De geschiedenis Yellowstone laat zich als volgt beschrijven; De naam Yellowstone is afkomstig van de Minnetaree-Sioux indianen. Zij gaven deze naam aan de rivier die door het park stroomt. In tegenstelling tot wat veel toeristen denken is de rivier niet genoemd naar het gele gesteente in de Yellowstone Canyon maar naar de gele klei op de zandbanken in de buurt van de plaats waar de Yellowstone River samenvloeit met de Missouri. Franse ‘trappers’ namen deze naam voor de rivier over. Pas veel later kreeg het hele gebied rondom de gele canyonwanden de naam Yellowstone.
Hoewel er geen indianen permanent in het gebied woonden (daarvoor was het in de winter te onaangenaam) kwamen ze er wel vaak. Van bepaalde mineralen die ze hier vonden maakten ze gebruiksvoorwerpen en deze verhandelden ze met andere indianenstammen. De stam die hier het vaakst kwam staat bekend onder de naam ‘Sheepeaters’. Deze indianen waren niet in het bezit van paarden en vuurwapens en leefden voornamelijk van de jacht op de bergschapen. De eerste blanke die het gebied betrad was naar alle waarschijnlijkheid John Colter in 1807.Deze gids en ‘trapper’ maakte deel uit van de Lewis en Clark expeditie. Nadat de Verenigde Staten in 1804 de staat Louisiana kochten van Frankrijk kregen de militairen Lewis en Clark de opdracht het woeste gebied westelijk van deze staat te verkennen en een weg over de Rocky Mountains naar de Stille Oceaan te vinden.
Dit lukte. Yellowstone werd echter door de expeditie niet ontdekt. Wel kwamen ze er vlak langs. Op de terugweg verliet John Colter de expeditie en besloot om in dit gebied op bevers te gaan jagen. In 1807 geraakte hij aldoende als eerste blanke in Yellowstone en zag de vele wonderen. Toen hij terug in de beschaving vertelde van de dampende bronnen en de spuitende geisers werd hij eerst niet geloofd en spottend sprak men van Colter’s Hell. Zijn beschrijving van het Yellowstone Lake werd echter door Clark wel opgenomen in de officiële kaart van het door de expeditie onderzochte gebied. De jaren erna kwamen er meer blanken in het gebied en in de dertiger en veertiger jaren kwamen er diverse groepen jagers in het park. Langzaam maar zeker drongen de verhalen over het wonderlijke Yellowstone door tot in de rest van Amerika. In 1863 trok een groep van 28 goudzoekers naar het gebied maar ze vonden er geen goud en trokken weer verder.
In 1869 bezochten drie inwoners van Montana het gebied. Deze heren, Folsom, Cook en Peterson, waren razend enthousiast over het gebied en de geisers. Bij de aanblik van bij voorbeeld de Great Fountain Geyser raakten ze zo opgewonden dat “We could not contain our enthusiasm; with one accord we all took off our hats en yelled with all our might” . Bij terugkomst bespraken ze met een zekere Langford al het moois dat ze gezien hadden en opperden het idee van een beschermd gebied.
Langford haalde daarop in 1870 generaal Wasburn over om hem te vergezellen op een tocht naar Yellowstone. Naast Langford, Wasburn (een berg in het park is naar hem genoemd) en een groep militairen behoorde o.a. een rechter genaamd Hedges tot de expeditie. De deelnemers van de expeditie werden het er over eens dat dit gebied niet het privé-bezit van iemand mocht worden en het idee van nationaal park werd geboren. Hedges schreef hierover een stuk in de krant en Langford trok naar het oosten van de Verenigde Staten om lezingen over het gebied te geven. Het gevolg was dat in 1871 een officieel onderzoek naar het gebied werd opgezet.
Deze expeditie stond onder leiding van de geoloog dr. Hayden (naar hem is de Hayden Valley genoemd). Tot zijn gezelschap behoorden naast de nodige militairen ook de schilder Thomas Moran en de fotograaf William H. Jackson. Hun schilderijen en foto’s overtuigden samen met het rapport van Hayden het congres en in 1872 werd het Yellowstone gebied uitgeroepen tot het eerste nationale park van de Verenigde Staten. Het kreeg een oppervlakte van bijna 9000 km2 en is daarmee, de parken in Alaska niet meegerekend, het grootste park van de Verenigde Staten. Langford werd de eerste superintendent van het park. Hij kreeg hiervoor geen salaris en hoefde ook niet in het park te wonen. De precieze grenzen van het park stonden niet vast en er was geen toezicht in de vorm van rangers. Het eerste jaar kwamen er 500 bezoekers. Ook de jaren erna bedroegen de bezoekersaantallen jaarlijks slechts enkele honderden. Door het ontbreken van toezicht misdroegen deze zich echter danig. Van bijzondere rotsformaties werden delen afgebroken welke als souvenir mee naar huis werden genomen en op de dieren in het park werd volop gejaagd. Langford vroeg om strengere wetten, zodat overtreders gearresteerd en bestraft konden worden.
Ook verzocht hij om geld zodat er wegen in het park aangelegd konden worden. Hij kreeg het een noch het ander en teleurgesteld verliet hij het park en ging in Minnesota wonen. In 1877 werd hij opgevolgd door een zekere Norris (naar hem is het Norris Geyser Basin genoemd). In datzelfde jaar verlieten de Nez Perce indianen onder leiding van Chief Joseph hun reservaat in Idaho. Ze besloten om naar Canada te gaan. Op hun vlucht van meer dan 2000 km trok de stam van zo’n duizend mannen, vrouwen en kinderen ook door Yellowstone. Hier werden ze door twee legerkorpsen achtervolgd. Mede door het ontbreken van wegen in Yellowstone konden deze de indianenstam echter niet inhalen. De tocht door Yellowstone verliep vrij vreedzaam. Er waren een paar kleine schermutselingen.
Een groep toeristen werd door de indianen gevangen genomen en weer vrijgelaten en bij een paar kleine incidenten vonden twee blanken de dood. Na enkele dagen verlieten de Nez Perce indianen Yellowstone. Pas na een bloedige veldslag vlak voor de Canadese grens slaagde het Amerikaanse leger er uiteindelijk in om de indianen gevangen te nemen. Langs de weg tussen Madison en Old Faithful kan men een herdenkingsbord vinden betreffende de tocht van de Nez Perce indianen door het park. Ook is er een kreek naar hen genoemd.Mede naar aanleiding van deze ervaringen legde het Amerikaanse leger in 1883 een wegennet aan in Yellowstone en in 1886 werd het bestuur van Yellowstone opgedragen aan het leger. In Mammoth werd een hoofdkwartier gebouwd. Doordat er nu wegen waren en doordat er nu toezicht was in het park werd het park toegankelijker en er kwamen hoe langer hoe meer toeristen. In 1903 werd de beroemde Old Faithful Inn gebouwd en ook op verschillende andere plaatsen werden hotels gebouwd. In 1917 werd het bestuur van het park opgedragen aan de National Park Services. In dat jaar bezochten 40.000 toeristen het gebied. In 1935 was dit aantal opgelopen tot een half miljoen. Tegenwoordig komen er jaarlijks zo’n drie miljoen bezoekers naar het Yellowstone National Park.
De geologische geschiedenis
De aanwezigheid van geisers dankt het park aan bijzondere geologische voorvallen, die hier zo’n twee miljoen jaar geleden begonnen met een reeks van geweldig grote vulkaanuitbarstingen. Zo’n 1.2 miljoen jaar geleden was er opnieuw zo’n periode en zo’n 600.000 jaar geleden kwam dit voor de derde maal voor. Het gevolg van dit alles was dat de complete inhoud van twee grote magmakamers, die zich vlak onder de aardkorst bevonden, door de vulkanen “uitgespuwd” werden. Er wordt geschat dat alleen al bij de laatste serie uitbarstingen meer dan 1000 km3 puin de lucht in geslingerd werd. Er ontstond een grote holle ruimte en de aardkorst, die niet meer ondersteund werd, stortte in. Deze ineenstorting van dit vulkanisch gebied leverde een caldera (d.w.z. een ingestorte vulkaan) van gigantische grootte op. De caldera heeft de afmetingen van 75 km bij 45 km. Of te wel ruim 3000 km2. Ter vergelijking: de ingestorte krater, die overbleef nadat in 1883 de vulkaan de Krakatau in de Java Zee uitbarstte, had “slechts” een oppervlakte van ongeveer 30 km2.
De oostgrens van de caldera ligt in het midden van Yellowstone Lake, de noordgrens tussen Canyon Village en Madison, de westgrens zo’n 20 km ten westen van Old Faithful en de zuidgrens loopt pal onder het Lewis Lake heen. Men spreekt dan ook wel van een supervulkaan.Yellowstone is overigens geologisch gezien nog steeds een erg onrustig gebied. Zo verschuift het plateau waar Yellowstone op ligt jaarlijks ± 4 cm naar westen. Dit leidde in 1959 tot een zware aardbeving met een kracht van 7.5 op de schaal van Richter. Bij deze aardbeving, met het episch centrum vlak ten westen van het park, kwamen 28 mensen om het leven. Ook stijgt op sommige plaatsen de grond in Yellowstone jaarlijks één à twee centimeter. Wie bij Fishing Bridge een door een ranger georganiseerd wandeling volgt die begint bij de Indian Pond zal onderweg gewezen worden op een deel van de oever bij het Yellowstone Lake, dat nu al zo’n drie meter boven het meer uitsteekt. De geologische activiteit in Yellowstone wordt dan ook nauwkeurig in de gaten gehouden. Men is bang dat vroeg of laat er weer zo’n geweldige uitbarsting van de “supervulkaan” onder Yellowstone zal komen. Zo’n uitbarsting zal niet alleen grote delen van Amerika onder het stof kunnen brengen maar ook het leven op de gehele aarde kunnen bedreigen. Hoewel er enige regelmaat te constateren valt in de uitbarstingen (1,8 à 2 miljoen jaar geleden, 1,2 miljoen jaar geleden, 0,6 miljoen jaar geleden) is de marge in de regelmaat zodanig dat het nog wel honderdduizend jaar kan duren voordat er weer zo’n uitbarsting komt. Dus maak je daar niet druk over. Tegenwoordig ziet men niet veel meer terug van de caldera. Dit komt doordat de krater grotendeels opgevuld is met uitgestroomde lava. Vlak onder de gestolde lava ligt echter nog gedeeltelijk vloeibare gesteente. Men schat dat in Yellowstone op sommige plaatsen deze magma op slechts zo’n 3 km diepte ligt.
Geschiedenis Yellowstone
Meer info op de pagina van de National park Service