen met beenruimte te reserveren, maar het enige dat we te horen kregen is dat dat niet kon en dat onze enige kans was om vroeg in te checken. Wat een service. Maar goed, Arjan nam de stoel met beenruimte natuurlijk en Edith kreeg een stoel aan het gangpad twee rijen verderop, achter een tussenwand. Niet erg gezellig, maar het was maar voor 11,5 uur en daarna zouden we elkaar bijna vier weken lang iedere minuut van de dag zien. De stewardessen in het vliegtuig vonden het ook wel sneu voor ons, maar toen de deur van het vliegtuig was gesloten, bleek de plek naast Arjan nog vrij te zijn, dus hebben we alsnog gezellig naast elkaar gezeten!
De vlucht verliep heel spoedig; er was geen vertraging bij takeoff en door de gunstige wind kwamen we een uur eerder en zonder veel turbulentie om 13.00 uur lokale tijd op het San Francisco International Airport (SFO) aan. Het was in Nederland inmiddels 22.00 uur.
We kwamen zonder problemen en aardig snel langs de immigratiedienst. Nadat we de koffers van de band hadden gehaald, werden deze meteen besnuffeld door een schattige beagel. Jammer dat we de hond niet mochten aaien, maar hij was “on duty”, op zoek naar verboden zaken. De douane gaf verder ook geen problemen.
Bij de informatiebalie op het vliegveld hebben we meteen twee MUNIpassports gekocht à $ 10 per stuk, waarmee we drie dagen onbeperkt van het openbaar vervoer in San Francisco gebruik konden maken (inclusief de cable cars).
Het was nog even zoeken naar de plaats waar de hotelshuttles stonden (één verdieping boven de aankomsthal), maar met de hulp van de “attendant” konden we al snel met de SuperShuttle (taxibus) op weg naar ons hotel, Travelodge by the Bay op Lombard St. Op zich ging het inchecken redelijk snel, maar in het motel zelf bleek die dag alles fout te gaan. De computer deed het niet, de lift was kapot en het brandalarm werkte niet. De kamer was ruim en schoon, maar erg donker en we hadden een prachtig uitzicht op een blinde muur met een patio van 1,5 bij 3 meter tussen twee gebouwen van drie verdiepingen hoog in. We konden, als we recht omhoog keken, nog net een paar vierkante meter blauwe lucht zien. Nou ja, we zouden het hotel toch alleen maar gebruiken om in te slapen.
We gingen bij een lokaal winkeltje op Lombart St boodschappen doen, maar waarschijnlijk leefde de eigenaar alleen van de drankhandel, want diverse levensmiddelen waren ruim over de datum… Toch nog een gallon water gekocht (3.75 ltr) en voor de rest naar Safeway op de hoek van Laguna St en Marina Blvd gegaan. Eerst een (gratis) klantenkaart aangevraagd, waarmee we korting konden krijgen op diverse artikelen. Toen plastic bordjes en bestek en wat brood, pindakaas en fruit gekocht, zodat we in onze hotelkamer en onderweg wat konden eten.
Op de terugweg zijn we door het park bij Fort Mason gelopen, het was heel warm en de meeste mensen liepen in korte broek of lagen te zonnen.
Rond 18.30 uur gaven we het op en gingen we slapen. Het was voor ons in Nederlandse tijd toch al weer half drie ’s nachts…
Dag 2, zaterdag 29 maart 2003 San Francisco
Vanwege de jetlag waren we vanochtend om 4.00 uur wakker…klaarwakker. Om de tijd te doden hebben we maar wat tijdschriften gelezen waar we in het vliegtuig niet aan toegekomen waren. Douche genomen, koffie gezet en ontbeten. Om 7.00 uur zijn we lopend naar de Presidio gegaan, het was nog fris, maar een trui was voldoende en de zon kreeg steeds meer kracht. Tegen 7.45 uur kwamen we bij de kazerne van de Presidio Fire Department. Edith had via email geregeld dat we hier ontvangen zouden worden. Assistent Chief Delaplain leidde ons rond en liet ons o.a. de slangentoren en de schitterend opgepoetste wagens zien. Delaplain vertelde ons dat na iedere uitruk de wagens geheel gepoetst worden, omdat ze anders vanwege de zoute oceaanlucht snel zouden corroderen. Na afloop heeft Edith een sweatshirt met het embleem van de Presidio Fire Department gekocht en de meegebrachte aardigheidjes (pet, embleems, pins, stickers) aan de Assistent Chief gegeven.
Na afscheid te hebben genomen van de brandweermannen en vrouw zijn we naar Chrissy Field gelopen en hebben we foto’s van de Golden Gate brug gemaakt. Daarna hebben we op Lincoln Boulevard bus 43 gepakt naar Washington St. Daarvandaan zijn we naar Alta Plaza gelopen, van waaruit je een prachtig uitzicht over de stad hebt. Onderweg kom je een heleboel vrolijk gekleurde Victoriaanse huizen tegen met trappetjes naar de voordeur en torenkamertjes. Een paar straten verder langs Washington St ligt LaFayette Park. Daar konden we de Spreckle Mansion bewonderen, het indrukwekkende huis van de beroemde schrijfster Danielle Steel. We moeten toch ook maar eens gaan proberen om zo’n romannetje te schrijven…
Via Van Ness Avenue liepen we naar California St, waar we op een Cable Car gestapt zijn. Op Stockton St zijn we uitgestapt om via Bush St naar de Chinatown Gate op Grant Avenue te lopen. Op Grant Avenue vind je aan weerskanten ontelbare souvenirwinkeltjes en eethuisjes.
Op de hoek van Washington St en Mason St ligt het Cable Car museum, waar je gratis naar binnen kunt. Hier zagen we de kabels van de drie lijnen lopen; California St, PowelMason en PowelHyde. De Cable Cars hebben geen bovenleiding, maar een kabel die continu vlak onder de straat doorloopt. Door met een speciale hefboom de kabel te grijpen kan de zogenaamde “Gripman” op de Cable Car de wagen in beweging zetten.
Vanaf het museum zijn we teruggelopen naar Stockton St, wat het echte Chinatown bleek te zijn. Veel open winkels, een soort marktkramen met allerlei ingrediënten waarvan we af en toe niet eens wilden weten wat het was. En waar op Grant Avenue de toeristen overheersten, vonden we hier bijna alleen maar Chinezen. We voelden ons net reuzen.
Met bus 30 zijn we vanaf Stockton St richting het hotel gereden, maar onderweg besloten we om nog naar het Exploratorium bij het Palace of Fine Arts op Beach/Lyon St te gaan. Het was tenslotte pas 13.30 uur. Bus 30 had hier zijn eindpunt, dus dat kwam goed uit. Het Exploratorium is gevestigd in een enorm grote loods/hal. Er zijn talloze natuurkundige en biologische experimentjes te zien. Erg leuk voor kinderen, maar ook voor grote mensen. Om 17.00 uur werden we eruit geknikkerd.
Met bus 30 zijn we weer terug naar het hotel gereden. We waren te moe om nog uit eten te gaan, dus hebben we een pizza met een salade laten bezorgen.
Nog steeds moe van de jetlag gingen we om 20.00 uur slapen.
Dag 3, zondag 30 maart 2003 San Francisco
Om 6.00 uur werden we wakker, het ging vooruit. Na het ontbijt hebben we eerst bij de receptie van het hotel voor de volgende dag een shuttle naar het vliegveld gereserveerd. Daarna zijn we te voet naar Fisherman’s Warf gegaan. Het was nog vroeg op zondagochtend, dus lekker rustig. Bij de Blue&Gold Fleet op Pier 41 de tickets voor Alcatraz opgehaald. Deze hadden we al in Nederland via internet geboekt. Maar goed ook, want alle boottochten voor deze dag bleken al uitverkocht. Om 9.30 uur zijn we met de eerste boot van de dag naar Alcatraz gevaren. Het eiland valt onder de verantwoordelijkheid van de National Park Service en er lopen dan ook gewapende Rangers rond. We voelden ons echt een beetje gevangenen. Dit werd nog versterkt tijdens het aanhoren van alle regeltjes die één van de rangers aan de groep meedeelde: niet van de paden afwijken, geen drinken, geen eten, zelfs geen snoep. Nou vooruit, waterflessen mochten wel mee en dat was maar goed ook, want het was inmiddels al weer aardig warm aan het worden. We hebben de diverse gebouwen bekeken en de audiotour door het cellenblok gedaan. Dat is een aanrader, want je hoort via je mp3walkman verhalen verteld door oudgedetineerden en voormalige bewakers. Op die manier gaat het gebouw echt leven. Om 11.45 uur weer met de boot terug naar de wal gevaren, op zich een klein stukje, maar niet als je het moet zwemmen!
Op de heenweg hadden we ze al gezien (en gehoord), maar nu gingen we ze van wat dichterbij bekijken, de tientallen zeeleeuwen op de pontons bij Pier 39. Wat een luidruchtige beesten zeg, maar wat een souplesse in het water! Verder hebben we wat rondgelopen over Pier 39, een aaneenschakeling van souvenirshops, restaurantjes, straatartiesten en heel veel toeristen. We besloten te lunchen in het Eagle Café aan het begin van de pier op de eerste verdieping (of de second floor, zoals de Amerikanen het noemen, ze kennen namelijk het begrip begane grond niet; ze beginnen meteen bij één). Ja hoor, de eerste hamburger is binnen.
Bij pier 45 hebben we de USS Pampito, een onderzeeër, en het oorlogsschip de Jeremiah O’Brian gezien, beide afkomstig uit de tweede wereldoorlog. In de bijbehorende souvenirshop hingen posters van Rosie the Riveter (vrij vertaald: Klaartje de Klinknagelaarster of zoiets). In WWII zijn er namelijk een heleboel vrouwen ingezet voor de productie van oorlogsmateriaal. Dit was een grote stap voorwaarts voor vrouwenemancipatie.
Op dezelfde pier lag ook het Musée Méchanique, een grote hal met antieke kermisautomaten die allemaal nog werkten. Als je er een kwartje in gooide, ging er een muziekje spelen, bewogen er poppetjes of kon je 3Ddia’s bekijken van de aardbeving uit 18zoveel. Ook waren er oude computergames als Mrs Pacman enz.
Tegen 14.30 uur zijn we terug naar het hotel gelopen, hebben we wat uitgerust en de financiën bijwerkt in de Palmcomputer. We hadden ons ten doel gesteld gemiddeld niet meer dan $ 50 per dag uit te geven aan eten, drinken, souvenirs en toegangbewijzen en het spreadsheet in de Palm was een handige manier om bij te houden hoever het er mee stond.
Om 18.00 uur met bus 30 naar Chestnut St/Filmore St gereden om een restaurant te zoeken. Het was erg druk en aardig duur, dus uiteindelijk kwamen we op Lombard St uit bij het International House of Pancakes (IHOP). De naam klinkt zoet, maar dat slaat meer op het ontbijt dat ze er de hele dag door serveren. Je kunt er ook gewoon steak of sandwiches krijgen. Het is geen fastfood, maar wel snel en voldoende. Hier hebben we onze eerste refill gekregen, wat een mijlpaal!
Op de terugweg hebben we bij Wells Fargo gepind, want we waren al weer aardig door het geld heen dat we uit Nederland hadden meegenomen.
’s Avonds hebben we nog Monster Garage gekeken, een leuk programma op Discovery Channel, waarbij men een bepaald voertuig zodanig verbouwd dat het een hele andere functie krijgt. Bijvoorbeeld een camper die een rijdende skatehalfpipe wordt, een busje dat een rijdende weddingchappel wordt of een kever die kan varen.
Dag 4, maandag 31 maart 2003 San Francisco – San Simeon
Vandaag gaat het echte werk beginnen, we gaan de auto ophalen. Om 6.30 uur zijn we opgestaan en om 7.45 uur werden we door de Airport Shuttle opgehaald. Het busje scheurde de halve stad door, waarbij er nog 5 andere mensen bij diverse hotels werden ingeladen. Het duurde best lang, wat er zijn heel veel straten met éénrichtingsverkeer en als het een keer tweerichtingsverkeer is, mag je weer niet linksaf slaan.
We waren blij dat we de autohuur uitgesteld hadden tot het moment dat we San Francisco zouden verlaten, want we hadden er toch niets aan gehad. Stress, ingewikkelde en steile straten en hoge parkeerkosten, niet iets waar je je vakantie mee wil beginnen. Bovendien kun je heel goed met het openbaar vervoer uit de voeten. Over voeten gesproken, de meeste bezienswaardigheden zijn makkelijk lopend te bereiken. Een gemiddelde conditie moet je wel hebben, want sommige heuvels zijn best pittig.
Rond 8.30 uur waren we bij het vliegveld. Met de Airtrain, een onbemande magneettrein, werden we naar het verhuurcentrum gebracht. Vanuit de trein stapten we meteen een grote hal binnen waar tientallen balies van verschillende verhuurbedrijven stonden. Het leek wel de incheckruimte op het vliegveld. Het papierwerk was snel geregeld, geen gedoe met ongevraagde upgrades of extra verzekeringen, en met het contract in handen liepen we naar de garage waar we een auto uit mochten zoeken. Uit zo’n 25 wagens van het type Full Size hebben we degene met de laagste kmstand (nou ja, in mijlen dan) uitgezocht. Het werd een witte Buick Century. Edith ging de man bij de ingang van de garage vertellen welke het geworden was, maar we bleken gewoon in de auto te mogen stappen en naar de uitgang te mogen rijden. Bij de slagboom werden de gegevens genoteerd en we waren onderweg. Omdat de auto een automatische versnelling had, stelde Arjan voor dat Edith als eerste zou gaan rijden. “Ja”, zo zei hij, “want jij hebt dat al eens eerder gedaan”. Waarbij hij voor het gemak vergat dat dit vijftien jaar geleden was.
Nou ja, het is even wennen, maar daarna rijdt het best lekker, zo’n automaat met cruise control en vering die je, na door een kuil gereden te hebben, zo’n honderd meter later nog laat deinen. Edith werd meteen in het diepe gegooid, want Highway 101 van het vliegveld naar het zuiden was meteen zes banen breed. Gelukkig mag je hier links en rechts inhalen, dus we konden gewoon op één baan blijven rijden totdat we een beetje gewend waren.
Bij Santa Clara gingen we eraf en konden we met behulp van onze draagbare GPS het Intel Museum snel vinden.
In Nederland hadden we de kaart van Californië al in de GPS geladen en de locaties van alle hotels en bezienswaardigheden ingeprogrammeerd. De GPS geeft aan waar je je bevindt en waar je naar toe wil, maar niet de route, die moet je zelf uitzoeken aan de hand van het kaartje. Maar je weet tenminste wel of je in de buurt bent of niet.
Het Intel Museum is gratis te bezoeken en is niet zo groot, maar best interessant. Het laat de geschiedenis en werking van de microchip zien. Nadat we nog een boterhammetje met pindakaas uit de achterbak hadden gegeten zijn we rond 11.30 uur op weg gegaan naar Pinnacles National Monument. Via de 101 kwamen we bij Soledad en daar namen we de afslag naar Pinnacles. Vanaf Soledad is het nog zo’n half uur rijden (+ 20 km) naar de westelijke ingang van het park. Hier kwamen we om 14.00 uur aan. Het was erg warm, maar we besloten toch een wandeling te gaan maken en namen dus flink wat water en zonnebrandcrème mee. De omgeving was prachtig, met groen struikgewas en rotsen in allerlei kleuren. Onderweg zagen we diverse hagedisjes onder de struiken en een hert op 15 meter afstand. We wilden de rondwandeling doen naar de Balconies Cliffs en terug door de Balconies Caves. Op het bord aan het begin van de route stond aangegeven dat we een zaklantaren mee moesten nemen. Nou, dat was niet voor niets. Toen we bij de ingang van de grot kwamen, zag het er best spannend uit, maar hoe dieper we in de grot kwamen, hoe donkerder het werd. Die zaklantaren was hard nodig om te zien waar de pijlen stonden die naar de uitgang verwezen. We moesten zo’n vijf meter omhoog over rotsblokken klimmen en door openingen waarbij we telkens onze rugzakken langs de wand voelden schuren. Nooit zo blij geweest om weer daglicht te zien…
Na ons wat opgefrist te hebben bij het ranger station, vervolgden we onze weg over de 101 naar het zuiden. Het rijden was nu heel relaxed omdat we uitgevonden hadden hoe de cruisecontrol en de airconditioning werkten. Bovendien was het een stuk rustiger op de weg dan in de Bay Area. In de Salinas Valley vind je heel veel landbouw. Wijngaarden en artisjokvelden met in het Oosten het Diablogebergte en in het westen het kustgebergte. Op het land werken voornamelijk Mexicanen. We waren bang dat dit ritje saai zou worden, maar daar was absoluut geen sprake van. Er viel genoeg te zien. Langs de weg stonden vaak hele hoge bomen, waar een speciale geur vanaf kwam, kruidig en fris. Die geur hadden we ook in het Presidio en op Alcatraz geroken. Pas later kwamen we er achter dat het eucalyptusbomen waren.
Bij Paso Robles namen we highway 46 west naar Cambria. Toen we de kust naderden, werden we getrakteerd op schitterende uitzichten bij de ondergaande zon. Bij Cambria draaiden we highway 1 op naar het noorden, richting San Simeon. Tegen 18.30 uur kwamen we bij de San Simeon Lodge aan. Het dorpje zelf was nu uitgestorven, in de zomer komen hier heel veel toeristen. We besloten in het bijbehorende restaurant te gaan eten; prijzig, maar wel gezond. Bij de Mini Mart hebben we boodschappen gedaan, water, brood en jam voor het ontbijt en waspoeder (Tide) voor de vakantiewasjes die wel nodig zouden zijn tijdens vier weken reizen.
Om 22.00 uur waren we helemaal uitgeteld: nog niet helemaal over de jetlag heen, veel gezien en 376 km gereden. Het bed lag erg lekker, maar voordat we in slaap vielen, konden we nog even genieten van het stel in de kamer naast ons, zij hadden blijkbaar meer energie dan wij…
Dag 5, dinsdag 1 april 2003 San Simeon – Santa Cruz
Ook in dit motel hadden we een koffiezetapparaat op de kamer. ’s Ochtends hebben we een lekker bakkie genomen (met 2/3 van de voorgeschreven hoeveelheid water, anders moest je de koffie in het kopje helpen, zo slap werd ‘ie) en wat boterhammen gegeten.
Om 7.30 uur reden we richting Hearst Castle. Vooraf hadden we via internet de tickets voor de eerste rondleiding van de dag geboekt, zodat we niet veel tijd hoefden te verspelen. Om 8.20 uur begon de rondleiding. Met een bus reden we naar het hoger gelegen landhuis van wijlen krantenmagnaat William Randolph Hearst, terwijl we d.m.v. een bandje geïnstrueerd werden hoe we ons moesten gedragen als we eenmaal boven waren. “Altijd op de speciale rondleidingsvloerbedekking blijven, nergens aanzitten behalve de stalen en betonnen railingen, geen flits gebruiken, bij de groep blijven, enz…” We konden goed begrijpen dat dit nodig was voor het behoud van het gebouw en de inrichting, maar één keer is wel genoeg, dachten wij zo. Maar nee, het werd continu herhaald en er was zelfs een extra gids aanwezig die achter de groep aanliep om iedereen letterlijk op het rechte pad te houden. Om sommige plaatsen ging zelfs een zoemertje af als je één stap naast de speciale vloerbedekking zette! We voelden ons als kinderen op een schoolreisje. Al met al was het gebouw beslist de moeite waard. Eerst bekeken we één van de gasthuizen, een vrijstaande villa met 6 slaapkamers en evenzoveel badkamers met douches, absoluut heel modern voor die tijd. De tuin had een bijzondere, mediterrane sfeer. Daarna liepen we achtereenvolgens langs het Romeinse buitenzwembad, door de centrale hal van het hoofdgebouw (prachtige mozaïekvloer bij de ingang), door de eetzaal, de biljartkamer en de privébioscoop. Alles was nog ingericht zoals het in de tijd van Hearst geweest moet zijn. De rondleiding eindigde bij de tennisbanen en het daar ondergelegen binnenzwembad met bladgoud op de tegelvloer. Wat een bouwwerk! We besloten de gratis IMAXfilm over te slaan en op weg te gaan naar Big Sur.
Om 10.30 uur reden we weg, het weer was bewolkt, maar we hadden goed zicht over de oceaan. Bij Julia Pfeiffer Burns SP zijn we gestopt om wat foto’s te maken van de McWay Falls, een watervalletje dat van de rotsen af op het strand stort. Het bijbehorende baaitje zag er om te snoepen uit, maar was helaas verboden toegang. Op de parkeerplaats hebben we weer een boterham met pindakaas uit de achterbak gegeten, waarbij we werden aangestaard door vogels die een beetje het midden hadden tussen spreeuwen en kauwen, maar blauwzwart waren met een grote kuif. Het bleken Blue Jays te zijn en net zo brutaal als mussen.
Tegen 12.45 uur reden we verder naar Monterey, onderweg hebben we voor de eerste keer getankt (waarbij we ons achteraf niet aan de indruk konden onttrekken dat we afgezet waren). Toen we Monterey binnen reden, kregen we nog bijna een aanrijding. Je mag namelijk in Amerika door het rode licht rijden als je rechtsaf slaat, mits je het overige verkeer niet hindert. Een of andere oude knar was dat laatste stukje vergeten, waardoor Edith vol in de remmen moest en ondanks dat de wagen ging schuiven, toch kans zag om de andere auto heen te sturen. Gelukkig reed er niemand naast ons… Toen we uiteindelijk de auto in de parkeergarage bij Cannery Row hadden geparkeerd, waren we blij even van de auto af te zijn.
Om 14.00 uur waren bij het Monterey Bay Aquarium. De toegangsprijs was pittig, maar het is zeker de moeite waard om er een dagje rond te lopen. Wij hadden maar een paar uur, dus we hebben niet alles gelezen wat er aan informatie te vinden was. We hebben een hele grote tank met een kelpbos gezien, het zeewier dat in de baai te vinden is en waar verschillende diersoorten in leven. Ook waren er pinguïns, zeeotters en een schitterende kwallencollectie. Wat er leuk was, waren de zogenaamde “aanraakbassins”. Hierin werden in een klein laagje water dieren gehouden die in de “tidepools” leven, de poeltjes tussen de rotsen aan de kust waar af en toe de golven overheen slaan. We hebben allerlei dieren aan kunnen raken, zoals zeesterren, egels en komkommers. Een leuke ervaring!
Om 17.00 uur reden we richting Santa Cruz. Eerst hadden we ons rotgezocht naar een automaat waar we een uitrijkaart konden kopen, maar toen bleek dat we bij de uitgang van de parkeergarage gewoon aan de dienstdoende medewerker moesten betalen. Onderweg kwamen we een stukje weg tegen waar de auto’s verplicht waren om de verlichting aan te hebben, maar wij wisten niet hoe dit moest bij deze auto. Tot nu toe gingen de lampen vanzelf aan als het donker werd. Later kwamen we er achter dat we een grote knop links op het dashboard uit moesten trekken. Het was eigenlijk te makkelijk.
Toen we bijna in Santa Cruz waren, kwamen we in de file terecht, waarbij het zonnetje recht in ons gezicht scheen. Om 18.15 uur dachten we bij het hotel, Travelodge, aangekomen te zijn, maar er waren er twee en die van ons bleek aan de overkant van de straat te liggen.
Om 18.30 uur gingen we op zoek naar wat eten. We liepen naar de beroemde Santa Cruz Boardwalk, een boulevard met allerlei kermisattracties, maar deze was uitgestorven. Geen restaurant in zicht. Ook al was het maar een paar minuutjes lopen, we vonden de buurt waar we zaten niet geweldig en voelden ons niet op ons gemak. We besloten een Libanees broodje shoarma (schawarma) te kopen, zodat we voor het donker thuis konden zijn. Het vlees bleek aangebrand en koud, gelukkig hadden we een magnetron op de kamer. We waren in ieder geval blij dat we weer binnen waren. De kamer was tenminste netjes en schoon.
Dag 6, woensdag 2 april 2003 Santa Cruz – Santa Rosa
Vanochtend “uitgeslapen” tot half acht, het gaat steeds beter. We sliepen ieder in een eigen bed voor een keertje, want we moesten toch wel wennen aan het samen delen van de lakens, thuis hebben we lekker ieder ons eigen dekbed… Bij de Comfort Inn aan de overkant van de weg hebben we een continental breakfast gegeten, het eerste van onze reis en niet eens zo slecht. Bagels (taaie, donutvormige broodjes) met een soort Monchoukaas, muffins, koffie, melk en sinaasappelsap. We vonden het wel vreemd dat we hier moesten gaan eten, maar het leek wel alsof alle motels in deze straat tot dezelfde Hindoestaanse familie behoorde. We hebben maar gedaan of we het de normaalste zaak van de wereld was om in een ander hotel te gaan ontbijten dan waar je geslapen hebt.
Rond half negen zijn we weggereden, verder over de Highway 1. Bij Aňo Nuevo State Reserve hebben we een parkeerkaart en een permit gekocht om zeeolifanten in het wild te bekijken. We moesten ongeveer 2,5 km wandelen voordat we bij de kust waren. Onderweg zagen we bruine pelikanen vliegen. Vanaf een klif konden we de eerste zeeolifanten op het strand zien liggen. We besloten nog een klein stukje door te lopen naar de duinen, want het dreigde te gaan regenen. Op een gegeven moment stonden we gewoon nog maar 10 meter van de beesten af. Het waren nog maar jonkies en ze zagen er uit als gewone volwassen zeehonden, maar bij een aantal zag je de typische neus al hangen. Ze klonken in ieder geval allemaal alsof ze verkouden waren en maakten snurkachtige geluiden!
We zagen de bui letterlijk al hangen, dus we liepen snel terug. Toen we nog zo’n tweehonderd meter moesten lopen naar de auto begon het steeds harder te regenen. Arjan reed verder langs de schitterende kust en toen we bij San Francisco kwamen was het alweer droog. We reden dwars door de stad en over de Golden Gate brug. Hier hadden we naar Marin Headlands moeten gaan, maar omdat we geen borden zagen, misten we de afslag. In plaats daarvan zijn we Highway 1 verder gevolgd langs de kust en kwamen we bij Stinson Beach uit. Rond 13.00 uur hebben we daar een boterham gegeten. Bij het strand stonden borden met waarschuwing voor “great white shark”, we zijn maar niet gaan zwemmen…
Via een landelijke route reden we langs Point Reyes en via Bodega kwamen we tegen 15.30 in Santa Rosa aan. Het was hier heel druk en de kruispunten waren erg onoverzichtelijk, na een aantal rondjes te hebben gereden vonden we ons hotel, Best Western Garden Inn. Doordat we al in juli 2002 geboekt hadden, bleken we een erg goede deal gekregen te hebben. We kregen een rustige mooie hoekkamer achter op het terrein. We hebben boodschappen gedaan bij een Grocery Outlet (een soort Lidl/Aldi), waar een gallon (3.75 liter) water maar $ 1.05 kostte. Om 18.15 uur hebben we bij Denny’s aan de overkant redelijk gezond gegeten; schnitzel met aardappelpuree en groenten. Het kan dus wel…
Dag 7, donderdag 3 april 2003 Santa Rosa
We zijn voor het eerst “uit” ontbijten gegaan, pancakes en gebakken eieren. Nadat we getankt hadden, zijn we rond half negen op pad gegaan, alleen hebben we de oorspronkelijke route in omgekeerde volgorde gedaan. Eerst naar Petrified Forest, waar we middels een rondwandeling van 20 minuten een aantal versteende bomen zagen. Door een vulkaanuitbarsting duizenden jaren geleden zijn de bomen in de as terecht gekomen en langzaam versteend. We waren de enigen daar en hadden een beetje het gevoel dat we genept werden. Uiteraard moesten we naar buiten via het winkeltje waar ze zelfs stukjes versteende boom verkochten! Daarna gingen we naar Old Faithfull Geyser in Calistoga. Er schijnen drie Old Faithfull geisers op de wereld te zijn, waarvan de bekendste in Yellowstone ligt. De geisers worden Old Faithfull (ouwe getrouwe) genoemd, omdat je de klok er bijna op gelijk kunt zetten wanneer hij gaat spuiten. De geiser in Calistoga spuit ongeveer iedere 13 minuten zo’n 12 meter de lucht in, we hebben hem vier keer gezien en toen was het wel genoeg. In Calistoga zijn heel veel heetwaterbronnen en veel mensen hebben zelf een gat geboord om er ook gebruik van te maken. Dit heeft echter wel invloed gehad op de spuitfrequentie van de geiser.
Via het Silverado Trail zijn we door de Napa Valley naar Napa gereden. We hebben veel wijngaarden zien liggen, maar hadden eigenlijk geen zin om ergens naar binnen te gaan. Via Sonoma zijn we terug naar Santa Rosa gereden. Om 14.00 uur waren we terug en hebben de rest van de middag besteed aan wassen draaien in de “guest laundry”, tv kijken en simpelweg luieren. Omdat we niet konden verzinnen waar we wilden eten, besloten we rond 18.00 uur een pizza te bestellen.
Dag 8, vrijdag 4 april 2003 Santa RosaFort Bragg
Om 8.30 uur zijn we vertrokken richting Jenner. Dit plaatsje ligt op de plek waar de Russian River (brede rivier) in de oceaan uitmond. Op het strand lagen een boel zeehonden. Ook zagen we “turkeyvultures” (kalkoengieren) met een rode kop en zwarte veren rondvliegen. Er bleek een dode zeehond te liggen, waar ze van aten.
Na een kort oponthoud door wegwerkzaamheden (en Edith moest zo nodig…..) kwamen we al snel bij Fort Ross. Dit houten fort dat door Russische handelaren werd gebruikt lag erg rustig vlakbij een “cove”, een klein baaitje, waar vroeger de schepen aankwamen. Er was een groep kinderen die blijkbaar op schoolreisje waren en die in klederdracht liepen. Een van hun activiteiten was het afvuren van een kanon door middel van los buskruit. Wat een knal! Arjan stond te filmen, maar hij schrok er van!
Tegen 11.45 uur reden we verder en om 12.30 uur zijn we op een mooi plekje langs de kust gestopt om wat te eten. We zouden eigenlijk naar Kruse Rhododendron State Reserve gaan, maar de toegangsweg was onverhard en daar mochten we niet op rijden met de huurauto. Verder dus naar Point Arena Lighthouse. We moesten 143 treden klimmen om bovenin te komen en hebben vlak voor de lens gestaan. De vrouw die een verhaaltje hield over de vuurtoren had dit waarschijnlijk zo vaak gedaan dat ze zelf niet in de gaten had dat ze het erg snel en monotoon opdreunde. Er is bij ons dan ook niet veel blijven hangen van wat ze verteld heeft. Het uitzicht was wel schitterend. Het weer bleef goed de rest van de route en bij Mendocino hebben we op het strand bij het Van Damme State Park even de benen gestrekt. Hier zagen we twee kanoërs met enige moeite door de branding komen om daarna een mooie tocht te gaan maken. Edith heeft geprobeerd om een mooie tegenlichtfoto te maken en dat is aardig gelukt, voor een compact camera!
Rond 16.15 uur kwamen we aan bij de Emerald Dolphin Inn. De kamer was vergeleken bij de andere kamers niet zo groot, maar wel heel mooi (erg lekkere zeepjes). We aten deze avond bij McDonalds, waar je je eigen beker mag vullen (en hervullen, dus waarom zou je een grote kopen?).
Bij de ondergaande zon hebben we nog een wandelingetje naar de klif gemaakt, wederom een schitterend uitzicht op de omslaande golven. We konden er maar geen genoeg van krijgen.
Dag 9, zaterdag 5 april 2003 Fort Bragg
Ook bij dit hotel zat een continental breakfast. Nadat we de muffins achter de kiezen hadden reden we om 8.45 uur naar het station. De Skunktrain, waarvoor we kaartjes hadden geregeld via het hotel, vertrok stipt om 9.30 uur. Dit keer geen stoomlocomotief, die was in reparatie, maar een dieselloc. Vroeg reed de trein op benzine en dat stonk zo dat mensen zeiden dat ze de trein nog eerder roken dan dat ze hem zagen. Vandaar de naam Skunktrain (stinkdiertrein). De trein reed richting het oosten door de Redwood bossen. Bij Northspur, halverwege de rit naar Willits, keerden we terug. Om 12.30 uur waren we weer in Fort Bragg. Heel veel bomen gezien…De rit vonden we niet echt bijzonder, op de 1000jaar oude Redwoodboom en de tunnel waarin je letterlijk geen hand voor ogen zag na. Zeker niet de $ 35 waard die ze er voor vragen. Misschien zijn wij gewoon verwend, voor Amerikanen is een ritje in een trein überhaupt bijzonder.
Terug in het dorp vond ondertussen in het centrum een vredesdemonstratie plaats tegen de oorlog met Irak. Een paar blokken verderop stonden juist weer mensen met borden “support the troops” (oftewel steun onze jongens). We konden met beide groepen meevoelen, maar hebben ons gedurende onze reis op de vlakte gehouden als men onze mening vroeg.
Na een paar winkeltjes te hebben bekeken (waaronder een soort gamma/kwantum/radio modern winkel die ook geweren en dergelijke verkocht) zijn we naar MacKerricher State Park gereden. Dit natuurgebied omvat 10 mijlen strand. We zijn naar een uitkijkpunt gelopen over een houten pad. Hier zagen we zeehonden op de rotsen liggen. Volgens de ranger bij de ingang van het park was de oceaan “too choppy” (te onrustig) om walvissen te zien, maar nadat we een tijdje gestaan hadden, zagen we op zo’n tweehonderd meter afstand toch wat spuitwolkjes en een stuk van een staart! Het was niet veel, maar we waren toch onder de indruk dat je deze dieren in het wild zo dicht langs de kust kunt zien. Het was vandaag best koud en winderig. Terug in het hotel hebben we lekker tv gekeken. Het avondeten hebben we bij Taco Bells gehaald.
Dag 10, zondag 6 april 2003 Fort Bragg – Arcata
Gelukkig dat we het gisteren nog even nagevraagd hadden, want vandaag is het “daylight savings time”, oftewel, de klok is een uur vooruit gegaan. We hebben een uur minder vakantie! Damn….Tegen 8.45 uur gingen we op pad, eerst tanken en langs de Safeway voor wat boodschappen. Nog even naar de wc bij het treinstation en om 9.30 uur waren we eindelijk echt op weg.
Zo’n 45 kilometer boven Fort Bragg boog de weg van de kust af richting het oosten. Hemelsbreed was het maar een klein stukje naar Leggett, maar doordat we over het kustgebergte heen moesten, hebben we een half uur lang de ene bocht na de andere gezien. We konden maar 40 km/uur, dus het schoot niet erg op. Op een gegeven moment lijken alle bochten ook op elkaar, er leek geen eind aan te komen.
In Leggett zijn we met de auto door de Chandelier Drive Thru Tree gereden. Deze Redwood boom is zo groot dat ze er een gat in gemaakt hebben waar een auto doorheen past. Om 11.30 uur zijn we weer verder gegaan op Highway 101, op weg naar Humbolds State Park. Onderweg begon het flink te regenen.
Bij Phillipsville zijn we van de snelweg afgegaan om de toeristische route te volgen, de Avenue of the Giants. Deze weg loopt parallel aan Highway 101 en je rijdt er tussen de Redwood bomen, erg imposant. Halverwege zijn we bij het bezoekerscentrum gestopt om wat te eten en rond te kijken. Het was inmiddels even droog geworden, dus we hebben een korte wandeling door het bos kunnen maken. Nu zagen we de bomen van dichtbij. Er lag ook een omgevallen boom waaraan je goed kon zien hoe hoog zo’n ding eigenlijk is. Dat besef je pas als je er langs loopt. In dit bos zagen we ook een hele mooie witte bloem, die wel opgespeld leek te zijn.
Wij hebben de Avenue of the Giants helemaal uitgereden, maar als je het zat bent, kunt je op meerdere plaatsen terug de snelweg op. De rest van de route heeft het jammergenoeg geregend, dus we zijn nergens meer uitgestapt.
Om 16.00 uur kwamen we bij de Quality Inn in Arcata aan. ’s Avonds hebben we bij Denny’s om de hoek gegeten en daarna hebben we een blokje om gelopen. We kwamen een straat tegen die “Edith Drive” heette, dus daar moesten we natuurlijk een foto van maken!
Dag 11, maandag 7 april 2003 Arcata
Gisteren hadden we bij de receptie al geklaagd over de luidruchtige koelkast en de loszittende deurknop van de badkamer. Er was echter niemand van de technische dienst aanwezig en in een andere kamer maakte de koelkast net zo veel herrie. We hebben daarom de stekker van de koelkast er maar uitgetrokken en zijn in dezelfde kamer gebleven. Maar vanochtend kon Edith na het douchen de badkamer niet meer uitkomen, de deurknop werkte niet meer! Arjan kon haar met behulp van een zakmes en de sleutel van de kamer (creditcardmodel) bevrijden. Na het ontbijt hebben we weer geklaagd en daarop een andere kamer gekregen (en korting op de rekening). Nadat we de spullen verhuisd hadden, moest Arjan het kamermeisje nog eens redden. Ze had de handdoeken die wij tussen de deur hadden gedaan weggehaald en zat toen ook opgesloten!
Rond 10.00 uur zijn we naar het centrum van Arcata gereden. Het was lekker weer. Bij het postkantoor hebben we postzegels gekocht en konden we eindelijk de briefkaarten die we in San Francisco hadden gekocht versturen. Bij een internetcafé aan de andere kant van de snelweg hebben we cappuccino gedronken en onze email gecheckt (gratis). Daarna zijn we naar het dichtbijgelegen Community Forest gereden en hebben een korte rondwandeling gedaan tussen de Redwood bomen. Er waren een hoop studenten aanwezig aangezien het Humboldt State College in de buurt was. Omdat er geen wc’s bij het park te vinden waren, zijn we maar terug naar het hotel gereden. Hier hebben we ook nog even wat boterhammen gegeten.
Tegen 15.00 uur reden we naar het moerasgebied bij de Arcata Bay. Hier hebben we een rondje om een vogelplas gelopen. Onderweg kwamen we een man tegen die door een verrekijker op statief stond te kijken. Op onze vraag waar hij naar aan het kijken was, begon hij ons meteen uit te leggen welke vogelsoorten er allemaal te zien waren. Het bleek een bioloog te zijn die vogels observeerde voor zijn beroep. We hebben aparte kuifeenden, een broedende gans, witte reigers en nog veel meer watervogels gezien. Toen wij er waren, was het eb, alle steltlopers waren op de drooggevallen baai naar eten aan het zoeken. Zodra het vloed werd, zouden al deze vogels weer terug naar de vogelplas komen. Zo leer je nog eens wat onderweg.
Omdat het nog te vroeg was om te gaan eten, zijn we naar het uiterste puntje van het Samoa Peninsula (schiereiland) gereden. Hier liepen we over de golfbreker en zagen we enorme golven de baai binnenkomen, dit gaf af en toe spectaculaire beelden als zo’n golf tegen de rotsblokken kapotsloeg. We durfden dan ook niet dichtbij de rand te gaan staan. Continu was het geluid van de misthoorns aan weerskanten van de baaiingang te horen. We liepen door de duinen terug naar de auto, waarbij we voortdurend op moesten passen voor voorbijrijdende buggy’s, quads en andere vierwielaangedreven terreinwagens.
We hebben in het Samoa Cookhouse gegeten. Vroeger was dit een gaarkeuken voor het personeel van de houtzagerijen. Nu komen er voornamelijk toeristen en studenten en kan het restaurant ook voor feesten en partijen afgehuurd worden. Je zit hier aan lange tafels, wat erg leuk is om andere mensen te leren kennen. Het bestek en servies staat al klaar. Onze ober kwam vertellen hoe het werkt. Je kunt kiezen of je alleen het voorgerecht neemt (soep, versgebakken brood en salade) of dat je ook het hoofdgerecht naar binnen werkt (dagelijks wisselend menu, er valt alleen niets te kiezen). Toen wij er waren was het menu gepofte aardappel, maïs, countryfried chicken (in paneermeel) en rollade. Hierbij mag je (gewone en ijs)thee en koffie drinken zoveel als je wilt, dit zit in de prijs inbegrepen. Als toetje kregen we warme abrikozenpie (soort vlaai). Oef, je kon ons wegrollen, maar we hadden tenminste wel gezond gegeten. De inrichting is alsof je in een museum zit. Aan de muren hangen allemaal foto’s die te maken hebben met de houthakindustrie in de vorige eeuw. Ook stonden er diverse gereedschappen tentoongesteld. Je betaalt hier zo’n $ 12 voor een compleet menu, waarbij je onbeperkt kunt eten. Geen verkeerde keuze, dachten wij zo.
Dag 12, dinsdag 8 april 2003 Arcata – Crescent City
Eerst hebben we nog even genoten van het uitgebreide continental breakfast in het hotel. Om 9.00 uur reden we weg. Bij Patrick’s Point SP zijn we gestopt. Er was geen ranger aanwezig, dus we hebben het entreegeld in een zakje gestopt en in de brievenbus gedaan. We zijn naar Mussle Rock gelopen en hebben de brekende golven bewonderd. Daarna zijn we naar de Rocky Outlook Point geklommen, maar het uitzicht viel een beetje tegen. Als laatste hebben we nog even bij het Indian Village gekeken. Hier stonden een aantal houten hutjes, half ingegraven, met een rond gat als deur. Dit dorpje wordt nog steeds door Indianen, pardon, Native Americans gebruikt om hun kinderen de rituelen van vroeger bij te brengen. Op de inheemse plantentuin na, viel er verder niet zo veel te zien.
We wilden nog even bij de Big Lagoon kijken, een paar kilometer verderop, maar hiervoor moest ook weer parkeergeld betaald worden. Daar hadden we geen zin in, dus we reden verder over highway 101. Even verderop bleken we met de snelweg over de lagune heen te rijden. Bij het bezoekerscentrum van Redwoods National and State Parks zijn we even gestopt om te kijken wat er te doen viel. Dat was niet zo veel (of we hadden gewoon nergens zin in..). We besloten daarom door te rijden naar de Trees of Mystery bij Klamath. Op de parkeerplaats daar hebben we eerst wat gegeten. De toegang voor de Trees of Mystery bleek belachelijk duur te zijn: $ 17!!! Aangezien het niet duidelijk werd wat we daarvoor te zien zouden krijgen behalve een ritje in een kabelbaan, besloten we om in plaats daarvan het winkeltje maar te gaan bekijken. Achterin deze supersouvenirshop vonden we een museumpje waarin allerlei voorwerpen van de indianen in het zuidwesten van Amerika tentoongesteld werden. Van kleding tot werktuigen, er hingen zelfs vellen van bergleeuwen. Het mooiste vonden we de van gras gevlochten mandjes, heel fijn met prachtige motieven er in. Dit (gratis) museum was zeker de moeite waard.
Via een Scenic Byway (toeristische route) reden we verder naar Crescent City, waar we om 14.00 uur aankwamen. We konden gelukkig al inchecken in de Curly Redwood Lodge. Dit motel is gebouwd met het hout van één enkele Redwood boom. De muren, de deuren, overal zie je het bijzondere patroon van de Curly Redwood terug. Het blijft onvoorstelbaar hoe groot deze bomen zijn.
We zijn naar het centrum gelopen en hebben in de bibliotheek de email gecheckt, wederom gratis. Op de terugweg zijn we bij Oceanworld naar binnen gelopen en hebben een rondleiding gekregen door dit aquarium. Het was natuurlijk lang niet zo groot als het Monterey Bay Aquarium, maar dat gaf het nu juist wel z’n charme. We konden van alles vragen en omdat de groep niet zo groot was, werd hiervoor ruim de tijd genomen.
We kregen zelfs de mogelijkheid om een verpleegsterhaai te aaien, wat een bijzondere ervaring! Aan het eind van de rondleiding werd er nog een kleine zeeleeuwenshow gegeven.
Na wat souveniertjes gekocht te hebben, zijn we terug naar het hotel gelopen. ’s Avonds hebben we bij de Pizza King lasagne gegeten.
Dag 13, woensdag 9 april 2003 Crescent City – Mount Shasta
Op internet stond dat een restaurantontbijt bij de prijs inbegrepen was. We kregen inderdaad een voucher waarmee we in het Fisherman’s Restaurant aan de overkant van de weg uit het speciale menu konden kiezen. Arjan nam wentelteefjes met een gebakken ei en Edith koos voor de “short stack of pancakes”. Het was inderdaad een kleine stapel van twee pannenkoeken, maar ze waren wel zo groot als het ontbijtbord en vier keer zo dik als Nederlandse pannenkoeken. Wel lekker, maar Arjan moest wel meehelpen om het op te krijgen.
Nadat we afscheid genomen hadden van de Grote Oceaan, reden we met een volgetankte auto via Highway 199 over de grens met Oregon. Bij de rivier de Rogue hebben we gepauzeerd in een klein parkje. Arjan heeft daarna verder gereden, we bleken al bij Grant’s Pass te zitten, eerder dan verwacht.
Bij Medford zijn we bij een Mall (overdekt winkelcentrum) gestopt. Hier hebben we wat rondgekeken en ontmoetten we een makelaar die familie in Nederland had wonen. De prijzen van de huizen zijn wel iets lager dan hier, maar toch niet mis. In de mall was een zogenaamd “foodcourt” een pleintje met tafeltjes en stoeltjes en daaromheen fastfoodbalies. Alles wat je maar wenste: pizza, hamburgers, sandwiches, chinees, salades. Handig voor families waarvan iedereen iets anders wil eten, je koopt ieder voor zich je lunch/diner en gaat weer gezellig bij elkaar zitten. Wij hielden het bij een sandwich van de SubWay.
Tegen 14.30 uur reden we verder langs de Interstate nummer 5, oftewel de I5. Bij de grens met Californië waren we nog even bang dat we de appels in moesten leveren, maar volgens de “douanebeambten” ging het alleen om citrusvruchten die je niet in Californië mag importeren. Elke staat heeft zijn eigen regels en wetten en in Californië zijn ze heel bang voor ziektes in hun fruitgewassen. Zonder problemen konden we verder rijden. Het eerst uitzicht op Mount Shasta was prachtig, de berg is 14.000 voet hoog, bijna 4700 meter. Het is een slapende vulkaan.
Het motel, de Econolodge, viel een beetje tegen. Het viel zowat van ellende uit elkaar. Alles was scheef, de badkamerdeur ging niet dicht, de kranen lekten en het zag er gewoon een beetje shabby uit. Tussen de ramen en de hordeuren zaten beesten waarvan we geen van beiden wilden weten wat het waren, zolang ze maar niet binnen kwamen. De manager was wel aardig en snel met het aanbrengen van de ontbrekende rookmelder.
Nadat we bij Burger King hadden gegeten, hebben we nog een ommetje gemaakt.
Toen we vanochtend weggingen was het weer wat somber, maar dat werd in de loop van de dag steeds beter. Het was niet koud, alhoewel we de eerste sneeuw op de bergtoppen al gezien hebben.
Dag 14, donderdag 10 april 2003 Mount Shasta
Vanochtend hebben we voor ons doen lekker uitgeslapen en al tvkijkend in bed ontbeten. We zijn vannacht wel een paar keer wakker geworden van de trein die bij iedere spoorwegovergang moet toeteren. Tja en als die dan dwars door het dorp heen moet….
Tegen 10.30 uur gingen we naar het plaatselijke VVVkantoor om uit te zoeken wat we zouden gaan doen. Hier kregen we een kaartje van het dorp en de omgeving. We besloten eerst naar de State Fish Hatchery te gaan. Hier kweken ze forellen, we hebben Brown Trout en Rainbow Trout gezien, mooie beesten. Eén van de medewerkers had even tijd en liet ons de schuur zien waar de eitjes uitkomen. De eitjes zitten met duizenden in een soort weckfles waar water uitstroomt in een lange bak. Als de visjes er aan toe zijn, zwemmen ze vanzelf uit de fles en in de bak. Daarna worden ze verder opgekweekt in grotere bassins totdat ze groot genoeg zijn om uitgezet te worden in één van de honderden meren en riviertjes in de buurt. Soms worden ze zelfs uit vliegtuigen gedropt, als het gebied moeilijk bereikbaar is.
Het naastgelegen Sisso Museum ging pas om 13.00 uur open, dus we zijn eerst naar Siskiyou Lake gereden. Daar hebben we de auto neergezet en zijn een stuk langs het meer gaan wandelen. Aan het eind van het meer kwamen we bij een rivier, waarbij we allebei het gevoel hadden dat er ieder moment een beer uit het struikgewas kon komen. Het was net een plaatje uit National Geographic. Toen we bij de auto terugkwamen was het al 12.45 uur. We hebben eerst wat boterhammen gegeten en zijn toen naar het Sisso Museum terug gereden.
Sisso was de vroegere naam van het dorp, in 1924 is dit in Mount Shasta veranderd, alhoewel men er nog steeds niet uit is over de spelling. Mount Shasta of Mt. Shasta. We gaan er maar vanuit dat het dorp Mount Shasta heet en de berg Mt. Shasta. Het museum ging op de geschiedenis van Mount Shasta in, maar had ook een miniatuurtreinbaan en een collectie antiek fototoestellen.
Terug in het centrum zijn we langs wat winkeltjes gelopen en spraken we een makelaar (alweer) wiens familie uit Utrecht en Amsterdam komt (alweer!). Een vrijstaand huis op 5 acres grond (een acre is 204×204 feet, dus ongeveer 3.750 m2) kost hier $ 189.000. Je zit dan wel in the middle of nowhere….
Omdat het tegen die tijd ging regenen en we de berg toch niet konden zien, zijn we maar terug gegaan naar het hotel waar we een boekje lazen en wat tv keken. Om 17.30 uur reden we naar de Jade Garden om een keer Chinees te eten. De manager van ons hotel had daar zijn tweede baan, we kregen 10 % korting op de rekening!
Dag 15, vrijdag 11 april 2003 Mount Shasta – Redding
Om half tien zijn we op pad gegaan. Het weer was prachtig. Het was de bedoeling dat we, ondanks het beren en slangengevaar, naar Castle Crags zouden gaan, een state park iets ten zuiden van Mount Shasta. Maar op de een of andere manier zijn we er voorbij gereden, geen bord gezien! Toen maar doorgereden naar Shasta Lake, het op één na grootste kunstmatige meer in Amerika. Het meer wordt gevoed door drie rivieren, de Pitt, de Sacramento en de McCloud. De Shastadam houdt het water tegen en vormt zo een meer van 400 voet diep (120 meter).
Eerst reden we naar de Shasta Caverns. De entreeprijs was pittig ($ 18 pp), maar zeker de moeite waard. Met een boot werden we overgevaren naar een schiereiland waar behalve de grotten ook een aantal herten en een berin met haar jong huizen. We hebben goed opgelet, maar geen ander wild dan bluebelly lizzards (blauwbuik hagedissen) gezien. Met een schoolbus werden we naar de ingang van de grotten gereden, die zo’n 100 meter hoger lag. Er was niemand anders in onze groep, dus we kregen een privétour. We dachten dat het niet druk was, maar voor en achter ons zaten wel grote groepen. We hadden dus gewoon geluk. Het waren hele mooie druipsteengrotten met stalactieten, stalagmieten, flowstone, spaghetti en gordijnstenen. We moesten binnen ook nog zo’n 250 treden omhoog, een aardig klim.
Nadat we met de bus weer naar beneden gebracht waren, werden we weer met het bootje overgezet. De kapitein van de boot kende Nederland wel, hij wilde altijd nog eens naar het Dynamo Open Air festival in Eindhoven. Hmmm, niet echt onze muziek.
Op het meer voeren een aantal bootjes en we kregen zelf ook wel zin om een klein bootje te huren. We besloten even af te wachten wat het weer de volgende dag zou doen.
Terug op de parkeerplaats wat boterhammen gegeten terwijl we keken naar kinderen die edelstenen aan het zoeken waren. Je kon kant en klare zakjes met zand kopen waar gegarandeerd ruwe edelstenen in zitten. Het zand doe je in een zeef en deze spoel je in een goot met lopend water, net zo lang tot de edelstenen te voorschijn komen. Leuke bezigheid, maar we besloten het wat zuiniger aan te doen.
Tegen 13.30 uur reden we verder naar de Shasta Dam. Helaas worden er sinds 11 september geen tours meer gegeven, dus we moesten het met de info in het bezoekerscentrum doen. Wel werd speciaal voor ons een film opgestart. We zaten met z’n tweeën in een zaal zo groot als het Omniversum. Aangezien de dam verder helemaal afgesloten was, zijn we maar terug gereden naar Shasta Lake City. Bij Chevron hebben we getankt en daarna zijn we naar Redding gereden.
Bij het hotel (Best Western Ponderosa Inn) was het al heel druk vanwege het Kool April Nites evenement. Dit wordt ieder jaar in April gehouden en er komen honderden klassieke auto’s op af. Het begint met een “cruise” op vrijdagavond en zaterdag en zondag worden de auto’s tentoongesteld, waarbij er prijzen te winnen zijn. Ook worden er dragraces gehouden.
We wilden naar de Downtown Mall, maar daar bleek niets te beleven. Toen zijn we maar naar de Safeway aan de overkant van de straat gelopen om een magnetron diner te halen. Dit was verbazingwekkend goed te eten!
Na het eten wilde Edith eigenlijk gaan douchen, maar de badkamer bleek te smerig te zijn. Eerst maar eens gaan klagen dus. De receptioniste (type trailertrash) was op zich erg meewerkend, maar het hotel zat helemaal vol. We konden alleen maar naar een kamer waar we geen sleutel van konden krijgen, omdat ze alleen een masterkey hadden. Bovendien zouden we de volgende dag weer moeten verhuizen. De andere optie was dat ze persoonlijk de badkamer schoon zou maken. Dat heeft ze dus ook gedaan en daarbij kregen we één nacht gratis. Tegen 23.00 uur zijn we gaan slapen en ondanks het feit dat er veel (luidruchtige) mensen waren hebben we verder nergens last van gehad.
Dag 16, zaterdag 12 april 2003 Redding
Vandaag zijn we enigszins vroeg opgestaan, want het continental breakfast werd maar tot 9.00 uur geserveerd. Dit was echt super Amerikaans: moddervette, gigantische donuts met glazuur. Helaas kwam de regen al gauw met bakken uit de hemel zetten. De geplande Show&Shine tentoonstelling van de klassieke auto’s lieten we maar aan ons voorbij gaan, ook het boottochtje konden we wel vergeten.
In plaats daarvan zijn we naar de gloednieuwe Mt. Shasta Mall gegaan. Daar hebben we rondgelopen bij Macy’s, JC Penny’s en Sears. Op de heenweg hadden we een dollarwinkel gezien, dus daar zijn we ook nog even heen gegaan. Alles kostte daar één dollar.
Omdat het nog steeds regende, zijn we maar terug naar het hotel gegaan om wat te eten. De huishoudelijke dienst had blijkbaar het gevoel wat goed te moeten maken, want er lag een nieuwe krant, een berg pepermuntjes, meer dan het normale aantal handdoeken en heel veel zeepjes, shampoo en lotion. Okee, okee, we zijn overtuigd, morgen laten we een fooi achter….
De rest van de middag hebben we al tvkijkend en sokkenwassend doorgebracht en pas tegen vijven klaarde het op (tenminste, het werd droog). We hadden geen zin meer om uit eten te gaan, dus hebben we een beker soep en een “footlong” subsandwich (30 cm) bij Safeway gehaald. Deze was zo groot en gevuld dat we hem maar voor de helft op kregen.
Dag 17, zondag 13 april 2003 Redding – Nevada City
Vanochtend hebben we weer die vreselijk vette donuts gegeten. Het kostte dit keer wat moeite om alle spullen bij elkaar te zoeken, het lijkt wel of we steeds meer tasjes krijgen!
Het regende weer eens voor de verandering. Via Red Bluff reden we naar Chico. Onderweg kwamen we langs walnoot en amandelboomgaarden. In Chico hebben we de Bidwell Mansion bezocht. Daar kregen we een rondleiding door dit huis uit 1875. De gids was een grappige oudere vrouw die met de groep een spelletje deed “wie heeft het verste gereisd om het huis te bezoeken”. Dat wonnen wij natuurlijk glansrijk! In de hal hing een levensgroot portret van de heer des huizes. Waar je ook liep, hij volgde je altijd met zijn ogen, zelfs zijn voeten stonden altijd in jouw richting! Knap gedaan, maar wel een beetje creepy…De rest van het huis was erg mooi, ruim en licht. Aan het eind van de rondleiding zagen we nog wat restanten van het wagenpark van de Bidwell’s; mooie koetsen en een hele oude Ford.
Terug in onze eigen auto (het was weer begonnen te regenen), hebben we het restant van de subsandwich van de vorige dag opgegeten. Om 13.00 uur reden we verder over de Historic Highway 99. We zagen prachtige luchten, de regenbuien konden we in de verte aan zien komen, het landschap was erg weids.
Om 15.00 uur kwamen we in Nevada City aan bij de Outside Inn. We hadden de Autumn Room, de goedkoopste kamer, geboekt, maar de manager had bedacht dat we beter in de Celestial Room konden gaan, omdat we dan geen last van de mensen in de kamer naast ons zouden hebben. Deze kamer was wel duurder, maar omdat we van zo ver weg kwamen hoefden we niets extra’s te betalen. Wat een service!
De kamer was heel gezellig; gele muren en een donkerblauw plafond met gouden en lichtgevende sterren. Verder had het een kleine badkamer met veel hout en een pantry met een kralengordijn.
Vlak nadat we geïnstalleerd waren, brak er een fikse onweersbui los waarbij er een paar centimeter hagel viel. Ook zagen we de eerste sneeuw al liggen. In het centrum van het historische stadje hebben we ’s avonds bij Los Sombreros, hoe kan het ook anders, Mexicaans gegeten.
Dag 18, maandag 14 april 2003 Nevada City – South Lake Tahoe
Heerlijk geslapen vannacht, het is hier ook zo rustig. Eigenlijk zou je hier wat langer moeten blijven om de historie van het stadje te onderzoeken en de goudmijnen in de buurt te bekijken.
Het weer was wat opgeklaard, maar een telefoontje naar Caltrans, de verkeersinformatiedienst van Californië, leerde dat automobilisten op Highway 50 rekening moesten houden met “chaincontrol”. Je bent dan verplicht om sneeuwkettingen bij je te hebben en die om te doen zodra dit aangegeven wordt. Als je ze dan niet hebt, wordt je gewoon terug gestuurd! In Grass Valley gingen we op zoek, eerst bij Kmart. Daar hadden ze wel kettingen, maar we wisten niet welke maat we moesten hebben. De helpdesk van Alamo wilde niet echt meewerken en bleven maar hameren op het feit dat als de kettingen schade aan zouden brengen, die voor eigen risico was. Daar heb je lekker veel aan! Toen zijn we maar op zoek gegaan naar een Buickdealer, die was heel behulpzaam, maar had alleen niet de juiste op voorraad. Bij een autoonderdelenzaak zijn we uiteindelijk geslaagd. Het was inmiddels al 11.30 uur voordat we Grass Valley verlieten, wel een beetje zonde van de dag.
In Coloma hebben we het Gold Discovery State Park bezocht. Hier heeft J. Marshall bij toeval het eerste goud van Californië gevonden. Hij moest een houtzaagmolen bouwen en zag op een gegeven moment in het stroompje achter de molen iets glinsteren. Zodra dit nieuws in San Francisco bekend werd, kwam de beroemde Goldrush van 1849 op gang. De mannen die hun geluk gingen beproeven, werden de 49’ers (fortyniners) genoemd en zo heet het footbalteam van San Francisco ook nog steeds.
Op de parkeerplaats van het park hebben we wat gegeten en geprobeerd de sneeuwkettingen (het waren eigenlijk sneeuwkabels) om te leggen om te oefenen. Gelukkig heeft een vriendelijke ranger ons hierbij geholpen. Uiteindelijk is het gelukt en konden we met een gerust hart via Baskerville op weg naar South Lake Tahoe. Toch waren we allebei redelijk gespannen, niet wetend wat ons te wachten stond.
Al snel was de sneeuw om ons heen te zien, maar de weg was gelukkig helemaal sneeuwvrij. We hebben een klein beetje natte sneeuw onderweg gehad, maar verder ging alles heel goed. Het uitzicht op Lake Tahoe vanaf de pas was geweldig. Bij de Rodeway Inn kregen we nog eens $ 11 korting op de toch al niet zo hoge kamerprijs. Onduidelijk is of dit door Edith d’r charmes kwam of dat we Nederlanders waren, maar de manager was wederom onder de indruk. Nu stelde de hotelkamer ook niet zo veel voor (mieren in de badkamer, kauwgom op de afstandsbediening), maar het was maar voor één nacht en sinds het Reddingincident waren we wel wat gewend.
Het hotel lag vlak bij het meer en daar hebben we nog wat foto’s in de sneeuw gemaakt.
’s Avonds een overvloedige maaltijd bij Applebee’s gegeten.
Dag 19, dinsdag 15 april 2003 South Lake Tahoe – Mammoth Lakes
We zijn vroeg opgestaan, want het weer zou ’s middags slechter worden en we wilden voor die tijd in Mammoth Lakes zijn. Via Caltrans hoorden we dat kettingen verplicht waren vanaf June Lake. In Carson City hebben we de tank nog even volgegooid. Op zich hadden we genoeg benzine om naar Mammoth Lakes te rijden, maar we wilden het er niet op wagen om in de sneeuw vast te komen zitten en dan geen benzine meer te hebben om de verwarming te laten draaien. Onze zorgen waren voor niets, want toen we wegreden scheen de zon en die is de hele dag niet meer weggegaan!
De weg was erg goed, op de meeste stuken konden we 65 mijl/uur rijden. Bij Mono Lake Vista Point hebben we foto’s gemaakt van dit meer. Het bezoekerscentrum was helaas gesloten. Het was de bedoeling om naar het zuidelijke deel van Mono Lake te gaan om de tufa’s te bekijken, maar we misten de afslag (dejavu?) en hadden geen zin om terug te gaan. Gelukkig hadden we bij het bezoekerscentrum nog wel wat foto’s gemaakt van de tufa’s in de verte. Deze formaties zijn ontstaan door minerale afzettingen die door het vulkanisme uit de bodem van het meer komen zetten. Doordat de waterstand gedaald is (omdat men de toevoersstromen omgelegd heeft t.b.v. de watervoorziening in LA) kwamen de tufa’s te voorschijn.
Bij een restarea zijn we gestopt om wat te eten. We bleken al heel dicht bij Mammoth Lakes te zitten en om 13.00 uur waren we bij de Rodeway Inn. Nadat we de auto uitgeladen hadden, gingen we het dorp een beetje verkennen. Eerst wat postzegels gekocht en toen met de skishuttle naar de Main Lodge gegaan. Hier hebben we geïnformeerd naar de mogelijkheden m.b.t. het skiën.
Omdat de Early Bird les erg vroeg begon en we ook nog materiaal moesten huren, besloten we om eerst het weer maar eens af te wachten. De voorspellingen waren namelijk dat het woensdag en donderdag nog zou sneeuwen en dat het vrijdag pas weer mooi weer werd. De rest van de middag in de hotelkamer doorgebracht en wassen gedraaid in de guest laundry. Voor het avondeten hebben we pizza bij Domino’s gehaald.
Dag 20, woensdag 16 april 2003 Mammoth Lakes
De wekker ging om 6.45 uur, maar het bleek buiten al te sneeuwen. We hebben ons dus nog maar eens lekker omgedraaid in ons warme bedje. Daarna op het gemakkie gedoucht en ontbijt gehaald. Ook hebben we nog twee wassen gedraaid voordat het kamermeisje kwam. Nadat we met handen en voeten aan het Mexicaanse vrouwtje gevraagd hadden of ze het enorme spinnenweb aan het plafond weg wilde halen zijn we maar naar buiten gegaan, lekker Amerikaans alles met de auto doen…
Eerst wat kaarten op de post gedaan en daarna naar de bibliotheek om de email te checken. Op zoek naar een supermarkt kwamen we bij Vons uit, dit bleek precies hetzelfde te zijn als Safeway, zelfs de klantenkaart werd geaccepteerd. Daarna hebben we nog wat winkeltjes bekeken en wat souvenirs gekocht. Er was ook een bioscoop met twee zalen, maar daar zijn we niet meer naar toe geweest. Terug in het hotel was het spinnenweb inderdaad verdwenen. Bij de receptie hebben we hout voor de kachel gehaald en aangestoken (in de kachel, niet bij de receptie). Dit was best gezellig en lekker warm.
Tegen zessen reden we naar de Kentucky Fried Chicken en kochten we een family meal met kip, salade, aardappelpuree met jus en “biscuits” (een soort broodjes). Dit was natuurlijk veel te veel met z’n tweeën, maar wel lekker.
Dag 21, donderdag 17 april 2003 Mammoth Lakes
Vanochtend om 7.45 uur opgestaan. Alhoewel er sneeuw voorspeld was, bleek het schitterend weer te zijn. We hebben snel wat gegeten en reden om 8.45 uur met de auto weg. Maar vlak voordat we de berg opgingen stond er “chains required”. We hadden geen zin om de kettingen om te leggen voor dat kleine stukje, dus reden we terug naar het hotel en pakten alsnog de skibus.
Tegen de tijd dat we bij de balie aan de beurt waren, was het al 9.45 uur. De lessen begonnen om 10.00 uur en we moesten ook nog de skispullen uitzoeken! We besloten daarom een beginnersliftticket te boeken en een “discount afternoon class” te reserveren. Dit is een privéles van 14.00 uur tot 16.00 uur. We hebben een tijdje rondgelopen en wat gegeten voordat we de huurspullen gingen halen. Dit kostte nogal wat tijd, maar om 13.00 uur stonden we in vol ornaat buiten. Edith had de dag tevoren al een warme muts gekocht en ter plaatse hebben we allebei nog een nieuwe zonnebril uitgezocht. Wij waren er helemaal klaar voor!
Echter, hoe dichter het bij 14.00 uur kwam, hoe bewolkter het werd. Prompt om 14.00 uur begon het hard te waaien en te sneeuwen; op het laatst zagen we bijna niets meer. Je kon maar zo’n 10 meter voor je uit kijken! Onze skileraar was Roger “Rabbit” Tucker, een gekke vent die dacht dat Nederland niet in Europa lag en volhield dat 14.00 uur niet hetzelfde was als 2 pm. Halverwege de les mochten we in het gebouw van de skischool opwarmen met een bekertje warme chocolademelk en dat was wel nodig. De les ging verder erg goed. Edith had de slag snel weer te pakken en Arjan kreeg steeds meer vertrouwen. De volgende dag zou het goed weer worden, dus we hebben meteen maar tickets voor vrijdag en zaterdag gekocht. De skihuur hoefden we pas af te rekenen als we de spullen in zouden leveren en we konden ze terplekke in de opslag laten staan, daar hadden we dus verder geen omkijken naar.
Met de bus reden we terug naar het hotel (halte voor de deur). We hebben meteen de auto gepakt en zijn voor Arjan ook zo’n muts gaan kopen, want hij had toch wel erg koude oren gekregen… Meteen een paar hamburgers gehaald bij Carl’s junior.
Na het eten hebben we lekker gedoucht en daarna buis gehangen.
Dag 22, vrijdag 18 april 2003 Mammoth Lakes
Om 6.45 uur zijn we opgestaan en om 7.38 uur hadden we de eerste skibus naar de main lodge. Het beloofde een schitterende dag te worden. Nadat we de skispullen opgehaald hadden, zijn we de hele ochtend van de groene (beginners)piste afgegaan. Edith had snel de slag te pakken en probeerde zelfs al parallel te skiën. Arjan had één ritje nodig om weer te wennen, maar ging op het laatst best hard de berg af. Bovenaan de Discovery Lift hebben we een foto laten maken door een fotograaf die daar de hele dag stond. Tegen 12.00 uur hebben we de meegebrachte boterhammen opgegeten en daarna zijn we nog een paar keer van de berg (nou ja, het konijnenheuveltje) af gegaan.
Tegen 14.00 uur had Edith het wel gezien. Ze ging alleen in de gondel naar de top van de berg om het uitzicht te bewonderen, terwijl Arjan nog een paar keer met de Discovery Chair omhoog ging. Later in de middag zijn we nog een keer samen in de gondel omhoog gegaan, maar toen viel er niet zoveel meer te zien, omdat de top van de berg in een wolk gehuld was.
Om half vier reden we met de bus terug naar het hotel, maar halverwege kwamen we er achter dat we de foto’s waren vergeten. We zijn toen maar met de auto terug gegaan om ze te bekijken en te bestellen.
We waren te moe om uitgebreid uit eten te gaan, dus op de terugweg reden we weer langs Carl’s Junior voor wat fastfood. Na het eten en douchen vielen we al om 21.00 uur vermoeid en met verbrande gezichten (ondanks factor 30) in slaap.
Dag 23, zaterdag 19 april 2003 Mammoth Lakes
De vroege start van de vorige dag was goed bevallen, dus ook deze dag stonden we voor half negen in de rij voor de Discovery lift. De meeste lessen begonnen om 10.00 uur, dus dan werd het een stuk drukker. Het was deze dag sowieso drukker omdat het het paasweekend was en het weer erg meezat. Het was net zo mooi als de vorige dag, misschien zelfs wat helderder. We hebben ons gezicht dan ook regelmatig ingesmeerd met factor 30.
Aan het eind van de ochtend probeerden we nog een andere lift die ook op een groene piste uit kwam. Het bleek nog best wel een steile piste te zijn en voor Arjan nog iets te moeilijk. Hij was blij dat ie beneden was en ging snel weer naar de beginnersheuvel. Edith d’r voeten deden intussen zo zeer dat ze besloot om op het terras te gaan zitten met een beker warme chocolademelk. Om 12.00 uur kwam Arjan erbij zitten en hebben we hamburgers van de barbecue gegeten.
Na de lunch nog een paar ritjes geskied, maar met Edith d’r voeten ging het niet echt beter en ze besloot nog een keer met de gondel omhoog te gaan. Het uitzicht was nu veel beter door het heldere weer en je kon witte bergtoppen tot in de verre omgeving zien. Je kon helemaal tot Yosemite kijken.
Terug bij het basisstation bleek iemand Edith d’r ski’s genomen te hebben. Gelukkig stonden ze er later weer, die huurski’s lijken ook allemaal op elkaar. Arjan ging nog een paar keer op en neer terwijl Edith lekker op het terras van de zon zat te genieten. We hebben ook nog een span sledehonden gezien, die kun je huren. Verder kun je nog op snowmobielen rijden, langlaufen en een wandeling op skischoenen (van die tennisrackets onder je schoenen) maken. Hier hadden we allemaal geen tijd voor, want het skiën was waar we voor gekomen waren.
Voordat we weggingen hebben we de foto’s nog gehaald. ’s Avonds hebben we bij de Italiaan in het dorp gegeten, terwijl we de zon achter de bergen zagen zakken. Een mooi einde van een geweldige dag.
Dag 24, zondag 20 april 2003 Mammoth Lakes – Stovepipe Wells
De vorige dag had Edith in het winkeltje in de Main Lodge een mooi horloge gekocht alvast voor Arjan’s verjaardag. Het horloge bleek echter niet van Titanium gemaakt te zijn, zoals geadverteerd was, dus besloten we het ding terug te geven en in Nederland op ons gemak er naar te zoeken.
We maakten nog wat laatste foto’s in de sneeuw en zijn om 9.15 uur op pad gegaan. Arjan reed deze keer. Net voorbij Big Pine even een plaspauze gehouden op een restarea waar gewaarschuwd werd voor ratelslangen. Hier zagen we ook de lavavelden van dichtbij. Onderweg hebben we nog uitgekeken naar “elk”, een soort hert, maar we zagen niets, alleen een enorme vlucht vogels die hoog boven de snelweg cirkelde.
Bij Lone Pine hebben we getankt en het bezoekerscentrum bezocht waar we uitzicht hadden op de hoogste berg van het vaste land van Amerika, Mount Whitney, tevens het hoogste punt van Californië. Hier hebben we gevraagd of we genoeg water bij ons hadden (2,5 gallon) en dat was goed.
Tegen 12.00 uur gingen we op weg naar Death Valley National Park, langs Owens Lake dat praktisch droog stond. Bij Panamint Springs hebben we langs de weg wat gegeten (blij dat we de reservering veranderd hadden, het zag er een beetje rommelig uit). Daarna gingen we over de bergen (airco uit) naar Stovepipe Wells. Hier bleek het 29 ºC te zijn! Geen zon, maar wel benauwd. Heel wat anders dan toen we vanochtend uit Mammoth Lakes vertrokken….
Om 14.00 uur checkten we in. We kregen een mooie, ruime kamer waarvan de airco al op volle toeren draaide. De Stovepipe Wells Village bestaat uit een motel met restaurant, een bar, benzinepomp, een camping en een rangerstation. Nadat we onze korte broeken aangetrokken hadden, hebben we een beetje rondgekeken en een toegangsbewijs bij het rangerstation gekocht. Daarna zijn we naar de nabijgelegen duinen gereden.
Het was echt een rare gewaarwording: ’s ochtends nog met de dikke jas aan in de sneeuw en ’s middags in korte broek midden in de woestijn. De duinen deden ons een beetje aan de duinen bij Maspalomas op Gran Canaria denken. We zagen nog een zebrastaart hagedis lopen, hij was wel 25 cm!
’s Avonds hebben we in het enige restaurant dat er was gegeten. Ondanks het gebrek aan concurrentie, was het eten erg goed! Terug in de hotelkamer besloten we de fles wijn die we uit Mammoth Lakes hadden meegenomen open te maken. We zaten tot 23.00 uur buiten, het leek wel zomer!
Dag 25, maandag 21 april 2003 Stovepipe Wells – Las Vegas
We zijn vandaag om 8.00 uur gaan rijden, om de ergste hitte te vermijden. We hebben de Harmony Borax Works bezocht en het Death Valley Museum bekeken. Daarna zijn we doorgereden naar de Golden Canyon, waar we korte wandeling gemaakt hebben. Het was om 9.00 uur al 25ºC en eigenlijk al te warm om te wandelen.
Het plan was om naar Badwater en Devil’s Golfcourse te rijden, maar Badwater was gesloten omdat ze er wandelpaden aan het aanleggen waren en de aan de weg naar Devil’s Golfcourse waren ze met wegwerkzaamheden bezig die wachttijden tot een half uur op konden leveren. Daar hadden we in die warmte geen zin in (ondanks de airco). Wel zijn we bij Zabriskie Point wezen kijken. De rotsen hadden hele mooie kleuren, we konden ons wel voorstellen dat dit bij zonsopkomst/ondergang nog mooier zou zijn.
En toen op weg naar Las Vegas! Met gemengde gevoelens; aan de ene kant heel benieuwd naar wat we daar aan zouden treffen, aan de andere kant spijtig dat de vakantie alweer bijna ten einde was.
Bij Armagosa Valley zijn we gestopt om wat te eten. Daar ontmoetten we een echtpaar dat in Yuma overwinterd had, het was daar de hele winter 30ºC geweest! Zij waarschuwden ons voor een carjacker in Las Vegas, hij scheen de dag ervoor iemand neergeschoten te hebben op de Flamingo Rd. Lekker vooruitzicht, daar moesten we precies naar toe!
Edith heeft het laatste stuk naar Las Vegas gereden. In de stad was het erg druk en de ingang van het Flamingo hotel was moeilijk te vinden. Het bleek uiteindelijk aan de achterkant te zijn. We kregen een hele grote kamer op de 20e verdieping van “tower 4”, met een lekker kingsize bed, een losse sofa met een salontafel en een schitterend uitzicht op de fonteinen van het Bellagio hotel.
Arjan was een beetje somber geworden door de drukte, hij had het zich anders voorgesteld. Maar nadat we wat gedronken hadden en weer een beetje op adem waren gekomen, zijn we op ontdekkingsreis gegaan. We bekeken het grote zwembad in de tuin met meerdere glijbanen, de wildlife habitat met pinguïns, flamingo’s, eenden en koikarpers.
Daarna liepen we door het casino en over de Strip (Las Vegas Blvd) naar het Venetian Casinohotel. Wat een gebouw! Dit kan echt alleen maar in Amerika. De buitenkant doet echt aan Venetië denken. Je steekt de straat over via de Rialtobrug, compleet met rolpaden die eerst omhoog en zonder over te stappen aan de andere kant meteen weer naar beneden gaan. Buiten zagen we de eerste gondels al varen. Binnen was een grote winkelstraat aangelegd, met een met wolken beschilderd plafond waardoor het net leek alsof je buiten liep. Doordat het plafond gebogen was, leek het zelfs alsof de wolken over je heen trokken terwijl je door het straatje wandelde. Verderop was het San Marcoplein nagebouwd, ook met beschilderd plafond en een Grand Canal waar de gondels doorheen voeren, voortbewogen door aria’s zingende gondeliers. Heel onwerkelijk. We vielen midden in een voorstelling van operazangers en zangeressen. Een andere bezienswaardigheid waren de levende beelden, helemaal in het wit gekleed, die door onverwachte bewegingen mensen lieten schrikken.
Zelfs de beveiligingsmensen liepen in uniformen van de Italiaanse politie. We vonden dit een van de mooiste hotels die wie gezien hebben.
Bij Treasure Island hebben we de lagune met de piratenschepen bekeken, de show hebben we echter gemist, er viel nog zoveel te beleven! In the Mirage zagen we een witte tijger. We wilden de dolfijnen en witte leeuwen ook zien, maar na lang zoeken in dit doolhof van een casino, bleken we ervoor te moeten betalen. Daar hadden we geen zin in. Tegen 18.00 uur gingen we terug naar de hotelkamer.
We besloten het Garden Paradise Buffet van het hotel uit te proberen voor $ 15,95 per persoon. We moesten wel zo’n twintig minuten in de rij staan, maar het bleek een hele goede keus te zijn. Op internet hadden we gelezen dat er heel veel seafood zou zijn en dat het niet zo leuk was voor mensen die niet van vis houden. Er was inderdaad veel vis en schaaldieren, maar gelukkig voor Edith waren er heel veel andere gerechten om uit te kiezen. Erg lekker, we moesten ons beheersen om niet te veel te eten, want er stond ook nog een gigantisch toetjesbuffet met stukken taart, fruitsalade, mousses, milkshakes en softijs dat je zelf mocht tappen. Erg vervelend allemaal…
Met een volle buik liepen we via de loopbruggen naar het Bellagio om de fontein te bekijken. Om het kwartier wordt daar een show met licht en water opgevoerd op muziek, waarbij de fonteinen wel 20 meter hoog komen!
Om 22.30 uur hebben we in Bally’s een echte Vegas Revue gezien: “Jubilee”. Een topless show met veel showballet en acrobaten, met decors waar Joop van den Ende nog wat van kan leren. Wat die blote borsten voor toegevoegde waarde hadden aan de show begrijpen wij nog steeds niet, Edith werd er zelfs een beetje melig van en had moeite om haar lachen in te houden. Maar goed, je moet het een keer meegemaakt hebben!
Na middernacht zochten we pas ons bed op.
Dag 26, dinsdag 22 april 2003 Las Vegas
Gezien de vermoeiende vorige dag sliepen we lekker tot 9.30 uur uit. Voor het ontbijt besloten we weer in de rij te gaan staan voor het ontbijtbuffet in het hotel. We hebben nog nooit zo’n uitgebreid buffet gezien, broodjes, havermout, cornflakes, pannenkoeken, wafels, eieren op de manier zoals je ze zelf wilde (gebakken, gekookt, omeletten gewoon of met alleen eiwit), bacon, fruitsalade, zelfs biefstuk en aardappels!
Omdat we toch niet meer van plan waren om met de auto weg te gaan, besloten we hem maar alvast in te leveren bij Alamo. Dat was nog een hele zoektocht, want Alamo bleek niet bij het vliegveld te liggen en de GPS, waarin we een waypoint hadden aangemaakt, lag nog in de kluis in de hotelkamer. Toen we er eenmaal waren, ging het inleveren snel. Met een shuttlebus werden we naar het vliegveld gebracht. Omdat we er toch waren, hebben we meteen bij NorthWest stoelen met beenruimte gereserveerd. Er waren nog twee plaatsen beschikbaar, ieder aan één kant van het vliegtuig, bij het raam, maar wel op dezelfde rij. Daarna hebben we een shuttlebus terug naar het hotel genomen, waar we wat gegeten hebben.
Tegen 15.00 uur gingen we weer op pad om te filmen bij het Venetian. Daarna zijn we naar Circus Circus gelopen, hier had Edith 15 jaar geleden gelogeerd toen ze met haar gastgezin op vakantie was. Het bleek een aardige tippel te zijn. Circus Circus heeft op de tweede verdieping een soort kermis (waar Edith nog een leuk eendje heeft gewonnen) en in het midden is een soort piste waar circusacts opgevoerd worden. De meeste dingen kosten hier 1 of 2 quarters. Het geheel was kleiner dan Edith in gedachten had en het zag er allemaal niet zo mooi meer uit, maar ja, wat wil je, vijftien jaar later!
We besloten de bus naar New York New York te pakken, helemaal weer terug, voorbij het Flamingo. De bus kostte $ 2 pp voor een enkeltje, maar je moest gepast betalen. Helaas hadden we alleen maar een $5 biljet. De buschauffeur had geen wisselgeld, dus heeft het ons $2,5 pp gekost. We hadden geen zin om het hele eind weer terug te lopen.
Tegenover New York New York ligt M&M World, hier gingen we naar binnen voor een virtuele rondleiding door de M&Mfabriek. Toen we in de zaal voor de gratis film stonden, kwam Edith erachter dat ze het fototoestel kwijt was. In de dameswc op de tweede verdieping laten liggen…stom, stom, stom! Bij de dichtstbijzijnde kassa was er niets afgegeven, toen maar naar de beveiliging, maar daar lag ook niets. Balen. Een medewerkster bood aan om bij alle kassa’s te vragen of het toestel gevonden was. Bij de vierde kassa kwam er een briefje boven tafel. Ene Vicky had het toestel gevonden en meegenomen, we konden haar bereiken in kamer 618 van het Boardwalk Hotel. Het was inmiddels 18.00 uur geworden, dus we hadden er weinig hoop op dat ze op de kamer was.
De receptioniste van het Boardwalk Hotel belde voor ons, maar er was niemand. We wachtten even en probeerden het nog eens via de huistelefoon en lieten toen een boodschap achter op de voicemail. Maar wat kun je afspreken? We hadden geen zin om op de kamer te gaan zitten wachten tot ze belde. We stelden voor de camera bij de receptie achter te laten, zodat we af en toe konden kijken of hij er al was. Om 19.30 uur hebben we nog een laatste keer gebeld met het verzoek om ons toch maar te bellen op de hotelkamer.
Omdat we niet zoveel vertrouwen hadden dat ze boodschap op de voicemail zou horen, besloten we ook nog een briefje te schrijven en dat onder de deur door te schuiven. De receptioniste gaf ons pen en papier en liet ons zien hoe we bij de kamer moesten komen. Toen we de kamer gevonden waren, besloten we nog even te kloppen en warempel.. ze waren er! Opgelucht namen we het fototoestel in ontvangst en onder talloze dankzeggingen en met achterlating van ons emailadres namen we afscheid van de vindster.
Pfieuw, om 20.00 uur konden we met een gerust hart weer genieten van het spektakel buiten. Eerst liepen we naar het MGM, waar de leeuwen zowat in de lobby liggen en je in een tropisch regenwoud (compleet met echte regen) kunt eten. Daarna naar Tropicana en vervolgens naar Excalibur. Omdat we nog steeds niets gegeten hadden, besloten we hier van het buffet gebruik te maken. Het was niet duur en dat was ook aan de kwaliteit te merken. Alles was erg droog en doodgekookt, niet echt een succes dus, maar we hadden honger (het was al 21.00 uur) en het vulde tenminste. Daarna zijn we met de rolpaden naar Luxor gegaan, de grote glazen piramide. Er speelde een leuk bandje en de binnenkant van het gebouw was er indrukwekkend, met grote sfinxen en een enorme poort waardoor je naar binnen moest. Met de monorail zijn we terug naar Excalibur gegaan en daarvandaan staken we via de voetgangersbrug over naar New York New York. We hadden het toen wel een beetje gehad en gingen teug naar het hotel. Nadat we wat laatste souveniertjes gekocht en alle spullen uitgezocht hadden, zetten we de wekker op 5.15 uur en probeerden we nog wat te slapen.
Dag 27, woensdag 23 april 2003 Las Vegas – Amsterdam
Om 5.15 uur stonden we op en aten we de laatste boterhammen. Nadat we de koffers ingepakt hadden, konden we om 6.00 uur via de tv uitchecken. Om 6.15 uur werden we door de shuttlebus opgehaald en naar het vliegveld gebracht, waar we even over 6.30 uur aankwamen. Hier hebben we pas voor het eerst wat geld in een fruitautomaat gegooid, zonder geluk overigens.
Met de onbemande tram werden we naar de Dgate gebracht, waarvandaan we om 9.15 uur naar Minneapolis vertrokken. Op Saint Paul aangekomen hadden we zo’n 1,5 uur om over te stappen. We hadden best wel trek, dus van ons laatste geld kochten we een paar hamburgers en wat snoep.
De 8 uur durende vlucht naar Amsterdam was echt vreselijk. De stoelen die voor ons gereserveerd waren, bleken vlak achter de nooduitgang te zitten, maar de deur kwam zo’n 20 centimeter het vliegtuig in, waardoor we helemaal klem zaten met onze knieën. Bovendien zat de tijdschriftenbuidel die normaal gesproken op de stoel voor je bevestigd is, nu aan de cabinewand vast met tijdschriften voor twee personen, ter hoogte van iemands bovenarm. Hierdoor kon je niet anders dan scheef in je stoel zitten. De stewardessen werkten niet erg mee om een oplossing te vinden, uiteindelijk heeft een vriendelijk echtpaar zich voor Arjan opgeofferd, zodat hij wel een normale stoel met beenruimte kon krijgen.
Het duurde heel lang voordat we iets te eten kregen en na het eten, kregen we bijna niets meer te drinken. Gelukkig hadden we onze flesjes met water gevuld. Waarom hebben Amerikaanse luchtvaartmaatschappij trouwens altijd 40+ stewardessen die stuk voor stuk een ontevreden gezichtsuitdrukking hebben? Er kon echt geen lachje vanaf!
De vliegtuigen en bemanning van KLM zelf gaan nog wel, maar aangezien je geen zekerheid hebt of je daadwerkelijk met KLM vliegt of met NorthWest, zullen wij naar Amerika niet zo snel meer voor KLM kiezen.
Dag 28, donderdag 24 april 2003 Amsterdam Nootdorp
Om 6.45 uur landden we op Schiphol. De koffers kwamen heel snel, waarschijnlijk omdat de meeste mensen op doorreis waren. Om 6.55 uur waren we door de douane en de chauffeur van de Schiphol Travel Taxi kwam ons om 7.15 uur halen. Rond 8.00 uur waren we thuis.
We hebben maar gelijk boodschappen gedaan en zijn toen om 10.30 uur naar bed gegaan om de ergste vermoeidheid af te slapen. Om weer in het ritme te komen hadden we de wekker om 14.30 uur gezet, anders zouden we ’s nachts niet meer slapen. Dit werkte erg goed. Nadat we ’s avonds gegeten hadden, hebben we de cavia opgehaald en bleven we koffie drinken bij de ouders van Arjan. Omstreeks 23.45 uur gingen we naar bed en we hebben verder geen last meer gehad van de jetlag.
Het was een geweldige reis, maar veel te snel voorbij. Als je weer aan het werk bent, raak je het vlug kwijt. Het reisverslag is redelijk uitgebreid geworden, maar we wilden er zoveel mogelijk details in kwijt, zodat we het niet zouden vergeten.
Voorlopig blijven we even thuis, maar het rondreizen is goed bevallen. Edith heeft de smaak in ieder geval te pakken en zou graag naar New Zealand willen. Arjan zou eerst graag naar Scandinavië gaan. Wie weet wat de toekomst ons brengt…
Informatiebronnen:
Reisgidsen:
ANWB, Californië
ISBN 9018011584, Nederlandstalig
Capitool Reisgidsen, Californië
ISBN 9041018212, Nederlandstalig (AANRADER)
Globus, Californië
ISBN 904380200X, Nederlandstalig
Lonely Planet, USA
ISBN 0864425139, Engelstalig
Michelin, The Green Guide California
ISBN 2060001315, Engelstalig
Van Zuilen Reeks, Gids voor de Nationale Parken van de Verenigde Staten
ISBN 9025728294, Nederlandstalig
Kaarten:
Hallwag, California USA Road Guide #5
RandMcNally Atlas
GPS: Garmin Emap
Routeplanners:
AND, Route USA cdrom
www.randMcNally.com
www.mapquest.com
Handige websites:
www.lonelyplanet.com
www.travelsource.nl
www.verenigdestatenvanamerika.nl
amerika.pagina.nl
www.usainfo.nl
www.gocalif.ca.gov
www.placestostay.com
www.123accommodations.com
www.biddingfortravel.com
www.cheapovegas.com
www.epinions.com
www.expedia.com
www.vliegtarieven.nl
www.choice.com
www.bestwestern.com
© USA4ALL & Arjan Musch en Edith van der Krogt
rondreis Californië