Als we aan de afdaling naar Denver beginnen zie ik beneden een kaal landschap en vlak voor de landing is het nog steeds kaal. Geen lichtjes van de buitenwijken van Denver, gewoon kaal. Het nieuwe vliegveld is zo’n driekwartier buiten Denver gebouwd en ligt in de ‘middle of nowhere’.  Heel wat anders dan het oude vliegveld, dat ongeveer midden in de stad lag.

Het is voor mij 4 uur ‘s nachts als ik land en nadat ik snel mijn huurauto heb gehaald, rijd ik naar het gereserveerde hotel vlak bij het vliegveld. Ertegenover is een klein restaurant en ik bestel een super hamburger met een glas rode wijn. Na de eerste slok wijn, weet ik het weer. Ik zit hoog (1500 meter) en dat merk je onmiddellijk bij het drinken van alcohol. Na een paar dagen is er niets meer aan de hand, maar je lichaam moet eerst wennen aan de hoogte. Even geen tweede glas voor mij. De volgende ochtend begint met een ontbijtje in de ontbijtruimte van het hotel. Koffie, thee, cornflakes, bagels, bakjes creamcheese, muffins, melk, enz. Van 6 tot 9 staat alles keurig klaar, je pakt een kartonnen bordje en je neemt wat je lekker vindt. Ideaal voor een snel ontbijtje.

Ik heb nog een dagje vrij, voordat ik aan mijn vijfdaagse kookcursus begin. Vanuit Nederland heb ik deze cursus in Boulder (een uur ten noorden van Denver) geregeld. Een hands-on kookles, wat betekent dat je zelf ook kookt aan de hand van degene die lesgeeft. Ik heb geen idee wat ik moet verwachten, maar het e-mail verkeer met de school was zo leuk dat ik me geen zorgen maak. Overdag ga ik Denver in maar ik zorg ervoor dat ik rond vier uur richting Boulder rijd want ik wil het liefst niet in het donker aankomen. Het is herfst en de rit is prachtig, goudkleurige bomen en een strak blauwe lucht. Boulder heeft een grote universiteit en dat maakt de plaats extra leuk. Er zijn kleine restaurantjes, boekhandels met een koffiebar, jonge mensen, kortom de Universiteit van Boulder brengt leven in de brouwerij.

Ik heb gereserveerd in de Inn on Mapleton Hill, Bed and Braekfast, waar ik meer dan leuk word ontvangen door de eigenaars. Ik krijg een kamer vol tierelantijnen met een soort hemelbed. Dit is genieten. s’Avonds loop ik Boulder even in en kom langs een geweldige kookwinkel waar ik veel te lang blijf hangen. Ze zijn trots dat ze de grootste kookboekencollectie hebben in Colorado. Het is ongelooflijk en de vrouw die me helpt weet van elk boek iets te vertellen. In de gewone boekhandel even verderop verkopen ze ook wat kleine gerechten en ik neem een kipsalade met wat courgette brood en duik meer dan voldaan mijn bed in. De volgende ochtend zie ik wie de andere gasten van de Inn zijn en we eten gezamenlijk wat de gastvrouw gemaakt heeft. Vandaag een soort wentelteefjes, smullen.

Om 9 uur moet ik me melden bij de kookschool en ik ben keurig op tijd. De kookschool is aan de rand van een winkelcentrum gevestigd. Je komt binnen in een kleine kookwinkel en achter de winkel is een groot leslokaal met daarnaast, afgescheiden door een deur, nog een grote keuken voor cateringpraktijken. Het leslokaal wordt niet alleen voor hands-on lessen gebruikt, maar ook voor demokooklessen voor een man of veertig, Er staat voor onze hands-on kookles een gigantische tafel in het midden, langs de ene korte wand zijn kasten met kookspullen en aan de andere korte kant is een groot fornuis met ongeveer 12 pitten en 3 ovens. Ervoor is een groot kookeiland met daarboven een gigantische spiegel, zodat iedereen kan zien wat er gedaan wordt. De les wordt gegeven door Sue Dubach. Ik maak kennis met de 5 vrouwen en 3 mannen waarmee ik nu vijf dagen ga koken. We beginnen aan de grote tafel, vertellen wie we zijn. Iedereen krijgt een klapper met daarin de lessen beschreven, de kooktechnieken uitgelegd en andere culinaire wetenswaardigheden. Helder en duidelijk. Elke dag beginnen we om 9 uur, bespreken de les, koken en eten gezamenlijk na de les wat we gekookt hebben. Dat is meestal zo rond een uur of twee. Dan dekken we de tafel met tafelkleed, mooi servies en kristal. Schorten af en genieten. De rest van de dag is vrij en we zien elkaar weer de volgende ochtend. Ik ben de enige niet Amerikaan, maar de contacten zijn snel gelegd en de sfeer is binnen no time goed. Sue geeft goed en duidelijk uitleg bij alles wat ze doet. De meeste deelnemers zijn ‘home cooks’, behalve Chas Apple. Hij wil graag zelf een school voor professionals beginnen. Hij heeft al veel ervaring en geeft vaak extra tips tijdens de lessen. Dat gaat op een leuke manier, waardoor er geen competitie ontstaat met Sue. Ik hoor heel veel over de American way of cooking. We lachen veel, maar zijn ondertussen hard bezig om ons middageten te maken. De receptuur is wisselend, de ene keer maak je iets typisch Amerikaans, maar de laatste les is gewoon traditionele Franse confit de canard.

s’ Middags verken ik de omgeving, bezoek de super kookwinkel nog een keer, struin de supermarkt af, maak een wandeling in de bergen en leef in de Inn on Mapleton Hill. Naast onze kookcursus worden er nog andere lessen gegeven en ik schrijf me woensdagavond nog in voor een les van twee uur over kruiden en specerijen door chef Jason McHugh. Dit is een demonstratieles en als ik binnenkom is het lokaal omgebouwd en staan er 40 stoelen met uitzicht op het kookeiland met spiegel. Op de stoelen ligt een blocnote, pen en 6 velletjes aan elkaar geniet met wat receptuur en uitleg over kruiden. Het begin van de les zal ik nooit vergeten. Jason komt stipt op tijd binnen rennen met een grote hete pan in zijn handen. De damp slaat er vanaf en het ruikt overheerlijk. Hij begint een rondje om onze stoelen te rennen waardoor iedereen nog beter de heerlijk geuren opsnuift. En al rennend roept hij dat de kok vaak in restaurants even een rondje met een geurende pan rent voordat de zaak de deuren opendoet. Dan ruikt het n.l. lekker als de gasten binnen komen en is succes verzekerd. Typisch Amerikaans om zo je les te beginnen, de lach is groot en de sfeer meteen goed. Dit is nou precies de reden waarom ik de Amerikaanse keuken zo leuk vind.

Nelleke

 

Twee recepten van de kookles uit Boulder:

Knolselderij en aardappel gratin

Ingrediënten:

3 aardappels, geschild en in dunne plakjes gesneden
1 pond knolselderij, geschild, in vieren gesneden en in dunne plakjes gesneden
halve liter room (of de helft room en de andere helft melk of kippenbouillon)
zout en peter
nootmuskaat
snufje cayennepeper
2 eetl. zachte boter
175 gr geraspte Gruyere kaas
4 boterhammen, tot broodkruim vermalen
2 eetl. boter

Verhit de oven tot 150 graden C. Doe de melk, room en cayenne peper in een steelpan en breng aan de kook. Houd warm. Leg een laag aardappel en knolselderij plakjes in een beboterde ovenschaal. Leg hier en daar wat boter en bestrooi elke laag met zout, peper, nootmuskaat en wat geraspte kaas. Bewaar de helft van de kaas.

Giet het warme melkmengsel erover en bak 30 minuten in de oven. Dek de schaal nu af met aluminiumfolie en bak nog eens 45 minuten. Bak het broodkruim in 2 eetlepels boter en meng het gebakken broodkruim met de resterende kaas. Bestrooi hiermee de gratin en zet de schaal niet afgedekt nog 30 minuten in de oven tot de korst mooi goudbruin is.

Crêpes gevuld met garnalen en champignons

Op de les maakten we alles zelf; de hartige crêpes, de bechamelsaus met de schillen van de garnalen, enz. Hier vertel ik in het kort wat je moet doen om dit super gerecht te maken. De vulling kan je ook vervangen door blokjes kipfilet, kippenlevers, broccoli, o.i.d.

Ingrediënten:

18 hartige crêpes (heel dunne pannenkoekjes)
250 gr. grote rauwe garnalen, gepeld
250 gr. coquilles
halve liter bechamelsaus
2 eetl. boterpond champignons
gehakte peterselie, dille en kervel
12 eetl. gehakte sjalotjes
2 dl. witte wijn of witte Vermouth
150 gr geraspte gruyere kaas

Bak eerst de garnalen in een pan in de boter en schep ze eruit en zet apart. Herhaal dit met de coquilles en champignons. Laat het vuur hoog en giet de wijn in de pan en schraap het aanbaksel los. Voeg de sjalotjes toe en laat de saus tot de helft inkoken. Snijd de garnalen, coquilles en champignons in stukjes. Voeg de ingekookte saus, kruiden en zoveel van de bechamelsaus toe tot het een samenhangend geheel is. Schep 2 tot 3 eetlepels van de vulling op een crêpe en rol de crêpe op in de vorm van een dikke worst. Leg de opgerolde crêpes met de gesloten kant naar boven in een beboterde ovenschaal. Breng de rest van de bechamelsaus aan de kook. Lepel een beetje saus over elke opgerolde crêpe en bestrooi met wat kaas. Zet de schaal 15 tot 20 minuten in een oven van 200 graden C tot de kaas licht gebruind is.