Dus daar lag ik, in het Buena-vista motel in down town San Francisco. Op een onmogelijk vroeg tijdstip. Mezelf moed in te praten voor de roadtrip die vandaag zou beginnen. Ik was de georganiseerde reizen een beetje zat en wilde zelf de weg op. Maar ja als het dan zover is…. Wat mij nog het meest zorgen baarde was het feit dat ik hoogstwaarschijnlijk een automaat zou krijgen. En ik ben een schakelauto gewend. Ik had allemaal horrorverhalen gelezen over remmen met je linkervoet bij een automaat waardoor je zowat door de voorruit zou schieten. Oh en dat dan ook nog allemaal op een geheel ander continent. Nee strak plan Thea.

Enigszins bibberig stapte ik om negen uur in de wachtende taxi die mij naar het carrental center op de luchthaven zou brengen. Ik had natuurlijk de afgelopen twee dagen het verkeer al een beetje geobserveerd. En ik wist van de voorbereiding dat er een paar duidelijke verschillen zijn. Je mag rechts inhalen op de snelweg. En bij een gelijkwaardige kruising gaat degene die het eerst komt het eerst voor. De wegen in San Francisco zijn onmogelijk steil en ik was heel blij dat ik daar zelf niet hoefde te rijden. Op de kentekenplaten staat ook extra houdt afstand…omdat je bij het wegrijden op zo’n steile helling wel eens een stukje achteruit kan schieten.

Goed gearriveerd bij het car-rental center. Na amper een kwartiertje wachten was ik aan de beurt. Papierwerk afgehandeld en op naar de parkeergarage. Grappig genoeg mocht ik zelf een keuze maken uit de auto’s in de door mij gekozen klasse (intermediate) Mijn keuze viel op den zwarte ford focus. Nergens op gebaseerd, behalve dat ik zelf ook Ford rijder ben en ik vaag hoopte dat dat een voordeel zou blijken te zijn. Ik legde mijn bagage in de kofferbak. Ik installeerde de gehuurde tom-tom. Ik verstelde de stoel en haalde eens diep adem. Het moment van de waarheid. Als een omaatje reed ik werkelijk nog langzamer dan stapvoets de garage uit. Als de dood dat het mis zou gaan. Van pure inspanning reed ik ook vrijwel meteen uit de garage de verkeerde kant op. Goed gedraaid waar het kon en de snelweg op.

Ondertussen was ik nog een beetje aan het uitvogelen waar alle knopjes voor dienden enzo. Ik hield me stipt aan de geldende snelheidslimieten en werd daardoor links (en rechts) ingehaald. De eerste mijlen waren achter de rug. Ik moest nog zeker 100 mijl rechtdoor en begon ( een beetje) te ontspannen. Ik hield mijn linkervoet bewust een beetje weg bij de pedalen en wat iedereen gezegd had klopte ook. Je went echt zo aan rijden in een automaat. Maar goed…rijden op de snelweg is 1 ding. Na ongeveer een uur begon mijn blaas op te spelen. Oh shit…en nu dan? Na een tijdje eindelijk genoeg moed bij elkaar geraapt om een afslag te nemen. Ik kwam op een industrieterrein terecht en ben uiteindelijk bij een soort van Amerikaanse Gamma belandt. Nouja ik kon er plassen en wat drinken….en even bij komen van de stress van de eerste rit. Na ongeveer twintig minuten stuurde ik de auto weer de snelweg op.

Ik begon een beetje te ontspannen en ook wat van de omgeving op te nemen. Bij King-City kwam ik in een korte file terecht. No problem..ik reed ondertussen bijna als een pro…. Oh jee…paniek, de Tom Tom bevroor in de file. Dat stond me helemaal niet aan. Dus zo gauw als het kon gestopt en het ding weer aan de praat geholpen. Inmiddels was het halverwege de middag, ja de tijd vliegt als je lol hebt…ook in Amerika. Ik naderde San Luis Obispo. Het hotel lag vlak bij de afrit en wat was ik blij toen ik ‘mijn auto’ veilig in een parkeervak had gezet. De echte vuurdoop kwam 2 dagen later. Ik had inmiddels besloten om niet naar Los Angeles te gaan maar gelijk de binnenlanden in naar een plaats die Palmdale heette. Ik ging zaterdagmorgen welgemoed op pad.

Oh het was heerlijk. Niet druk. Aan de rechterkant de oceaan, links een beetje heuvelachtig gebied. De snelweg was breed en leeg. Mijn zelfvertrouwen groeide met de minuut. En dat was maar goed ook…want toen kwam mijn afslag. En voor ik het wist zat ik op een smalle verlaten highway in het meest ruige bergachtige gebied wat je je maar voor kan stellen. Ik zat met mijn neus bijna op de voorruit zo ingespannen was ik aan het rijden. Ik heb mezelf op een gegeven moment echt moeten dwingen om toch ook nog maar wat van het uitzicht te genieten. Afijn op een zeker moment en heel wat haarspeldbochten verder had ik het ergste gehad…dacht ik… Maar toen viel mijn blik op de benzinemeter….en die liep ondertussen aardig in het rood. Met andere woorden de tank was bijna leeg en ik was nog steeds in the middle of nowhere ….. Gelukkig had mijn tom tom ook de mogelijkheid om te kijken waar benzinestations waren. Helaas was de informatie niet helemaal up to date zodat ik twee keer bot ving en inmiddels brandde het waarschuwingslampje. Vuurrood van stress en inspanning wist ik toen eindelijk in een klein gehucht een tankstation te lokaliseren. Toen ik na het tanken weer naar mijn auto liep raakte ik nog even aan de praat met een Zweedse toeriste. Waar ga je heen vroeg ze belangstellend….En ik begreep haar meewarige blik onmiddellijk toen ik echt even niet meer op de plaats waar ik naar op weg was kon komen.

© Thea van den Berg

California for the very first time