Onze huurauto is een rijdend salon.  Automatische versnellingen, cruise control, airco, satellietradio, en een grote koffer voor de bassen. …Geen Amerikaanse benzine verslindende bak, maar een Koreaanse Full Size KIA die tevreden is met 9 liter ‘gas’ per 100 Km.  Omgerekend, want alles is hier in Miles & Gallon.  “Gas” kost hier omgerekend 0,65€ per liter.

One O One Point Five is de plaatselijke Oldies radiozender en met Diana Ross & the Supremes op de achterbank glijden we de Interstate 10 East op.  Het is twee dagen vóór Mardi Gras.  In New Orleans, waar we geland zijn,  is door de précarnavaleske euforie geen plaats meer in geen enkele herberg maar dat wisten we.  Head for Baton Rouge dan maar, de hoofdstad van Louisiana, een paar uur rijden, waar we, Amerikaansgewijs, backuppen tot de deur van onze motelkamer.  Dit maakt het uitladen gemakkelijker en geeft de indruk dat de auto toch een beetje in je kamer staat.  De benzinekoe is heilig in de US en moet gekoesterd worden.  Je integreert je.

Zzzzzzzzzzzzzzzzzz…

Het breakfast is in Amerika een feestmaaltijd.  Dat geniet je bij voorkeur in een “diner” ( spreek uit “dajner” ), niet te verwarren met “dinner” ( spreek uit “dinner” ).  Je kan bijvoorbeeld perfect van een “dinner” genieten in een “diner” .

Een “diner” is een fifties uitziend restaurantje ( cfr “Happy Days” & “Bagdad Café” ) dat ofwel echt uit de fifties dateert – te herkennen aan de groezeligheid, of nep is want behorend tot een keten.  De breakfast ingrediënten zijn grosso modo : one or two eggs any style, hash browns ( gebakken geraspte ongeschilde aardappelen ), pancakes, Brussels(!) waffles, sausage ( kleine schijfjes hamburger ), bacon, ham, jelly, honey, slappe koffie (  wordt gratis bijgevuld tot je ontploft ), ice tea ( idem), water, en een serveerster die zich prompt voorstelt als “How are you today I’m Bernadette and I’ll be with you in a moment please have a look at the menu and can I get you something to drink?”  Dit alles nadat je het bordje “Wait to be seated” gerespecteerd hebt en bij overbevolking je naam hebt opgegeven die bij het vrijkomen van een tafeltje luid weerklinkt door het public adress systeem waarna B. je tot aan je tafeltje brengt.  Al jaren geleden is gebleken dat het opgeven van mijn familienaam compleet af te raden is want ze wordt zo onbegrijpelijk uitgesproken dat de hongerdood niet ondenkbeeldig is. ( ” I’m so sorry I ruined your name … )

Als een gezin bestaande uit Mom, Dad en the Kids zijn tafeltje verlaat begrijp je hoe het komt dat de gemiddelde Amerikaan goed is voor 2.5 kg afval per dag.  Een slagveld van plastieken bekertjes, vorken, papieren zakjes van sugar of andere sweeties, kartonnen borden en verfrommelde papieren servetjes blijft achter.  En daartussen enkele dollarbiljetten.  Het verhaal dat je in de US alleen met je creditcard kan betalen is volledig uit de lucht gegrepen.  Voor het huren van een auto is je creditcard wel de enige waarborg maar daar blijft het dan ook bij.  Al de rest kan “cash” afgerekend worden.

De fried eggs zijn op, de ice tea is door de grote hoeveelheid ijs nog slapper geworden dan water, de ketchup staat ongeopend en teleurgesteld op tafel en van de hash browns blijft nog weinig over, kortom tijd voor de rekening – “check please!”

B. haalt haar breedste smile boven, want in de “check” is de dienst niet inbegrepen, en die is goed voor 10 à 15 percent bovenop de rekening.  Ook de lokale taks ( verschillend per staat ) komt hier bovenop.  M.a.w. iets van 20 $ in het restaurant wordt algauw 25 $.  ’t Is maar dat je het weet.

Als je niet alles op hebt bestaat er een gebruik dat ikzelf génant vind, maar in de US zo banaal is als maar het maar kan zijn : de “Doggy-Bag”.  Als je je bord niet leeggeten hebt, kan je vragen naar een ( alweer disposable ) plastieken – op een vliegtuiglunchbakje lijkende – verpakking wat bij mij steeds de bedenking oproept : ofwel was het niet te vreten en wil ik het thuis discreet in de vuilnisbak kieperen, ofwel wil ik het toch eens op de hond uitproberen.

We betalen en op onze tafel blijft een slagveld over van plastieken bekertjes, vorkjes, kartonnen borden, bekers, servetjes …

Mardi Gras.  Iedereen heeft vakantie.  Wat voor een Amerikaan heel wat betekent, want ze stellen zich tevreden met gemiddeld twee weken vrij per jaar…

We rijden door dorpjes waar we normaal nooit zouden halt houden, maar vandaag staat heel Louisiana op zijn kop.  Overal muziek, standjes met hot dogs, “boudin” ( Louisiaanse specialiteit ), Cajun-food, gebak, kitscherige souvenirs, en straten vol platgetrapte “Budweiser” cans.  Normaal gesproken mag je op de openbare weg geen blikje bier openen of je moet het discreet consumeren vanuit de “brown bag” van de winkel.  Maar vandaag is een uitzondering.  Marianne en ik stappen een saloon binnen.  Het duurt een paar minuten eer onze ogen aan het duister gewend zijn.  Het plaatselijke bandje speelt zó vals dat binnen blijven onmogelijk is.

We zijn te laat voor de “Parade”, maar er zijn nog sporen terug te vinden van de optocht.  Hier en daar vind je nog “beads” op de grond.  Dit zijn kettingen van aaneengeregen felgekleurde kraaltjes die we voor de rest van de vakantie over de achteruitkijkspiegel van onze auto laten bengelen.  Kwestie van toch een beetje erbij te horen.  De “gewone” restaurants zijn dicht, maar als je niet wandelend wil eten, kan je terecht in een van de talrijke voortuintjes die als gelegenheidssnacks zijn ingericht.  De dagschotel is overal dezelfde : jambalaya.   Een Cajun gerecht bestaande uit rijst, vermengd met alles wat er nog in de keuken overbleef van gisteren plus de doggy-bags van de kinderen van de buren.  Hierbij een ( disposable ) beker Root Beer en de dag kan niet meer kapot.  Root Beer heeft niks niemendal met bier te maken maar is een aftreksel  van chewingum die ze van onder de cinemazetels en schoolbanken geschraapt hebben en 24 uur hebben laten koken in een mengsel van het zuur van oude batterijen en gesmolten autobanden.

Reizen in de VS is autorijden.  Bijvoorbeeld met een SUV ( Sports Utility Vehicle ).  Een terreinwagen maar die toch het comfort biedt van een ‘gewone’ auto.

Of een RV ( spreek uit aarrvie ), d.w.z.  Recreative Vehicle ofte Heelgrote Caravan met de personenauto achteraan vastgehaakt.  Want met zo’n RV mag je niet in de stad parkeren en gezien een Amerikaan niets te voet doet – en het land helemaal gebouwd is met als uitgangspunt dat iedereen over “wheels” beschikt – ben je zonder auto een sukkelaar.

Een auto rijdt in de US per definitie op benzine.  En hij brengt tijdens de vakantie het liefst de nacht door op de parking van een motel, niet ver van zijn baasje.

De standaarduitrusting van een motelkamer bestaat uit oftewel two beds, ofwel een queen of een kingsize.  Soms wel eens twee van deze laatste.  Maar dan heb je ook een kamer als een voetbalveld.  Daarnaast de badkamer met een douche als een hogedrukreiniger, lavabo, WC, de nodige handdoeken, stukjes zeep en afhankelijk van de klasse : shampoo, douchegel en een doos Kleenex.  En het allerbelangrijkste : airco, televisie en Free WiFi.

Op de parking staat steeds een apparaat waar geen enkele Amerikaan zonder kan : de ijsmachine.  In iedere kamer is een plastieken ijsemmertje dat je bij aankomst meteen vult, of je nu ijs nodig hebt of niet.  Maar het is leuk om na terugkomst van het restaurant een koel drankje in te schenken voor tijdens het zappen.

De enige televisiestations die je langer dan vijf minuten na elkaar geconcentreerd kan bekijken zijn CNN en “The Weather Channel”.  Zoals CNN 24 uur op 24 nieuws brengt, zendt TWC permanent weerberichten uit.  En als toerist kan je daar handig gebruik van maken.  Het heeft ons tijdens deze vakantie menige stormbui bespaard!

En voor de rest zap je over de 50 à 90 stations alsof je doelloos surft over internet.

Zzzzzzzzzzz…

Kaartlezen is in de US een beetje anders dan bij ons.  Afstanden en namen van steden worden op de borden langs de Interstate minder frequent vermeld dan bij ons en bovendien word je verondersteld constant te weten of je North, East, South of West aan het rijden bent.  Een vuistregel : de even nummers ( vb Route 66 ) gaan van East naar West, en de oneven ( vb US 61 ) gaan van North naar South.  Hier schiet je al een eind mee op.  Bij deze benoem ik Marianne trouwens tot GPS, d.w.z. Great Professional Streetfinder.  Zo geraken we moeiteloos in …

MEMPHIS.  Rijmt op Elvis.  ( zoals Ertvelde op Eddy Wally ).  Onderweg zijn we afgeslagen naar Clarcksdale om het Delta Blues Museum te bezoeken.  We worden verwelkomd door een ex-medewerker van WROX 1450 AM STUDIO, een van de laatste echte blues radiostations dat nu ook de deuren heeft gesloten sind DJ Early Wright  “passed away”.  Er is nog steeds blues op 1450AM, maar alles wordt gestuurd door een computer…

Memphis dus.  We zijn vastbesloten : Graceland kan ons gestolen worden.

We hebben genoeg aan het standbeeld van Elvis.  En op de satelliet radio het “Elvis Presley” channel, met 24 uur op 24 … jawel!

Voor logies moet je volgens de Lonely Planet de brug over en dan ben je in Arkansas,  een andere staat weliswaar, maar hier vind je gegarandeerd een ( betaalbaar ) motel.  “Red Roof Inn”.  Daar valt onze keuze op.  Na het tonen van onze paspoorten begint de kerel aan de receptie ons toch wel in het Hollandste Nederlands aan te spreken.  Hij heeft in dat land gewerkt en de taal geleerd en vandaar.  We krijgen een kamer op de eerste verdieping, en verhuizen een half uur later want de airco doet het niet.  En die hebben we nodig, want Marianne moet e.e.a. wassen en inventieve Belgen als we zijn, tegen een lichte vergoeding leg ik ooit wel eens uit hoe je een airco tijdelijk ombouwt tot een prima deluxe droogkast!

Leuk in Memphis is het Peabody Hotel.  Niet omwille van het hotel zelf maar wel hierom : iedere dag om 11 am waggelt een kleine kolonie eendjes, die hun “appartment” hebben op het “penthouse” via de lift, onder begeleiding wel te verstaan, naar de fontein in het midden van de lobby op de First Floor.  ( First Floor in de VS is bij ons de benedenverdieping ).   Vooraf wordt – noblesse oblige – de rode loper uitgerold.  Om 5 pm is er identiek hetzelfde ritueel, maar dan in omgekeerde richting.  Sinds 1930 …  J’aime ( 15 jours par an ) ce pays, j’aime son peuple …  alleen al omwille van dergelijke absurde situaties.

Beale Street, daar moet je zijn.  Maar niet te lang.  Het Is Niet Echt!  De straat is winkelwandel gemaakt, vooral winkel, maar doet bij mij geenszins aan blues en aanverwante denken.  We houden er een paar leuke T-shirts aan over maar dat is het…

Waar we wel stil worden is het National Civil Rights Museum.  Hier is ML KING in 1968 op het balcon van zijn motel neergeschoten.  De wagens op de parking staan er nog zoals de dag zelf.  De hele toestand wordt commerciëel zwaar uitgebuit wat bij mij de opmerking doet rijzen van zou Hij het weten, dan draaide Hij Zich om in Zijn graf … I have another dream …

Tot nu toe verloopt de reis vlekkeloos.  Na Memphis gaan we Country & Western proeven in Nashville.  Weliswaar niet de ‘geplande’ reisroute, want de weergoden sturen roet in het eten, maar dank zij “The Weather Channel” en de nodige computer/internet ondersteuning zijn we de elementen steeds te vlug af geweest.  Maar nu is de maat vol, thunderstorms & heavy rainfall wordt ons deel.  Zelfs hagel als tennisballen wordt ons beloofd …  En vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten waar naartoe …  Dan maar door de wind, door de regen, dwars door alles heen …

Op de autoradio horen we dat scholen hun sportactiviteiten afgelasten.  Maar we rijden door, zo erg zal het nu toch ook weer niet zijn!  Alhoewel … Het is middag en de hemel wordt donker … Bijna zwart …

Om twee uur zijn we in Nashville, onder de zwartste hemel die je je overdag kunt voorstellen.  En dan breekt de hel los.  We zijn net gestopt aan een motel als er boven ons een sluis wordt opengedraaid, begeleid door een klank- en lichtspel waar alleen de natuur voor kan zorgen, en een storm die een deel van de afsluiting rond het motel tegen de vlakte blaast, kabels worden van de gevel gerukt en komen op onze auto terecht, betalen met VISA wordt plots onmogelijk, het licht gaat aan en uit, kortom, zoals in de film.  Achteraf is gebleken dat in Nashville 60 000 gezinnen zonder stroom hebben gezeten.  Een kwartier later is het gelukkig nog maar ‘gewoon’ aan het gieten en is de storm niet over maar naar het zuidoosten schade gaan aanrichten.  Om zijn laatste adem uren later in Florida te gaan uitblazen.  De tennisballen zijn uitgebleven.  Nu zijn de “Tornado-Warning Horns” weer stil.  De schade wordt hersteld en er is weer music in the air.

Enkele dagen later zijn we terug in New Orleans.  Het duurt een poos eer we onze weg gevonden hebben door de wirwar van straten en straatjes.  New Orleans heeft een iets meer Europees aanvoelend stratenplan dan andere steden in de US.  Het is avond en vooral tijd om logies te zoeken.

New Orleans Cortyard hotel.  Betaalbaar, parkeergarage, en aan de rand van French Quarter

Zzzzzzzzzzzzzz

“Johnny’s Po-Boys” in “Le Carré” of “The French Quarter”  wordt unaniem uitgekozen als brunchplaats.  “Even my failures are eatable …” staat te lezen op het T-shirt van het meisje achter het fornuis.  Eggs, sausage, hashbrowns, etc. etc. tot we omvallen.  Diet Coke & Ice Tea zorgen voor een eventuele spijsvertering en we stappen de straatjes met de smeedijzeren balconnetjes af.   Dit is On-Amerikaans.  Winkeltjes, café’s kortom … gezelligheid troef …

We wandelen zonder ons te bekommeren om North, South, East of West.  De uren gaan voorbij zonder dat we er erg in hebben.  The French Market is druk en valt op door zijn kraampjes met flesjes van wat wij kortweg Tabasco noemen maar dan in honderden verschillende smaken en merken.  Hier en daar kan je proeven.  Het een nog pikanter dan het ander.  En met de meest kleurrijke etiketten ooit gezien.

Jackson Square is de beloning voor het lange stappen.  Een groep van tien, pakweg twaalf, kan ook veertien muzikanten zijn speelt jazz maar op zo’n innemende en ludieke manier dat je niet anders kan dan aan de grond genageld staan en je oren, ogen en fototoestel de kost geven.  Het betreft de ( ons totaal onbekende ) “Doreen’s Jazz New Orleans” ofte “The Show Stealers”.  Klasse.  En zwart als roet.  Zoals een groot deel van de bevolking in Louisiana.  Hebben zij de muziek uitgevonden?  Het mandje met dollars wordt – terecht – aangevuld door het talrijke publiek.

De avond valt.  Bourbon Street is zo druk als de Beenhouwersstraat in de zomer… en dan gebeurt het : in een café ontstaat een relletje en vooraleer iemand ook maar een telefoonnummer had kunnen vormen staan er vier politiewagens met kleurrijke bijna carnavaleske zwaailichten in de straat, worden drie kerels in de kroeg opgepakt, op het trottoir gesleurd, op hun knieën gedwongen, met hun gezicht tegen de gevel geduwd en de handboeien omgedaan.  Razendsnel.  Marianne en ik zoeken tevergeefs de camera’s, maar dit is écht.  This Is America.  Tien minuten later is alles weer als voorheen.  Monsieur Propre is langs geweest.  Van de weeromstoot is happy hour in het betreffende café veranderd in Three Beers for the Price of One i.p.v. Two.  Amerikanen hebben nu eenmaal een neus voor business.

Als we terug in onze kamer zijn is het zowat middernacht, Jay Leno is nog wakker, David Letterman ook en Conan O’Brian doet niet onder.  Al heeft laatstgenoemde zich nu een baardje & snor aangeschaft…

We checken voor het laatst onze mailbox, en dan gaat de laptop definitief slapen tot thuis.

This was America voor de twintigste keer denk ik, of negentien of eenentwintig … whatever, ’t was leuk.

 

© Usa4all & Philippe Tyteca