Texas stond nooit hoog op ons lijstje van reisdoelen. Misschien omdat er niet veel over geschreven wordt. Weinig reisorganisaties hebben Texas in het programma dus je hoort weinig ervaringen. Totdat er in de Amerika een serie verscheen over deze heel aparte staat. Wij werden nieuwsgierig door het beeld dat deze serie schetste van het natuurpark Big Bend, de Guadeloupe Mountains, de grotere steden en de Texanen.

Na een paar maanden van verder leeswerk en avonden boven de kaart hadden we een leuke route uitgestippeld die ons in vier weken tijd op de belangrijkste plaatsen zou brengen. We vlogen met United Airlines en huurden een Chevrolet Blazer bij Alamo. Ondanks dat wij slechts met z’n tweeën reizen bevalt zo’n “four by four” ons steeds uitstekend. Om te beginnen val je minder op als toerist. Je hebt veel meer bagageruimte en is alles makkelijk pakbaar. In de warmere streken is een bijkomend voordeel dat de bagage koel blijft. Omdat je hoger zit met veel glas om je heen heb je een veel beter uitzicht. Ook lijkt zo’n wagen ons een stuk veiliger. Dat laatste is niet overbodig als je elke vakantie duizenden kilometers rijdt in onbekende streken. Daarnaast is het natuurlijk gewoon leuk om te kunnen doorrijden wanneer er een bord staat “only 4×4”.

Onze reis begon in Dallas. Heel indrukwekkend was de plaats waar Kennedy is vermoord. Het is z’n plek die je herkend alsof je er al honderd keer geweest bent terwijl je er voor het eerst komt. Parkeren kan het makkelijkst en goedkoopst (2$) vlak naast het “Sixt Floor Museum”. Dat museum moet je beslist niet overslaan want het voert je in anderhalf uur tijd stap voor stap langs alle gebeurtenissen van die beruchte dag in november 1963. Na het zien van dit museum en langdurig buiten te hebben rondgelopen is het bijna ondenkbaar dat Lee Harvey Oswald destijds in zijn eentje de president vermoordde. Ook al laat de officiële lezing van het museum dit in het midden. Wees niet verbaasd als er mensen om je heen een traantje wegpinken en wees zelf ook voorbereid op een lichte brok in de keel. Erg onder de indruk reden wij weg van deze plek, een gevoel dat tot kippenvel werd versterkt doordat we dezelfde route namen als destijds gereden door Kennedy. Op de plek van het fatale schot staat een zwart kruis op het asfalt. Dan versnellen wij, net als de limousine destijds, onder het viaduct door. Wij gaan naar Forth Worth, de zusterstad van Dallas.

Onvoorstelbaar hoe twee steden die zo dicht bij elkaar liggen zo verschillend kunnen zijn. Is Dallas de glimmende olie- en bankiersstad, Forth Worth is al het andere. Een zonderlinge mengeling van grootstad en cowboyleven. Wij adviseren downtown links te laten liggen en naar het vermakelijke “Stockyards” te gaan. Daar is van alles te beleven wat met het oude Westen te maken heeft. Cowboys te paard door de straten, rodeo en Longhornkoeien. Uitstekende restaurantjes en op een hele warme zomermiddag (toen wij er waren was het 43 C) moet u vooral de enorm grote bierglazen van Riscky’s Stockyard Bar-B-Que niet missen. Vooral op vrijdag en zaterdagavond is het leuk om ‘s avonds de grootste honky tonk ter wereld te bezoeken: Billy Bob’s Texas. Live muziek, concerten, een metalen stier, eten drinken en vooral dansen. Krijgt u om een uur of twaalf honger neem dan een broodje chopped stake met Bill Bob’s famous Hickery Smoke saus. Om je vingers bij af te likken!

Volgende reisdoel was Waco. Texas Rangermuseum bezocht. Leerzaam en vermakelijk. U ziet onder meer de echte geweren die Bonny en Clyde bij zich hadden toen ze uiteindelijk door de Texas Rangers in een hinderlaag werden gelokt. Ook persoonlijke bezittingen van Billy the Kid laten de geschiedenis leven. We rijden die dag nog door naar Austin. Bij het ondergaan van de zon verlaten honderdduizenden vleermuizen hun nesten onder de Congress Bridge. Tip: het beste uitzicht heb je vanaf het enige terrasje in de buurt, dat van Thank God It’s Friday (en probeer gelijk de Chicken Strips met Jack Daniels saus).

Downtown Austin viel ons eerlijk gezegd wat tegen. We bezoeken dan ook alleen het State Capitol. Vooral ‘s avonds een indrukwekkend gebouw met veel marmer. Het zou zelfs twee meter hoger zijn dan het Capitol Building in Washinton. We hebben het niet nagemeten. Het uitgaan bewaarden we dan ook tot de volgende dag in San Antonio. Een gezellige stad waar vooral de Riverwalk en “The Alamo” de belangrijkste trekpleisters zijn. Veel eetzaakjes. Bespaar u de boottocht, het is duur en je ziet alles veel beter wanneer je op je gemak langs de River slentert.

Op naar Houston. Omdat het er zo heet kan zijn heeft men alle belangrijke gebouwen (en dus ook de winkels) met elkaar verbonden via tunnels. Je hoeft dus in principe nooit de airco te missen. Winkelen doe je vooral in de Galleria. Zo groot dat je er zelfs kunt schaatsen op een heuse ijsbaan. ‘s Avonds bezochten we een “homegame” van de Houston Astro’s. Voor een paar dollar koop je ter plaatse een kaartje en dan kan de pret beginnen. Na het zingen van het volkslied (altijd indrukwekkend) beginnen de spelers te spelen en de toeschouwers te eten. Dat eten wordt alleen even onderbroken om na de zevende inning gezamenlijk een lied te zingen (take me out to the ballgame). De Astro’s verloren.

De route naar Galveston was saai. Galveston mogelijk nog saaier. De zee heel ruw, het strand zwart en smerig, de boulevard leeg en het vermaak verouderd. Galveston bleek de inleiding van twee dagen “zwaar weer”. Het gebied tot aan Kingsville is een en al industrie. Vooral Corpus Christie lijkt een groot Europoort. We zagen er onze eerste Kingfisher (vogel) maar dat was dan ook het enige positieve wat we hier konden ontdekken.

Snel doorgereden naar Kingsville dus. Daar de grootste Ranch van Amerika bezocht, de Kingsranch. Rondleiding was leerzaam. Toen doorgereden naar Brownsville. Deze stad ligt aan de monding van de Rio Grande. Wij adviseren iets door te rijden naar de kust richting South Padre Island. Een prachtig strand, veel voorzieningen, heeft veel weg van Pensacola en Panama City Beach.

Na een dagje strand begon onze reis langs de Rio Grande. Een reis die ons via Big Bend uiteindelijk zou brengen in El Paso. Wij reden dagen door afwisseld landschap. Zagen veel vogels en andere dieren. Ontmoeten de meest vriendelijke mensen en genoten van de soms spectaculaire natuur. Kortom, niets mis met dit stuk Texas. Het is stil en verlaten, van spookstad naar spookstad, maar overal woont wel iemand met een apart verhaal. Overigens blijven de voorzieningen uitstekend. Ter hoogte van Galveston hadden wij al extra voorraad ingeslagen in de veronderstelling dat de bewoonde wereld ging ophouden. Niets was minder waar, de grootste supermarkten en de meeste hotels vonden wij in Laredo, Del Rio en El Paso!

Big Bend was een topper. Drie nachten in een lodge midden in het National Park. In het Chisos Basin. Wat een rust, wat een natuur. We zagen er Javelina’s, stinkdieren, tarantula’s, herten, coyotee, roadrunners en nog veel meer. Een enorme belevenis.

In Alpine bezochten we ‘s avonds een Star Gaze Party van het MacDonalds Observatory. Drie dagen in de week worden deze avonden georganiseerd en voor 3$ vertellen ze je alles over het heelal en mag je door verschillende sterrenkijkers kijken. Mac Donalds Observatory is de twee na grootste sterrenwacht ter wereld dus dit was best interessant.

Net na Kincaid zit vlak langs de weg iets wat zeker een stop waard is: de South Texas Livestock Exchange. Echte cowboys te paard die koeien vangen en begeleiden naar de veiling. In de veilingzaal klinkt het monotone gebrabbel dat zo karakteristiek is voor de veilingmeesters hier. Het is een traditie en je moet het een keer gehoord hebben. Met enkele cowboys maken we een praatje en al gauw blijkt dat ze moeite hebben met het idee dat Nederland maar 160 mijl breed is. Hun ranch is al breder! Stuk voor stuk aardige lui die het prima vinden dat wij een kijkje nemen bij hun werk.

Na El Paso (doe vooral de stadrondrit ‘s avonds want hij voert u over de Franklin Mountains zodat u een prachtig uitzicht hebt over de stad met z’n duizenden lampjes) bevonden we ons in New Mexico. White Sands National Monument en de Carlsbad Caverns (absoluut bezoeken!). Weer terug in Texas gingen we op weg naar een ander park dat was beschreven in de Amerika: de Guadeloupe Mountains. We kozen voor een lange wandeling door Mack Kittrick Canyon. Dat werd een van de mooiste tochten die we ooit maakten. Langzaam ging de woestijn over in een bosgebied. De kloof biedt water en bescherming tegen de elementen. Veel vogels en dieren hebben er een prettig heenkomen gezocht. Halverwege ontmoeten we in een cabin een oudere Ranger die ons verteld dat de tweede helft van de Canyon nog mooier is en door velen wordt gezien als het mooiste stukje Texas. Omdat het op vakantie vaak goed is om advies van lokale kenners op te volgen hingen wij na een korte rustpauze onze rugzakken weer om en liepen verder de Canyon in. Helemaal alleen, wat de ervaring alleen maar versterkte. Inderdaad vielen we van de ene verbazing in de andere. Wat was het daar mooi. We zullen het niet beschrijven, dat is spannender voor diegenen die de hike zelf gaan maken. Als u in de buurt bent, sla het niet over! In het beekje zit forel en in het hutje aan het eind hangen overdag vleermuizen.

Na deze lange tocht trakteerden wij ons die avond op een stevig maal en op een heerlijk zwembad. De volgende dag bezochten we Wink. Waarom Wink? Omdat Boudewijn Buch hier ooit was om het museum van Roy Orbison te bezoeken. Volgens Boudewijn was er in Wink verder niets. Zulke mooie liedjes uit zo’n gat als dit. Armoede voedt de poëzie. Via Lubbock naar Ammarilo. In Ammarilo natuurlijk naar de Cadillac Ranch, het Heliummonument en de Livestock Exchange.

Via Witchita Falls (even Oklahoma aangedaan omdat wij staten “sparen”) naar Fort Worth. Zo is de cirkel van deze reis weer rond. We hebben 8000 kilometer gereden en weer veel, heel veel gezien en beleefd. Texas is geen Staat maar een Land. Het is veel afwisselender dan we dachten. Absoluut een reisje waard!