Beloofd is beloofd. Ik heb het recept, dat ik in mijn vorige column gaf, inmiddels uitgeprobeerd. Het recept van self layering jell-o dat ik bij het Jell-O museum in de staat New York kreeg. Door een bepaalde manier van klaarmaken, zou de gelatine in lagen opstijven. Moeilijk was het recept niet, wel vreemd. En nadat ik de helder rode massa (ik had rode gelatinepoeder gebruikt) in mooie dessert glazen had gegoten en in de koelkast had gezet, moest ik 30 minuten wachten. Vol verwachting open ik de koelkast na 30 minuten en wat zie ik, geen lagen, maar een prachtig egaal toetje. Goed, helaas geen lagen, misschien toch iets fouts gedaan, maar what about de smaak? Vies, meer kan ik er niet van maken. En de inhoud van de glazen belandt dan ook snel in de prullenmand. Kortom, vergeet het recept van vorige maand. Ik zal het goed maken, de recepten van deze maand, zijn top. Als extra geef ik nog het recept Jell-O-Shots van Peter Pellemans, die me dit per email als reactie op mijn bezoek aan het Jell-O museum stuurde. Let wel op de hoeveelheid drank, schreef hij er nog expliciet bij.

Dat Amerikanen naast super culinaire zaken en vreemde toetjes, de culinaire rages heel serieus nemen, blijkt uit de eetrage van dit moment. Low Carb. Ieder zichzelf respecterend bedrijf dat iets met voeding te maken heeft, drukt momenteel op het label van zijn producten ‘low carb’. Dit gaat van zinnige informatie tot totaal nergens op slaand. De mooiste vond ik wel, de prachtige kleurenfoto van een wijn-firma die groot adverteert dat zijn wijn ‘low carb’ is. Maar het werkt kennelijk, want het zindert ´’low carb’ door Amerika. Na alle light en low cholesterol-producten is low carb helemaal in. Van Low carb kooklessen, low carb televisiespots, van mensen die brood weggooien, tot low carb restaurants, je kan er niet omheen. Hoe lang dit duurt, ik weet het niet, maar ik wacht rustig af en ga lekker door met het eten van de meest heerlijke broodsoorten, die de diverse bakkers tegenwoordig in Amerika kunnen maken.

Maar gelukkig blijven er altijd restaurants, die al jaren hetzelfde serveren en al jaren vol zitten, en zich weinig van dit soort rages aantrekken. Bij een ervan aten we tijdens ons laatste verblijf in New York. Het sinds 1887 bestaande restaurant Peter Luger, een steak house in Brooklyn. Het is zo’n restaurant waar je niets te zeggen hebt, zij bepalen. Van te voren reserveren is er dan ook niet bij, je komt gewoon en hoort dan wel hoe lang je moet wachten. Ook de taxichauffeur die ons erheen brengt, kent het adres. Het rechthoekige, uit rode stenen bestaande gebouw, ligt aan een brede straat. Je komt binnen bij een lange houten bar van minstens twintig meter en na enig erlangs wurmen, omdat het vol met pratende en lachende mensen staat, is er aan het eind van de bar een desk waar 2 mannen achter zitten. We worden even ingeschat door de heren, geven onze naam op en horen dat het wel een uurtje zal duren.

Het moet allemaal waanzinnig geautomatiseerd zijn, maar het geeft de indruk dat ze alles nog op papiertjes schrijven. Aan de drukke bar bestellen we een glas wijn, raken meteen in gesprek met onze buren en de tijd vliegt om. Na een half uurtje komt een van de mannen ons waarschuwen dat hij nu al een tafeltje voor ons heeft. We worden naar de eetzaal met tijdloos houten meubilair geleid, waar naast het bestek al een ouderwetse juskom met eigengemaakt steak saus op tafel staat. Vrij snel brengt een van de keurig in zwart/wit geklede obers ons een mandje met uienbrood en boter. Je hoeft ook nauwelijks de kaart te vragen, je eet steak. Wij kiezen de kleinste, die je samen deelt, en nemen geen voorgerecht. De keuze uit voorgerechten is trouwens ook erg beperkt. Tomaten sla of Smoked bacon strips. Bij de tomatensla krijg je 3 gigantische plakken tomaat (met of zonder uien) en de smoked bacon bestaat uit 3 lange knapperig strips bacon. Geweldig vind ik dat. Geen liflafjes, maar basic!

Na een kwartiertje komt de ober en zet naast een schaal met frieten en een bordje hete spinazie, een omgekeerd schoteltje op tafel. Hij loopt weer naar de keuken en komt terug met een groot ovalen gloeiend heet bord waar onze porterhouse steak met bot op ligt. Hij zet dit op het omgekeerde schoteltje, zodat het vleessap op de schaal iets naar beneden loopt en makkelijk van de schaal te lepelen is. Het vlees is al in stukken gesneden en ziet er perfect uit. Mocht je een deel nog iets verder gebakken willen hebben, dan leg je die stukjes nog even op de gloeiend hete rand van het bord waardoor het vlees automatisch nog even doorbakt. Zo slim, zo lekker en zo leuk. Het was duur, maar de smaak was uniek. En als iets duur is wil je graag betalen met je creditcard, maar nee, ook dat kan niet. Ze hebben hun eigen Peter Luger Card waar je mee kan betalen, anders gewoon cash. Tot slot nog een kop koffie, waar je geen verfijnde bonbons bij krijgt, maar een handje chocolademunten, met aan de ene kant hun naam en aan de andere kant de tekst ‘famous for over 100 years’. Terecht!

Nelleke

* receptuur hieronder

Steak saus

1,5 cup bier
1,5 cup ketchup
¼ cup azijn
4 eetl. gesmolten boter
4 eetl. bruine suiker
2 eetl. Worcestershiresaus
1 eetl. chilipoeder
1 gehakte ui
1 gehakte knoflookteen
Zout en peper

Doe alle ingrediënten, behalve zout en peper in een pan. Breng aan de kook en laat op laag vuur 35 minuten sudderen tot de saus dikkig wordt. Roer af en toe, en pas op dat de saus niet aanbrandt. Breng op smaak met zout en peper. Je kan de saus zowel koud als warm eten.

Jell-O-Shots

Groot pakje jello (ong. 180 gram)
2 cups (450ml) kokend water
200 ml koud water
300 ml vodka
Meng de jello poeder met het kokende water tot het helemaal is opgelost. Voeg het koude water en de vodka toe en schenk in shot glazen of papieren kopjes. Zet in de koelkast tot het stijf is. Meteen eten! Shot glazen zijn mooier maar het voordeel van papieren kopjes is dat je het binnenstebuiten kunt keren om gemakkelijker te eten. Je kunt ook andere soorten alcohol gebruiken: tequila, rum, enz.