8 september 2012 – Heenreis
Beste lezer,
De wekker loopt vandaag om kwart over vijf af. We hebben afgesproken dat we om tien voor half zeven bij Dick staan in Santpoort zodat hij ons weg kan brengen naar Schiphol. Wij zijn klaar voor onze Zuid West Amerika 2012 reis!
Voor de verandering is alles in één keer goed ingepakt en zijn we niks vergeten. Van te voren zijn de koffers gewogen en hebben we gezien dat we voor 15 kilo aan spullen zullen gaan weggooien, te weten: kussens en dekbed die we na het inleveren van de camper niet meer gebruiken, handdoeken en oude kleding die we hier weggooien, boekjes die we uitgelezen hebben. En 15 kilo minder in de koffer betekent evenzoveel nieuw kunnen kopen om weer mee terug te nemen. We zullen zien.
Om tien voor zeven staan we op Schiphol. Onze vlucht vertrekt om 9.15. Boardingpassen printen doe je tegenwoordig zelf, en als je die hebt loop je naar de incheckbalie. Koffers afgegeven en vervolgens hebben we nog twee uur de tijd voor we gaan boarden. Bij de McDonald’s halen we een ontbijt en blijven daar een half uurtje zitten. Niet al te laat gaan we richting de gate omdat dat ook nog een stuk lopen is. Ik zal toch een beetje moeten uitkijken met m’n been want het gaat een lange dag worden waarbij ik nergens even m’n been echt goed te rusten kan leggen.
Nadat we weer de gebruikelijke vragen gesteld hebben gekregen bij de gate, stappen we in het vliegtuig en vertrekken we mooi op tijd richting Newark Liberty Airport. Een vlucht van 8 ½ uur.
Gelukkig bleken we in dit toestel van United Airlines toch nog de personal entertainment systems te hebben zodat we zoveel spelletjes kunnen spelen, en films en series kunnen kijken als we zelf willen.
We hebben nog aardig wat turbulentie aan het einde van de vlucht maar komen mooi op tijd op Newark aan. De rij voor de douane is echter behoorlijk groot en pas na een half uur wachten zijn we aan de beurt.
Vervolgens gaan we nog even wat drinken bij de Starbucks. We kopen hier meteen de mok van New York, weer een exemplaar voor de verzameling… Op het foodcourt eten we nog wat en om kwart over drie plaatselijke tijd mogen we boarden voor de vlucht naar Los Angeles. Deze vlucht gaat ook nog 5 ½ uur duren.
Eenmaal in het vliegtuig staan we eerst nog ruim een uur stil op de startbaan…M’n been was inmiddels al behoorlijk opgezwollen. Nadat we uit het vorige vliegtuig stapten kreeg ik m’n schoen bijna niet meer aan, nu doe ik dan, net als net, ook meteen m’n schoen en sok weer uit. We zitten naast een ouder Amerikaans mannetje die niet helemaal 100% lijkt…Zingt af en toe in zichzelf, heeft een leesboek mee met allemaal papiertjes ertussen met rare aantekeningen erop en gaat tijdens het wachten héérlijk ( …) een bakje tonijnsalade leeg eten. Met een lepeltje schept hij het uit het bakje, doet het vervolgens op een slappe boterham die hij in z’n hand heeft, vervolgens vallen de brokken aan de zijkant er weer af, en zo eet hij een half uur lang z’n bak leeg. Echt, wát een stank! Vliegen lijkt soms meer overleven dan een begin van de vakantie…
Om vijf over vier, drie kwartier na de oorspronkelijke vertrektijd, komen we in beweging. Ook tijdens deze vlucht weer veel turbulentie. Ook heb ik vrij veel last van de zwelling.
Om zeven uur plaatselijke tijd in Los Angeles landen we. De koffers hebben we vrij snel te pakken en Michael & Danielle staan ons al op te wachten. We gaan nog even wat eten in een restaurantje en rijden vervolgens nog een half uurtje richting Thousand Oaks, net buiten Los Angeles. Morgen gaan we met hun richting Santa Barbara en omgeving.
Voor nu: helemaal kapot, het is nu in Nederland tien over half acht ’s ochtends, we zijn nu 26 ½ wakker en gaan kijken of we als een blok in slaap vallen, of juist over een paar uurtjes alweer klaar wakker zijn.
Tot de volgende keer!
9 september 2012 – Santa Barbara
Beste lezer,
Een redelijke nacht achter de rug in het Best Western Hotel in Thousand Oaks. Daar hebben we vannacht geslapen met Michael & Danielle. Rond een uur of vijf waren we weer wakker, ondanks dat je dan toch 26 uur wakker bent geweest.
We ontbijten in het restaurant beneden. Het ontbijt is uitgebreider dan het gemiddelde ontbijt in een Amerikaans hotel. We krijgen zowaar roerei en spek en er liggen lekkere zoete broodjes.
Als we de koffers weer ingeladen hebben gaan we richting Santa Barbara. Hier bezoeken we het National Museum of History, de entree voor dit museum is $ 11,- per persoon.
Eerst kom je in een grote vlindertuin. Bij binnenkomst wordt je op het hart gedrukt goed te kijken waar je loopt. Dat is niet zonder reden: regelmatig zitten er vlinders op de grond.
Vervolgens zien we diverse kamers met opgezette dieren die in de Verenigde Staten voorkomen of inmiddels uitgestorven zijn, en diverse zaken die in de loop der jaren opgegraven zijn.
Na het bezoek aan dit museum lunchen we in een park in Santa Barbara. Hier kunnen we mooi even onze groothoek lens uitproberen; er staan hoge palmbomen en het is ook schitterend dat je een veel groter deel van het park op de foto kunt krijgen.
Vervolgens gaan we naar een dorpje richting de wijnstreek waar je wijn kunt proeven. Je betaalt dan $ 10,- per persoon en krijgt dan vijf wijnen te proeven. Over het algemeen zijn het vrij onbekende of beperkt geproduceerde wijnen. Als je ze in fles zou kopen dan ben je tussen de $ 20,- en $ 80,- kwijt. We lopen nog wat door het dorpje heen en gaan dan verder met de auto.
In San Luis Obispo stoppen we om wat te eten. We merken flink wat van de jetlag want we zijn af en aan moe, half slapend en dan weer redelijk wakker. Uiteindelijk zorgt het eten in ieder geval bij mij voor een totale break-down en ik kan mijn ogen bijna niet meer open houden. Ook het wijnproeven een paar uur eerder helpt natuurlijk niet echt mee.
Inmiddels heeft Danielle gebeld naar de Braywood Inn nabij Morro Bay. Zij zijn hier reeds een keer verbleven, het ligt heerlijk rustig aan de kust. We hebben een appartement met twee slaapkamers en twee badkamers. Dat is ’s avonds toch wat handiger en gezelliger dan twee aparte hotelkamers.
Bij aankomst blijkt de temperatuur inmiddels een flink stuk gedaald. ’s Middags was het nog een graad of 30, inmiddels is het nog een graad of 15 zo vlak aan de kust.
We praten nog even bij over van alles en nog wat, altijd leuk om de verschillen tussen Nederland en Amerika te bepraten.
Uiteindelijk vallen de ogen echt dicht en is het tijd om naar bed te gaan. Morgen de laatste dag met Michael & Danielle, we zullen aan het einde van de dag worden opgehaald door Tante Dolly. Zij neemt ons mee naar Wofford Heights voor nog twee dagen, drie nachten, bij haar.
Tot de volgende keer!
10 september 2012 – Highway 1
Beste lezer,
Vannacht hebben we redelijk geslapen. Het was nogal warm. Raar hé, als je de verwarming aan hebt staan… Ik stap het woongedeelte binnen waar de airco aan staat en zo komt de verwarring snel aan het licht. Maar goed, we hebben de nacht overleefd.
We drinken wat koffie met z’n vieren en praten over van alles en nog wat, onder andere over het verschil in opleidingen en toegelaten worden tot een opleiding in Amerika en Nederland.
Vervolgens gaan we aan de overkant van het appartementencomplex wat eten. Er zit een restaurantje aan de baai waar we kaartjes voor hebben gekregen om te kunnen ontbijten. We kunnen uit meerdere dingen kiezen en kunnen lekker in de zon ontbijten.
Na het ontbijt stappen we in de auto om weer een stukje te gaan rijden. De eerste stop die we maken is in het plaatsje Harmony. Dit plaatsje telt maar liefst 18 ( ! ) inwoners. Hier brengen we een bezoek aan een glasblazerij. Bij de glasblazerij zit een enorme winkel waar je van alles en nog wat kunt kopen. Als we later zien hoe lang ze bezig zijn met één vaas maken, snap je waarom zo’n vaas rond de $ 150,- kost. We blijven hier ongeveer anderhalf uur rondkijken in meerdere winkeltjes.
Vervolgens rijden we verder richting het plaatsje Cambria. We halen hier een stokbrood voor de lunch. Het stadje in een, voor ons, typisch Amerikaans plaatsje met veel huisjes in Western-stijl of in de stijl van de zgn. Lemax-huisjes. Erg leuk om rond te rijden.
We besluiten dat we hier later terugkomen om wat rond te lopen. Eerst gaan we een stuk verder naar het noorden, langs de Highway 1, richting San Simeon. We komen aan op een mooie parkeerplaats/picknickplaats tegenover de ingang naar Hearst Castle. Er staan schitterende bomen en er is een groot grasveld met veel picknick banken waar je kunt zitten met een prachtig uitzicht op de zee. Als we klaar zijn met eten lopen we nog even de houten pier op, en we kunnen op deze plek mooi de nieuwe groothoeklens uitproberen die ik Madelon ( verlaat ) voor d’r verjaardag had gegeven. Wat een verschil met onze normale lens, die een bereik heeft van 18-200 mm. Heeft. De groothoek heeft een bereik van 10-20 mm. Dat geeft in de praktijk een veel grotere hoek, maar je moet heel erg uitkijken voor vervormingen in het beeld. Als je niks in de voorgrond van de foto zet, loop je snel de kans dat de foto op de linker- en rechterkant afgerond wordt.
Na een uurtje pauze rijden we nog een klein stukje door richting het noorden naar Piedres Blances. Hier liggen enorm veel zeeleeuwen te zonnen. Altijd op deze zelfde plaats. In het water zien we ze met elkaar spelen en vechten, en in het zand liggen ze lekker te luieren en zichzelf met zand te bestrooien tegen de vliegen. Het is hier overigens erg druk voor een maandag. Er staan naar mijn schatting zeker 50 auto’s, de parkeerplaats is bijna vol. We zijn hier drie jaar geleden ook geweest toen we de eerste keer met de camper reden, en de Highway 1 van San Francisco naar Los Angeles reden. Toch hebben we toen zoveel indrukken opgedaan, dat het leuk is om er weer te zijn omdat we toen veel niet echt bewust hebben meegemaakt.
We rijden hierna naar Paso Olivio, vlakbij Paso Robles. Hier bezoeken we een farm waar we olijfolie en kruiden kunnen proeven. Er worden verschillende soorten en smaken olie geproduceerd. Ook zijn er verschillende soorten kruiden en soorten zout die we in combinatie met brood kunnen proeven. Erg leuk om dit te doen en na een half uur staan Michael & Danielle met een paar flessen olie buiten, en wij met twee potjes kruiden.
Het is inmiddels richting vier uur. We gaan langzaamaan een restaurant zoeken waar we wat gaan eten want we moeten straks ook nog twee uur naar Bakersfield rijden waar we worden opgepikt door tante Dolly.
We gaan eten bij de Taproom. Dit is een typisch Amerikaans restaurant waar verschillende soorten bier worden geschonken. Ook is er werkelijk van alles en nog wat van de kaart te bestellen, van salades tot pizza’s, tot vlees- en visgerechten en macaroni & cheese.
Danielle besluit het trio van patat te bestellen gewoon als bijgerechtje voordat we het eten krijgen. Wat er vervolgens op tafel komt is ongekend en veel te veel, bijna genoeg om met z’n vieren het avondeten van te eten. Maar de sweet potatoe chips zijn heerlijk…met drie verschillende sausjes en nog twee andere soorten patat.
Madelon bestelt nog een pizza, ik de macaroni & cheese en we besluiten een Caesar salad te delen. Het is zóveel dat ik het niet eens op krijg. En dan had ik maar een gerechtje van $ 7,-. Het was erg leuk en gezellig om hier te eten.
Met overvolle magen gaan we richting Bakersfield. Ondertussen is het weer erg zwaar om de ogen open te kunnen houden. De weg naar Bakersfield is een lange saaie weg. Maar goed, twee uur rijden is voor Amerikaanse begrippen natuurlijk gewoon kort.
Rond een uur of half acht zijn we in Bakersfield bij het huis van Michael & Danielle. We kijken nog even de foto’s op het grote Mac scherm van hun en worden even later opgehaald door Tante Dolly. Er volgt nog een reis van een uur door de bochtige canyon en helemaal afgemat komen we bij haar huis aan. Nog heel even kletsen, maar het ligt gaat echt om om 23.00 uur. Weer 16 uur op geweest.
Dit was het voor vandaag. Binnenkort zullen we ook wat foto’s gaan plaatsen.
Tot de volgende keer!
11 september 2012 – Kernville
Beste lezer,
De eerste ochtend wakker geworden bij Tante Dolly. Weer niet echt goed geslapen, het is weer een ander bed, dus weer even wennen. We gaan er rond zeven uur uit en ik probeer even wakker te worden onder de douche. We ontbijten wat met elkaar en we geven alle drop en koek die we mee hebben genomen vanuit Nederland aan Tante Dolly.
Na het ontbijt gaan we even eruit richting Kernville. We doen het vandaag wat rustig aan. Gisteren hebben we vrij veel gelopen en dat merk ik vandaag behoorlijk aan mijn been. Het is erg stijf en doet redelijk wat pijn met het lopen.
In Kernville gaan we even in het park bij de rivier zitten. Tante Dolly haalt wat koffie bij de ‘Blue Bear’, waar zij altijd koffie haalt, en we gaan lekker op een bankje zitten waar we wat kletsen. Tante Dolly heeft haar I-pad meegenomen met een verslavende app erop: ‘hooked on words’. Een spel waar je in een veld van letters engelse woorden moet zoeken en zoveel mogelijk punten moet behalen. De woorden zijn echter niet als bij een woordzoeker gegeven maar moet je ze er zelf uithalen, zo kort of lang als je kunt.
Na anderhalf uur gaan we terug richting het huis van Tante Dolly waar we gaan lunchen. Vandaag komt ook Henny, de middelste dochter van Tante Dolly, naar ons toe. Zij blijft bij Tante Dolly slapen terwijl haar man een paar dagen naar Las Vegas gaat. We zitten de rest van de middag gezellig bij te kletsen terwijl wij ondertussen op onze telefoon ook het spelletje hebben gedownload en we met drie apparaten zitten te spelen.
Tegen de avond eten we nog wat en zitten nog tot een uur of tien na te kletsen.
Morgen gaan we met z’n vieren richting Bishop, ongeveer drie uur rijden vanaf Wofford Heights. Voor vandaag was het dus een kort verslag.
De foto’s zijn vanaf nu te zien op onderstaande link:
http://michaelwesseling.magix.net/album#/alle-albums/
Tot de volgende keer!
12 september 2012 – Bishop
Beste lezer,
We gaan er vandaag om 06.00 uur uit. We hebben afgesproken dat we om 07.00 uur weg willen rijden want we gaan naar Bishop. Dat is ongeveer drie uur rijden vanaf Wofford Heights.
We rijden over de US 395 naar Bishop waar we bij Jack’s Restaurant ontbijten rond een uur of half elf. Als we klaar zijn met ontbijten lopen we verder naar Erick Schat’s Bakery. Een van origine Nederlandse man heeft daar jaren geleden een bakkerij geopend met allerlei soorten produkten. Het is een erg leuk aangeklede winkel. De produkten zijn echter veel duurder dan wij ze kennen. Het is een echt toeristische attractie en er komen enorm veel mensen op af. Wij kijken er wat rond en Tante Dolly neemt wat broden mee en heeft een boodschappenlijst meegekregen van een vriendin.
Als we hier klaar zijn lopen we terug naar de auto. Ik had inmiddels het fototoestel weer opgeborgen omdat er in de bakkerij niet gefotografeerd mocht worden. Ineens duiken er twee gecamoufleerde auto’s op in het verkeer, auto’s waarmee getest wordt voordat ze in produktie gaan. Eerder heb ik in Oostenrijk dergelijke foto’s gemaakt van auto’s en doorgestuurd aan Autoweek die er geld voor betalen als de foto’s interessant genoeg zijn. Helaas…ik zie het te laat en krijg de camera niet op tijd te pakken. Ik kan mezelf wel voor m’n kop slaan.
We rijden vanaf Bishop richting Lake Sabrina. Het is een weg van ongeveer 25 á 30 miles en we komen uiteindelijk uit boven de 9000 feet hoogte, dus zo’n 3000 m. Hier ligt een groot meer schitterend tussen de bergen in. We lopen er wat rond en nemen flink wat foto’s. Ook hier komt de nieuwe groothoeklens weer mooi van pas.
Na een half uur rijden we weer terug. We komen uiteindelijk weer uit bij Bishop waar we nog even een koffie halen. Bij de McDonals bestellen we voor Tante Dolly en Henny twee koffie, waarvan één met suiker. De suiker voegen zij zelf toe. We krijgen twee koppen koffie voor ons, waarbij ik uiteindelijk maar vraag welke met suiker is. Helaas, zeker tien seconden geleden gemaakt, maar ze weten het niet meer. Gelukkig koos ik in dit geval voor een lekkere ice-coffee. Erg prettig, want de temperatuur is opgelopen naar ongeveer 30 graden.
We rijden langzamerhand weer terug richting huis en stoppen onderweg nog bij Manzanar Historic Site. Dit is een door de National Park Service onderhouden plek waar vroeger een gevangenenkamp was uit de Tweede Wereldoorlog. De Amerikanen lieten destijds tijdens de oorlog alle Japanners arresteren en naar de verschillende gevangenenkampen brengen. We bekijken een film over hoe dat in z’n werk ging en bekijken de tentoonstelling. De entree van dit alles is gratis.
Terug in Kernville eten we bij de Pizza Barn nog een pizza en we zijn inmiddels alweer twaalf uur verder na vertrek van huis. Morgenochtend worden we naar Bakersfield gebracht waar we de huurauto ophalen, en dan zullen we naar Las Vegas rijden.
De foto’s van vandaag zijn weer te bekijken op: http://michaelwesseling.magix.net/#/alle-albums/
Tot de volgende keer!
13 september 2012 – van Bakersfield naar Las Vegas
Beste lezer,
Dit is de laatste ochtend voor deze vakantie dat we wakker worden bij Tante Dolly. Om zeven uur gaan we er uit en ontbijten we nog even gezellig met z’n vieren. Alle spullen zitten weer in de koffer en om half negen zijn we klaar om te gaan.
Tante Dolly en Henny brengen ons naar Bakersfield waar we de huurauto gaan ophalen die we vier dagen in en om Las Vegas gaan gebruiken.
Voordat we daadwerkelijk naar het vliegveld rijden drinken we bij Bakersfield bij Peet’s Coffee nog gezellig een bak koffie, net als toen Tante Dolly ons twee jaar geleden weg bracht.
Vervolgens rijden we verder naar het vliegveld waar we bij Hertz de huurauto ophalen. We kunnen kiezen uit een Subaru Outback of een Toyota RAV4. Ik ga voor de Toyota. Een mooie, witte auto met 16.000 miles op de teller.
We nemen afscheid van Tante Dolly en Henny en kunnen niet anders concluderen dat het eigenlijk weer veel te kort was. Tante Dolly, je hebt weer enorm goed voor ons gezorgd en we vonden het ontzettend gezellig! Bedankt voor de flesjes Starbucks koffie en de cadeautjes. We proberen zo snel mogelijk weer terug te komen!
Nadat we de bagage hebben overgeladen stappen we in de auto. Het gaspedaal voelt heel soepel aan, dus het rijden zal wel moeten gaan lukken met m’n been.
Tante Dolly rijdt nog een stuk voor ons uit naar de Highway 58 en zij nemen daar de eerste afslag er weer af. We zwaaien elkaar nog even uit en vervolgens blijven bij deze weg volgen totdat we op de kruising met de I-15 komen die ons naar Las Vegas zal brengen. Onderweg komen we op een punt waar de temperatuur is opgelopen naar 106 graden Fahrenheit. Dat is ruim boven de 40 graden Celsius.
Bij Barstow stoppen we even om wat te eten en bij Primm, vlak voor Las Vegas, is het tijd om de tank weer vol te gooien. Het is prima rijden op de cruise control. Ik voel m’n been wel, het voelt wat stijf aan door het zitten in de auto, maar doet verder geen pijn.
We doen deze keer geen inkopen bij de Outlet Mall van Primm. Voor kleding gaan we kijken in de Outlet Malls van Las Vegas en in Petaluma, bij San Francisco.
Om kwart over vier komen we aan in Las Vegas bij het Caesars Palace Hotel, waar we een nacht zullen slapen. We zijn om elf uur uit Bakersfield vertrokken en met de pauze eraf getrokken hebben we er dus ongeveer 4 ½ uur over gereden.
Het is nog een flink eind lopen vanaf de parkeergarage naar de receptie. Met de koffers het hele hotel door, met de wieltjes over het tapijt en door het casino, maar goed, we komen er.
Bij het inchecken wordt ons nog een upgrade aangeboden voor $ 50,-. Een nieuwere en grotere kamer in het nieuwe complex dat pas zes maanden oud is. Het andere deel van het hotel staat al 24 jaar. Ik vond het wel een interessant aanbod voor € 40,-, dus hebben we er gebruik van gemaakt.
De kamer is inderdaad geweldig: groot, nieuw, mooi, een gigantisch mooie badkamer, een apart zitgedeelte in de kamer en we zitten ook erg hoog in de toren. We hebben uitzicht op het zwembad beneden en een stuk op Las Vegas zelf.
Nadat we even opgefrist hebben en omgekleed zijn gaan we eens een kijkje nemen bij de Forum Shops, de winkels die onderdeel zijn van het hotel. Madelon neemt even een kijkje in de Jimmy Choo winkel en bij Christian Louboutain. Mmm, misschien dat er nog wel wat gekocht gaat worden, maar schoenen die tussen de $ 800,- en $ 2000,- kosten daar maak je niet zómaar een beslissing over. Gelukkig voor haar kon ze bij Guess ook prima slagen en haalt daar het eerste paar schoenen vandaan.
Vervolgens gaan we wat eten in het foodcourt, het is inmiddels al tegen half tien. Ik heb af en toe flink last van een stijf been maar echt pijn doet het lopen nou ook weer niet. Het is vooral vermoeidheid. En omdat ik ook wel wat wil zien blijf ik toch maar doorslenteren.
We lopen nog even naar buiten richting de Bellagio fontein. We kijken er een paar liedjes en gaan vervolgens weer terug naar de kamer. Overigens viel de temperatuur erg mee vanavond. We kregen af en toe wat waterspetters vanaf het meer over ons heen en dan was het zelfs frisjes. Ik denk dat het een graad of 20-25 was. Dat voelt dan erg frisjes aan na temperaturen ’s middags van rond de 40 graden.
Het is inmiddels 0.00 uur geweest. Morgen weer een nieuwe dag. Dan gaan we voor twee nachten naar het Green Valley Ranch Hotel in Henderson, net buiten Las Vegas.
Tot de volgende keer!
14 september 2012 – Las Vegas Outlet Malls
Beste lezer,
Vannacht voor het eerst in een hotel goed geslapen. Geen last van andere gasten gehad, en een bed dat zó lekker ligt dat je er vrijwel meteen in slaap in valt.
Rond een uur of acht worden we wakker en na het douchen lopen we met onze koffers weer richting de receptie om uit te checken. Het is erg rustig bij de receptie en ik ben dan ook snel weer klaar.
We brengen onze koffers naar de auto en rijden de parkeergarage van het Caesars Palace Hotel uit. Conclusie: dit was voor ons een prima hotel, erg de moeite waard, maar we hadden dus wel een van de nieuwste kamers, in de Octavius toren.
Over de Strip rijden we Las Vegas uit richting Henderson. We gaan alvast richting het volgende hotel, Green Valley Ranch, om daar in ieder geval alvast onze koffers af te geven, en misschien kunnen we er al inchecken.
Onderweg stoppen we vlakbij het hotel nog even bij een Starbucks om wat te drinken en te ontbijten, en om er de mok van Las Vegas te kopen. Ook hebben we onze GPS meegenomen op vakantie, ingeladen vol met caches om toch het Geocaching ook wat op peil te houden. We zoeken er een op een winkelcentrum terrein en hebben hem snel gevonden en via de Wifi van de Starbucks meteen gelogd.
We komen rond twaalf uur bij het hotel aan en kunnen meteen inchecken. Er zijn inmiddels veel extra ‘ammenities’ bijgekomen als je een kamer boekt in dit hotel zoals in ieder geval gratis internet, maar ook gratis stoom-service, gratis krant, gratis schoenen laten poetsen, etc. Je gebruikt het misschien niet allemaal, maar in veel andere hotels moet je voor dit soort dingen gewoon betalen. Ook hebben we bij de prijs inbegrepen, twee keer een ontbijtbuffet. En dat buffet is hier echt geweldig! Echt Amerikaans met pannenkoeken, crepes, hashbrowns, worstjes, spek en nog veel meer van dat. Dus daar kijken we nu alvast naar uit.
We brengen de koffers naar de kamer en gaan vervolgens op weg naar de Las Vegas Premium Outlet Malls. Via de I-215 en de I-15 komen we bij de juiste afslag, ongeveer twintig minuten rijden.
Door al het lopen wat we op een dag doen, heb ik toch wel behoorlijk last van m’n been. Toch zwelt het al bijna niet meer op, en is het niet dat m’n pees zelf pijn doet, maar komt het vooral door hoe ik m’n voet neerzet om zoveel mogelijk de pees te ontzien. Maar goed, we proberen vol te houden.
Madelon weet bij de Tommy Hilfiger een broek en een paar shirtjes te kopen. Ik slaag er deze keer helemaal niet. Wel heb ik er vier prima zittende boxershorts gekocht, die ik daar vorige keer voor het eerst gezien heb. Ze zitten prima en zien er na twee jaar nog net zo goed uit als bij het kopen. Verder haalt Madelon bij de Guess nog twee nieuwe tassen, een nieuwe portemonnee en nog twee nieuwe broeken. Helaas slaag ik nu dus helaas helemaal niet. Ik ben nog even bij de Hugo Boss winkel binnen gelopen maar dat leek wel een fabriekshal en tegen prijzen waarvoor ik het in Nederland ook nog wel kan kopen.
Rond een uur of zes hebben we het wel gezien en gaan we terug naar het hotel. Nog even bijkomen van al het wandelen en rond een uur of acht rijden we naar de overkant van de straat waar de Cheesecake Factory zit. Daar wordt uiteraard Cheesecake gemaakt en verkocht maar je kunt er ook gewoon eten in het restaurantgedeelte met een ongekend uitgebreide kaart. Uiteindelijk eten we er heel goed en met een overvolle maag komt er weer een einde aan deze dag.
Tot de volgende keer!
15 september 2012 – Valley of Fire State Park
Beste lezer,
Best redelijk geslapen, de eerste nacht in het Green Valley Ranch hotel. We waren even bang dat we hele luidruchtige buren hadden, omdat dat rond etenstijd nog wel zo was, maar gelukkig hebben we ’s nachts niks gehoord.
Rond een uur of acht gaan we eruit zodat we rond half negen bij het ontbijtbuffet staan. Het is flink druk, maar we krijgen wel vrij snel een tafeltje. Bij het buffet staan de mensen echter in rijen langs de diverse gerechten. Wij glippen er af en toe tussendoor op de plekken waar we wat willen pakken. Amerikanen zijn meer gewend om van elk gerecht wát te pakken, zo nodig op twee borden.
Wij genieten in diverse loop fases van onder andere roerei, spek, wafels met aardbeiensaus, pannenkoekjes met stroop, yoghurt met crusli, brownies, cheesecake, jus d’orange en koffie. We zitten bijna anderhalf te eten. Voor Amerikanen en veel andere toeristen gaat het toch iets anders: ze gaan zitten, gooien twee borden vol met eten, bestellen twee grote dranken per persoon, bijvoorbeeld koffie en jus d’orange, laten vervolgens de helft staan, en zijn na tien minuten weer weg.
Zonde van het eten, maar misschien goed voor het restaurant, op deze manier wordt namelijk misschien toch meer omzet gedraaid. Om half tien staan mensen namelijk voor de kassa nog steeds in rijen te wachten om naar binnen te mogen.
Als we klaar zijn met eten pakken we de auto en rijden we richting Valley of Fire State Park. Daar zijn we nog nooit geweest omdat het best wel afzijdig van de wegen ligt. We rijden een stuk over de I-15 naar het noorden en nemen vervolgens de afslag naar het park. Het is vanaf de afslag nog ongeveer 15 miles rijden naar de ingang van het park. De entree bedraagt $ 10,-. In het park zijn diverse plekken waar je kunt stoppen en diverse rotsen in felrode kleuren kunt zien, en in diverse vormen. Er zijn een aantal plekken waar je nog flink moet wandelen om het mooiste te zien. Dat gaat in ons geval dus helaas niet.
We bekijken wat we kunnen en zijn toch zo’n twee uur zoet in het park. Langzaamaan rijden we richting de andere uitgang en vervolgens gaan we door Lake Mead Recreational Area terug richting Las Vegas. Overigens moet je tegenwoordig ook voor dit gebied $ 10,- entree betalen om er doorheen te mogen rijden.
De route is niet heel bijzonder, je ziet het meer maar heel af en toe in de verte, en rijdt verder door veel dor en verlaten landschap.
Zodra we weer bij Henderson zijn stoppen we nog even bij de Starbucks voor een lekkere Frappucino. Vervolgens rijden we terug naar het hotel en gaan voor het eerst dat we in dit hotel verblijven ( voor de derde keer ) eens gebruik maken van het zwembad. Het water voelt nog best frisjes aan want het is niet verwarmd. En juist omdat het ruim 35 graden is, moet je toch wel even doorkomen.
Na een uurtje hebben we het wel gezien en gaan we wat eten. Er zat voorheen in het hotel een pannenkoekenrestaurant, maar dat is nu weg en vervangen door een Grand Café. Daar gaan we wat eten. Het is er relatief rustig, waarschijnlijk staan de mensen bij het buffet waar ’s ochtends ontbijt wordt geserveerd nu daar in de rij voor het dinerbufet.
Vooraf nemen we een cocktail, die met $ 7,- bepaald niet duur zijn. En als je ziet wat je terugkrijgt: een halve literglas vol! Die van Madelon valt een beetje tegen. Er zit heel veel ijs in, en dat zorgt ervoor dat het drinken zo dik wordt dat het met een rietje bijna niet meer te drinken is. De smaak is wel oké, maar toch niet zo lekker als mijn Mango Mojito.
Ik wilde haar wel van haar drankje afhelpen dus pak het glas beet om hem leeg te drinken. Helaas zat er zó veel ijs, ook aan de buitenkant van het glas, dat het uit m’n hand glipt en op de grond valt…. Alles zit onder de witte drank, Madelon nog het meeste. Sorry…foutje, moet kunnen.
We worden aan een andere tafel geplaatst en met drie man sterk ruimen ze het glas en de drank op. En er komt veel drank uit zo’n groot glas zetten als ie nog niet zo leeg was, dat was duidelijk.
Ze krijgt wel zelfs nog een nieuw drankje, en vraagt nu ook meteen of ze misschien een andere mag, omdat deze dus niet zo lekker was door al dat ijs. Ook zij besteld nu dus een Mojito.
Onze Filet Mignon smaakt prima en is voor $ 25,- ( ongeveer € 20,- ), zeker niet duur.
Na het eten is het inmiddels rond 20.30. We willen nog even naar de Strip want Madelon wil nog even shoppen. We rijden dus richting Las Vegas en uiteindelijk is het zó druk, dat we over een rit van twintig minuten bijna een uur doen. De Strip staat hélemaal vast, ook door diverse politie auto’s die er om een of andere reden staan op twee rijstroken. Maar goed, we komen er en parkeren in de garage van het Venetian Hotel.
We lopen door de shops van het Palazzo hotel en vervolgens naar de shops van het Wynn Hotel. Madelon zit nog te twijfelen of ze een paar schoenen van Jimmy Choo of Christian Louboutin wil. Vooral lastig omdat ze voor de prijs van één van die merken, ook vijf tot tien paar Guess schoenen kan kopen.
Na anderhalf uur lopen kan ik écht niet meer. M’n voet gaat nu echt flink pijn doen en ik wil nu echt weg. Het is inmiddels half twaalf dus we zijn ook alweer flink lang op. Het terugrijden is nog wel te doen voor me, en rond twaalf uur zijn we weer in het hotel. Helemaal kapot.
Morgen checken we weer uit bij het GVR en rijden we terug naar de Strip om onze laatste nacht in Las Vegas door te brengen in het Bellagio hotel.
Iedereen bedankt voor alle leuke reacties! Tot de volgende keer!
16 september 2012 – Las Vegas Outlet Malls
Beste lezer,
Vannacht prima geslapen in het GVR hotel. Vandaag checken we daar uit. We zijn relatief laat wakker en gaan dus ook laat ontbijten. Rond half elf zijn we bij het buffet.
We beginnen deze keer met de dingen die we écht niet willen missen, zodat we die niet gaan eten als we al half vol zitten. Omdat het zondag is, is het ontbijt omgezet naar brunch. Hier betaal je in principe iets meer voor maar er zitten dan ook weer extra gerechten bij. Tevens kregen we ook een glas champagne bij het ontbijt. Erg lekker voor de verandering.
Rond kwart voor twaalf zijn we klaar met eten. We moeten nu ook echt opschieten, want om twaalf uur moeten we uitchecken. We pakken onze koffers en gaan naar de receptie om uit te checken. Vervolgens pakken we de auto en rijden we weer richting de Strip. Vandaag hebben we daar onze laatste overnachting in Las Vegas, in het Bellagio Hotel.
De auto parkeren we eenvoudig in de parkeergarage en we kunnen direct inchecken. Het is inmiddels rond half twee. Het is onvoorstelbaar hoe druk het altijd in dit hotel is.
We hebben een mooie kamer op de 21ste verdieping met uitzicht op het meer waar de fonteinenshows plaatsvinden.
Als we de bagage hebben afgedropt en ik heel even gerust heb met m’n voet, pakken we de auto weer en gaan nog even naar de Premium Outlets, maar nu de South-Outlets. Voordat we de auto instappen lopen we nog een schoenenwinkel in het Bellagio binnen waar Madelon een paar mooie schoenen van Michael Kors vindt.
Vervolgens gaan we dan toch op stap naar de Outlet Malls. We lopen de Tommy Hilfiger binnen en deze keer haal ik ook wat: drie t-shirts, een sweater en een trui met rits, voor als we het onderweg kouder gaan krijgen straks. Ook Madelon haalt hier nog twee shirtjes. Bij de Guess haalt Madelon nog twee armbanden.
Rond een uur of half vijf hebben we het daar weer gezien en gaan we terug naar de Strip. Bij het Aria Hotel halen we voor onze vrienden Onno en Ilona geursticks van de specifieke geur die het Aria Hotel zelf gebruikt. Zij komen zelf graag in dit hotel als ze naar Las Vegas gaan.
Vervolgens leveren we de auto alvast in, in de parkeergarage van het Caesars Palace. We kunnen door een kaart in te vullen met kilometerstand, datum en tijd van inleveren, de sleutels achterlaten in een brievenbus zodat we hem niet in hoeven te leveren tijdens openingstijd.
Bij het foodcourt van het Caesars Palace eten we wat en vervolgens lopen we terug naar het Bellagio, even naar de kamer. Ik kan best redelijk wat lopen op een dag, maar ik heb gewoon echt af en toe even rust nodig.
We blijven even op de kamer en kijken een paar fonteinenshows. Vervolgens gaan we nog één keer de deur uit in Las Vegas. We lopen via het Cosmopolitan over de nieuwe loopbrug over de weg naar de Miracle Miles Shops van het Planet Hollywood Hotel.
Daar loopt Madelon de Guess nog een keer binnen op zoek naar schoenen die ze gezien had in de Forum Shops, maar die ze daar nog wel in haar maat hadden, maar die al aan de onderkant versleten waren doordat ze veel gepast waren.
In de eerste winkel kan ze de schoenen niet vinden maar koopt ze wel een ander paar.
Vervolgens lopen we door naar de Steve Madden. Ook hier wordt weer een paar schoenen gescoord, mooie roze, die, zoals later bij de kassa bleek, toch niet in de uitverkoop waren…Goed…! Het kan niet altijd feest zijn.
Bij de laatste winkel van Guess die we bezoeken ( eigenlijk een accessoires winkel van Guess ) vindt ze dan toch nog de schoenen die ze zocht. Zo komt het dat er op één dag vier paar schoenen gekocht zijn. Gelukkig hadden we uitgerekend dat we 15 kilo bagage konden bijkopen…
We lopen terug naar het hotel, kijken nog naar een fonteinenshow vanuit het raam en terwijl ik dit verhaal typ pakt Madelon de koffer in. Morgenochtend om 06.00 uur eruit want om 07.30 worden we bij het Excalibur Hotel opgehaald door Moturis camperverhuur voor onze early pick-up. We hebben daarna morgen een lange reis voor de boeg om alvast zo dicht mogelijk bij Salt Lake City in de buurt te komen. De stad zelf zullen we niet gaan bezoeken, met een camper is dat ook niet zo handig, maar we willen de dag daarna niet zo ver hoeven rijden om bij Bear Lake te komen.
Zodra we weer internet hebben horen jullie weer van ons, tot de volgende keer!
17 september 2012 – van Las Vegas naar Provo
Beste lezer,
Gisterenavond nog druk bezig geweest met alle gekochte spullen terug in de koffers te krijgen, wat uiteraard natuurlijk niet meer ging lukken. Dus naast twee overvolle koffers ook nog maar een grote tas met alle nieuwe spullen ingepakt.
Het is twaalf uur als we in slaap vallen in de kamer van het Bellagio.
Vanochtend om 06.00 uur gaat de wekker. Een kort nachtje dus, en we hebben moeite om wakker te worden. Toch zullen we eruit moeten want we worden straks opgehaald door de camperverhuurder.
Rond half zeven lopen we de hotelkamer uit, het uitchecken is zo gebeurd. Een voordeel van zo vroeg vertrekken is dat er werkelijk geen enkele andere gast bij de receptie staat. Waren gisterenavond overigens de speeltafels bijna allemaal bezet in het casino, nu was de hal bijna leeg. Toch zijn er altijd een paar die-hards die zelfs ’s ochtends om half zeven aan de speeltafel zitten. Het casino is dan ook gewoon dag en nacht open.
We lopen het hotel uit waar altijd diverse taxi’s staan te wachten, en laten ons wegbrengen naar het Excalibur hotel. De taxi-chauffeur weet meteen waarvoor we weggebracht worden als we de plek noemen waar we moesten wachten op de camperverhuurder. Als we vier minuten later bij dat hotel aankomen, dan snappen we ook waarom: iedereen uit de buurt die een excursie of iets dergelijks boekt of opgehaald moet worden, wordt op dát punt opgehaald. We zijn erg op tijd, om tien voor zeven, terwijl we pas om half acht verwacht worden, maar ik ben altijd liever op tijd dan net te laat. Gelukkig zit er in het hotel een Starbucks. Een erg prijzige trouwens.
We zitten uiteindelijk, uiteraard, tot tien voor acht te wachten, als het busje van Moturis aan komt rijden. We zijn de enigen die hij hoeft op te pikken en rijden naar het verre zuiden van Las Vegas, het uiterste puntje van Las Vegas Boulevard South. De verhuurder blijkt ons nog te herkennen van twee jaar geleden. Wij dachten hem ook al te herkennen, maar hij had nu een snor en een hoofd vol met haar, en scheen toen helemaal kaal te zijn. Maar goed, toch dezelfde man dus.
Na het nodig papierwerk krijgen we nog even een uitleg over hoe alles ook al weer precies werkt, en kunnen we op stap. Eerst op weg naar de Wal*Mart voor de nodige boodschappen.
Het is wel weer even flink wennen, met zo’n gevaarte op pad te gaan. Vooral de spiegels afstellen is even goed kijken, en de breedte inschatten tussen de wegbelijning is even wennen. Het rempedaal is veel te stevig om met m’n rechtervoet te gebruiken dus rem ik met m’n linkervoet. Even wennen, maar het kan wel.
In de Wal*Mart doen we onze boodschappen en halen we meteen een tree van 36 flesjes water voor maar $ 3,98. Gelukkig hebben we net ontbeten, zodat we niet hoeven te luisteren naar onze maag terwijl we inkopen. We slaan weer wat Ben & Jerry’s in, die hier goedkoop zijn, maar wel flink wat duurder dan twee jaar geleden. Toch blijft $ 3,48 ( ongeveer € 2,75 ) natuurlijk niet duur in vergelijking met Nederland.
Rond een uur of elf kunnen we dan daadwerkelijk op pad. We proberen vandaag tot in de buurt van Provo te komen, net onder Salt Lake City.
De rit gaat vrij voorspoedig, hoewel er wel heel veel wegwerkzaamheden op de I-15 zijn. Hele stukken van ruim 20 kilometer zijn teruggebracht tot 1 baan, met aan de afgesloten zijde ook nog grote pillonen. Goed opletten met sturen dus.
Bij St. George, net over de grens in Utah, stoppen we even bij de Starbucks voor koffie en cakejes. Bovendien halen we hier een mok van Utah, weer een voor de verzameling.
Als we wel door kunnen rijden, dan kunnen we ook goed doorrijden, want er zijn veel stukken waar je 80 mp/h mag rijden, dat is tegen de 130 km/u. Er stond ook bij dat dit een test was om te kijken hoe mensen daarop rijden.
Na 475 km. gaan we de eerste keer tanken. Even slikken weer, want er gaat voor ruim $ 110,- in, tegen een prijs van $ 4,01 per gallon ( 3,58 liter ). Omgerekend dus toch nog niet zo heel slecht, want dat is omgerekend bijna 1:4. Dat gaat denk ik nog wel verslechteren. We rijden overigens heel veel op de cruise control, zodat ik m’n been kan ontzien, en het rijdt natuurlijk prettiger. Toch zegt dat denk ik niet zo heel veel, want de automaat schakelt flink terug als we heuvel op moeten, en haalt zo door tot 5000 toeren. Soms blijft ie er dan te lang op hangen, maar even de cruise control eraf, zodat de snelheid iets terugvalt, en meteen weer op, doet wonderen. Het toerental zakt dan terug naar 3000.
Uiteindelijk komen we toch zover als ik had gehoopt en redden we het tot Provo. We hebben vandaag bijna 404 miles gereden, dat is 640 km, tussen 11.00 en 18.30, want zo laat waren we op de campground bij Provo. Alleen is het hier al een uur later, want we zitten in Utah.
De receptie is al gesloten, maar er zijn vrijwel altijd mogelijkheden om nog zelf in te checken, want ze laten altijd informatie achter over het zelf uitkiezen van een plaats, en dan geld achterlaten voor betaling. We kiezen een plekje uit, het is alleen maar voor overnachting en het is al bijna donker, en installeren ons. Helaas lukt het ons niet om de waterslang aan te sluiten op de waterkraan, de verbinding die deze slang heeft kennen we niet. In principe krijgen we nu geen code voor de douches en toiletten, daarop gebasseerd zijn de prijzen iets lager dan normaal, maar Madelon is zo slim om de resevering van een ander van het prikbord te pakken, waarin de pincode staat vermeld.
We pakken de koffers uit en eindelijk ligt dan alles in de kastjes voor de rest van de vakantie. Niet meer uit de koffer leven, heerlijk.
Deze campground is echt vergéven van de muggen. We hadden de raampjes, die horren hebben, open, maar door een klein gaatje komen er echt tientallen binnen. Ze zitten ook met tientallen tegen de hor aangeplakt. Uiteindelijk de ramen maar weer dichtgedaan en vrijwel alle muggen kunnen vangen. Binnen blijven dus maar.
Morgen een kortere reis, van Provo naar Bear Lake. Helaas kunnen we het verhaal op dit moment nog niet uploaden. Er wordt aangegeven dat er Wifi zou zijn, maar we krijgen geen netwerkverbinding. Volgende keer dus maar.
Tot de volgende keer!
18 september 2012 – Van Provo naar Bear Lake
Beste lezer,
Onze eerste nacht in de camper zit erop. Nadat we alle muggen hadden gevangen hebben we zonder muggen kunnen slapen en hebben we alleen wat last gehad van de kou ’s nachts. Want waar het overdag nog een graad of 30 was, was het ’s nachts nog een graad of 10. En dat voel je snel in een camper.
Toch slapen we flink door na een korte nacht en een lange dag rijden. Rond een uur of negen worden we wakker. Met de ‘gestolen’ code kunnen we douchen en daarna rijden we het kampeerterrein af, terug naar de I-15 om richting Bear Lake te gaan.
Eerst gaan we er vlak na Provo nog even af om te nog een paar vergeten spulletjes bij de Wal*Mart te halen, om te ontbijten en om nog even wat brandstof bij te tanken.
Bij de Wal*Mart halen we voor de komende nachten nog maar even een extra deken voor $ 7,- en nog wat andere spulletjes. Vervolgens rijden we naar de IHOP, International House Of Pancakes. Hier gaan we ontbijten. Ze serveren hier allerlei soorten ontbijt, de meeste vergezeld van pannenkoeken. We kiezen allebei voor de New York Cheesecake Strawberry Pancakes Special. Dit is een gerecht met twee pannenkoeken met stukjes cheesecake, aardbeien en slagroom eroverheen en daarnaast nog de keuze uit bijgerechten. Ik ga voor de worstjes, roerei en hashbrowns, Madelon spek, roerei en hashbrowns. Het gerecht vult uiteraard enorm maar is heerlijk. Met een grote jus d’orange en een cola erbij zijn we net $ 20,- kwijt.
Als we uitgegeten zijn gooien we bij het naastgelegen tankstation onze tank weer helemaal vol en gaan de snelweg weer op. Net voorbij Salt Lake City stoppen we nog even bij de Starbucks, omdat we hopen dat ze hier een mok van deze stad hebben, net als bijvoorbeeld ook Los Angeles en Las Vegas er een heeft. Helaas hebben ze hem niet. We nemen toch wel nog even een koffie mee. We gaan er een paar afslagen later nog even een keer af, maar ook hier hebben ze hem niet. Helaas.
We rijden verder over de I-15 en gaan er bij Logan vanaf en verder op de US89, die verder door Logan Canyon gaat. Het plaatsje Logan is erg mooi, we stoppen hier nog even voor een paar foto’s. Logan Canyon is een redelijk bochtige weg met veel bochten en stijgen en dalen. Uiteindelijk komen we bij een uitkijkpunt waar we Bear Lake in de verte kunnen zien. Helaas is het heel erg heiig. Een Amerikaan vertelt dat dit komt door bosbranden in de staat buurstaat Idaho. We dalen verder af naar beneden en komen uit bij Garden City, vlakbij Bear Lake. We kiezen hier voor de KOA-campground voor vanavond. De camping is bijna leeg, we mogen zelf een plek uitkiezen.
We rijden nog even naar het plaatsje Garden City waar we uiteindelijk nog een plekje kunnen vinden waar we zo naar de oever van Bear Lake kunnen lopen. We zoeken er nog een cache ( en vinden hem ook ) en nemen er een paar foto’s. We gaan langzaam aan terug richting de campground. Het is inmiddels bijna 17.45 uur. We gaan nog even buiten zitten met een glas wijn en wat nootjes tot de zon helemaal onder is. Meteen wordt het flink frisjes met de wind die erbij staat. Nog even een was draaien, een oven pizza eten en morgen gaan we weer verder. Dan richting Grand Teton National Park, het voorportaal van Yellowstone National Park. Foto’s zijn steeds te zien op: http://michaelwesseling.magix.net/
Tot de volgende keer!
19 september 2012 – Grand Teton National Park
Beste lezer,
Vannacht weer redelijk lang geslapen tijdens een weer redelijk koude nacht, maar warmer in bed dankzij de extra deken. Rond half negen worden we wakker en gaan we eruit.
Het zonnetje schijnt ondertussen weer lekker en de temperatuur loopt alweer snel op naar een graad of twintig. Na het douchen ontbijten we even lekker buiten in de zon en rond een uur of tien gaan we weer rijden.
We rijden vlak langs Bear Lake en gaan vrij vlot over in de staat Idaho. Er staan werkelijk gigantische huizen langs het meer, echt schitterend om te zien. Als je de huizen kent van de Lemax verzameling, dan kun je je ongeveer voorstellen wat wij langs de weg tegenkomen, zo authentiek.
De route naar Grand Teton National Park is ongeveer 160 miles rijden. Het gaat nu alleen niet meer zo snel als de laatste dagen op de Interstate. Toen reden we dat in ongeveer 2 uur tijd. Nu rijden we niet meer dan 30 of 40 miles per uur. De wegen zijn erg bochtig.
Na een uur rijden, komen we de staat Wyoming binnen. Dit is de staat waarin Grand Teton NP en Yellowstone NP liggen. We rijden door canyons en bergpassen en komen uiteindelijk na een aantal kleinere plaatsjes in de plaats Jackson Hole uit. Dit is het voorportaal van de twee nationale parken. Het is een echte cowboy stad met veel gebouwen in die stijl en je ziet werkelijk veel mensen met een cowboyhoed op rondlopen en rijden.
Bij het Visitor Center parkeren we, en lopen we helaas weer tegen het feit aan dat veel Amerikanen denken dat hun pick-up truck net zo groot is als een 27 feet camper. Ze parkeren dus op de plaatsen waar wij normaal kunnen staan terwijl zij in normale parkeerplaatsen passen. Prima, ik gooi de camper achteruit op twee normale parkeerplaatsen. Dan maar zo.
In het visitor center vragen we of zij weten welke campgrounds nog plek hebben. Dat weten ze niet, maar ze kunnen wel een overzicht van de campgrounds geven met telefoonnummers erbij. Het park waar wij heen wilden, zat gisteren niet vol, dat wisten ze wel te vertellen. Dus wij bellen naar het Colterbay RV Park, en helaas, ze zitten vandaag dus wel vol. Gelukkig geven ze ons de namen en telefoonnummers van twee andere campgrounds. Bij de eerstvolgende campground is wel plek, al ligt deze iets buiten het National Park. Voor de lieve som van $ 51,- ( !! ) mogen we een nachtje blijven. Meteen maar vastgelegd, zodat we ons daar niet meer druk om hoeven te maken, en dan kunnen we nog even rustig het plaatsje Jackson verkennen en het park bekijken.
Rond een uur of half vier verlaten we Jackson en rijden we het park in. We betalen bij de ingang $ 25,- entree voor zowel het Grand Teton NP als Yellowstone NP. We kopen dit jaar niet de National Park Pass van $ 80,-, omdat we niet genoeg parken bezoeken om die prijs eruit te halen.
Het mooiste van het Grand Teton National Park zouden moeten zijn: de ‘Tetons’, twee grote, ruwe bergen. Helaas is er ook de komende vier dagen nog ‘smokey weather’ voorspeld, en zien we inderdaad heel weinig van de bergen.
We volgend de route en komen nog langs Jenny Lake, een mooi meer met de bergen op de achtergrond. Hier is ook een campground, maar alleen voor tenten.
We rijden nog een klein stukje langs het grotere Jackson Lake, en slaan dan af richting onze campground, vlakbij Moran Junction. We komen daar rond zes uur aan, ( of is het nou inmiddels weer vijf uur, we zijn Utah weer uit…?) en zitten nog even buiten om een boekje te lezen. Het RV park is zoals wel vaker, niet veel bijzonders. Slechte stukken grond met half vergaan gras, veel grind en veel kuilen.
Maar goed, we kunnen weer een nachtje slapen.
Morgen gaan we door naar Yellowstone National Park! De eerste twee nachten zijn gereserveerd in het park zélf, bij Fishing Bridge Campground. Als we daarna nog een nacht willen blijven, moeten we het waarschijnlijk even buiten het park gaan zoeken.
We hebben waarschijnlijk nu twee dagen geen internet, dus tot snel weer!
20 september 2012 – Yellowstone National Park dag 1
Beste lezer,
In tegenstelling tot wat ik eerder meldde, hebben we toch internet vandaag. De reden daarvoor is dat we er een dag naast zaten met waar we zouden zijn. Dat betekende dus ook, dat we dachten dat we vandaag een reservering hadden op een bepaalde campground, wat dus niet het geval was. We hebben dus vlug nog even een extra boeking gemaakt op een andere campground. Morgen en overmorgen verblijven we op de Fishing Bridge campground in Yellowstone NP zelf. Daar zullen we dus geen internet hebben. Vandaag zullen we op Grizzly RV Park in West Yellowstone verblijven.
We worden vanochtend weer wakker in een enorm koude camper. Het is vannacht net onder het vriespunt geweest en we hebben geslapen met twee deken, jassen en handdoeken over ons heen. Uiteindelijk was dat wel lekker warm, maar als je eenmaal het bed uitgaat, wordt het toch erg onprettig.
Na het douchen en ontbijt rijden we terug Grand Teton NP in. We rijden nog een stuk door dit park om uiteindelijk uit te komen in Yellowstone NP. De parken lopen letterlijk in elkaar over.
We gaan deze dag de zuidwest kant van het park doen. We gaan eerst even bij het Visitor Center kijken en komen er daar achter dat elke anderhalf uur de Old Faithfull Geiser tot uitbarsting komt. Deze geiser wordt zo genoemd om zijn betrouwbaarheid qua regelmaat van spuiten. Ze kunnen tot bijna op de minuut nauwkeurig voorspellen wanneer hij begint te spuiten.
Vanaf het Visitor Center is het nog bijna een half uur tot drie kwartier rijden om bij de geiser te komen. Het is nu 12.20, en rond 14.00 uur zal hij gaan spuiten. De afstand die we nog moeten afleggen is bijna 20 miles, zo’n 32 km. In het park mag je overigens vrijwel overal 45 miles per uur rijden. Vrij fors, vind ik toch. Wel zijn er veel plaatsen waar de snelheid voor een bepaald stuk verlaagd is. Als je rustig door het park wilt rijden, moet je toch regelmatig even aan de kant voor mensen die ruim boven de 45 willen rijden. Jammer, want juist langs de kant van de weg kun je in de bossen kijken of je wilde dieren ziet. De dieren die veel in het park gespot worden zijn elanden, bizons en beren. Voor de meeste wilde dieren moet je echter of heel vroeg je bed uit, of rond een uur of zeven ’s avonds rondrijden.
Na een half uur rijden komen we bij het Visitor Center van de Old Faithfull Geiser. Er is een enorme parkeerplaats voor wel honderden auto’s. Waarschijnlijk is het ’s zomers veel drukker, maar ook nu is de parkeerplaats aardig bezet, en staan er denk ik een paar honderd auto’s en campers.
We gaan ruim een half uur van te voren al bij de bankjes zitten en we zitten mooi vooraan. Het loopt steeds voller en inderdaad, precies op de tijd die voorspeld is, komt de geiser tot uitbarsting.
Nu moet ik eerlijk zeggen, dat we ons er iets meer van voorgesteld hadden. Natuurlijk is het bijzonder en niet iets alledaags, maar vaak hoor je toch mensen wel ‘ooh’ en ‘aah’ roepen bij iets heel bijzonders. Dat gebeurde nu ook eigenlijk bij niemand. Het is wel mooi om te zien, eerlijk is eerlijk, maar ik heb al eerder gelezen, dat er veel mooiere geisers zijn, alleen zijn die niet zo regelmatig in hun ritme als deze. Vandaar dat deze zo druk bezocht is.
Na een paar minuten is de eruptie voorbij en gaan we een stuk lopen. Rondom de Old Faithfull loopt een grote wandelroute langs alle andere geisers in dit gebied. We moeten alleen even kijken hoe ver ik kan komen, want een wandeling van 5 kilometer of meer kon nog weleens teveel zijn voor mij.
We beginnen de route en komen langs diverse kleine en grotere geisers en poeltjes. Bijna elke geiser blaast constant wel stoom uit, en op de bordjes die erbij staan staat wanneer en hoe vaak ze ongeveer gaan spuiten. Wat ik al vaak heb gelezen is dat je er een geur van rotte eieren kunt waarnemen, door alle gassen die vrijkomen uit de grond. Dat klopt inderdaad helemaal. Yellowstone is een van de plekken op aarde waar de aardkorst heel dun is. Door scheuren in de korst komt het water naar boven, en dat is zo heet omdat hier het magma ook niet zo heel diep onder de grond zit. In principe is Yellowstone één groot vulkanisch gebied en het zou volgens onderzoekers op de planning staan dat er een uitbarsting gaat plaats vinden die een regelrechte ramp voor de wereld zal betekenen, misschien wel net zo heftig als toen de dinosauriërs uitstierven.
We lopen nu door een gebied van enkele tientallen vierkante kilometers waar de ene na de andere geiser en hete bron elkaar opvolgen.
Helaas kan ik ze niet allemaal bekijken. Wel merk je dat mensen veelal het gebaande grote pad blijven volgen, en niet de kleinere paden die ervan afwijken, maar wel begaanbaar en toegestaan zijn om te betreden. Zo kwamen wij bij een geiser, de Solitary Geyser, waar we nog maar één ander paar zijn tegengekomen in twintig minuten tijd. Terwijl er verder in het andere gebied werkelijk honderden mensen lopen.
Na een flink stuk lopen kan ik inderdaad niet meer verder en gaan we terug naar de camper. Het is inmiddels rond half vijf, dus we hebben toch zo’n drie uur rond gelopen.
We stappen de camper in en rijden richting West Yellowstone, naar onze campground. Dat is nog ongeveer 25 km. rijden.
Onderweg komen we ons eerste grote dier tegen: er staan veel auto’s stil, en er blijkt een bison de weg over te willen steken. Ik gooi de camper langs de kant, en op nog geen honderd meter van onze camper steekt hij in alle rust de weg over, zich niet drukmakend om de twintig auto’s die om heen staan, en mensen die er foto’s van maken. Erg bijzonder om te zien.
Nog een stuk verderop komen we een hert tegen wat rustig langs de weg staat te grazen. Ook hier gooit weer iedereen z’n auto langs de kant, of midden op de weg, stil. Gelukkig houdt iedereen er ook rekening mee dat dit kan gebeuren. Niemand wordt boos om de opstoppingen maar stapt ook uit en komt ook kijken wat er te zien is. Na een tijdje kijken zien we het hert de rivier inlopen en al wadend door het water oversteken naar de andere kant. Hij loopt op nog geen drie meter van een visser langs die in het water staat te vissen.
Rond een uur of half zeven zij we bij de campground. Nog even een wasje draaien en alle foto’s bekijken.
Waarschijnlijk zullen we nú dus echt twee dagen geen internet meer hebben, misschien meer. De foto’s van vandaag volgen nog. We hebben internet, maar het uploaden lukt niet, omdat de verbinding elke keer verbroken wordt.
Tot de volgende keer!!
21 september 2012 – Yellowstone National Park dag 2
Beste lezer,
Vanochtend wakker geworden op het Grizzly RV Park, na weer een koude nacht. In eerste instantie leek het ’s avonds rond een uur of half tien toch nog niet zo koud te worden, maar ik denk dat het toch weer rond het vriespunt is geweest.
Dit was een prima RV Park, mag ook wel voor de ruim $ 50,- die we ervoor betaalden. De eerste waarbij de plaatsen geasfalteerd waren, en er rondom de staplaats een grasmat lag.
We tanken vol in West Yellowstone en rijden terug richting het park. Binnen tien minuten staan we weer bij de ingang en hoeven we alleen ons bonnetje van gisteren te laten zien om door te kunnen rijden.
Het ziet er naar uit dat het druk gaat worden. Veel Amerikanen hebben de vrijdag extra vrijgenomen, want er zijn ook al veel meer kinderen bij, die er gisteren nog niet waren.
We beginnen bij een waterval, waar het eerst lijkt alsof er gratis geld wordt weggegeven, zo druk is het, terwijl hij op zich niks voorstelt. Misschien komt het omdat dit een van de eerste stoppunten is als je het park bent binnengekomen. Toch staat dit punt niet op de kaart aangegeven.
De volgende stop staat wél aangegeven, we zien hier stoom uit de grond komen bij de parkeerplaats, het gaat om Beryl Spring. Hier stopt bijna niemand, en zijn we weer bijna de enigen die naar deze ‘hot spring’ gaan kijken. Het blijft raar: of je bent alleen, of iedereen is er.
We rijden weer verder en komen onderweg op een vlakte heel in de verte een paar bizons tegen. We lopen een stukje de vlakte op, maar nog steeds blijven ze een paar honderd meter op afstand. Toch nemen we een paar foto’s, je weet nooit wanneer je ze weer tegenkomt.
De volgende stop is Artists Paintspots. Om hier te komen moet je ongeveer 500 meter wandelen. Vervolgens kom je op een stuk land waar meerdere heetwater bronnen zijn, ook in de hoger gelegen bergwand. Je kunt een hele rondwandeling maken, maar ik denk dat die wat teveel wordt voor mij. We pikken de mooiste plekken eruit, en lopen zo toch nog een aardig stuk. Met het heen- en teruglopen erbij toch weer anderhalve kilometer.
Op de foto’s kun je een beetje zien hoe het eruit zag. Tussen de bomen door gefotografeerd, en al het stoom op de achtergrond, lijkt het wel op een oorlogsgebied.
Parkeren was hier overigens weer lastig want auto’s stonden volop op de plekken van de RV’s. Uiteindelijk reed er één auto weg, waardoor ik in de strook voor een RV kon parkeren, maar wel nog een auto voor mij. Toen ik weg wilde, stond de auto er nog steeds. Enige optie was: achteruit de parkeerplaats weer af. Altijd spannend op zulke drukbezochte terreinen. Gelukkig helpt Madelon even mee door buiten de camper aanwijzingen te geven.
Vervolgens rijden we door naar Norris, waar het Norris Geyser Basin ligt. Hier liggen ook weer meerdere geisers en heetwater bronnen. De belangrijkste geiser is hier de ‘Steamboat Geyser’. Dit is de grootste geiser van de wereld. We lopen ongeveer 300 meter om bij de geiser te komen. We zijn benieuwd wanneer de volgende grote uitbarsting komt. Hm, dat zou nog weleens kunnen gaan duren. De laatste grote uitbarsting was in mei 2005. Bij zo’n uitbarsting kan het water tot wel 120 meter hoog gespoten worden. Kleine kans dat we dat nu dus ook gaan meemaken.
Deze geiser spuit zó onregelmatig, dat er tussen de vier dagen, en zestig jaar ligt voor een grote uitbarsting. Wel spuit hij zeer regelmatig minder grote hoeveelheden water uit, tot een meter of vijf. Dit zien we dan ook regelmatig gebeuren.
Interessant is ook nog, dat er ongeveer honderd meter verderop een heetwaterbron ligt, de Cistern Spring, die op een of andere manier in contact staat met de geiser. Als de geiser een grote uitbarsting heeft, dan wordt al het water uit de Cistern Spring weggezogen, en duurt het ongeveer twee dagen voordat deze weer volledig gevuld is.
We lopen verder nog een grote ronde in het basin waarbij we langs nog veel meer bronnen komen. Ook hier is alles bekijken weer net iets teveel van het goede, want het is pas half één. Ook nu hebben we weer zo’n twee kilometer gelopen.
Hier was het parkeren overigens beter geregeld. Er was een hele aparte parkeerplaats voor RV’s en bussen, verboden terrein voor gewone auto’s.
Na deze ronde gaan we een stuk rijden zonder dat we veel bijzonders tegenkomen. We gaan aan de linkerbovenkant van het ‘achtje’ beginnen wat je kunt rijden in Yellowstone.
De eerstvolgende stop wordt Mammoth Hot Springs Terraces. Hier zien we grote heetwaterbronnen die zóveel water en andere grondstoffen over de rand van de bron hebben gegooid, dat dit allemaal is gaan stollen, en als een soort kaarsvet over de randen heen ligt. Ook hier zien we weer verschillende kleuren grond, als lichtblauw en oranje.
In ons geval moeten we de eerste afslag naar de Upper Terraces links laten liggen, omdat je daar niet in mag met de RV. Wij rijden een flink stuk door naar beneden, en parkeren bij de Lower Terraces. Vanaf hier kun je dan via trappen zelf evengoed weer naar boven klimmen. Ook hier lopen we weer een paar kilometer rondom alle bezienswaardigheden. Ondertussen begint m’n been toch wel wat pijn te doen. Dit wordt dan ook zo’n beetje het laatste wat we vandaag gaan doen.
Via Tower-Roosevelt ( de rechterbovenhoek van het ‘achtje’ ) en Canyon Village ( het rechtermidden van het ‘achtje’ ) rijden we richting Fishing Bridge, waar onze campground voor de komende twee nachten ligt.
Het is flink klimmen en dalen voor de camper. Het is ook lastig om op deze manier de camper op z’n cruise control te zetten, want bij het stijgen maakt ie al snel meer toeren dan ik zou willen, en ook bij het dalen schiet ie meteen hoog in de toeren. Nadeel is dan dus ook, dat ik flink op het stugge gaspedaal door moet trappen.
Onderweg komen we nog in een flinke opstopping terecht. Er lopen bizons over de weg! En niet een paar, nee, links en rechts van ons staan waarschijnlijk zo’n vijftig tot honderd bizons te grazen, waarvan sommigen de oversteek over de weg gaan wagen. Iedereen komt tot stilstand, en het enige dat je kunt doen is blijven staan en hopen dat ze je auto met rust laten. We staan zeker een kwartier te wachten tot we weer langzaam aan gaan rijden. Er staan er nog twee op de weg als wij langs rijden. Letterlijk tot op een meter van het raam rijden we langs ze. Als we deze kudde voorbij zijn, volgen er later nog veel meer stukken land met heel veel bizons.
Eindelijk komen we aan bij de campground, het is inmiddels tien over zes. We hebben vandaag 170 km. gereden, en zo’n zes tot zeven kilometer gelopen, los van alle stukjes van en naar de camper als we ergens zijn uitgestapt. We zitten nog even te twijfelen of we nog één of nog twee volle dagen in Yellowstone zullen blijven. Morgen kunnen we nog een nacht slapen op Fishing Bridge, de dag erna gaat deze dicht tot aan het voorjaar. Misschien dat we zondag nog een keertje op Grizzly RV Park slapen, of dat we meteen nog een extra stuk doorrijden als we alles al eerder gezien hebben.
Voor nu is het even mooi geweest, tot de volgende keer!
22 september 2012 – Yellowstone National Park dag 3
Beste lezer,
Vanochtend wakker geworden op het Fishing Bridge RV Park. Eerst maar even douchen voordat we weer op pad gaan. Om acht uur gaan de douches open. Voor het hele park, zo’n driehonderd staplaatsen, zijn er maar zes douches voor mannen en zes voor vrouwen. Dat betekent dus in de rij staan om te kunnen douchen. Een Amerikaan achter mij maakt de opmerking: ‘belachelijk, voor deze prijs’. En een beetje gelijk heeft hij wel. Je betaal meer dan $ 50,- voor een staplaats. Dan mag je verwachten dat het sanitair iets beter geregeld is.
Omdat er al zoveel mensen geweest zijn, zijn de douches werkelijk te vies om aan te zien: zeiknat op de plek waar je je omkleed in het hokje, en vol met haren. Maar goed, even doorzetten, en dan kunnen we er weer tegenaan.
We rijden vandaag het onderste deel van het ‘achtje’ en beginnen rechts onderin, van Fishing Bridge naar West Thumb Geyser Basin.
Bij het West Thumb Geyser Basin vinden we onder andere twee diepe heetwater poelen. Dat zijn de Black Pool en de Abyss Pool. De laatste is de diepste heetwater bron van Yellowstone en is maar liefst 18 meter diep voor een poel van zo’n tien meter breed. Zie ook de foto’s weer, voor de bijzondere kleuren eromheen.
Als we West Thumb hebben gezien gaan we terug naar waar we eergisteren geweest zijn: de Old Faithfull omgeving, omdat we daar pas de helft van alle geisers gezien hadden.
Vandaag lopen we het andere deel van de wandelroute, onder andere wil ik graag nog de Morning Glory Pool zien.
Op onze wandeling komen we weer langs mooie bronnen, zoals de Beauty Pool, met de kenmerkende kleuren van de bronnen: blauwe en groen van binnen, dan naar buiten eerst wit, dan geel, dan oranje en het uiteinde bruin.
Ook komen we langs de Giant Geyser. Deze zal waarschijnlijk tussen 14.40 en 16.40 uitbarsten. Het is nu 13.00 uur, we moeten nog een stuk lopen, maar we gaan toch niet wachten tot deze uitbarst, hoewel het een van de grootste geisers is, tot wel 80 meter hoog. Maar als hij pas om 16.40 of nog iets later uitbarst, dan zijn we de halve dag daar aan kwijt.
We lopen langs de Grotto Geyser, een vrij actieve geiser. Als deze een eruptie heeft, duurt deze tussen de 50 minuten en 24 uur. Hij is nu al een tijdje bezig, en dat zou dus zomaar nog een tijd kunnen duren.
Inmiddels zijn we bij de Morning Glory Pool aangekomen, en deze is inderdaad schitterend. Weer de kenmerkende kleuren, maar je ziet ook een schitterende diepte in deze bron, werkelijk om urenlang naar te kijken. Het is hier ook niet zo druk omdat veel mensen de moeite niet willen nemen om tot het einde van de route te lopen. We nemen een aantal foto’s, waarvan ook een aantal met de groothoeklens, en lopen dan weer terug over het verharde pad richting de camper.
We zien in de verte, dat een geiser waarvan we vorige keer alleen foto’s van stoom hebben genomen, de Castle Geyser, nu ook tot uitbarsting is gekomen. Het water spuit werkelijk tientallen meters hoog, met enorme kracht. Je hoort het werkelijk bulderen onder de grond en ziet hoe krachtig de stoom eruit geblazen wordt. Mijn inschatting is dat als je je hand in deze kracht houdt, deze er afgerukt zou worden. Helaas hebben we onze videocamera niet mee. Foto’s zeggen veel, maar in dit geval toch niet alles.
De uitbarsting duurt bijna een half uur en als het wat minder wordt lopen we terug naar de camper.
We gaan nog een stukje naar het noorden en willen nu kijken bij de Grand Prismatic Spring. Een enorme heetwater bron die hele felle kleuren aan de randen heeft.
Op de parkeerplaats aangekomen zijn er drie aparte parkeerstroken voor bussen of RV’s. Gelukkig is er nog een vrij ( voor auto’s zijn er zéker zestig parkeerplaatsen, zo niet meer ). We komen bij de wandeling naar boven eerst langs ( ik dacht ) Excelsior Crater. Dit is een geiser die zó enorm veel kracht heeft, dat hij tijdens een eruptie ergens eind 19e eeuw een grote krater geslagen heeft. Daarna is ie begin 20ste eeuw nog een keer uitgebarsten, en sindsdien niet meer. De kleuren van het water in de krater, met de omliggende randen, lijken wel op een Caribisch gebied, zo blauw en vredig. Tot je het water af en toe weer ziet borrelen, en je je dan weer realiseert dat het verre van een frisse duik zou zijn.
We lopen door naar Grand Prismatic Spring en dan valt het mij toch een beetje tegen. De foto’s die we ervan zagen zijn allemaal van bovenaf genomen, maar als je er langs loopt zie je door alle stoom bijna niks meer van de poel zelf. Ook is de poel té groot om de randen mooi rond het water te zien liggen. Ik had in ieder geval misschien gedacht dat ze een uitkijkplateau boven de poel gemaakt zouden hebben. Helaas… Eén persoon was nog redelijk slim. Die had zijn statief mee. Zijn camera erop vastgemaakt, statief hoog in de lucht vasthouden, zodat ie toch zeker tot drie-en-halve meter hoogte kwam, en dan op de afstandsbediening drukken.
We rijden weer een stuk verder en stoppen nog bij de Fountain Paint Pot, weer een andere warmwater bron, en als je rondloopt nog een aantal poeltjes en een geiser. Het probleem wat je kunt gaan krijgen, of wat ik in ieder geval een beetje krijg, is dat, hóé mooi ook, de verveling op een gegeven moment wat begint toe te slaan. De highlights heb je gehad, en op een gegeven moment begint alles op elkaar te lijken, hoewel je je natuurlijk moet blijven realiseren dat je in een heel bijzonder gebied bent.
Het heeft ook een beetje met de vermoeidheid te maken: je rijdt van ’s ochtends vroeg tot laat in de middag constant in je camper door de bossen, let constant op medeweggebruikers of ze niet op je bumper zitten in je spiegel ( 45 m/ph is voor velen lang nog niet hard genoeg ), het is heuvel-op, heuvel-af en constant in- en uitstappen, naar parkeerplaatsen zoeken en stukken wandelen.
Nogmaals: het is bijzonder, maar alles waar ‘té’ voor staat, is niet goed.
Op het laatste stuk terug naar de campground komen we nog een flink aantal bizons tegen, nu niet meer zo bijzonder als gisteren, en we stoppen nog even bij Mud Volcano. Wel erg grappig om te zien. Een vulkaan die vroeger door een eruptie uit elkaar is gebarsten, en nu zie je in de overgebleven helft constant modder koken. De lucht die hier hangt is misschien wel de ergste in het park en houdt ergens het midden tussen rotte eieren en een vieze kattenbak.
Rond een uur of zes zijn we weer op de campground. We hadden eerst nog gedacht dat we misschien niet alles zouden zien en dus morgen nog een dag hier zouden doorbrengen, maar nu hebben we besloten dat we klaar zijn in het park, morgen het park uitrijden ( dat is ook nog anderhalf uur rijden, en dan gaan proberen te rijden tot aan Twin Falls, Idaho. We zullen zien. Helaas hadden we vandaag ook weer geen internet, sterker nog, zelfs bijna nergens telefoonbereik, maar zodra we het weer hebben, zetten we het verhaal online.
Tot de volgende keer!
23 september 2012 – van Yellowstone National Park naar Twin Falls
Beste lezer,
Vandaag een minder lang verslag omdat we een flinke reisdag achter de rug hebben.
We zijn redelijk op tijd opgestaan ( wat heet op tijd, hè..? ) en stonden om tien voor acht bij de douches omdat we niet in de rij wilden staan zoals gisteren. De douches gingen ook echt precies pas om acht uur open. We hebben nog even wat staan kletsen met een paar Amerikanen. Over het algemeen zijn Amerikanen altijd wel zo dat ze een praatje met je beginnen als je ergens staat te wachten. Ik vind dat persoonlijk wel heel prettig. Ik denk dat we daar in Nederland nog wel wat van kunnen leren.
We rijden op tijd de campground af, en zijn niet de enigen. De campground gaat vandaag sluiten en om 12.00 uur moet iedereen van de campground af zijn. Dat zorgt voor nogal een geslinger om alle andere campers heen.
We moeten nog bijna een uur tot anderhalf uur rijden voor we het park uitrijden. Onderweg worden we nog een laatste keer geconfronteerd met overstekende bizons. Een grote groep waarvan er een aantal lange tijd op de weg blijven staan. Eén jeep komt uit het tegemoetkomende verkeer zetten om ze op te jagen. Of deze man nou wist wat ie deed, of een enorm risico nam, weet ik niet, maar het hielp wel. Toch lopen door het opjagen ook nu de bizons tot op een halve meter voorbij onze camper.
Als we het park uit zijn rijden we over de US 20 verder richting het zuiden. En tante Dolly, ik weet echt zéker, dat deze weg nog véél en véél saaier is dan de Loneliest Highway…
We slaan een bezoek aan Idaho Falls over, dit stond toch al niet echt op de planning. Bedoeling is om vandaag tot aan Twin Falls te komen. Bij Idaho Falls gaan we daarom ook zo snel mogelijk over op de Interstate 15 richting Salt Lake City, maar nemen bij Pocatello de I-86 naar het westen. We slaan bij de eerste afslag meteen weer wat eten en drinken in bij de Walmart, en proberen bij de Starbucks de mok van Idaho te scoren. Helaas, die hebben ze niet. We zullen er vanavond op het internet later achterkomen dat die ook niet bestaat…
Rond een uur of half zes komen we aan bij de KOA bij Twin Falls. Er zijn maar weinig campgrounds rondom Twin Falls en deze lag het verste bij de Interstate vandaan. Vandaag betalen we $ 33,-, in ieder geval een stuk minder dan de ruim $ 50,- van de afgelopen nachten.
Morgen zullen we een kijkje gaan nemen bij de Shoshone Falls, de watervallen bij Twin Falls. Vervolgens zullen we onze weg vervolgen over de US 93 naar het zuiden, en de I-80 naar het westen, om zo ver mogelijk richting Lake Tahoe te komen. Of we morgen internet hebben is weer even afwachten.
Tot de volgende keer!!
24 september 2012 – van Twin Falls naar Carson City
Beste lezer,
Vanmorgen hebben we voor het eerst de wekker gezet. Omdat we een groot stuk willen rijden en ook ’s ochtends nog wat willen doen, moesten we gewoon zorgen dat we er vroeg uit zouden gaan.
Om zeven uur loopt de wekker af, en na het opfrissen onder de douche stappen we in de camper en rijden we eerst voor het ontbijt weer richting de IHOP. Weer heerlijk ontbeten met worstjes, spek, roerei en pannenkoeken met appel-kaneel compote en slagroom. We zitten meteen weer vol voor ontbijt en lunch tegelijk. Ook vraagt de camper weer om de volgende tientallen liters brandstof. Ongeveer elke 200 tot 250 miles ( 320 tot 390 km. ) vraagt hij om ongeveer $ 100,- aan brandstof. Dus $ 1,- voor ongeveer 3,5 km. rijden. Valt op zich te overzien, maar als je dit elke dag tankt, dan wordt je toch wel wat huiverig als je creditcard weer tevoorschijn moet komen.
We rijden door Twin Falls heen en zijn op zoek naar de Shoshone Falls. Met behulp van een kaart en de GPS kunnen we de juiste weg vinden, want het staat bijna nergens aangegeven. Alleen midden in de stad zien we op een gegeven moment een klein bruin bordje dat aangeeft dat het nog twee miles is naar de volgende afslag, die ernaar toe leidt.
Uiteindelijk komen we bij de ingang en worden hartelijk begroet door de man die de entree verzorgt. Het kost $ 3,- entree per voertuig. Hij zag direct aan ons dat we uit Europa komen ( hoewel de meeste Amerikanen denken dat we Duitsers zijn…?? ) en vond die mensen altijd zo vrolijk en aardig. Ik vertel de man dat wij dat altijd van Amerikanen vinden.
Hij vertelt ons dat de watervallen op dit moment niet veel water krijgen, wat ik eigenlijk al dacht, en duidt ons op de foto van de folder en zegt: ‘droom maar van die foto, anders is de teleurstelling helemaal zo groot’.
We komen na een paar bochten aan bij de parkeerplaats, en die blijkt op één auto na helemaal leeg. En inderdaad: er valt bijna geen water omdat dat vooral in het voorjaar en najaar ( richting half/eind oktober ) gebeurd. Toch is het een mooie omgeving en is het leuk om er geweest te zijn. Ook vinden we er nog een cache die ingeladen hadden in de GPS. Er zouden twee TB’s in moeten zitten, maar helaas… Voor mij kost het ook wat moeite om de rotsen omhoog te klimmen, hij ligt hemelsbreed ongeveer tien meter hoger, maar toch lukt het me ook om boven te komen.
Als we de cache gelogd hebben gaan we weer terug naar de camper en rijden terug de stad in. We halen bij de Starbucks een koffie, en dus helaas geen mok… en gaan vervolgens op reis.
We rijden via de Highway 93 naar het zuiden. Na ongeveer 40 miles komen we weer in Nevada aan. We hebben inmiddels al heel wat staten gezien: we zijn begonnen in Californië, toen naar Nevada, Arizona, Utah, Idaho, Wyoming, Montana, weer naar Idaho en nu weer in Nevada.
Zodra we weer richting Nevada komen vind ik persoonlijk het landschap ook weer wat mooier worden. Ik hou niet zo van de uitgestrekte boerenlanden en grasvelden ( vooral veel gele kleuren ) in Idaho. Direct zodra je bij Nevada komt komen de rotsachtige bergen en het woestijnlandschap weer in beeld. Bij het plaatsje ‘Jackpot’ ( what’s in a name…) komen we gokstaat Nevada weer binnen.
We rijden door tot aan waar de 93 de I-80 kruist, bij het plaatsje Wells, en rijden vervolgens de Interstate op richting het westen. Op deze Interstate is werkelijk helemaal niets te beleven, zelfs bijna geen mogelijkheden tot tanken of eten. Maar we wilden de snelst mogelijke manier om meer naar het westen te komen.
We rijden flink door en winnen zelfs weer een uur tijd terug omdat we weer in de Pacific Time Zone komen. In eerste instantie dacht ik tot ergens bij Winnemucca te komen, maar het is pas half drie als we daar ongeveer zijn.
We besluiten zover mogelijk richting Lake Tahoe te komen, ons volgende doel. Bij de kruising van de I-80 met de Highway 95 gaan we naar het zuiden, om nog een stuk op Highway 50 te komen.
Wat een verlossing is het om op de 50 te rijden. De I-80 is werkelijk een oerslechte weg met enorm veel gaten, hobbels en ribbels door al het zware vrachtverkeer wat er door de jaren heen overheen is gegaan. De US 50 is net opnieuw geasfalteerd en rijdt heerlijk door. Op veel plaatsen waar er nog geen twee om twee banen liggen zijn ze aan het werk om dat wel zo te krijgen.
Bij Fallon, waar we op de 50 kwamen, zou een RV-park zitten volgens het Good Sam-boek. Dat is een groep waarbij campingeigenaren zich kunnen aansluiten, en mensen die er lid van zijn krijgen 10% korting op de staplaats. Helaas, wat ik al dacht, ligt het park récht naast de weg. Dat hadden we afgelopen nacht ook al met de KOA-camping bij Twin Falls, en we hebben bijna geen oog dicht gedaan. Dus maar niet nog een keer.
We besluiten dan maar meteen door te rijden tot aan Carson City, de hoofdstad van Nevada. Hier hebben we ook een RV ‘Resort’(!) in het boek staan, die gewaardeerd staat met voor de ligging een 9,5 als cijfer… Zou dus goed moeten komen.
Het is nog een flink stuk rijden uiteindelijk, zeker ook als we Carson City door zijn, zijn we er nog niet helemaal, en uiteindelijk is het half zeven plaatselijke tijd als we aankomen bij een RV plaats, die náást de US 50 ligt. Hoe komen mensen er bij om zo’n campground dan met een 9,5 voor ligging te waarderen, zou je zeggen? Geen idee, ligging en bereikbaarheid zijn wat mij betreft toch twee verschillende dingen.
Ik heb geen puf meer om nog verder te rijden. We hebben vandaag 480 miles gereden….bijna 800 km. Maar het voordeel hiervan is, dat we bijna twee dagen die we als rijdagen gepland hadden, gewonnen hebben.
Ik doe nog een was, we maken dit verhaal, en we eten nog wat, en hoe het slaapt, dat merken we straks wel.
Iedereen die tot nu toe gereageerd heeft: nogmaals, hartstikke leuk! Tot de volgende keer! De foto’s zijn uiteraard ook weer te zien op: http://michaelwesseling.magix.net/album#/alle-albums/
Wat ik anderen vergat te vertellen: vergeet niet door te scrollen naar beneden, naar het juiste jaar.
25 september 2012 – Lake Tahoe
Beste lezer,
Voor afgelopen nacht hebben we een hulpmiddel moeten inschakelen om in slaap te kunnen vallen. Ten eerste hadden de buren op de campground een apparaat aan wat constant hard stond te zoemen, ten tweede zaten we weer eens vlak langs de weg. Het lijkt wel alsof elke campground hier direct aan de grote weg ligt. Als je ook op google maps gaat zoeken, dan zie je ook als je gaat inzoomen, dat vrijwel elke campground direct aan een weg ligt, tenzij je voor een National Forest campground gaat. Wij mogen met de lengte van onze camper daar alleen meestal niet in.
Door de ventilator ( de ‘fan’) aan te zetten, zijn we door het zoemende geluid wat het andere geluid overstemt, toch in slaap gevallen. Rond een uur of zeven worden we weer wakker.
We moeten alleen tot negen uur wachten tot we kunnen douchen en kunnen betalen. Dan pas gaat het kantoor open.
We besluiten het vandaag toch rustig aan te doen. Na het douchen pakken we de camper en besluiten we een rondje om Lake Tahoe te gaan rijden. Tijdens het rondje zullen we proberen een paar caches te gaan zoeken. Ook hebben we alvast een campground gereserveerd tussen Placerville en Sacramento. Bij Lake Tahoe waren veel campgrounds $ 60,- tot $ 70,- per nacht. Nu hebben we er een voor $ 45,-.
We rijden vrijwel direct vanaf de campground US 50 op richting South Lake Tahoe. De weg begint direct met een enorme stijging, tot uiteindelijk ruim boven de 7000 feet, zo’n 2300 meter.
Ik wilde vlakbij de campground nog tanken voor $ 3,84, maar we passen er met onze RV niet onder het dak. ( goed opletten altijd! ). We hebben nog een kwart tank ongeveer, dus dat zien we later wel.
We rijden de ronde tegen de klok in, en vermijden het zeer toeristische South Lake Tahoe. We gaan richting Incline Village, en halen daar bij de Starbucks meteen koffie. En een mok! Van Lake Tahoe!
Ook kijk ik hier of we kunnen tanken, maar ook hier kunnen we bij geen enkel tankstation met onze camper onder het dak van het benzinestation. En de prijzen zijn hier ineens tussen de $ 4,29 en $ 4,49. In dezelfde staat, alleen iets toeristischer…
We gaan verder met ons rondje, maar komen er al snel achter, dat een rondje om dit meer, niet iets is wat je met de camper moet doen. Je kunt hem echt nérgens kwijt, of je mág hem nergens kwijt. De parkeerplaatsen bij supermarkten of restaurantjes zijn er niet op berekend. En vrijwel over de hele route staan langs de weg bordjes met dat parkeren of stoppen niet is toegestaan. Een tip: als je deze route ooit rijdt, rij hem dan met de klok mee, want dan heb je heel af en toe nog een uitsparing langs de weg waar je wel je – gewone – auto kwijt kunt. Wij beginnen ons al af te vragen waar tijdens het drukke wintersport seizoen iedereen z’n auto laat.
Uiteindelijk komen we in één dorpje, waar je maximaal twee uur langs de weg mag parkeren. Hier stappen we dan ook uit en lopen wat rond. Er staan geweldig mooie huisjes rond het meer. We eten wat in een gezellig restaurantje, kijken even aan het water en zoeken er nog naar een cache. Na inderdaad een uurtje of twee rijden we weer verder. Ook de rest van de route is het parkeren vrijwel onmogelijk. Uiteindelijk komen we na een paar uur vlakbij South Lake Tahoe uit, en vind ik ook eindelijk een benzinestation waar we met onze camper kunnen tanken. Voor $ 4,05, dus het valt nog mee ook. Helaas was de tank wel bijna leeg, en gaat er voor $ 170,- aan brandstof in… Overigens kunnen we nog maar 400 miles rijden, dan hebben we onze inkoop verbruikt van 2400 miles. We hebben er dus in 10 dagen tijd al 2000 verreden. Maar als het goed is, moeten we wel ongeveer uitkomen, en zo niet, dan kost elke extra mile $ 0,40.
We rijden vanaf South Lake Tahoe over de US 50 verder, in de richting van Placerville. Een enorm bochtige route, vrijwel alles bergafwaarts. Je daalt ongeveer 800 meter. Vrij vermoeid van toch weer een redelijk lange dag komen we rond half zeven op onze campground voor vannacht aan.
Morgen gaan we verder naar Vacaville. Daar zitten outlet malls. Aangezien dat alweer een tijdje terug is ( … ) mogen we daar wel even kijken.
Tot de volgende keer!!
26 september 2012 – Outlet Malls Vacaville
Beste lezer,
Vannacht prima geslapen op de KOA campground van Placerville, die niet in Placerville ligt…We waren zo’n beetje de enigen op de camping, met aan beide kanten helemaal niks naast ons en zo ver mogelijk van de weg vandaan. We vragen telkens bij het online reserveren van de plaatsen om een zo rustig mogelijke plaats en tot nu toe werpt dat geloof ik wel z’n vruchten af, hoe je het woord ‘rustig’ soms ook moet uitleggen.
Rond een uur of acht worden we wakker en het is flink warm buiten. Een heel verschil met de afgelopen dagen. We kunnen dan ook even heerlijk buiten ontbijten na het douchen, en pakken vervolgens de camper weer op en rijden terug de US 50 op, richting Sacramento.
Onderweg, vlakbij Sacramento gaan we er bij de Starbucks even af om koffie te drinken, en te kijken of ze toevallig de mok hebben van deze plaats. Helaas hebben ze alleen die van Californië. We blijven even buiten zitten om te genieten en na een half uurtje gaan we verder. De medewerkster van de Starbucks zei dat we anders misschien meer richting de stad zelf moesten kijken of ze de mok hebben, want hij bestaat wel.
We pakken een andere afslag bij Sacramento en kijken daar nog even, maar ook daar hebben ze hem niet. Waarschijnlijk zul je er echt de stad voor in moeten om hem te kunnen kopen. Dat gaan we even niet doen met de camper.
Bij Vacaville gaan we van de weg af richting de Premium Outlets. Het is altijd weer even afwachten hoe de winkels ingedeeld zijn. Sommigen zijn overdekt, sommigen zijn dicht op elkaar gebouwd maar niet overdekt, en sommigen, zoals deze, zijn aan twee kanten van de doorgaande weg gelegen met in het midden grote parkeerplaatsen. Dat betekent dat je een grote afstand moet lopen om alle winkels af te gaan.
Ik kan eigenlijk weer in geen enkele winkel iets vinden. Bij de Guess haalt Madelon wel weer een broek, een jas en twee shirtjes. Maar na drie uurtjes winkelen hebben we het wel weer gezien. Het is inmiddels tegen half vier en we gaan richting de campground die we gereserveerd hebben voor vandaag. We zitten op het Vineyard RV Park bij Vacaville. Dat was degene die het meest interessant leek en het verste van de weg af. Ook waren de paar recensies die er waren, wel in orde.
Bij aankomst lijkt het in eerste instantie niet veel soeps, want de plaatsen aan de weg staan alleen maar in grind, dicht op elkaar en dicht aan de weg. Gelukkig blijken wij na het inchecken op een – relatief – schitterende plaats te komen staan, met achter onze plaats een groot grasveld met bomen, waar we lekker kunnen zitten, zodat we niet midden in het stof hoeven te zitten. Ook hebben we rechts naast ons niemand staan, en links naast ons zijn de ‘vaste’ bewoners niet bij hun camper aanwezig. Lekker rustig.
We lezen nog een tijdje wat en gaan morgen richting Petaluma, voorlopig de laatste campground voor 5 dagen, de laatste nacht zullen we doorbrengen in de buurt van de camperverhuurder. Overigens is ook de campground in Petaluma flink duurder geworden. Voor doordeweekse dagen rekenen ze inmiddels $ 50,- en in het weekend $ 60,-!!! Bijna 20% duurder dan drie jaar geleden. Maar goed, het zit lekker dicht bij San Francisco, ongeveer 20 miles rijden, en het is een mooie campground. We zullen nog wat korting eruit proberen te onderhandelen.
Tot de volgende keer!!
27 september 2012 – van Vacaville naar Petaluma
Beste lezer,
Vannacht heerlijk geslapen op Vineyard RV Park, afgezien van een haan die vlakbij ’s ochtends om vijf uur begint te kraaien. Even de ventilator aan, die meer lawaai maakt dan de haan, en het slapen gaat weer.
We doen het vandaag weer even rustig aan. We hebben geen haast om weg te komen, of om op de volgende campground aan te komen.
Na het douchen en ontbijten pakken we de camper op en op 500 meter van de campground pikken we nog even een cache op. Aangegeven als een ‘small’ maar voor Nederlandse begrippen een ‘nano’, dan kun je dus wel even zoeken ja. Gelukkig zag Madelon hem in de boom hangen met een klein verfrommeld papiertje erin. Jammer.
We rijden de I-80 op richting het westen en gaan er bij Napa af om via de Highway 12 en de 29 naar de Premium Outlets in Napa te rijden. ( ….) Deze zijn wat kleiner, met maar 50 winkels. Ondertussen lopen we al lang niet meer alle winkels af. Madelon koopt bij de Banana Republic een pak voor haar werk en we lopen nog even de Guess binnen. Helaas, de aktie die ze hadden ‘buy one, get one 50% off’, geldt niet meer… En we hadden juist allebei nog voor een horloge willen kijken, en dachten: dat doen we dan wel in de volgende Outlet Malls. Jammer, dat had ons toch $ 40,- gescheeld. We laten het nu dus maar voor wat het is, toch wel een grote teleurstelling, maar eens te meer het teken: als je wat wilt, koop het dan meteen.
Als we bij de Outlet Malls klaar zijn rijden we verder richting Petaluma. We checken in bij de campground en schrikken toch nogmaals wel enorm van hoe de prijzen gestegen zijn. De prijzen die wij per mail hadden doorgekregen waren nog exclusief tax ook, dus nu zijn de nachten doordeweeks bijna $ 60,- en in het weekend bijna $ 70,-. We zijn echt nog nooit zo duur uit geweest met onze campgrounds. Maar het verschil is ook dat de euro ten opzichte van de dollar twee/drie jaar geleden nog € 0,66 was, en nu al € 0,80. Dat scheelt enorm op een hele vakantie.
De plek die we toegewezen hebben gekregen zijn we ook niet zo blij mee. Het is een krappe plek en we staan niet op een geasfalteerde plek maar weer midden in het grind en onder grote bomen. We kunnen dus ook niet echt lekker in het zonnetje zitten aan het einde van de dag.
We zoeken naar andere vrije plekken die ons beter bevallen en vragen bij de receptie of we die misschien kunnen gebruiken. Helaas zijn bijna alle plekken voor het weekend al vooruit gereserveerd, blijkbaar weten mensen dus precies welke plek ze moeten reserveren. Dat zou betekenen dat we één nacht op die plek kunnen staan, dan weer twee nachten niet, en dan weer twee nachten wel.
We besluiten dan de laatste twee nachten wel op die plek te willen staan. Dan maar even doorbijten de eerste drie nachten, en gewoon zo lang mogelijk weg blijven op de dag.
Madelon heeft bij knutselwinkel ‘Michael’s’ nog een aantal cupcake artikelen gekocht die in Nederland duurder zijn en ik koop bij een hele grote kledingwinkel nog een t-shirt van Levi’s voor € 11,-. Ben ik ook weer tevreden…
Morgen gaan we naar San Francisco. Eerst met de camper naar Larkspur, vanwaar een ferry in een half uur naar het centrum van San Francisco vaart. De grootste uitdaging schijnt te zijn, of we de camper wel kunnen parkeren bij de ferry…We zullen het beleven! Tot de volgende keer!
28 september 2012 – San Francisco
Beste lezer,
Onze eerste nacht op de KOA-campground in Petaluma zit erop. Madelon heeft niet geslapen, ik heb prima geslapen. Om 07.00 uur gaan we eruit. We douchen ons ( waarbij ik uiteraard met m’n slaperige hoofd in een hokje stap waar op het deurtje staat ‘out of order’ ) en stappen direct in de camper. Ontbijten gaan we weer even doen bij de IHOP, die ligt drie minuten rijden van de campground vandaan. Madelon neemt weer de New York Strawberry-Cheesecake Pancakes en ik neem vier pannenkoeken met aardbeien, bananen en slagroom, overgoten met aardbeiensaus. Erg lekker! En een jus d’orange. Om te compenseren…
We rijden na het eten de Highway 101 op richting San Francisco, om precies te zijn richting Larkspur. Hier willen we de camper achterlaten om de veerboot te nemen naar San Francisco. Dit duurt een half uur en dan kom je direct in het centrum uit.
Wel eerst de camper zien te parkeren. Vorige keer mochten we hem parkeren op de parkeerplaats van het tegenovergelegen hotel. Op de parkeerplaats van de veerboot zelf is het namelijk niet toegestaan om te parkeren met de camper.
We rijden naar het hotel toe en vragen of we er morgen parkeren, net als vorige keer. Helaas. Het mag niet.
Dat was eigenlijk onze enige echte optie, en dat brengt ons nu toch wel in een heel moeilijk parket.
We kijken bij het winkelcentrum dat vlakbij zit, maar daar mag je inderdaad maar maximaal drie uur parkeren. Dat zei de receptionist van onze camping ook al, die dit adviseerde, maar hij zei dat er niet op gecontroleerd wordt. Toch ga ik het niet proberen. Je hebt geen idee of er toevallig wél op gecontroleerd wordt, en je staat raar te kijken als je camper is weggesleept als je terugkomt, hoewel ze zo’n ding misschien niet zomaar wegslepen. Toch valt zo’n camper tussen al die auto’s natuurlijk enorm op, zeker als ie er de hele dag staat. En ik zit gewoon niet lekker, twintig kilometer verderop, als ik niet zeker weet hoe het ervoor staat met de parkeerplaats.
We rijden het halve dorp rond maar kunnen niks vinden. Dan toch maar met de camper zelf richting San Francisco, en kijken of we ergens aan de buitenkant kunnen parkeren.
We proberen het ook nog bij de veerboot een plaatsje verderop, bij Sausalito, maar ook hier kunnen we geen parkeerplaats voor de camper vinden. Als we vanuit dit dorpje de US101 weer oprijden zitten we eigenlijk direct op de Golden Gate Bridge. De eerste keer dat we eroverheen rijden. Het is enorm mistig, en de brug is behoorlijk smal voor een camper. Je mag ook alleen maar op de rechter rijstrook rijden. Aan het einde van de brug moet je $ 6,- betalen. Dat is alleen als je de stad in gaat, als je de stad uit rijdt hoef je niet te betalen.
Vlak na de brug gaan we op zoek naar parkeerplek. Er zijn veel parkeerterreinen afgesloten, omdat er een of ander evenement is in de stad. Uiteindelijk vraagt Madelon aan een politieagent waar we mogen parkeren. Die geeft aan dat we op de parkeerplaats vlak bij de brug tot half vijf mogen blijven staan, en als we iets verder rijden is er een parkeerplaats langs de kust, en daar mag je onbeperkt staan. Die parkeerplaats nemen we dan ook, en die is helemaal leeg. Gelukkig, de camper zijn we kwijt, nu nog naar de stad.
We willen eerst naar het Golden Gate Park, we hebben de GPS meegenomen om een paar caches te zoeken. Het park ligt er vol mee. We nemen bus 29 en vragen waar we uit moeten stappen. Een busrit met de Muni ( je hebt busbedrijf Muni en BART ) kost je $ 2,-, ongeacht waar je heen gaat. Je mag ook overstappen, maar dan moet je binnen 90 minuten je reis vervolgen, en beëindigd hebben op de tijd die op je overstapkaartje staat. In principe heel erg goedkoop openbaar vervoer dus. Bij de buschauffeur doe je in de automaat óf 2 dollarbiljetten, óf 8 kwartjes in een bakje dat automatisch telt, en dan geeft de chauffeur je het kaartje.
We stappen uit bij het Golden Gate Park, een gigantisch groot park waar zelfs gewoon auto’s doorheen rijden, en gaan op zoek naar wat caches. Het valt alleen erg tegen hoe nat het is. Het is enorm mistig, zo mistig dat het ligt regent en alles is drijfnat, vooral het gras en de bosjes, waar de caches vaak verstopt liggen. We vinden één nano ( ter grootte van een vingerhoedje ) en dat stond dus weer aangegeven als een ‘small’. Maar goed, toch weer een gevonden.
Omdat ik er de kleding en schoenen niet echt voor aan heb om vies te worden, en in natte struiken zoeken ook niet echt prettig is, besluiten we het cachen te laten voor wat het is en nemen de bus richting Market Street, kruising met Powel Street. Hier ligt een gigantisch winkelcentrum, genaamd Westfield Centre, met ruim 130 winkels, met daarop aangesloten ook een Bloomingdales en een Nordstrom, gigantische warenhuizen.
Eerst gaan we bij de Starbucks even wat te drinken halen, en onze San Francisco mok! Helaas kun je niet even rustig zitten bij deze vestiging, dus gaan we in de hal van het winkelcentrum zitten.
We hebben gisteren overigens al even ‘proefgepakt’ met de bagage, en we mogen nog bijna 6,5 kilo spullen inkopen voordat we aan ons maximum gewicht zitten…
We lopen naar de eerste winkels en bij de Guess koopt Madelon alvast een horloge. Ik zie er ook wel twee die ik mooi vind, maar om ze nou alletwee te kopen… De één kost $ 105,-, de ander $ 195,-. En ze zijn allebei mooi. Ik kan geen keuze maken en kijk misschien later nog wel even want er zitten toch geen kortingen aan verbonden.
We struinen alle verdiepingen af en als we dit winkelcentrum hebben gehad gaan we door naar de Macy’s, Neiman Marcus en lopen nog wat door de straten van het centrum. Verder kopen we verbazingwekkend genoeg niks meer, hoewel er genoeg te kopen is.
Het is inmiddels alweer 16.00 uur en ik heb er ook alweer een behoorlijke dag opzitten met wandelen en slenteren. We gaan de bushalte weer opzoeken om terug naar de camper te komen.
In de bus kopen we weer twee kaartjes voor $ 2,- en gaan een lange busrit tegemoet. Na een half uur in de bus moeten we overstappen, maar niet op de plek waar wij dachten maar al veel eerder. Het lijnnummer waarin wij zaten stopt op die plek, en wordt overgenomen door een collega van hetzelfde lijnnummer. Daar moeten we alleen nog twintig minuten op wachten tot die bus pas eindelijk voor komt rijden. En hij zit bijna volledig vol, terwijl we net nog in een bijna lege bus zaten. Raar verhaal.
We rijden naar ons eigenlijke overstappunt waar we nog tien minuten moeten wachten op de bus voor het laatste stuk. We zijn uiteindelijk rond half zes bij de camper, en we stonden kwart over vier bij de eerste bushalte. Een uur en een kwartier dus om van het ene deel van de stad naar het andere deel te komen.
Dat was dus wel het voordeel van dat we de vorige keer de camper konden parkeren bij de veerboot: binnen een half uur zaten we in het centrum van de stad. Nu kostte ons dat een uur en een kwartier, en we moesten 15 miles extra rijden om op de parkeerplaats te komen vanwaar we verder met de bus gingen.
Op de terugweg komen we nog flink in de file, maar dat was het risico van om die tijd reizen. Uiteindelijk komen we om half acht op de campground aan.
Morgen weer een nieuwe dag, even kijken wat we dan gaan doen. We hebben nu wel weer nieuwe foto’s van vandaag.
Tot de volgende keer!
29 september 2012 – San Francisco
Beste lezer,
Vannacht gelukkig weer prima geslapen. We worden wel op tijd weer gewekt door een kraai maar 07.00 uur is een mooie tijd.
We gaan er weer op tijd uit want we gaan weer proberen in San Francisco te komen.
We douchen weer en gaan wéér eten bij de IHOP. Zorgen dat we genoeg gegeten hebben zodat we voorlopig weer even vooruit kunnen.
We rijden met de camper over de Highway 101 en ik ga er toch even af bij Larkspur, waar we gisteren de camper niet kwijt konden.
Nu blijken we inderdaad langs de weg, vlakbij de haven van de veerboot, de camper kwijt te kunnen. We lopen naar de haven waar we kaartjes kopen. Het kost $ 18,- per persoon voor een retour. De boot brengt je naar het centrum van San Francisco en doet er, vreemd genoeg, doordeweeks 30 minuten over, en in het weekend 50 minuten.
Het is dus wel vrij prijzig vergeleken met doorrijden, maar je bespaart de buskaartjes en de tol voor de Golden Gate Bridge, en een hoop tijd.
We zijn erg vroeg, we hebben nog bijna een uur de tijd voordat we vertrekken, dus lopen we naar de Starbucks die in de buurt zit, en gaan daar lekker op het terras zitten met een koffie.
Om 11.40 uur vertrekt de veerboot. We gaan op het buitendek zitten zodat we mooi uitzicht hebben op de omgeving. Onderweg zien we in de verte de Golden Gate Bridge, in de wolken gehuld.
Rond een uur of half een zijn we in San Francisco.
We lopen de stad in, met de groothoeklens in de aanslag, om de hoge gebouwen beter te kunnen fotograferen. Bij het Embarcadero centrum kijken we even bij de winkels, maar dat zijn er minder dan we dachten. Bovendien is het hier helemaal uitgestorven, blijkt, in het weekend. Het draait vooral doordeweeks omdat het onderdeel is van het Financial District, waar alle banken zitten.
We lopen ook langs de Trans America Pyramid, een wolkenkrabber die spits toeloopt en speciaal gebouwd is tegen zeer zware aardbevingen.
Stukje bij beetje lopen we steeds verder het centrum in. Hier hangen we de rest van de dag rond. Madelon koopt nog twee paar schoenen en ik krijg het horloge dat ik bij de Guess gezien heb alvast cadeau voor mijn verjaardag. Een schitterend cadeau.
We weten het aardig lang vol te houden, en dat moet ook wel want de eerstvolgende boot terug gaat in het weekend pas weer om 18.30.
We hebben een flink eind gelopen en veel foto’s gemaakt en staan rond half zes weer bij het ‘Ferry Building’, het gebouw vanaf waar we terugvaren. Op het plein blijven we nog even zitten om rond te kijken wat er zoal op straat gebeurd.
Om vijf voor half zeven vertrekt de boot terug en om kwart over zeven staan we weer op de pier bij Larkspur, waar we de camper terugpakken. We moeten nog ongeveer een half uur terugrijden, wat in dit geval ook echt een half uur is, omdat er op zaterdag geen files zijn.
Het is weer een lange dag geweest, morgen weten we nog niet wat we gaan doen. We hebben nog drie dagen met de camper, dan moet ie ingeleverd worden. We zullen wel over ons aantal mijlen heen gaan, want we hebben er nog maar 80 over…
Tot de volgende keer!
30 september 2012 – Point Reyes Seashore
Beste lezer,
Vandaag heerlijk uitgeslapen, tot lekker laat. We gingen ook pas om half een naar bed na een aantal kaartspelletjes ‘pesten’ met de kaarten die we hier op de campground hadden gekocht. Erg bizar, een kaartspel zonder jokers…
Om half tien gaan we er uit. Het is al flink warm, het is hier sowieso een heel verschil met San Francisco, 30 miles verderop. We ontbijten buiten en besluiten vandaag richting Point Reyes National Seashore te gaan. Dat is een groot natuurgebied, een soort landtong, ten noordwesten van San Francisco, en vanuit Petaluma precies naar het westen. De route gaat over de Petaluma-Point Reyes Road richting het westen, tot aan Point Reyes Station, een dorpje met iets meer dan 300 inwoners waar het ongekend druk is. We vervolgen onze weg langs Inverness en Sea Haven. Het is erg druk op de weg en regelmatig ga ik aan de kant voor mensen die dik boven de toegestane snelheid willen rijden. Vaak rij ik dan al 5 miles harder dan m’n teller aangeeft, omdat ik er door diverse meetpunten achter ben gekomen dat dat m’n werkelijke snelheid is.
Bij Sea Haven gaan we linksaf de natuur in, je komt werkelijk niks meer tegen vanaf hier, en het is nog bijna 25 kilometer rijden naar het einde van de route, waar een vuurtoren staat boven hoge rotskliffen. Daar is het einde van de route om bekend: om z’n diepe rotskliffen boven de zee.
Ik had nog een kwart tank benzine, wat genoeg moet zijn voor 100 miles of meer, maar ondertussen begon ik hem toch wel een beetje te knijpen, omdat de route toch een heel stuk langer is dan gedacht. Hij staat nu op 1/8ste, en we moeten nog een stuk, en ook nog terug natuurlijk. Elke keer als ik denk dat we er na de volgende bocht wel zijn, dan zie ik in de verste verte over de bochtige wegen nog auto’s omhoog kruipen.
Toch weet ik wél dat we met 1/8ste tank nog zéker 50 miles kunnen rijden, dus ruim 80 kilometer, en zó ver kan het niet zijn, want de hele route vanaf het laatste dorpje was 25 kilometer.
Dus toch maar doorrijden. En uiteindelijk krijgen we dan aan het einde van de weg een schitterend uitzicht over de kust en zien we een, voor zo’n afgelegen gebied, groot aantal auto’s staan.
We lopen een flink stuk naar boven en komen uiteindelijk bij het Visitor Center. Dit gebied valt onder beheer van de National Park Service, maar je hoeft er geen entree voor te betalen. We zien ook de vuurtoren staan, een relatief kleine toren, maar lopen er niet heen. Er loopt een hele lange trap naar beneden, die je dan ook weer terug omhoog moet lopen. Er stond een waarschuwingsbord bij dat je het ervaart als het beklimmen van een gebouw van 30 verdiepingen. Dat probeer ik nog maar even niet uit, hoewel ik wel het idee heb dat ik steeds ‘normaler’ begin te lopen.
We maken wat foto’s, kijken wat rond en gaan weer op de weg terug. Zeker de weghelft op de weg terug is écht heel slecht. Vol met hobbels en kuilen. Daarnaast is de route ook flink bochtig en heuvelachtig, en voor een camper soms redelijk smal.
Uiteindelijk komen we met de meter nog steeds op 1/8ste tank terug in het toeristische Point Reyes Station. We tanken daar, voor $ 4,43 maar liefst, en rijden terug richting Petaluma.
Daar kijken we nog even bij de Outlet Malls, waar we deze keer nog niet waren geweest. Madelon koopt nog een shirtje van Calvin Klein voor € 16,- en ik koop het luchtje ‘the one’ van Dolce & Gabanna, 50 ml. voor maar $ 40,-, dus € 32,-. Erg goedkoop dus, en die van mij was bijna op. Gebeurt niet vaak dat ik een flesje leeg maak, meestal begint het luchtje me na een tijdje te vervelen en geef ik de halve inhoud weg.
Terug op de campground kunnen we op onze nieuwe plek ( we zijn inmiddels verhuisd naar een zijplaats ) nog even lekker buiten zitten. De temperatuur was inmiddels opgelopen ’s middags naar 97 Fahrenheit, dus zo’n 34 Celcius. Wel staat er een verkoelend windje, en koelt het relatief snel af zodra de zon begint te zakken.
Terwijl we op onze stoeltjes zitten krijgen we nog gezelschap van drie pauwen die op de camping rondscharrelen. We geven ze wat koekkruimels ( nee, in dit geval is een ‘fed animal’ geen ‘dead animal’ want ze worden constant gevoederd ) en op een gegeven moment eten ze die zelfs uit de hand van Madelon.
Ik draai de laatste was voor deze vakantie en dan is de dag langzamerhand weer voorbij. Morgen gaan we nog een keer naar San Francisco, we hebben kaartjes gereserveerd voor Alcatraz en gaan daarna uiteraard ook nog wat rondslenteren op Pier 39 en Fisherman’s Wharf. We gaan wél weer proberen om onze camper weer langs de weg te parkeren zodat we met de veerboot kunnen, maar omdat het een werkdag is, vraag ik me af of dat lukt. Om daar rekening mee te houden gaan we ruim op tijd weg, want anders moeten we doorrijden over de Golden Gate Bridge en dan nog met de bus naar de pieren.
We laten weten hoe het gegaan is. Tot de volgende keer!
1 oktober 2012 – San Francisco en Alcatraz
Beste lezer,
Vandaag onze tweede mogelijkheid om op een goeie manier in San Francisco te geraken. We moeten vandaag echt op tijd er uit want we hebben kaarten gereserveerd voor Alcatraz, en als je die niet op tijd ophaalt, heb je gewoon pech. De boot vertrekt om 11.00 uur en om 10.30 moeten we de kaarten opgehaald hebben.
We gaan er om tien voor zeven uit zodat we om kwart over zeven in de camper zitten. Ik ga uit van files richting San Francisco, en van de mogelijkheid dat we de camper niet in Larkspur kwijt kunnen om met de veerboot te gaan.
Inderdaad komen we flink in de file terecht. Vergeleken met hier zijn de files in Nederland kinderspel, maar het voordeel is dat het hier over het algemeen wel blijft rijden. Wij kunnen de carpoolstrook pakken, want die is bedoeld voor mensen die met twee of meer personen in de auto zitten, en dat scheelt zeker een heel stuk. Soms rijden met 60 m/ph langs een stilstaande file. Iedereen rijdt zo hard op die carpoolstrook dus blijkbaar is het normaal. Toch komen we ook daar uiteindelijk op in de file. We zijn rond half negen in Larkspur, een uur en tien minuten over gereden dus, normaal is een half uur.
We kunnen de camper gelukkig kwijt al is het aantal plaatsen langs de weg wel een stuk minder, er is genoeg ruimte. De volgende veerboot gaat om tien voor half tien, dus lopen we nog even naar de Starbucks die vlak achter de parkeerplaats ligt.
Om tien voor half tien zitten we op een bomvolle boot richting San Francisco. De boottocht duur een half uur en we lopen direct door naar Pier 33, vanaf waar de boten naar Alcatraz vertrekken. We lopen er ongeveer twintig minuten over en het is er een drukte van belang. Inderdaad zijn alle kaarten voor vandaag al verkocht. Dus goed dat we gereserveerd hadden. Het is overigens geen goedkope hobby, want we zijn met z’n tweeen $ 56,- kwijt.
Nadat we de kaartjes hebben opgehaald gaan we in de gigantische rij staan en je wordt langs een ‘verplichte’ fotograaf geleid, waarvan je de foto ( 2 dezelfde ) later mag kopen voor $ 22,-. Andere keer misschien…
Helaas ben ik m’n petje vergeten. Niet heel raar, want zo heel vaak is het niet volledig onbewolkt en warm in San Francisco. Wel vandaag: de temperatuur begint richting de 30 graden te klimmen en we staan volop in de zon. Gelukkig is een deel van de rij overkapt.
De boottocht duurt ongeveer een kwartiertje. Op het eiland staat iemand van de National Park Service klaar die iedereen uitlegt hoe je je gang kunt gaan, je mag namelijk zelf alles bekijken. We bekijken eerst een korte film over de geschiedenis van Alcatraz. Vervolgens doen we de audio-tour: je krijgt een hoofdtelefoon met een apparaatje mee wat het verhaal vertelt, en die is er ook in het Nederlands. We worden door het hele complex gestuurd, komen langs alle cellen, door de bibliotheek, op de luchtplaats en in de eetzaal. Erg leuk om alles te zien maar wel écht enorm druk. Foto’s maken zonder andere mensen erop is zo goed als onmogelijk, toch lukt het ons wel op de luchtplaats. Helaas is de kenmerkende watertoren zoals je die misschien gezien hebt in Escape from Alcatraz, volledig ingepakt omdat deze gerestaureerd wordt.
Om kwart over elf waren we op het eiland, wij nemen de boot van 14.05 terug. Je mag zelf beslissen welke boot je terug neemt namelijk, al kan het zijn dat als je te laat bent, een bepaalde boot vol is en je moet wachten op de volgende.
We komen weer op Pier 33 aan en lopen verder richting Pier 39 waar allemaal shopjes en restaurantjes zitten. We eten wat ‘matigs’ in een pizzeria en lopen vervolgens weer verder langs alle shopjes. Ik koop meteen even een petje met ‘SF’ erop voor $ 6,- zodat m’n hoofd weer beschermd is. Op Alcatraz waren ook wel petjes te koop maar die waren $ 16,-.
We lopen verder over Fisherman’s Wharf en door naar Ghirardeli Square. Vervolgens via een aantal tussenstraatjes door naar Lombard Street waar we het bochtigste straatje nog een keer bewonderen. Tijdens de tour van de KOA, drie jaar geleden, hadden we hem al even vanuit de verte gezien, nu kunnen we hem zelf lopend nog dichterbij bekijken. Het wemelt er van de mede-toeristen, vooral Japanners, die onderaan de straat de naar beneden komende auto’s staan te fotograferen. De klim naar Lombard Street toe was overigens een van de meest steile ‘straatklimmen’ die ik ooit gedaan heb.
Als we hier nog even hebben rondgekeken is het inmiddels richting 17.00 uur. We gaan een bus opzoeken die ons terugbrengt in de richting van het Ferry Building. We willen de boot van 18.20 halen en dat lukt: om 18.00 uur zijn we bij het gebouw.
Nogmaals: de afstanden zijn relatief klein in San Francisco, en het openbaar vervoer is natuurlijk gewoon goedkoop, maar kan werkelijk ‘uren’ duren voor je ergens bent.
De boot zit weer helemaal vol en om 18.50 staan we weer in Larkspur. Om 19.00 uur zitten we in de camper en nu rijden we zonder files terug naar Petaluma waar we om 19.30 weer arriveren.
Laatste nacht op deze camping. Morgen gaan we naar onze laatste campground, dichtbij de camperverhuurder, zodat we daar de camper woensdagochtend kunnen inleveren.
We kunnen helaas nog niet alle foto’s van Alcatraz laten zien omdat we er veel met onze telefoon hebben gemaakt. Die deed het namelijk stukken beter als we ergens binnen zijn, maar die moeten eerst nog naar onze computer verstuurd kunnen worden, en dat gaat niet zo makkelijk met traag internet. Wordt vervolgd…
Tot de volgende keer!
2 oktober 2012 – van Petaluma naar San Leandro
Beste lezer,
Vanochtend de laatste ochtend wakker geworden op de campground in Petaluma.
Het is alweer flink warm, de zon schijnt weer vol uit, zonder een wolkje aan de lucht, de derde dag achter elkaar.
We gaan het vandaag weer rustig aan doen, gisteren hebben we alweer genoeg gehaast, en de komende twee ( of eigenlijk drie ) dagen worden flink vermoeiend.
Na het douchen bellen we naar de campground die het dichtste bij de camperverhuurder ligt om te kijken of ze plek hebben. De naam ‘Trailer Park Haven’ ( dus geen ‘heaven’ ) doet al het ergste vermoeden maar we zullen even een nacht door moeten bijten. De prijs valt wel enorm mee, de goedkoopste van deze vakantie volgens mij, voor $ 30,- hebben we een plek met full hook-up.
We gaan nog even lekker buiten zitten tot een uurtje of half elf. Dan pakken we de camper weer op en rijden naar de IHOP voor ons laatste ontbijt daar. We laten ons weer verwennen door allerlei heerlijke zoetigheden, spek, worstjes en roerei.
Vervolgens wil Madelon nog even naar de Michael’s ( heeft iets met Michael blijkbaar ) om de kortingsbon te verzilveren die ze bij haar vorige aankoop kreeg. Ze krijgt nu 40% korting op een artikel naar keuze en ze koopt daarmee een mal met figuurtjes erin om taarten te versieren.
Het is inmiddels al bloedheet, het is nu twaalf uur, waarschijnlijk tegen de 30 graden.
We pakken de camper en hebben afgesproken dat we, om het af te leren, nog één keer een bezoek brengen aan een Outlet Mall: we bezoeken die in Napa nog een keer, omdat die relatief goed op de route ligt ( lees: we rijden er máár 20 miles voor om ).
Rond een uurtje of half twee komen we daar aan. Het is nu écht bloedheet, we hebben zelfs het idee dat we het nog niet zo warm hebben meegemaakt. Het voelt werkelijk alsof je een sauna binnenloopt, de warme wind maakt het ademen zelfs iets moeilijker. Het doet een klein beetje aan Las Vegas denken, maar dan misschien toch nog iets erger.
Ik koop voor $ 46,- een 100 ml. luchtje van DKNY for men erbij. Tóch weer een luchtje erbij, terwijl ik van de week nog schreef dat ik ze meestal niet eens zelf leeg maak. Impulsaankoop noemen ze zoiets geloof ik.
We kijken weer in veel winkels, maar we slagen alleen nog bij Kenneth Cole. Ik koop er twee t-shirts en een paar schoenen voor m’n werk en Madelon koopt er twee shirtjes en een broek. Zo, de laatste toegestane kilo’s voor in de koffer zijn er ook weer.
Rond een uur of vier houden we het voor gezien en gaan we richting San Leandro, waar onze campground ligt. Het is toch nog een behoorlijk stuk rijden, ik schat ongeveer 50 miles, en we komen ook nog in de file onderweg. Dit deel ten oosten van San Francisco, omvat veel grotere steden: Berkeley, Oakland, Stockston, San Leandro en nog een aantal grote steden met enkele tienduizenden inwoners per stad. Zeker met de camper is het af en toe even goed opletten in de spaghetti van snelwegen die hier ligt.
Uiteindelijk komen we rond half zes aan bij de campground die midden in de stad ligt. Het woord ‘haven’ ( toevluchtsoord ) weerspiegelt zichzelf in het feit dat dit een laatste halte is voor vrijwel elke toerist die zijn camper inlevert rondom San Francisco: in San Leandro zitten zo’n beetje alle verhuurders, en dit is zo’n beetje de enige campground, of inderdaad: trailer park. De campground bestaat namelijk uit een grote parkeerplaats waar een paar campers kunnen staan, en verder naar achteren zie je vooral permanente stacaravans en vakantiewoningen.
Maar: eerlijkheid gebiedt te zeggen: wij hebben een prima plaats, erg ruim, naast de camper van de uitbaatster, ( plaatsnr. 38, voor mensen die willen reserveren ), het is heel goedkoop ( alleen geen gratis Wifi, dus jullie lezen het verhaal iets later ) en de sanitaire voorzieningen zien er werkelijk schitterend uit.
Dat deze campground vooral door ‘bijna ex-toeristen’ wordt gebruikt blijkt dat achterop de plattegrond van de campground een plattegrond uit de hand is getekend van de buurt waar welke camperverhuurder zit en hoe je er moet komen. Goed geregeld.
We lopen naar de Starbucks, 450 meter verderop, en halen er lekker een koude Frappuccino om die bij de camper op te drinken. Het is inmiddels alweer tegen half zeven.
We pakken de koffers in, en alsof we het wisten, houden we een veiligheidsmarge van ongeveer 1 kilo over. De meeste oude kleding nemen we uiteindelijk toch weer mee terug. Die kunnen we altijd volgende keer nog weggooien.
Een opmerking die we lazen over deze campground, dat ie wat lawaaiig is, dat klopt wel: het is een komen en gaan van treinen, je hoort regelmatig een politieauto en je zit vlakbij de snelweg. Maar goed: nog een nacht en dan is het voorbij. Dan zit het er weer op.
Morgen leveren we de camper in en worden we naar het vliegveld gebracht of op de bus daarheen gezet. Vanaf het vliegveld kunnen we de shuttle bus naar ons hotel, Best Western El Rancho Inn, nemen. Alleen nog even zien hoe we morgen de dag doorkomen zonder vervoer of wat dan ook.
Jullie horen snel weer van ons. Iedereen weer hartstikke bedankt voor alle leuke reacties. Leuk dat iedereen het zo actief volgt!
Tot de volgende keer!
3 oktober 2012 – Inleveren camper
Beste lezer,
Vandaag is dan de dag aangebroken dat het helaas allemaal weer gaat eindigen.
We hebben niet zo best geslapen, ondanks dat we gisteren toch nog tot 01.00 uur hebben zitten kaarten. Misschien toch het idee dat je op een bepaalde tijd de camper moet inleveren ook al was dat niet zo vroeg dat we ons hadden kunnen verslapen.
We gaan er om 08.00 uur uit om nog even te douchen en beginnen dan met de camper leeg te ruimen: kussens weggooien, dekbed weggooien, lakens weg, laatste handdoeken weg en de koelkast leeg. Ik haal nog een doek door de camper, en dan bedenken we ineens dat we gisteren alles al hebben voorbereid, behalve dat we de tank nog moesten volgooien met brandstof.
We rijden naar het dichtstbijzijnde tankstation en zien er twee: bij de één is de brandstof $ 4,19 cash en $ 4,43 ( !!! ) als je met creditcard betaald. Echt, zo’n belachelijk groot verschil hebben we nog niet eerder gezien.
Gelukkig zat er nog een pompstation tegenover, waar we gewoon voor $ 4,15 tanken met creditcard. Er gaat evengoed weer voor $ 70,- in, maar goed, dat was dan ook het laatste.
We rijden naar de verhuurder, en komen bij een relatief klein terrein met enorm veel campers en een behoorlijke loods erbij. Vanaf hier gebeurt dus een stuk meer dan vanuit Las Vegas.
Op het moment dat we aankomen staan er zo’n vijf campers op het punt van vertrekken, en een stuk of vijf die hun camper komen inleveren. En uiteraard moet bij het vertrek veel uitleg gegeven worden, en moet er bij het inleveren het nodige gecheckt worden. Dus gaat er aardig wat tijd overheen voordat wij aan de beurt zijn. Bijna drie kwartier nadat we binnen zijn gekomen checken ze onze camper. Er was een lampenkapje aan de buitenkant vanaf gevallen, die zijn we dus kwijtgeraakt, maar dat schijnt vaker te gebeuren, zij de medewerkster al. Die hoeven we dus niet te betalen. Van de ‘sewer’-slang, de slang die de riolering in gaat vanaf je vuil-water tank, was een bevestigingsknopje afgebroken. We hadden daarvoor een nieuwe gekocht, en dat geld krijgen we op vertoon van de kassabon keurig terug. Uiteindelijk blijft alleen het feit over dat we de extra mijlen moeten betalen, en dat zijn er 190. Dat komt neer op een extra bedrag van $ 77,- wat we moeten bijbetalen. We hebben dus in 16 dagen tijd 2590 miles gereden, dat is 4144 kilometer.
We waren het er wel over eens dat het in dit geval zonde was van ons geld omdat we gewoon een gigantisch stuk náár en ván Yellowstone NP moesten rijden om weer ergens te komen, terwijl je dan gewoon onderweg niet veel bijzonders meer ziet. We zijn ook een beetje verwend geraakt door het rondje dat we de vorige twee keer reden, waarbij het ene National Park zich opvolgt door het andere.
We zitten met nog twee andere stellen te wachten op onze shuttle. Moturis zal ons naar het vliegveld brengen.
Om iets na 11.00 uur zitten we met z’n allen en de bagage in het busje en gaan we die kant op. Uiteindelijk zijn we nog bijna een uur onderweg.
We worden afgezet bij de Departures, want 20 meter verderop is de halte voor de shuttle services van de hotels. We moeten uiteindelijk een klein half uurtje wachten tot onze shuttle bus komt.
Binnen een kwartier staan we bij ons hotel waar we, inmiddels 13.15 uur, direct kunnen inchecken. De shuttle bus voor morgenochtend staat meteen gereserveerd, om 06.00 uur worden we opgehaald bij onze kamer. Het complex van de Best Western is best groot dus de bus rijdt langs alle kamers, zodat je zelf niet met je koffers hoeft te slepen.
We hebben een prima kamer met een bank en een stoel erbij, en hij ziet er eigenlijk hetzelfde uit zoals we inmiddels gewend zijn van de Best Western Hotels in Amerika.
We lopen een stukje van het hotel vandaag waar we bij de Subway even een broodje halen, want we hadden nog steeds niet ontbeten. Vervolgens lopen we een stukje door langs een paar winkels, en eindigen bij de Starbucks. Hier kunnen na vijf minuten aan een normaal tafeltje zitten lekker in de lederen fateuils zitten en zo zitten we heerlijk relaxed twee uurtjes koffie te drinken, cakejes te eten en mensen te kijken.
Rond een uurtje of vier houden we het daar ook voor gezien en lopen we weer terug naar de hotelkamer. Ik schrijf hier nu dus nog even m’n laatste verhaaltje totdat we weer thuis zijn, en zometeen gaan we nog even wat eten. Dan maar vroeg proberen te slapen, want we moeten er vroeg weer uit.
Zodra we thuis zijn zal ik nog het verhaal schrijven over de terugreis. Tot de volgende keer!
4 en 5 oktober 2012 – Terugreis en eindverslag
Beste lezer,
Het is zover, we gaan weer afscheid nemen van Amerika. We hebben vrijwel geen oog dicht gedaan. Enerzijds omdat we wisten dat om 4.50 de wekker afloopt, anderzijds omdat er regelmatig een trein luid toeterend voorbij denderde en de airco een tikkend geluid maakte. Maar juist die airco hadden we aan zodat we het geluid van de trein wat minder hoorden.
We douchen ons, pakken onze laatste spullen in en stappen naar buiten, waar we opgepikt worden door de shuttlebus die ons naar het vliegveld brengt.
De bus is vol, met ongeveer 20 personen, zodra we iedereen opgepikt hebben, en binnen tien minuten staan we op het vliegveld. We checken onze bagage in ( 1 kilo per koffer te veel, zo’n handweegschaal is niet altijd even accuraat ) maar het wordt gewoon geaccepteerd.
Er staat een behoorlijke rij voor de douane maar we zijn er snel doorheen. We hebben nog tijd om even wat te eten, helaas zit er geen Starbucks op San Francisco Airport zodra je door de douane bent.
Om tien voor half acht gaan we boarden en om vijf voor acht zouden we moeten vliegen. Helaas begint de dag met vertraging van een uur. We zitten wel al in het vliegtuig maar pas na een uur vertrekken we. We dachten dat we weer een personal entertainment system zouden hebben omdat eigenlijk alle vliegtuigen van United ( en voorheen Continental ) dat hebben. Het is er ook wel, maar alleen tegen betaling. Misschien dat er een verschil is tussen toestellen van Continental en United. We weten dat het in die van Continental sowieso gratis was. Ook stond er op de voucher dat we ontbijt zouden krijgen, maar ook dat gebeurde helaas niet. Je kon wel eten kopen uiteraard maar we lieten sowieso het eten wat je kon kopen voorbij gaan omdat we dachten dat we het gratis zouden krijgen, en dat alleen was voor de mensen die a la carte wilden ontbijten.
Helaas, een lange vlucht dus op deze manier.
We landen om half vijf op Newark Liberty Airport waar we om tien voor half zes alweer moeten boarden voor de vlucht naar Amsterdam. Tegen de tijd dat we uit het vliegtuig zijn is het al tien voor vijf. We hebben nu al bijna zes uur niks meer gegeten dus willen we toch wel snel wat eten. Het blijkt dat ons volgende vliegtuig vertraagd is van 18.05 naar 18.20. We halen snel even wat rijst met kip bij de wok en eten dat op. Het boarden van onze volgende vlucht blijkt wel gewoon om 17.20 te beginnen, ondanks dat het pas over een uur vertrekt. We waren dus net op tijd en stappen het vliegtuig in. Dan begint het lange wachten. In eerste instantie blijkt dat er iemand onwel geworden is en dat daar de ambulance voor moest komen. Wij hebben daar niks van meegekregen. Vervolgens waren we 1 uur verder.
We kunnen nog niet opstijgen want het is inmiddels slecht weer geworden. Wegens onweersbuien is er maar 1 baan beschikbaar. We wachten nog een half uur.
Vervolgens worden we weggeduwd van de gate en gaan we richting de startbaan.
Daar blijven we ook weer een tijd stilstaan. Het blijkt dat er brandstof bijgevuld moet worden en dus komt er een wagen om dat te regelen.
Als we denken dat we verder kunnen blijkt er iets met de brandstofpomp aan de hand te zijn. Deze moet nagekeken worden en er moet een monteur voor komen.
Als de brandstofpomp is gerepareerd blijkt het omroepsysteem het niet meer te doen. We zitten inmiddels al drie-en-een half uur in het vliegtuig en we zijn nog steeds niet weg.
Uiteindelijk krijgen we te horen dat we terug naar de gate gaan omdat het niet duidelijk is hoe snel het probleem opgelost zal zijn.
Als we eenmaal buiten het vliegtuig zijn wordt omgeroepen dat het waarschijnlijk nog zeker een uur zal duren voordat duidelijk is wanneer we weer verder vliegen. We krijgen allemaal een food-voucher van $ 10,- om ergens wat te eten te halen. Het is plaatselijke tijd inmiddels 21.55 uur, vier uur later dan dat we officieel zouden vertrekken.
Wij lopen direct naar het foodcourt en bestellen nog net op tijd bij een ‘normale’ tent wat te eten, ze geven ook aan dat ze daarna gaan sluiten. Voor de andere mensen is er alleen nog de McDonalds. Op zich niks mis mee, maar we wilden toch liever iets anders. De mensen die na ons komen worden stuk voor stuk geweigerd. Op zich is de communicatie hierin tussen de luchtvaartmaatschappij en de horecabedrijven niet echt correct maar er was in ieder geval ‘een’ mogelijkheid.
Als we wat hebben gegeten gaan we terug naar onze gate en blijkt dat het sneller gaat dan verwacht. Al rond tien over tien gaan we weer boarden.
Als iedereen weer zit duurt het uiteindelijk nog wel tot kwart over elf voor we vertrekken, maar dan gaan we ook echt.
We hebben inmiddels ruim 5 uur vertraging.
Als we zijn opgestegen krijgen we vlak daarna weer eten. Het is inmiddels al bijna donker buiten. We hebben voor het ongemak een voucher gehad waarbij je bij een volgende resevering 10% korting krijgt, en een gratis ( alcoholisch ) drankje.
De reis verloopt verder vrij rustig. We landen uiteindelijk om tien over twaalf Nederlandse tijd op Schiphol, omdat we ook in Nederland nog een half uur moesten rondcirkelen omdat er maar één landingsbaan open was in verband met harde wind.
Gelukkig komen we vrij snel door de bagageclaim en de douane en staan we rond half één in de aankomsthal. We worden opgehaald door de ouders van Madelon en we zijn het na 22 uur in touw toch wel een beetje zat. Maar het is een fantastische vakantie geweest. Iedereen bedankt voor het actief meelezen! Tot een volgende keer!
Zuid West Amerika 2012
Michael Wesseling
Mooi Verhaal! Bedankt voor het delen!