De voorbereiding:

December 2001.

Na een jaar niet op vakantie geweest te zijn, werd het dik tijd om eens een grote vakantie te gaan houden. Altijd al zat Amerika in de kop, maar ja als je verder geen reisgenoten meekrijgt wordt het moeilijk. Toevallig kwam het onderwerp Amerika ter sprake en zo werd het toch mogelijk om iemand mee te krijgen die dezelfde reis wilde maken. Vrije tijd krijgen is niet makkelijk tegenwoordig, maar een maand wist ik er nog uit te slepen (bij mijn, gelukkig, oude werkgever). We begonnen met een route te tekenen op het West gedeelte van de kaart van de VS. Je hebt veel interessante gebieden bij elkaar liggen en daarom was de route snel bekend. Het koste wel iets meer tijd om de juiste wegen vast te stellen, die bovendien ook de kortste waren tussen twee plaatsen. We boekten de vliegreis van United Airlines bij het reisbureau, samen met de eerste hotelovernachting in L.A. en de autohuur bij AVIS. Via internet hebben we maandenlang gezocht naar informatie over de plaatsen die we zouden bezoeken. Bovendien heb ik ook erg veel aan de reisverslagen verenigdestatenvanamerika.com van anderen gehad en daarom hoop ik dat mijn site op een zelfde manier ook kan worden gebruikt voor anderen.

We hadden dus tickets, een auto en de eerste hotelovernachting. We zouden dus ter plaatse overnachtingen regelen bij motels en hadden bewust voor deze manier van reizen/rondtrekken gekozen om niet gebonden te zijn aan tijd of mensen.

Vooraf had ik een budget vastgesteld van zo’n 6 ruggen (Nederlands geld) en daar heb ik me aan gehouden. Met $ 500,- contant, de pinpas en de Visa heb ik me zeer goed weten te redden! Het enige nadeel was het lange wachten van december 2001 tot september 2002. Maar al dat wachten is het zeker waard geweest!

Dag 1.

Het is zondagochtend 1 september en het is koud buiten! Op dit tijdstip is het behoorlijk moeilijk om de ogen open te houden. Half slapend (ik) worden we door mijn pa en ma naar Schiphol gebracht. We zouden om 11:15 uur vertrekken met United Airlines en om 8 uur al stonden we op schiphol. We hadden tijd zat en konden dus mensen gaan kijken. Men had ons verteld dat er i.v.m. de aanslagen verleden jaar, zware controles zouden worden uitgevoerd. Dat viel allemaal reuze mee. Voordat we het vliegtuig van United instapten, werden we ondervraagd door het “veiligheids meisje” van de maatschappij. Met vragen als “Wat heb je het laatste half jaar gedaan, “is die walkman van jou” en “wat voor een werk doet je vader”, lagen we al vroeg in de ochtend in een deuk (Tja ze keek er ook zo serieus bij). Genoeg lol gemaakt weg uit Nederland a.u.b.! Ik had nog nooit gevlogen, dus toen de veiligheidsgordel dicht moest, was het wel even spannend. Helaas hadden we het niet getroffen met de stewardessen, want ze waren denk ik allemaal boven de 50 jaar. Maar goed de service was uitstekend en ze deden wel hun best.
Na 8 uur in het vliegtuig verveeld te hebben, kwamen we in Chicago aan. We hadden 2 uur om de volgende vlucht naar L.A. te pakken. Alle “buitenlanders” dienden een formulier in te vullen over hun verblijf in de States. Er stonden 20 rijen en wij hadden natuurlijk de verkeerde weer te pakken. Na anderhalf uur toen iedereen haast al weg was, waren wij pas aan de beurt. Volgens mij hadden ze daar een van de traagste ambtenaren neergezet. We gingen een versnelling hoger lopen, omdat het nu wel erg krap werd met de tijd. Op goed geluk dumpten we de koffers bij een van de medewerkers nadat die àhùh had geantwoord op de vraag of we de koffers bij hem konden in leveren. Chicago was enorm groot en we moesten zelfs een tram! pakken, om naar onze terminal te gaan. We zaten net in de stoelen toen het vliegtuig al vertrok. Mazzel gehad dus. Ik denk dat de piloot een hoog nummer had getrokken, want het was wel even wachten in de rij totdat wij aan de beurt waren om de lucht in te gaan.
Na zo’n 4 uur kwam Los Angeles in zicht. Zeer indrukwekkend vanuit het vliegtuig moet ik zeggen. Iedereen weet dat dit een megastad is, maar vanuit de lucht kun je haast niet geloven, dat het zo groot is. De koffers hadden we binnen een zucht en daar stonden we dan op het vliegveld. We hadden vooraf de eerste nacht geboekt in hotel Marriot. Netjes werden we met de shuttle opgehaald. Na een korte wandeling om het hotel te hebben gemaakt, zochten we de eerste de beste drankhandel op. Na onze id te hebben getoond, kregen we pas ons bier. Tja voor mij even wennen, maar goed ze zeiden dat ik er jong uitzag. Dat is positief denk ik. Nadat de vloeistof naar binnen was gewerkt, werd ik wel heel snel verrast door de slaap.

Dag 2.

Wat was dat een vreselijke eerste nacht zonder veel slaap. Wat kan het daar ’s nachts bloedheet zijn, zeker zonder airco! Tijd om voor vervoer te zorgen. We hadden via Globe een auto gehuurd bij Avis. Avis zat bij ons om de hoek en alles ging er makkelijk qua ophalen. Men probeerde eerst ons een andere auto te geven. Nadat ik vroeg of we een grotere konden krijgen voor hetzelfde geld deed ze eerst nog moeilijk. Nadat alle papieren waren ingevuld, zei ze in een keer, dat ze ons een grotere auto zou geven, omdat ze degene die we besteld hadden niet meer op voorraad had. Mooi meegenomen dus en geeneens extra betaald! Daar stond die dan te blinken in de zon: Een Pontiac – Grand AM, zilvergrijs met spoiler/cd speler/airco en automaat met cruisecontrole. Ik was meteen verkocht, maar wist tegelijkertijd dat onze wegen al snel weer zouden scheiden! Maar goed daar moeten we nu niet bij stil gaan staan: Time for some cruisin’ in L.A. We hadden net trouwens ontbeten bij Burger King. Het is even een aanslag op de maag, maar ach we zijn in Amerika. Na uitgecheckt te hebben bij Marriot, gingen we op zoek naar een motel voor de aankomende nacht. Al snel reden we door een “zwarte wijk”. We hadden geen zin om verder te zoeken en regelden een kamer bij de eerste het beste Motel genaamd “Sandman Motel”.
Op het programma staat vandaag een stukje kustlijn met Venice en Santa Monica en Hollywood. In Venice was het haast onmogelijk om de auto kwijt te raken. Misschien dat de scholen nog niet waren begonnen of dat het door Labour day kwam, maar het was ongelooflijk druk. Voordat we het door hadden zaten we in een keer in Santa Monica. Hier konden we de auto wel kwijt en liepen daarom maar terug naar Venice, wat niet zo ver was. Precies als op TV stikt het hier van de mooie skatende vrouwen en de freaks die langs de kant van de weg zitten en een act uitvoeren. Zeer gezellig allemaal! We waren op zoek naar een afbeelding van Jim Morisson op een van de gebouwen. Na lang gevraagd te hebben, wees een hippie ons de weg naar het einde van de straat en daar stond die inderdaad. Eerste missie van de reis volbracht.

Via een brede en mooie weg kwamen we later die dag in de dure wijken aan van Hollywood. Er valt helaas weinig te zien in Beverly Hills, Bell air en de andere dure straten. Overal staan grote hekken om en de huizen staan erg verscholen voor de buitenwereld. Volgens mij hoef je daar geeneens aan te bellen of je loopt al kans om door een arrestatie team te worden opgepakt wegens het storen van “de sterren”..
In het hart van Hollywood lijkt het net of je in een film loopt. Alles ziet er groot en mooi uit. De walk of fame glimt, de straten zijn zo schoon dat je er van kan eten en de mensen zien er allemaal apart uit. Ik kom Elvis toevallig tegen en weet hem te strikken om met me op de foto te gaan. Het is inmiddels al avond geworden en de honger begint al een beetje te komen. Net toen dat gebeurde stonden we ineens naast een Mac Donald. Terug gekomen bij ons motel, moesten we nog wat inkopen doen bij de supermarkt. Het was al pikkedonker en eerlijk gezegd voel je je niet veilig in een dergelijke wijk op dat moment.

Dag 3.

We stonden vroeg op om een motel te zoeken. Eentje die in een wat betere wijk lag. We vonden er een die achteraf slechter was dan dat die in het begin leek. We hadden dus iets beter moeten kijken voordat we ja zeiden. Maar goed dit wisten we voor de volgende keer. Bovendien moesten we nog een beetje aan alle dingen wennen.
Vandaag staat Universal Studios op het programma. In Hollywood zochten we eerst een internetcafé op, om een bericht te sturen naar het thuisfront. Nadat we hadden gemeld, dat we nog leefden reden we richting Universal Studios (wat allemaal erg dicht bij elkaar ligt).
De vertoning van Waterworld was erg goed en leek af en toe net op de film. Alle attracties waren top, maar de Terminator show dient toch nog een extra vermelding te krijgen hier. Die was echt super! Kortom een zeer goede en toffe dag . De weg terug naar het airport gebied, waar ons motel stond, was mij bekend, maar m’n medereiziger dacht via de snelweg ook daar aan te komen. Nadat we ruim een half uur in een cirkel hadden gereden, reden we toch terug via de bekende route. Het is in het begin wel wennen aan de wegen en straten in Amerika en je rijdt in een stad zo ergens voorbij, daarom is het verstandig om in het begin dezelfde wegen aan te houden. Voordat het licht op de motelkamer uit ging, zeiden we de kakkerlakken gedag en vroegen we ze vriendelijk om vooral maar aan de andere kant van de kamer te blijven.

Dag 4.

We namen afscheid van de kakkerlakken en reden door naar het tankstation. De eerste keer tanken! Nadat ik van te voren geld aan een niet zichtbaar iemand ik een klein hokje had gegeven, mochten we gaan tanken.Voor ruim 30 liter betaalden we slechts € 13,-. Nederland kan hier een voorbeeld aan nemen.
We verlieten de omgeving rond het vliegveld en reden via een zuidelijke highway naar Anaheim. Het leek er op of er in Anaheim geen motel te bekennen was, maar wat bleek: we zaten aan de verkeerde kant. Na een nieuwe overnachting te hebben geregeld, reden we door na Disney land. Nog geen vijf minuten later hadden we de auto geparkeerd op de parkeerplaats. Na een behoorlijk bedrag te hebben betaald, blijkt ook nog eens dat we slechts 1 van de twee parken in mogen. Wil je het andere ook in, dan moet je dat zelfde bedrag nog een keer betalen. Een kaartje kost overigens maar $ 45,-.
We treffen het in dit park, want het is absoluut niet druk. Nergens hoeven we echt te wachten. Rond 8 uur ’s avonds keren we terug naar het motel.
Onderweg hadden we al de pizzalucht van het in het zelfde straatje liggende “Bigs Pizza” geroken. Met een overvolle maag keren we de Mexicaanse wijk weer in waar de oogjes redelijk vroeg dicht gaan.

Dag 5.

Bij een grote supermarktketen, genaamd VONS, slaan we wat eten en drank in voor de komende dagen en schaffen we bovendien een koelbox aan. Vooraf werd ons aangeraden om een piepschuim koelbox aan te schaffen. Voor een anderhalve dollar konden we vanaf nu onze drank (en eventueel andere dingen) ook koelen. En deze koelbox is de hele reis zeer handig en makkelijk geweest.

Het is tijd om afscheid te nemen van Los Angeles. Achteraf hadden we meer kunnen zien denk ik, maar het was in het begin even wennen en omschakelen. Niets aan te doen. We rijden Highway 5 North op en zullen er voorlopig niet af komen. Een lange rechte snelweg naar…jawel…het noorden. Het is eigenlijk ook onmogelijk om verkeerd te rijden hier. Alles staat keurig aangegeven. Een ander positief punt is, dat je ook rechts in mag halen. Het went heel snel moet ik zeggen, zeker omdat de banen ook veel groter zijn. Dus geen ergernis als er een langzaam iemand voor je rijdt, want je kunt hem links of rechts passeren.
Zodra we de stad uit rijden, vormen zich al iets wat op bergen lijkt. Het groene (wat door sproeiers in de berm onderhouden wordt) van de stad verdwijnt langzaam en maakt plaats voor een zandachtig en stofachtig landschap. Echt superwarm was het nog niet, misschien omdat er behoorlijk veel wind stond. Vandaag zou het misschien zelfs regenen, wat het sinds april al niet meer had gedaan. We zouden bij de Mojave desert een kijkje gaan nemen bij het vliegtuigen kerkhof. Bij de entry aangekomen, houdt een gewapende militair ons echter tegen en worden we vanwege 09-11 teruggestuurd. Een teleurstelling want van een afstand ziet het er toch indrukwekkend uit. Tja maar tegen twee gasten met een machinegun doe je weinig.

Het volgende stadje wordt Barstow. Het Amerikaanse gevoel begint hier behoorlijk te kriebelen. Een klein stadje gelegen in een woestijnachtig gebied: prachtig! Aardige mensen en motels in overvloed in deze plaats. Als snel hebben we een motel en lopen we rustig de stad door. Mooi is hier te zien via muurschilderingen, hoe route 66 o.a. hier tot stand is gekomen. Opvallend is dat het ook hier weer enorm hard waait. Na diner in een goed steak restaurant en een paar uurtjes tv is de dag voorbij.

Dag 6.

Yes, today it’s the day! Viva Las Vegas, here we come! We waren ongeveer nog 200 mijl verwijderd van het gokparadijs. Onderweg naar Las Vegas toe, maken we een stop bij Calico Gohst town. Ondanks dat dit spookstadje omgebouwd is tot een toeristenattractie, geeft het je nog wel het gevoel of je je eventjes in het oude wilden westen begeeft. De oude gebouwen zijn goed onderhouden en bewaard gebleven. Bovendien zijn er tal van leuke souvenir winkeltjes in de huizen gebouwd. Al lopend door het droge Calico maken we voor het eerst kennis met een paar eekhorens. Vooraf hadden de mensen al gezegd, dat het in deze gebieden stikt van deze beesten.

Nadat we de tijd hadden genomen om het stadje te bekijken, was het nu echt tijd om naar Vegas te scheuren. Via 1 lange rechte weg reden we de woestijnen van Nevada binnen. Hoe dichter we bij Vegas kwamen, des te meer advertentie borden er langs de kant van de weg staan. Met het mee blèren van de stevige rock van Vegas’ nummer 1 radiozender Xtreme radio (KXTE 107,5), de zonnebril op en de woestijnwarmte, die langzaam de auto binnendringt lijkt het net of we in een film zitten. ROCK N’ ROLL!!
Nadat we na een tijdje eens goed om ons heen keken, bleken we allang in Vegas te zitten. We pakten ons motel/hotel couponboekje en reden naar het goedkoopste motel toe. Dit bleek ook nog 1 van de beste te zijn (Days Inn, € 16,- per nacht). Het was nog vroeg in de middag, maar dat scheelde ons weinig. Nadat we de tassen in een hoek hadden gegooid van de motelkamer, gingen we meteen op verkenning uit. We zaten precies naast Downtown en waren daar meteen al in het hart van Vegas. We liepen meteen de strip ook maar over. (achteraf is dit te voet nog heel ver en daarom namen we de keren erop maar de auto). Ook hier waaide het weer erg hard. Als je niet uit keek, dan zou je shirt haast van je lijf worden afgerukt door de wind. Als de wind eventjes ging liggen, kwam er meteen een hittewalm op je af. Maar echt superwarm was het niet door de wind.

We kregen honger en liepen daarom maar een Casino binnen. Voor € 2,50 kon ik me daar helemaal maar dan ook echt helemaal volstampen met spaghetti en mega grote gehaktballen. Toen we buitenkwamen was het inmiddels donker geworden. De hele stad was compleet veranderd in één groot licht. De limo´s reden je voorbij en het was in 1 keer een stuk drukker op straat. Ongelooflijk om te zien hoe veel groter het in het echt is, dan je normaal op TV ziet. Er is zoveel te doen, voordat je het weet ben je zo een paar uur verder. We zochten een casino op waar we goedkoop bier konden drinken en waar we rustig wat dollars in de automaten konden gooien. Ik voel me hier wel thuis, echt wel!

Dag 7.

Na wat uitgeslapen te hebben na de drukke avond ervoor, werd het tijd om maar eens wat berichten naar het thuisfront te sturen. Postkantoren e.d. zijn niet moeilijk te vinden en als je soms iets aan iemand wil vragen helpen ze altijd vriendelijk. Kaarten kosten trouwens ook niets. De post naar Nederland is overigens zeer snel. Een deel van de kaarten die ik op zaterdag had verstuurd, kwamen op de dinsdag daarop al aan.

Vandaag gingen we maar eens de grote hotels in. Je kunt je haast niet voorstellen hoe ze sommige hotels gemaakt hebben. Het lijkt wel of de een de ander wil overtreffen. Toppers waren Ceasar’s Palace en het Venetië Hotel. Nadat alle hotels een bezoek hadden gehad van ons werd het weer tijd voor het avond eten. Via advertenties langs de weg kwamen we in een casino terecht waar we uit een “much as you can eat” menu konden kiezen voor weinig. De kip lag er lekker bij, dus die was vanavond de gelukkige. Ze weten daar wel heel goed trouwens hoe je een bord vol moet krijgen. De rest van de avond heb ik dat wel geweten. We doken na het eten weer de nacht in en gingen in Downtown kijken (gisteravond waren we op The Strip gebleven) Van artiesten/kunstenaars op straat tot een live show stand-up comedian, ook vanavond kwamen we weer zeker goed de nacht door.

Dag 8.

Met tranen haast in de ogen nam ik afscheid van Las Vegas, maar enige troost was voor mij dat we er later weer terug zouden keren. Al kijkend in de achteruitkijkspiegel verdween Vegas langzaam uit het zicht. De eerste stop vandaag is de Hooverdam. We namen een korte rondleiding, maar helaas mochten we niet onderaan de dam komen. Dit wederom door de gebeurtenissen van 09-11. Jammer, zeker ook omdat we $ 10,- hadden moeten lappen. Iets duidelijker hadden ze wel mogen zijn.

De grijze lucht van Vegas was verdwenen en had inmiddels plaats gemaakt voor een strakke blauwe lucht. De temperatuur steeg ook meteen fors en de airco moest maar weer eens zijn werk doen. We verruilen Nevada voor Arizona en tevens moesten we het klokkie een uur naar achteren zetten. De maag begon weer vervelend te doen en daarom stoppen we maar even in Kingman. We gingen een originele Amerikaanse jaren ’50 eettent binnen (Zo’n “Happy days” tent), Mr D’s genaamd. Een leuke serveerster helpt ons van de honger af, maar helaas moeten we dan ook weer verder. We verlaten “the heart of route 66” na kort even wat gratis route kaarten te hebben gehaald bij het locale VVV kantoor. Overigens kun je overal over alles vaak gratis informatie krijgen!

Na dik 300 km gereden te hebben, komen we aan in Williams. Dit plaatsje ligt op een perfecte locatie als je de dag erna naar the Grand Canyon wilt gaan.
Een motel hebben we zo gevonden. Aan de linker kant van de weg kost 1 kamer € 40,-. Als we vervolgens aan de rechter kant gaan vragen of die beter kan dan de € 40,- van het andere motel aan de linker kant, is dat geen probleem. Scheelt toch weer even € 10,-. Terwijl we dit toeristische stadje verkennen, komen we twee oudere voormalige Nederlanders tegen. Ze wonen hier al sinds de WO II. en hebben een eigen route 66 winkel, genaamd Route 66 Roadstore gift shop ©.
Het gesprek ging langzaam naar het onderwerp voetbal toe en de man met wie ik stond te praten had zelfs voor Feyenoord en Sparta gespeeld in de jaren ´50. Na hem weer op de hoogte te hebben gebracht van de huidige prestaties van beide teams, was het tijd om naar de lokale kroeg te gaan. Met bier en een tig aantal potjes pool was het voor vandaag mooi geweest.

Dag 9.

We rijden Williams uit en staan binnen no time voor de ingang van de Grand Canyon. We zijn door een landschap gereden (National Forest Park) waar geen berg of heuvel te bekennen was. Raar toch, want je verwacht in dit gebied toch door een berglandschap te rijden.
We schaffen bij de ingang meteen maar een National Park pass aan voor € 50,00. Achteraf hebben we hier tientallen dollars door bespaard, want per park is de normale entree $20,-. We rijden door en vragen ons af wanneer de Grand Canyon nou eens komt. Het is allemaal wel erg vlak. Opeens zonder dat we het door hebben, zitten we in de Canyon. Je rijdt er zeg maar van boven naar toe en je hebt de rotsen beneden je in het dal. Het zicht is zeer indrukwekkend en de rest van de dag zijn we met de shuttle door het park gegaan. Deze is overigens in de prijs van je pass inbegrepen en brengt je naar elke punt toe.

De eekhoorns die hier liepen waren niet echt betrouwbaar. Of ze kwamen op je af gestierd of ze zaten rotzooi uit de prullenbakken te vissen. Ze waren in ieder geval niet bang voor de vele toeristen. Grappig zijn wel de borden die men heeft opgehangen.”Het is verboden om deze dieren te voeren en als je iemand ziet die dat doet moet je hem of haar onmiddellijk aangeven, waarna deze persoon een boete krijg van een paar honderd Dollar.” Het laatste punt waar we heen gingen was het Desert View point. Hier is een grote uitkijktoren gebouwd met daarin tal van Indiaanse muurschilderingen.

De eerste tegenvallers komen ´s avonds nadat we de Canyon hadden verlaten. We zouden eerst in Cameron overnachten, maar dat plaatsje was één grote zucht groot. Nadat we ons gezicht hadden laten zien bij Taco Bell in dit Indianen plaatsje, besloten we om op de volgende plaats gokken wat overnachten betreft. Toen we in Kayenta aankwamen was het al pikkedonker. Bovendien waren we behoorlijk gaar van de lange dag die we gemaakt hadden. Er waren slechts drie motels in dit redelijk grote plaatsje. De eerste twee waren volgeboekt en de laatste wilde ons beroven van onze Dollars. Holiday Inn krijgt bij deze een negatieve vermelding! Die eikels durfden het te wagen om zo’n € 110,00 te vragen voor een paar uurtjes slapen. Na wat gescheld te hebben op de eigenaar liepen we maar weg bij de balie. We waren met de auto dus ik stelde voor om gewoon in de auto te overnachten. Eigenlijk tot mijn ergernis reden we terug naar een klein plaatsje waar een motel stond waar we nog € 70,00 moesten betalen. Na gedoucht te hebben, bleek de deur ook nog in het slot te zijn gevallen. Dus kortom een laatste deel van deze dag om snel te vergeten.

Dag 10.

We verlaten ons dure motelletje maar, want ze stonden al weer te springen om onze kamer schoon te maken voor de nieuwe gasten.
Monument Valley staat de komende uren op het programma. Ook hier veranderd het landschap haast om de heuvel/berg die we op en af rijden. Telkens veranderd het soort bergen, de kleuren of de soorten begroeiing in het landschap. De lucht stond vandaag strak blauw, dus dat zou mooie plaatjes op gaan leveren. Om ons heen staan de bekende rotsen van Monument Valley. We kijken en zoeken naar het visitors centre. Het is geen National Park, maar we verwachten wel een informatie centrum. Na 2 km verder te hebben gereden, staan we ineens in een lege vlakt en zijn we het park dus uitgereden. We keren de wagen en rijden op de gok maar een paar kleine weggetjes in. Dit is zeer de moeite waard overigens. Je komt weinig mensen tegen en het levert zeer mooie landschappen op.
De laatste weg die we inslaan, leidt ons in 1 keer naar de ingang van het park. Staat lekker aangegeven trouwens…niet! We hadden voor ons gevoel monument uitstekend gezien. Ook omdat het al wat later was reden we het park uit. Onderweg bekeken we nog wat souvenir tenten van Indianen. Ze weten wel prijzen te vragen voor hun producten,

We hielden de highway aan, die naar het plaatsje Blanding leidde. Hier zouden we een motel gaan zoeken. We kwamen sneller in dit plaatsje aan, dan we verwachtte. In het park waren we iemand tegen gekomen, die zei dat we ook Capital Reef National Park maar eens moesten bezoeken wat vlakbij Blanding lag. We keken hoe laat het was en hoever de afstand was. MOAB lag er vrij dicht in de buurt en de weg naar Moab was ook niet ver. We besloten om iets van ons schema af te wijken en een nacht Moab in te plannen. Dit alles kon makkelijk, want we liepen al bijna twee dagen voor op ons schema.
Moab ziet er weer als een echt Amerikaans dorpje uit. We komen via wat reclame borden bij een Hostes terecht. Voor slechts $ 12,- p.p. hebben we een redelijk tot goede kamer. Je zit in een groot huis met meerdere personen. Je hebt wel eigen kamers, maar de woonkamer deel je met anderen. ’s Avonds schuift dat ook een Amerikaans meizzie aan, die op doorreis is. Altijd leuk om met leeftijdsgenoten uit een andere cultuur te praten.

Dag 11:

Vandaag is het 11 September. Als je de TV moet geloven, dan loopt vandaag iedereen in the States met een vlag rond. Ik had zelf een vlag meegenomen en uit medeleven en respect ging die in de auto op de achterbank. We zaten dus in het plaatsje MOAB en er hingen wel vlaggen langs de weg, maar er echt veel hebben we er niet van gemerkt.

Het mooie weer had vandaag plaats gemaakt voor druilerig regen weer. Volgens de weersverwachtingen zaten we op dit moment in een regenperiode. Op sommige plaatsen had het al maanden niet geregend
(en zelfs in een enkel plaatsje al 2 jaar niet meer) en daarom werden er zware stormen verwacht. En dat moest nou net weer gebeuren nu wij er waren. Kon het na al die maanden nog niet even wachten?
Omdat we vandaag een dag voorliepen op het schema, reden we naar het dichtbijgelegen National Park Arches. Dit kleine maar toch bekende park, staat bekend om de vele rotsen met grote gaten erin. De zogenaamde tunnelrotsen (Arches). De meeste uitkijk punten waren goed te doen te voet. Het zag er al de hele dag naar uit dat er slecht weer zou komen en op een gegeven moment begon het dan ook te stort regenen. Binnen de kortste keren vormden er zich op de grond kleine riviertjes en daardoor was het niet meer interessant om dit park nog verder door te gaan. Je moet af en toe een paar rotsen over, die over het pad liggen en die zijn behoorlijk glad. We hadden het grootste deel toch gezien en reden daarom maar terug. Via Moab reden we naar onze volgende bestemming Blanding.

Dag 12.

Vandaag moesten we een behoorlijk eind rijden. We verlieten Blanding en reden een stuk verder naar het westen. Na 10 minuten te hebben gereden, kwamen we in een noodweer terecht. We hadden de pikzwarte lucht al zien aankomen, maar toch verwacht je een normaal regenbuitje. We reden door een berglandschap en zagen nauwelijks door de vele regen hoe de weg liep. Al rijdend tussen de bergenwanden door, werden we bekogeld door vallende brokstukken die van de rosten af vielen. De wegen waren op deze route iets smaller dan dat ze normaal waren. Je wilde niet dicht langs de rotswand rijden, maar tegelijkertijd kon je ook niet teveel uitwijken naar de helft van de tegenliggers.

Gelukkig bleef het bij drie putjes in de voorruit. Binnen no time kon je een modder rivier zien ontstaan en zag je stukken rots verschuiven. En als ik het over stukken rots heb, dan bedoel ik van zo’n 40 cm groot en breed.
Zonder verdere schade komen we er heelhuids uit en maken een stop in Capital Reef National Park. Kort nadat we de auto waren uitgestapt werd het weer pikkedonker. Zo’n bui wilde we niet nog een keer meemaken, dus reden we snel het park uit en reden Dixies National Forest binnen. Op een gegeven moment zaten we op een weg met aan beide kanten een afgrond. Het regende zo hard dat we de weg niet meer konden zien. Auto’s voor ons stonden al stil, dus dat was een goede gelegenheid voor ons om ook maar even te wachten tot het wat opklaarde. We moesten een lange tijd wachten tot het iets minder ging en ik heb nog steeds medelijden met die motorrijders haha.
Laat in de middag komen we aan in het plaatsje Pan Guitch. Op TV zien we die avond hoe een modder rivier een plaats niet ver van het onze heeft doen onderlopen. Lang had het dus niet geregend en de natuur leek alles op dit moment even flink in te halen.
Nu maar hopen dat wij er geen last van zullen hebben en dat het weer om zal slaan in zonnig weer.

Dag 13.

Vol spanning werd de deur van de motelkamer opengedaan in afwachting van het weer. De zon scheen vandaag gelukkig weer, dus dat was een mooie gelegenheid om het plaatsje Pan Guitch even te verkennen. Dit typische plattelands dorpje ziet er erg interessant uit met de cowboy achtige huizen. Nadat we de ijsautomaat hadden leeggeplunderd, verlieten we ons motel en vertrokken naar een ander motel, wat twee blokken verder lag. Vandaag stond Bryce Canyon op het programma, dat 23 mijl verwijderd ligt van Pan Guitch. Het duurde dan ook geen half uur voordat we bij het park waren aangekomen. Een paar mijl voor de ingang kwamen we door een klein nagemaakt cowboy dorpje wat erg de moeite waard was. Leuke winkeltjes, een ranche en ze hielden daar zelfs rodeo’s

Zodra we de auto in Bryce uitgestapt waren, kregen we de eerste buien alweer op ons dak. Het weer zag er hoopvol uit vanmorgen, maar ook nu weer zag het er erg somber en slecht uit. Het park ligt in het bos en de uitzichten op de “vallei” geven een apart beeld. Net als de Grand Canyon kijk je op de bergen (in het dal). Waren het in de Canyon de enorme rotsen, hier zijn het net roodachtige zoutpilaren.
Later op de middag kwam de zon af en toe kijken. Meteen veranderd dan de kleur van de rotsen die in het dal liggen. Een rood roze gloed komt dan te liggen over de rotsen van Bryce Canyon. Als je hier goede foto’s wilt maken , dan heb je wel de zon hier nodig. Via dezelfde weg reden we weer terug naar Pan Guitch. Voor de verandering gingen we nu naar de lokale snackbar. Het weer was weer helemaal opgeklaard en zou goed blijven de komende dagen.

Dag 14.

Om 6:00 am!!!!!!! staan we op. Jaja zonder te dollen. Nadat we wat broodjes naar binnen hadden gestauwd, reden we naar Bryce Canyon terug in de hoop een paar goede foto’s te schieten van de opkomende zon die op de rosten zou schijnen. Opvallend is, dat er zoveel mensen op dit tijdstip al aanwezig zijn.

Het wordt een high speed voorstelling, want binnen 5 minuten is de show al voorbij. Doordat er geen wolken aan de hemel stonden, was het effect achteraf iets minder. Maar de opkomende zon, die langzaam op de rotsen schijnt is heel apart op te zien. In de ijzige ochtend kou ontbijten we verder in het park. Je moest nog snel doordrinken ook anders had je in één keer een brok ijs ipv vloeistof naar binnen gegoten.
Nadat we haast bevroren waren, reden we richting Kanab. In Kanab staat het Hollywood van Utah. Hier werden veel cowboy films geschoten, o.a. Reagan heeft hier films opgenomen. We waren de eerste bezoekers, dus dat werd makkelijk plaatjes schieten. Dankzij de strakke blauwe lucht leverde dit een paar mooie foto’s op. Via een souvenirwinkel komen we in de achtertuin, die compleet is omgebouwd tot een klein cowboy stadje.

Dichtbij dit plaatsje liggen de Pink Sand Dunes. Via een achtbaanweg komen we in een keer terecht in een woestijn vol zandduinen. Maar waarom de gele duinen nou Pink dunes worden genoemd???
We reden Zion in en uit en zouden volgens schema doorrijden naar ST. George. Wanneer je Zion uit rijdt, ga je via een schitterende stijle weg met tig bochten naar beneden.
In Hurricane aangekomen namen we een kijkje bij de Mac Donalds. Omdat we morgen Zion National Park bezoeken, besluiten we om maar in Hurricane te blijven en een dag later naar ST. George te rijden. Anders zouden we hetzelfde stuk de volgende dag weer helemaal heen en terug moeten rijden.
Bij het Travelodge motel aangekomen boekten we een kamer voor de aankomende nacht. Het was buiten dik 30 graden en de rest van de dag gingen we maar in het zwembad liggen bakken. Precies naast een druk kruispunt. Wel leuk mensen kijken op de weg vanuit het zwembad.

Dag 15.

Na de breakfast bij het motel, reden we naar Zion National Park. De weersvoorspellingen waren erg positief vandaag en daarom waren we er ’s morgens maar al vroeg bij. Net voorbij de ingang parkeerden we onze Pontiac en gingen verder het park in met de gratis shuttle. Dit omdat er vanaf april tot en met oktober geen auto’s verder het park in mogen komen.

Vandaag gingen we onze conditie testen. We namen de vierde stop voor de “trial” naar Angel’s Landing. In Archis waren we iemand tegengekomen, die deze tocht aan had geraden te gaan doen. De rugzak ging strak op de rug en de benen moesten het verder maar doen. Na een 5 minuten droop het zweet me al van de voorhoofd, maar ik kon de kracht nog ergens vandaan halen om door te gaan. Het was zo’n 4 mijl stijl omhoog lopen. En met stijl, bedoel ik echt stijl.
Op een tussenstop werd het wel erg druk qua mensen en moeten we bij wijze van spreken in de rij gaan staan, om naar boven te kunnen. Gelukkig bleven “de zwakkeren” achter en gaven de tocht op, dat scheelde toch weer. Nog twee rotsen waren aan de beurt. Het pad was inmiddels veranderd in geen pad en als hulpstuk was er een ketting aan de rotswand gemaakt. Het uitzicht op de rots veranderde ook snel, want naast de linkerkant was er nu ook aan de rechterkant een afgrond. Af en toe moesten we met behulp van de handen en voeten naar bovenklimmen. Doordat het erg stijl liep en we al aardig hoog zaten, sloeg het al gauw op de longen. Buiten adem en kletsnat van het zweet bereikten we de top.

Het was nogal moeilijk om een plekkie te vinden met al die mensen die er al waren op de kleine oppervlakte van de top. Van vier kanten keken we in een ravijn. Na wat brood en een banaan te hebben gegeten (had ik die schil nou laten liggen daar?) werd het tijd voor de afdaling. Het ging behoorlijk veel sneller, maar dat kon ook komen , doordat er twee meiden zich bij ons hadden gevoegd, die ons meestal vooruit gingen. Ik gaf de mensen die nog naar boven moesten nog even een steun, door te zeggen dat het bier boven al klaar voor ze stond (Ze geloofde het volgens mij ook nog!).
Na deze tocht waren we al aardig gaar en hadden weinig zin meer om iets verderop in Zion te gaan kijken. De tocht was hartstikke gaaf en voor mijn gevoel was deze dag wel geslaagd. Aan het eind van de dag kwamen we aan in St. George en daar hadden we al snel een motel gevonden. In Nederland had men ons al verteld, dat we een keer bij Applebies moesten gaan eten. Toevallig was er in dit plaatsje net een filiaal geopend en dus gingen we Applebies maar even testen. Een zeer gezellige Amerikaanse eettent, die een beetje sportief is aangekleed en dan met name op de NFL gericht.
Op het diner menu stonden veel gegrilde items en ik moet zeggen dat mijn gegrilde vis tot nu toe de beste maaltijd was geweest tot nu toe. Het personeel was erg aardig en bovendien kost het hier ook niet veel. Buiten was het nog zeer warm en zo konden we alvast weer aan de Vegas temperatuur wennen. Ik ging maar snel slapen, want morgen stond mijn favoriete bestemming weer op het programma: Las Vegas!

Dag 16.

In St. George zijn een aantal grote winkels gevestigd en voordat we weggingen namen we kort even een kijkje. We kwamen onder andere bij een winkel waar elk item $ 1,- kost. We sloegen hier uiteraard voedsel voor weinig in en vertrokken daarna uit St. George.
Op de weg naar Vegas stopten we heel kort even bij Mesquite. Dit plaatsje ziet erg groot uit, maar als je er 3 minuten door heen gelopen hebt, zie je eigenlijk al gauw, dat het niet echt veel voorstelt. De plaats is op zich dus groot, maar echt een centrum met veel shops bij elkaar heb je niet.

Na 127 mijl, een paar flinke windstoten en een tijdzone zaten we weer in Las Vegas. De eerste keer kwamen we van de zuid kant Vegas binnen en toen zaten we zonder het te weten al meteen in de stad. Nu, vanuit het noorden komend, zie je veel beter dat Vegas midden in de woestijn ligt. Vanuit de onbewoonde woestijnvlaktes komt in één keer een grote stad tevoorschijn.
We hadden een extra couponboekje in de auto liggen en daarom gingen we meteen maar naar hetzelfde motel (Days Inn) en de vriendelijke mevrouw achter de balie begroette me al.

Twee extra dagen Las Vegas!!! Het was nog niet eens zo lang geleden dat we hier waren geweest (zo’n 9 dagen), maar de stad was nog mooier dan de eerste keer. Het was bovendien ook veel warmer dan de eerste keer dat we er waren. De spullen gingen snel de motelkamer in, het strandlaken kon weer uit de tas worden gerukt en als een speer vloog ik naar het zwenbad, dat op de derde etage van het motel was gebouwd. Na een paar uren verdween de zon langzaam achter het dak en werd het maar eens tijd om de zomerse dufheid uit het lichaampje te krijgen. We pakten de auto en reden een kilometer verderop naar een grote gratis parkeerplaats. De strip lag er weer net zo mooi bij als de vorige keer. Ook nu weer werd elke keer als ik bier haalde, gevraagd om een ID. Ik weet niet waar het aan ligt, maar ik denk dat ze daar in Amerika er een stuk ouder uitzien met dezelfde leeftijd. Ik had me expres niet geschoren, maar dat bleek allemaal niet te helpen. Maar goed, het bier smaakte redelijk dus het is hun allen vergeven. Bovendien een gratis cocktail deed mij het helemaal doen vergeten. We doken de casino’s in en voordat we het wisten was er al weer een nieuwe dag aangebroken.

Dag 17.

Rond half 11 gaan de oogjes langzaam (heel langzaam) open. Normaal stonden we rond een uur of 7/8 op, maar het is helemaal zo verkeerd nog niet om een paar dagen iets langer te blijven liggen.
Na een douche en een ontbijtje werd het maar eens tijd om eens de motelkamer te verlaten. De warmte buiten gaf al meteen aan wat er op het programma stond vandaag: Bijkomen in het zwembad! Het was mij iets te warm om de strip of downtown op te gaan en bovendien hadden we tot nu toe erg veel gedaan en een anderhalve dag rust was ook niet verkeerd.

De zon had z’n werk goed gedaan en eindelijk kwam er iets van een bruinuitziend kleurtje op m’n lijf. Ik was al bang dat ik nog witter terug zou komen, dan toen ik wegging, maar het ging gelukkig de goede kant op.
Om dat te vieren moesten we maar eens wat bij de Mexicaan gaan eten. Na wat overheerlijke taco’s te hebben genuttigd liepen we voor de laatste keer de strip af en gingen we naar Downtown.
Ook vannacht was het lekker bierweer en bovendien maakte we voor de eerste keer de videoshows in het dak boven downtown mee. Met verschillende thema’s tonen ze om het uur weer een nieuwe animatie video gecombineerd met bijhorende muziek. Uitblinker was de Rock video waar Jim Morisson’s afbeelding ineens in het dak verscheen. Klasse!

We waren er al een paar keer langsgekomen, maar nu werd het toch wel tijd om even een kijkje binnen te nemen. De dames stonden met hun minirokjes voor de ingang en lachten ons vriendelijk toe. Vanavond was er (zoals elke avond volgens mij) een free topless party. Bij de ingang kwam een boomlange vent naar ons toe en ja hoor wederom moesten we het ID papiertje tonen. Wat die gasten trouwens steeds niet wisten, is dat ik continu een niet geldend pasje bij me had. Maar goed we worden verder in de striptent geleid en het ziet er allemaal aangenaam uit. Het werd echter wel een kort bezoekje, want een klein biertje was al $ 9,-.
Een beetje bedroefd, omdat we morgen afscheid van Vegas zouden nemen, dook ik me bed in en viel als een blok in slaap.

Dag 18.

Zonder al te veel om te kijken, omdat ik mezelf dan alleen maar daarmee zou pijnigen, reden we de stad Las Vegas uit. De reis zou ons vandaag brengen in Beatty. Via Indian Springs, dat een klein army base heeft, reden we de zandwoestijn in. Beatty was volgens de kaart een klein dorpje, dus het was hopen dat we een motel zouden vinden. Plaatsjes zoals Indian Springs zijn trouwens niet interessant om even een stop te maken. Er staan slechts een paar dozijn huizen (of eigenlijk nog geeneens 1) en het is erg klein allemaal.

In Beatty aangekomen viel het trouwens allemaal reuze mee. We vonden zeer snel een zeer goed en goedkoop motel (Phoenix Inn). Omdat we zeer vroeg waren, reden we naar de dichtbijgelegen Ghosttown Rhyolite. Ze waren bezig om de weg te vernieuwen en het leiden van het verkeer gaat dan iets anders, dan wij hier gewend zijn. Een jonge dame hield aan het begin van de weg een bord met stop omhoog. Ik had haar natuurlijk niet gezien en reed stug door. Nadat er twee auto’s en een schoolbus getoeterd hadden, drong het ook tot mij door dat ik maar even in de rij moest gaan staan. Na 15 minuten kwam er een leidauto van de gemeente aangereden met achter zich een hele stoet van auto’s. Nadat de stoet ons gepasseerd had, was het onze beurt. De leidauto keerde netjes en ging voor ons stil staan. Nadat hij met zijn armen een volgbeweging had gemaakt, reden we met z’n allen trouw achter hem aan. Hij had zelfs een megabord achterop zijn auto hangen met de tekst “Follow me!”. We waren netjes aan de andere kant van de weg gebracht en reden naar Rhyolite.
Deze gohst town ligt midden in de dorre snikhete woestijn. In tegenstelling tot Calico zijn we hier alleen en is er verder weinig aan onderhoud van dit stadje meer gedaan. Een echte spookstad dus. Via brochures en andere informatie op de borden was te zien hoe groot dit plaatsje ooit was geweest. Tja daar is nu weinig meer van over.
Er staand in deze zandvlakte een paar muren, een verlaten gevangenis, een soort van oude station en een roestende pick up truck. Het levert wel zeer mooie plaatjes op. We hebben er zeker een uur rond gelopen en dat geeft al aan dat dit plaatsje zeker de moeite waard is om te bezoeken. Het stikt hier trouwens van de lizards en de hazen. Die beesten zijn trouwens behoorlijk snel. Ze willen in ieder geval niet op de foto worden gezet.

We gingen weer terug naar Beatty en zagen een bordje met Library staan. Iemand had mij ooit eens gezegd, dat je in de VS gratis op internet kon in de meeste bibliotheken. We gingen naar binnen en inderdaad konden we gratis gebruik maken van het internet. Na ruim drie kwartier had ik iedereen in Nederland en de vrienden daarbuiten een bericht gestuurd. Na wat geld op de toonbank te hebben achtergelaten, (als fooi) gingen we de lokale kroeg in. Na, wederom, mijn ID te hebben laten zien (ik begon al sterk te twijfelen of ik hem maar beter niet op mijn kleding zou moeten plakken), zag mijn oog dat er een pooltafel in de andere kamer stond. Een partijverlies eerder deze vakantie, zat nog vers in mijn geheugen. Binnen een korte tijd had ik mijn revanche al genomen.
We kwamen er achter, dat onze motelkamer zelfs over een magnetron beschikte.
Dat kwam mooi uit want dan hoefden we om pizza te eten niet speciaal naar een pizzatent toe te gaan. Met een eigengemaakte diner was het kwart voor 8 geworden. Braveheart begon trouwens net op USA. Toen de film was afgelopen was het al 12:05 am. Ze weten behoorlijk veel te censureren in een film, maar de reclames is echt wennen. Zeuren we in Nederland al over reclame dat om het half uur verschijnt, hier is het om de vijf minuten!

Dag 19.

Vandaag zochten we de hitte nog meer op en reden richting Death Valley.Vanuit Beatty reden we eigenlijk constant op een rechte weg die alleen maar naar beneden liep. In de auto stond eigenlijk continu de airco aan en zodra we voor de eerste keer uit de auto stapten konden we ook meteen merken, dat het goed warm was buiten. Volgens de voorspelling van het visitor’s centre zou het vandaag 40 graden worden. In het park zelf is een schitterende weg aangelegd en dat kwam vandaag goed uit want ik zat achter het stuur. De vele heuvels en de vele scherpe bochten maakten het een leuk ritje. Door een klein foutje komen we op een éénrichtingsweg te zitten waarop we dus niet mochten keren. Het leidde ons naar Artist Canyon, alleen viel hier weinig te zien. Met een boog kwamen we weer op de goede weg terecht en konden we zo doorrijden naar Badwater. Een heel klein plasje water dat er beetje triest bij ligt tussen de grote droge zoutvlakte. Aan de gaten in de grond is te zien dat het grondwater hier redelijk hoog staat. Net toen we op de zoutvlakte aankwamen en foto’s wilde maken, stopte er net een bus vol met toeristen. Nadat we een nummertje hadden getrokken en in de rij hadden gestaan om een foto van het bordje Badwater te mogen maken, vertrokken we als een van de laatste toeristen bij deze plek vandaan. Tja je moet er soms wat boor overhebben wil je een goede foto schieten zonder mensen erop. Als we de weg doorrijden geeft een bordje langs de weg Black Mountain als volgende punt aan. Er stond niet bij hoeveel mijl het rijden was. Na 10 mijl begonnen we het al een beetje zat te worden en het zag er ook niet naar uit, dat het volgende punt er over nog eens 10 mijl wel tevoorschijn zou komen. We keerden de auto en reden terug naar de beroemde zandduinen. Onze ervaring is trouwens, dat afstanden vaak slecht worden aangegeven. Aangekomen bij de zandduinen zetten we de auto langs de kant van de weg en liepen iets dichter naar de duinen toe. Het zand was behoorlijk warm en nadat ik een heuveltje opgestormd was, voor een foto, begon het wel erg warm te worden. We reden door richting de weg die ons naar Richcrest zou brengen. Het was inmiddels ook al laat in de middag. Via borden langs de weg werden we gewaarschuwd om de airco uit te zetten. Ondanks de hitte had ons autootje het toch aardig uitgehouden. Zeker toen de weg steeds slechter werd en er ook nog flink afgedaald moest worden. In Richcrest kwamen we terecht bij Motel6. Het meisje achter de toonbank vraagt of we veel Motel6 hadden geboekt sinds ons verblijf in de VS. Nadat we haar hadden verteld van de hoge prijzen van de keten kregen we dit keer een kamer voor een zeer aantrekkelijk bedrag. We zochten de snackbar op en kwamen daarna tot onze grote vreugde weer een $ 1,- winkel tegen. Kortom weer goedkoop eten inslaan!

Dag 20.

In Richcrest gooien we nog snel even de tank vol ($ 1,35 voor een gallon) en zetten koers richting het noorden. Via een gebied vol Joshua trees komen we langs Lake Isabelle. Een redelijk grote plas, dat ligt tussen twee bergen. Iets voorbij Lake Isabelle ligt de stad Bakersfield. Doordat we helemaal op de buitenste ring zitten reden we er op een gegeven moment voorbij en zaten we ineens buiten Bakersfield. We besloten maar om door te rijden, want we moesten nog een redelijk stukje rijden.

We paseerden Tulare en kwamen in Visalia terecht. We kwamen meteen drie Motels tegen, maar na kort naar de prijs gevraagd te hebben, reden we maar snel weer door. Een aantal motels konden we niet zo snel vinden en het zoeken zou behoorlijk veel tijd in beslag gaan nemen. We namen de gok maar om er een proberen te vinden op de weg vlak voor Sequioa National Park. Woodlake had 1 motel, maar daar wil een dood paard nog niet 1 nacht verblijven. In Extester zijn de kamers onbetaalbaar en dus waren we genoodzaakt om terug te rijden naar Visalia en toch daar te gaan zoeken.
We kwamen een infomation centre tegen en kregen van een vriendelijke mevrouw een lijst met de Motels van dit plaatsje. We bezochten de meeste, maar na een half uur staakten we de zoektocht want goedkoper zouden ze toch niet worden. Omdat het nog vroeg was, reden we nog een plaatsje terug naar Tulare. Op de snelweg meende ik vanmorgen een reclamebord te hebben gezien waar goedkope kamers werden aangeboden. En ja hoor, mijn geheugen had me niet in de steek gelaten en zo kwamen we terecht bij een “Truckers Motel”. Voor een gunstig bedrag konden we hier terecht. Gelukkig een goedmakertje voor het vele zoeken wat we vandaag gedaan hadden. Het was inmiddels ook hoog tijd om wat voedsel naar binnen te werken. We hadden Denny’s nog niet geprobeerd, dus deze was vandaag aan de beurt. Denny’s is geen echte snackbar te noemen, maar hun specialiteit zijn wel burgers. MEGAburgers wel te verstaan. Omdat de burger zo groot was, werd het nog een heel karwei om deze naar binnen te werken. Maar het was gelukt!

Dag 21:

Ook Tulare verdwijnt langzaam in de achteruitkijkspiegel en we reden via Highway 99 richting Sequioa National Park. Bij het visitor’s centre namen we een paar foto’s van de Sequioa’s. Althans dat probeerden, want die dingen zijn echt mega groot. Via een lange weg naar boven reden we de bergen en bossen in. Nadat we de heuvels een beetje gehad hadden en weer een beetje vlak reden, kwamen we het Giant Forest gebied binnen. Het is allemaal precies zoals men ze altijd omschrijft: Meters breed en torenhoog. Via de zoomlens probeerde ik nog om ze er helemaal op te krijgen, maar dat lukt al zelfs niet. Wat ook apart was om te zien, waren een omgevallen boom waar je met je auto onderdoor kan rijden en de boomstronk die een paar meter boven de weg uitsteekt. Foto’s op wat grotere hoogte maken, was haast niet mogelijk vandaag. De zon scheen zo vel, dat je vaak geeneens zag wat er aan de overkant van een dal lag. Bovendien hing er, sinds we weer in California waren, een dikke laag smog in de lucht.
Met de kaart van het visitor’s centre en je auto kun je dit hele park eenvoudig rond gaan. Er zijn veel eenrichtingswegen die je uiteindelijk weer terug brengen op de plaats waar je moet zijn.

Kings Canyon ligt naast Sequioa National Park. We reden erheen, maar het is achteraf niet de moeite waard geweest. Het is dik 32 mijl rijden en het verschilt niet veel met wat we al hadden gezien in Sequioa. Het enige mooie was de weg er naar toe met de vele bochten en dalingen (Zoals de meeste wegen tot nu toe). Ik zat wederom achter het stuur, dus vandaar.
Hier is ook goed te merken hoe nerveus de Amerikaan in het verkeer is. Als je in een afdaling achter iemand aan rijdt op normale afstand, dan stoppen ze bij de eerste de beste uitkijkpunt/rustpunt om je voor te laten gaan. Maar zoals gezegd was Kings Canyon niet de moeite waard. De afstand was te groot en bovendien stond ook dit gebied vrijwel droog en waren er haast geen watervallen te bekennen.

Op de weg naar Fresno toe reed er ineens een huis voor ons. Een heel huis, die werd vervoerd door een vrachtwagen. Misschien dat de bewoner eens op een ander plekkie wilde gaan wonen en zijn eigen huis wilde behouden. De stoet achter ons werd langzaam maar groter. Toen het huis was afgeslagen, vlogen de auto’s die achter je zaten je aan alle kanten voorbij. En zo zaten we na een paar minuten weer alleen op de weg.
In Fresno aangekomen werd het toch weer even zoeken naar een motel, want we kwamen wat dat betreft aan de verkeerde kant van de stad binnen. Op een kruispunt zagen we, dat iemand van achter werd aangereden. Degene die het veroorzaakte reed snel door. Toevallig stond er aan de andere kant van het kruispunt een politie wagen die heel even stopte. Tot onze verbazing reed deze na een paar seconden gewoon verder.
We belandden uiteindelijk in een soort van achterbuurt naast de snelweg. Hier zouden zo alle gasten van Jerry Springer kunnen wonen. Na bij de Mac te hebben gegeten gingen we terug naar het goedkope maar slordige motel “Welcome”. De gordijnen gingen dicht en de deur werd dubbel op slot gedaan.

Dag 22:

Vandaag namen we iets gas terug en deden het iets rustiger aan. We tankten de auto vol voor wederom $ 13,- en gingen richting Yosemite National Park. In onze schema hadden we een overnachting gepland in Oakhurst, maar na nog een keer op de kaart te hebben gekeken hebben we dat plaatsje maar geschrapt. Volgens de kaart is dit een zeer klein plaatsje en de ervaring leert dat er in kleine plaatsjes geen motels zijn of alleen extreem dure.
We gokten nu op Mariposa, wat overigens wel dicht tegen Yosemite aan ligt. Onderweg rijden we door Merced. Dit lijkt een aardig groot plaatsje op de kaart en daarom rijden we naar het centrum. Geheel uitgestorven zijn we haast de enige mensen op straat. Na een korte denkpauze kwamen we erachter dat het zondag vandaag was en dat alles gewoon potdicht zit.

We reden dus maar door en kwamen door een droog en verlaten landschap. In Mariposa aangekomen zuchtten we even van opluchting. Dit plaatsje was groter dan het op de kaart leek en de motelborden hingen overal al boven de weg. Het was wel duurder hier, doordat het vlak bij het park lag.
We gingen bij een motel over tot onderhandelen en uiteindelijk wisten we er nog een mooi bedrag van te maken, zeker toen de eigenaar ons nog een “zondagkorting” gaf.
Het was 35 graden en daarom liepen we maar kort even het stadje door om vervolgens voor knock out te liggen bij het motelzwembad. Via wat grote borden langs de weg kwamen we meer over Mariposa te weten. Zo weten we nu dat er hier vele Desert Storm veteranen wonen en bovendien weten we dat er 12!! soorten verschillende kerken zijn in dit kleine plaatsje. En dat te bedenken, dat dit plaatsje niet veel meer dan 2.000 inwoners heeft. Gelukkig was de supermarkt wel open en kon er dus wat bier worden gehaald. Kortom alle ingrediënten waren aanwezig om het even een middagje rustiger aan te doen.
’s Avonds gingen we aan de overkant van de weg maar weer eens een Burger King binnen. Zo langzamerhand begon de maag wat tegen te stribbelen en verlangde het weer naar echt voedsel.

Dag 23:

We verlieten het gezellige Mariposa en gingen vandaag naar het laatste park wat we deze vakantie zouden bezoeken.
Via tal van afdalingen en nog meer bochten kwamen we het National Park binnen. Ook hier was weer in oogopslag te zien wat de stijl was van dit park. Kale rotswanden omgeven door bomen en vlakke kleurige velden. In vergelijking met de andere parken was het hier behoorlijk druk.

We liepen allereerst naar een grote rotswand waar normaal gesproken een mega waterval vanaf moest komen. Tja, ’t is maar wat je een waterval noemt. Door de extreme droogte van de laatste maanden viel er nu slechts een klein miezerig pisstraaltje naar beneden. Even verderop kwamen we terecht bij Mirror Lake. Hier was zelfs helemaal geen water meer te bekennen. Dit gebied, wat normaal altijd helemaal vol staat met water, was nu niets meer dan een grote droge zandvlakte.
De aanwijzingen in dit park naar de verschillende punten waren behoorlijk onduidelijk en redelijk verwarrend. Het was soms behoorlijk zoeken, voordat je op de goede weg zat. Veel wegen zijn ook ontoegankelijk voor toeristen.
Beter is dan ook om meteen de gratis shuttle te pakken.
Buiten het park was goed te zien, dat er kort geleden een brand had gewoed. Een hele vallei met kale zwarte boomstammen was het resultaat.

Na een behoorlijk lange rit kwamen we aan het einde van de dag in Modesto aan. Hier valt het zoeken naar een motel ook weer bijzonder tegen, want een redelijk motel vinden tegen een gunstig tarief was nog een hele opgave. Het lijkt wel, of het is misschien gewoon zo, dat in California het zoeken veel moeilijker is dan in de andere 3 staten.
Op een gegeven moment hadden we een buurt gevonden met wat motels. Maar dit was een bijzonder ranzige buurt. Langs de weg stonden zelfs enkele hoertjes die hier in Nederland nog geen rooie cent zouden verdienen vanwege hun uiterlijk. De motels zagen er slecht uit en de eigenaar van een van de motels was ook in hogere sferen en dus reden we maar snel terug naar het iets luxere deel van de stad. Bij een van de laatste motels lukte het toch, alleen moest er nog een extra bed in worden gezet. Tja we waren al dik 1,5 uur aan het zoeken, dus even met een bed sjouwen kon ons toch niet zo veel meer schelen.
Jack ’n the box werd het vanavond voor de verandering. Onderweg (300 meter) zag ik nog een vent met een bivakmuts op bij een Texaco filiaal weg sprinten. Lekker stadje……

Dag 24:

Vandaag maakten we eigenlijk een begin aan het einde. San Fransisco was onze volgende en tevens laatste bestemming.
De wegen (lees snelwegen) naar de grote stad toe verschillen wel degelijk aan die van Los Angeles. In LA zag het er net iets luxer uit allemaal.
Voor de Bay Bridge stond alles stil en zo stonden we een tijdje in de file. Nadat er een tol van $2,- betaald was, gingen de auto’s één voor een de brug op. Toen we de snelweg en dus de brug afgereden waren, stonden we eigenlijk ineens in het midden van de stad. De eerste indruk van het verkeer hier in vergelijking met LA, is dat In San Franisisco een stuk drukker is. Bovendien is het hier in het begin moeilijk rijden, omdat haast alle wegen waar je in wil slaan eenrichtingswegen zijn.

Uiteindelijk kwamen we bij een Hotel aan precies in het midden van het centrum. We boekten meteen voor de rest van de dagen, alleen konden we niet met VISA betalen. We kwamen tot een overeenkomst m.b.t. een gespreide contante betaling en gooiden de bagage in de Hotelkamer. We hadden in de stad al gezien dat parkeren hier haast een onmogelijke zaak was. We moesten de volgende dag de auto vroeg inleveren. Dat betekende dat we tot die tijd parkeergeld zouden moeten betalen tot zeker 6 pm. Aangezien sommige parkeerplaatsen al boven de $ 10,- per uur waren, besloten we om de auto maar meteen af te leveren.
Als iets makkelijk is in SF, dan is het wel je auto inleveren. Via velen borden met daarop “Huurauto inleveren” werden we eenvoudig naar het hoofdkwartier van de verhuurders geleid. Ze keken bij Avis amper de auto na en via een scanner werd gemeld, dat het in orde was.Zonder dat ik het in de gaten had, had de medewerker al de totaal verschuldigde som van mijn VISA afgeschreven. Hij kon het op zijn minst even vragen lijkt me, voordat die mij $ 500,- (voor twee personen) lichter maakte. Maar goed achteraf ben ik niet in de problemen gekomen met m’n limiet.

Tja daar stonden we dan op San Fransisco International Airport: Zonder auto…..en het ergste was nog dat ik geeneens echt afscheid heb kunnen nemen van mijn nieuwe liefde. Nadat ik de betalingsbon in mijn handen gedrukt had gekregen keek ik nog even om de hoek, maar de Pontiac was inmiddels al verdwenen. Er was niet veel tijd om te rouwen, want we moesten San Fransisco verkennen. Met een Hotelshuttle reden we voor $14,- p.p terug naar ons hotel. Opvallend was, dat alles in de stad haast te voet te doen was. Een auto heb je sowieso niet nodig en mocht je het toch nodig vinden dan kun je altijd nog de bus of de cable car nemen. Een paar blokken verder zaten we bijvoorbeeld al op Fisherman’s Warf. Lekker druk en erg gezellig. Het enige minpuntje waren de vele Nederlanders. Je wist immers, dat je een week later weer gewoon in Nederland zou zitten. Vandaag gingen we in een typisch Amerikaans tentje eten, genaamd Johnny Rocket. Fisherman’s Warf heeft sowieso vele eettentjes, je hebt keuze genoeg en allemaal zijn ze even gezellig.

We wisten van te voren dat er wel eens mist boven De Golden Gate hing, maar dat er een hele mist wolk in een keer over de hele stad kwam zetten was wel apart. Soms leek het wel of de hoge gebouwen in de brand stonden. Al snel was haast niets meer van de stad te zien, bovendien werd het ook al donker. Het was echter wel te hopen, dat er geen mist zou zijn wanneer we naar Alcatraz en de Golden Gate zouden gaan.

Dag 25:

Vandaag hadden we het oost gedeelte van de stad op het programma staan. Na wat uitgeslapen te hebben (9 am) werd het tijd om even wat eten weg te plunderen in ons hotel. We hadden continental breakfast en er lagen goeduitziende donuts. Ik wist een lading Donuts mee te smokkelen en at me dan ook al gauw helemaal misselijk. Maar goed, ik kon er tenminste weer een halve dag tegenaan.

Zoals gezegd lag haast alles in deze stad op steenworpafstand. We hadden nog even getwijfeld of we een weekkaart (openbaar vervoer) zouden kopen, maar achteraf is het lopen uitstekend goed gegaan. De zon stond goed deze ochtend, dus gingen we meteen maar naar de zeehonden op Pier 39. Het is wel zeker een feit, dat die beesten lawaai kunnen maken en wat kunnen ze stinken!haha. Als je daar een tijdje staat, moet je overigens wel uitkijken voor de aanvallen van de meeuwen die boven je vliegen. Ze kunnen soms behoorlijk goed mikken en een gezin dat naast mij stond kan er over mee praten .
Fisherman’s Warf zelf is behoorlijk gezellig en je bent er zo een paar uur bezig om alles te zien. Van winkeltjes en artiesten tot eettenten en zeehonden.

Via Pier 39 liepen we door naar het financiële hart van San Fransisco. Hier heb je toch een beetje het gevoel of je door een zeer grote stad loopt. Er lagen en zaten trouwens wel veel zwervers in dit gedeelte op de straat. Ze vragen allemaal om geld en als je per ongeluk niets bij je hebt dan krijg je alle combinaties die je met het woordje Fuck kan maken naar je hoofd. Best wel jammer, want ik heb ze toch een aantal keren wat gegeven. Aangekomen op Union Square werd het tijd om te gaan winkelen. Elk Amerikaans kleding merk heeft hier haast zijn eigen winkel. Diesel is extreem, maar dan ook echt extreem duur. Levi’s ligt er er net naast en is een behoorlijk stuk goedkoper. Nadat we een paar tassen met kleding hadden ingeslagen, kwamen we Carl’s Junior tegen. Nadat we wederom een paar Burgers hier hadden gegeten, liepen we een paar straten verderop China Town binnen. Ik ben nog nooit in Azië geweest, maar hier krijg je af en toe wel het gevoel of je er midden in zit. In dit gedeelte vind je alleen souvenir winkels en eettenten, maar zeker de moeite waard om er een paar uur te besteden.
Het begon al redelijk snel donker te worden en dus gingen we weer terug naar “onze Sutter Street” waar het hotel was. De dag was zeer gaaf geweest en geen één moment hadden we ons verveeld. Morgen bij helder weer zouden we proberen om naar de Golden Gate te gaan, maar zoals het er nu uit zag zou dat haast onmogelijk worden met al die mist die er steeds hing.

Dag 26:

Hadden we gister het oosten bezocht, vandaag lopen we richting het westen. De eerste stop was bij het Civic Centre, het regeringsgebouw van San Fransisco. Vlakbij staan de bekende huizen van Alamo Square. Boven op de heuvel aan de voorkant van deze huizen heb je een mooi uitzicht op de huizenrij en bovendien is een groot deel van de stad op de achtergrond te zien. Een eind verder (een behoorlijk eind wat toch iets teveel was) kwamen we in het Golden Gate park. Helaas door het weer waren er weinig mensen, waar het normaal toch van de sportende en opvallende mensen moet stikken. Door het mindere weer bleven we hier ook niet al te lang en gingen we na een uurtje maar weer terug naar het hart van de stad. Het weer werd ’s middag niet echt beter en daarom werd de trui voor het eerst maar eens uit de tas gehaald.

Een blok verwijderd van ons Hotel was een keerpunt van de cable car. Met de handen worden de cars in tegengestelde richting geduwd en kan de car weer terug rijden vanwaar die vandaan kwam. Chinatown beviel goed gisteren en daarom gingen we er nog maar een keer heen. Overigens kun je overal plattegronden krijgen van de stad en daarin wordt haarfijn uitgetekend waar wat ligt. Makkelijker kan niet!

Dag 27:

Om 11:15 zouden we richting Alcatraz vertrekken. We hadden vooraf op internet al kaarten besteld en achteraf was dat aan de wachttijden te zien maar goed ook. Bij een speciaal loket konden we de kaarten op halen. Het was vandaag wederom bewolkt, maar gelukkig was de mist verdwenen. Zelfs de Golden Gate konden we voor de eerste keer van een afstandje aanschouwen. De Bay Bridge is mooi, maar de Golden Gate is apart mooi. Nu de zon nog en we zouden ook nog misschien mooie plaatjes kunnen schieten.

De boot bracht ons binnen een snelvaartijd op het beroemde eiland. Na een ronde om het eiland gemaakt te hebben en wat foto’s van de stad te hebben geschoten (Je hebt hier een prachtig zicht op de gehele stad!), gingen we het cellenblok binnen. We kregen een audio rondleiding. Via een walkman werden we het hele gebouw rondgeleid. Allemaal heel eenvoudig, maar je ziet alles wel heel goed en bovendien heb je er goede commentaar bij. De rondtoer geeft een zeer goed beeld van die tijd weer en het komt allemaal aardig overeen met wat je in de films hebt gezien. Na een dikke twee uur hadden we een fantastische en uitermate interessante rondleiding gehad.

We gingen weer terug naar het vaste land en liepen richting de Golden Gate. Een opmerking: Pak een bus als je hetzelfde van plan bent, de afstand is behoorlijk groot. Toen we op de brug stonden gingen heel toevallig de wolken weg en werd het ineens zomers weer. We hadden toch geluk gehad en het leverde een paar mooie plaatjes op. De brug is in het echt velen malen groter dan de indruk die je ervoor erover had. Als je erover heen loopt voel je de brug ook trillen en het lijkt of die door de wind iets heen en weer gaat.

We hadden een paar kortingsbonnen, die we konden gebruiken bij een pizzeria. Op het menu stond onbeperkt pasta en pizza eten dus de keuze was makkelijk. Na de maag vol te hebben gepropt gingen we terug naar het hotel. Onderweg kwam ik een zwerver tegen, die ik wat kleingeld gaf en waarmee ik een kort praatje maakte. Voor mijn San Fransisco verzameling (de verschillende straatbeelden) mocht ik hem fotograferen. Nadat die meerdere malen “God bless you my son” had gezegd nam ik afscheid. Tja toch een extra goed gevoel aan het einde van de dag. Ik dacht in eerste instantie dat de zwervers in San Fransisco behoorlijik grof konden zijn tegen toeristen, maar er waren gelukkig ook uitzonderingen.

Dag 28:

Shit, vandaag was de laatste dag. Aan de ene kant ben je na een maand gewend geraakt aan de VS, maar aan de andere kant verlang je toch weer naar normaal eten in Nederland, de familie en kennissen en de dagelijkse dingen. Na uitgeslapen te hebben en wederom wat donuts te hebben geplunderd had ik de hotel kamer alleen. Tja alleen…..Sta je net onder de douche komt de schoonmaakster binnen. Maar goed….

Ik breng een laatste bezoek aan de stad, koop nog wat kleding en ga voor de laatste keer een snack bar binnen. Nadat ik het laatste kleingeld bij wat (aardigere) zwervers had gedumpt, was het vroeg maffen, want 5.15 am zou de wekker al weer afgaan de volgende dag. Dat was het dan. Het gezellige en boeiende San Fransisco zouden we ook gedag moeten zeggen.

Dag 29:

5.15 am, Echt vroeg voor een zondag. We hadden gister al de airport shuttle geboekt en die stond netjes om 5.45 voor het hotel te wachten. Na een half uurtje kwamen we aan op het San Fransisco International Airport. Na een redelijk strenge controle, we mochten de tassen niet aanraken en één werd er zelfs geopend, was alles geregeld. We moesten alleen nog even 1,5 uur wachten.

In het vliegtuig was het weer behoorlijk veel eten en 16.45 vlogen we Washington binnen. Gelukkig hadden we op deze vlucht, in tegenstelling tot de heenreis, wel een stel leuke en vooral jongere stewardessen. Het was elke keer dan ook genieten geblazen als ze weer langs kwamen!

Op Washington airport was het niet nodig om de koffers op te halen. Ze werden rechtstreeks naar Amsterdam gevlogen. In de hal waar we op onze vlucht moesten wachten, zaten al vele Nederlanders wachten. Ja, nu was de vakantie echt voorbij. Steeds meer Nederlanders betekende einde reis.
Om 18:00 pm vlogen we al weer. Na een uur vlogen we de duisternis tegemoet en een paar uur later vlogen we weer richting het licht. Om 7:00 am vlogen we Amsterdam binnen en konden we binnen een paar minuten de tassen oppikken. Het was hier, ondanks de zonneschijn, behoorlijk koud. Onderweg naar huis kwam de gedachte al naar boven dat ik de volgende dag moest werken. Maar deze werd al snel verdreven door de herinneringen van de afgelopen maand. Een maand lang was precies goed geweest. Niet te lang en niet te kort. Een reis om nooit meer te vergeten!

Tips
San Fransisco is te voet heel goed te doen. Een auto is alleen maar lastig. Voor een uurtje parkeren in de stad betaal je al gauw zón $ 8,-
Bij motels liggen altijd wel bladen met hotel/motel coupons. Erg handig zeker ook omdat alles op plaats gesorteerd is. Koop een koelbox van piepschuim om je drank en eten koel te houden bij warm weer. Kost slechts een paar Dollar en bovendien kun je bij de meeste Motels gewoon gratis ijs krijgen.
Op de luchthavens (LA & SF) kun je makkelijk en gratis met de hotel bussen/shuttle’s meerijden als je aan de chauffeur meld dat je bij een bepaalde organisatie of hotel geboekt hebt. Ze vragen niet naar boekingspapieren en zetten je netjes af. In de meeste bibliotheken kun je gratis internetten. Het is overigens wel zo netjes als je wat geld achter laat in de fooien pot.
Wanneer je naar Zion National Park gaat, dan moet je echt de route “Angel’s Landing” lopen! Een rondtour door de Hooverdam is overbodig. Je ziet er weinig en bovendien mag je vanwege 09-11 niet meer onderaan de dam naar buiten. Die $ 10,- zijn het dus echt niet waard.

Mocht Kayenta (Utah) op je route liggen, zorg dan dat je hier niet gaat overnachten (tenzij je veel knaken uit wilt geven).
De prijzen zijn hier ruim $100,- voor een kamer.
Beter is vanuit de Canyon naar Flag Staff te rijden en de volgende dag vroeg
doorrijden naar Monument Valley (als je deze route volgt).
De politie staat inderdaad vaak langs de kant van de weg, dus hou je aan de snelheid. De Amerikanen zelf rijden een stuk beter dan de gemiddelde Nederlander, maar als jij de toegestane limiet van 70 mijl rijdt, dan komen ze je toch nog aan alle kanten voorbij stieren.
Goedkope motels zoeken dicht in de buurt van parken als Yosemite en Sequioa heeft geen zin. Het is hier extreem duur. Je kunt beter iets ervan af zitten en de volgende dag iets vroeger met de auto vertrekken naar de parken. Zorg in het binnenland altijd voor genoeg benzine. Er zijn wel genoeg benzine pompen, maar je betaald in een grotere stad veel minder voor een Gallon dan in een afgelegen plaatsje.

Overige informatie

De gemiddelde Amerikaan is bijzonder vriendelijk. Als je bijvoorbeeld in een winkel staat af te rekenen en iemand hoort aan je accent dat je niet uit die plaats komt, dan komen ze heel geïnteresseerd een praatje met je maken. Het nadeel is alleen dat ze altijd denken dat je uit Duitsland komt. Een enkeling denkt zelfs dat Nederland een klein gebied is in het land Europa. Beste snackbar keten 😉 : Met stip bovenaan, Jack ’n the Box

Goedkope kleding kun je in San Fransisco op Union Square wel krijgen, je moet wel even zoeken. Old Navy en Levi’s bijvoorbeeld zijn goedkoop. Internetten in de grote steden is geen probleem. In de kleinere plaatsjes wat moeilijker, maar daar vind je weer eerder een bibliotheek.
Zoals iedereen ongeveer al meld: Boek je Alcatrazbezoek ruim van te voren!

Rijden in de States is overigens veel makkelijker dan hier in het drukke Nederland. Je hebt genoeg ruimte op je rijbaan, je mag aan beide kanten inhalen en bovendien is er veel eenrichtingsverkeer in de grote steden. Pluspunt is ook dat je bijna altijd door rood mag rijden als je op een kruispunt naar rechts wilt (let uiteraard wel op het verkeer dat van links komt). In sommige plaatsen, bijvoorbeeld in St George en Richcrest heb je Dollar tree Stores winkels. Hier zijn alle items 1 Dollar. Dus goedkoop inkopen doen.
Wij waren 5 dagen in San Fransisco en believe me dat is zeker niet te veel. Er is zoveel te doen daar.
Souvenirs zijn over het algemeen erg duur. De afstanden in Death Valley zijn erg groot, dus een planning maken op de kaart van dit park vooraf is wel handig. Amerika is wel heel preuts op TV en radio gebied. Elke bloedscène of vrijscène wordt genadeloos uit de film geknipt. Elke fuck of shit wordt op de radio vervangen door een piepje. Wel apart als je naar een rock zender luistert, waar deze woordjes bijna in elk nummer wel voorkomt. Beste Motel (prijs, kwaliteit, service combinatie) Days Inn in Las Vegas.

Nog even terug komen op de TV. Hier zeuren we al als we om de half uur een reclame blok krijgen. Daar is het pas echt overdreven. Op zenders als USA en ABC is het een hele prestatie om een film zonder ergernis af te kijken. Om de 5-8! minuten krijg je een reclame blok die meestal z’on 2 minuten duurt. Zo keken we bijvoorbeeld naar de film Braveheart. Deze begon om 7.45 pm en deze was afgelopen om 12:05 am! Sorry voor deze, maar het is ook even wennen met de toiletten. Daar hebben ze de pot altijd tot over de helft gevuld met water. De goedkoopste kamer die we hadden was in MOAB, waar we $23,- voor een kamer betaalden. De duurste kamer betaalden we in het gebied van Kayenta, waar we $70,- moesten neertellen voor een kamer. Zelfs in San Fransisco in het weekend betaalden we voor een hotelkamer midden in centrum nog minder (niet zoveel minder, maar toch). Uit eten gaan in Amerika is geen enkel probleem. Je ziet de borden van de Mac en de Burger King overal, zelfs in de meest afgelegen gebieden. Het is aan jezelf hoeveel je uit wilt geven aan je avondeten, maar in een restaurant is het natuurlijk altijd duurder dan in een Burger King. De concurrentie tussen twee of meerdere aanbieders van hetzelfde product (bijvoorbeeld dus de fast food ketens), is af en toe best wel grappig om te zien. In de reclames op TV halen ze af en toe flink naar elkaar uit in tegenstelling tot in Nederland waar dit niet mag. Zo meld Burger King bijvoorbeeld, dat een burger van de Mac slechts 1 stukje bacon heeft, terwijl zij er twee opdoen en bovendien ook nog goedkoper zijn. Wel leuk om te zien.
Alle steden waren harstikke tof, maar Vegas gaat nooit vervelen!

Slotwoord:

Ze vragen altijd na afloop of je ooit eens terug zou willen. Jazeker! Los Angeles en Vegas zeker. Ik heb het idee dat ik weinig van L.A. heb gezien, puur omdat daar de reis begon. Het was wennen aan alles en daardoor hebben we, denk ik, toch minder gezien. Mijn liefde voor Vegas is inmiddels bekend. San Fransisco zou ik wel eens willen bezoeken als het volop zomer is, maar in de stad hebben we alles gezien.
Mocht ik ooit nog eens naar de U.S.A. terug gaan, dan zou ik via het zuiden
(via de kustlijn) naar de oostkant rijden. De National Parks in het westen waren interessant en mooi, maar een tweede keer zou ik de andere kant wel eens willen bekijken.

André Pauw

© USA4ALL & Andre Pauw