Zondag 3 juni 2012: van Baarlo naar Amsterdam
De voorbereidingen voor onze reis naar Canada zijn klaar, en vanmiddag gaan we met de uitvoering ervan aan de slag.
Eerst naar Roggel voor een verjaardag. Om 4 uur ´s middags zetten we koers naar het A4 hotel van der Valk, vlak bij Schiphol. Hier brengen we de nacht door en laten onze auto achter op een bewaakt parkeerterrein.
We eten in het restaurant van het hotel en rond een uur of 10 houden we het verder voor gezien.
Maandag 4 juni 2012 : van Amsterdam naar Toronto
We hebben de tijd om het rustig aan te doen vanochtend. Om 10.40 vertrekt de shuttlebus naar het vliegveld. Van te voren nemen we de tijd voor een uitgebreid ontbijt. Het ziet er heerlijk uit en zo smaakt het ook. Het regent flink en de temperatuur buiten reikt maar tot 9 graden. Hopelijk is het in Canada beter.
We checken uit en wachten vervolgens op de bus die stipt op tijd vertrekt. Een kwartiertje later staan we op schiphol. De bali van Air Transat is snel gevonden en binnen een kwartier zijn we ingechecht en ze we onze koffers kwijt. Daarna door de paspoortcontrole. Als europeaan mag je zelf je paspoort via een bepaald apparaat laten checken. Als alles klopt kun je door een deur en sta je aan het begin van allerlei gangen die naar de diverse gates leiden.
We kunnen pas van 13.00 uur door de controle van de douane, waarbij de rugzak, kleding en laptop gecontroleerd wordt. Wijzelf moeten door een scan. Snel gebeurd; geen centje pijn.
Officieel vertrekken we om 14.15 uur, maar helaas wordt het drie kwartier later. Air Transat heeft blijkbaar bij de vlucht naar Amsterdam al vertraging opgelopen en nu zijn pas later startklaar.
Eindelijk gaan we de lucht in. Volgens de gezagsvoerder vliegen we 7.20 uur. Volgens het ticket zou het een uur langer zijn. Geef ons de kortere route maar. Dat is ook al lang genoeg.
De vlucht verloopt goed. Hier en daar wat turbulentie, maar in het algemeen mogen we niet klagen.
Het eten is “ la la” , maar goed, dat halen we vanavond wel ergens in. Als je een deken of kussen wilt moet je ze kopen, en ook de oordopjes om de tekst op tv te volgen moet je zelf aanschaffen!
We landen tegen 16.30 uur. Al snel kunnen we door de douane, en in de bagagehal draait de band met de koffers al in het rond. Onze koffers zijn er allebei. 1 koffer heeft een security check gehad; er zit een gele sticker op geplakt met deze mededeling.
Vanuit de bagagehal door naar de autorentals. Alamo is snel gevonden, en we krijgen een spierwitte Chevrolet Impala mee, die 20754 km op de teller heeft staan. Spierwit krijgen ze ´m echt niet meer terug.
We gaan op pad en komen midden in de spits van Toronto terecht. Tjonge, jonge wat een auto´s. We nemen al vrij snel de verkeerde afslag, maar slagen erin om op de kaart de goede weg naar ons hotel te vinden. In principe hadden we de weg naar het zuiden moeten nemen, maar we zijn nu via de 401 gereden. Ging ook prima. 2 km meer dan de routeplanner had aangegeven. Dat is toch netjes.
We komen terecht in een oud victoriaans huis met 23 hotelkamers per etage; er zijn er 4. Het huis zelf is erg oubollig. Ouderwetse vloerbedekking op de gang en traptreden. Een lift waarin je nog een extra deur hebt, die je eerst opzij moet schuiven en dan weer dicht moet doen voordat de lift vertrekt. Het is net een lift als in een film van vroeger.
Onze kamer is netjes: niet te groot, maar wel recentelijk gerenoveerd. Een keurige, maar kleine badkamer. We komen de nachten hier wel door denken we.
Morgenochtend kunnen we tussen 7 en 10 ontbijten. Het ziet er naar uit dat dit van een papieren bordje gaat gebeuren; het interieur doet dit vermoeden. We wachten af.
Om 21.30 uur (Canadese tijd) maken we het licht uit. Morgen staan we rond 8.30 uur op. Hopelijk hebben we dan een goede nachtrust gehad.
Dinsdag 5 juni 2012: Toronto
We hebben een vrij goede nacht gehad; het is een heel stil hotel, alleen werden we af en toe gestoord door voorbij racende brandweerwagens of ziekenauto´s met sirene. Volgens mij zetten ze die toeters nog aan als ze een kat uit de boom moeten halen.
We zijn om 8.30 uur opgestaan en zijn onze dag begonnen met wakker worden onder de douche, en daarna een ontbijt. Zoals gisteren al gedacht: plastic bordjes, plastic bestek en bekers. We kunnen brood roosteren, er liggen muffins, en allerlei soorten cakejes die je nog onder de toaster kunt warm maken of roosteren. Er staat koffie, thee, water, melk en diverse sapjes. Het gewone ontbijt dat we kennen van de stadshotels. Het kan er mee door.
Om 10.00 uur gaan we op pad. We gaan er te voet op uit vandaag. Eerst naar de Allen Garden Conservatory. Een kas met cactussen, bromelia’s, orchideeën, palmen, bananenbomen maar ook met viooltjes, geraniums en andere bloemetjes die we in Nederland kennen. Wel de moeite van een bezoekje waard. Het is er hartstikke warm en klam. Je raakt er zelf van slag van.
De buitentemperatuur is goed; het zonnetje schijnt. Tegen de middag komen er echter wolken opzetten, en gedurende een uur lijkt het of het gaat regenen, maar even later klaart het volledig op en wordt het zelfs warm. Ongeveer een graad of 23 zal het toch wel zijn geweest vandaag.
Vanuit Allen Garden lopen we naar het water van Lake Ontario. Bij Sherbourne Common maken we een stop om daar enkele foto´s te maken van 3 mooie watergordijnen. Blijkbaar worden die ´savonds verlicht. Overdag in ieder geval niet. Het is een mooi gezicht.
Daarna door langs de kustweg naar Sugar Beach. Een stukje strand met witte stoelen en roze paraplu´s. Het ligt er heel rustig op een hoekje aan Lake Ontario. Je kijkt echter uit op een groot schip dat ze aan het lossen zijn. Een grote grijper haalt bakken on geraffineerde suiker uit de boot, en gooit die in een silo. In de fabriek wordt er suiker van gemaakt.
Op een bankje bij Sugar Beach genieten we van een aantal waterpartijen. Soms staan ze alleen maar te pruttelen, daarna overgaand in een soort waterorgel. Héééél rustgevend.
Na Sugar Beach vervolgen we ons pad naar de Lawrence Market. Een grote overdekte markt, waarin vlees, vis, groenten, kaas, fruit, olijven etc. verkocht worden. Het is een kleurrijke bedoening.
We zijn er wel even zoet mee.
Daarna door naar de CN Tower. Deze toren is 553 meter hoog. We maken een tochtje per lift naar boven. In 58 seconden gaan we 346 meter omhoog. We komen uit op de Lookout. Ook maken we even een stapje naar een verdieping lager om door een glazen bodem naar beneden te kijken.
Erop staan is een heel eng gevoel. Ik voel dat de knieen beginnen te beven. Echt gek hoor. Je kunt het echter met een gerust hart doen hoor.
Het uitzicht vanuit de Lookout is prachtig. Doordat het helder weer is kunnen we heel ver kijken. Je kunt 360 graden rondlopen. Toronto is groot, met veel hoogbouw in het centrum, maar daarbuiten valt het heel erg mee. We genieten ervan.
Na een 45 minuten houden we het voor gezien. We nemen de lift naar beneden en lopen even de weg over naar ’t Toronto Railway Heritage centre in het Roundhouse Park. Hier staan een aantal oude treinen en treinhuisjes. Ieder monument wordt mbv een bordje toegelicht.
Hierna zetten we koers terug naar het noorden; terug richting hotel. Het is een flinke trip om terug te keren naar Bloor street. Via Yonge street zetten we onze route voort. Bij Starbucks nemen we de tijd voor een kopje koffie. We beginnen onze benen te voelen. Dat wordt morgenochtend wat…………
Ik vergeet mijn rugzak met portemonnee, creditcard en passen. Gelukkig sta ik pas 10 sec. buiten als ik erachter kom. Als een gek naar binnen. Gelukkig had nog niemand ‘m meegenomen. Stom!!! Dat gebeurt me geen 2e keer.
We eten bij Masa, een chinees restaurant aan Charles street. Ook hier verschijnt heel snel het eten op tafel. We herkennen het van vorige jaren. Rustig eten is er nauwelijks bij. Bordje leeg? Geen dessert? Dan krijg je gelijk de rekening.
Het is ons bekend, en we hoeven er niet meer aan te wennen.
Rond 19.00 uur zijn we terug op onze hotelkamer. Voeten moe, benen moe, hoofd moe. Een hele dag buiten dat zijn we niet gewend. Maar ja, het komt goed.
Morgen weer een nieuwe dag. Het begin van het reisverslag wordt geschreven. Doordat we dit jaar de laptop bij ons hebben, schrijven we maar gelijk de digitale versie. Scheelt als we thuis zijn een heleboel.
Woensdag 6 juni 2012: Toronto Islands
Opnieuw laten we de auto staan. Het is mooi weer vanochtend, maar men voorspelt voor vanmiddag wel regen en onweer. We wachten het maar af. Na het ontbijt trekken we er op uit. Met een matige spierpijn in onze benen beginnen we aan de wandeling. Vanuit ons hotel aan Sherbourne street lopen we richting Bloor street, en daarna via Yonge street naar de haven. Een trip van een uur.
We zijn mooi op tijd voor de ferry die ons overzet naar de Toronto Islands; drie eilanden
(in elkaar overlopend) die uitkijken op de stad. Een oversteek kost 7 dollar pp en je hebt dan een retourtje. Ieder half uur gaat er een ferry terug. De eilandengroep bestaat uit Center Island, Ward Island en Hanlan Point. Je kunt op het ene punt uitstappen en op een ander punt terugkeren naar de stad.
De overtocht maken we in een kwartier tijd. Tijdens de overtocht genieten we van de skyline van Toronto. De CN toren staat daar parmantig tussen.
Op de Toronto Islands kun je wandelen, maar ook een fiets huren. Het is eigenlijk een park: volop groene grasvelden, heel veel grote bomen, waterpartijen en diverse plekken om even bij te komen van het geslenter. Als je vanuit de stad naar de eilanden kijkt heb je daar geen idee van. Je denkt dan meer dat aan de overkant een bos ligt. Niets is minder waar.
Aan de bovenkant van het eiland heb je een strook strand, dat aan Lake Ontario ligt. In het meer hebben ze stukken afgezet met grote keien waardoor de stroming minimaal is en je veilig kunt zwemmen. Er zijn nog maar weinig mensen die daar gebruik van maken. Lifegards zijn echter wel aanwezig.
Ruim 3 uur volgen we de paden. De benen raken vermoeid, maar toch genieten we van de zon, de wind en de rust. In de lucht ontwikkelen zich in de loop van de middag dikke wolken. Sommige zijn grijs-zwart van kleur. Blijkbaar gaan de voorspellingen uitkomen.
Als we om 15.30 de ferry terug nemen naar het vasteland beginnen de eerste druppels te vallen.
We besluiten om naar Lawrence Street te lopen. Daar hebben we gisteren het cafe ” Biermarkt” zien liggen. Buiten hingen borden met Leffe, Hertog Jan, Stella en nog enkele biersoorten.
Eenmaal binnen krijgen we een kaart aangereikt: blijkt dat ze meer dan 100 biersoorten uit 24 landen hebben. Uit Nederland hebben ze Hertog Jan, La Trappe, Christoffelbier en Grolsch.
Op de muur in het cafe staat een gedicht in de Nederlandse taal. Dat verwacht je niet als je zover van huis bent.
We laten ons het pilsje smaken, maar als we daarna op gang moeten komen sputteren de spieren wel erg tegen. We beginnen aan de terugtocht via Yonge Street, Bloor Street en dan weer naar Sherbourne Street. Wederom zijn we hier een uur mee zoet. Mocht je ooit in Toronto komen neem dan de tijd om Yonge Street te bezoeken. Een straat vol met kleine en grote winkels, cafeetjes en eettentjes. Het is een drukke en gezellige straat.
Het regent wat tijdens onze terugtocht, maar het is wel te doen om er doorheen te lopen. Af en toe roffelt het onweer even. Tegen 18.00 uur zijn we terug in het hotel. Eerst maar de tijd genomen om onze vermoeide benen tot rust te laten komen. Dat was echt nodig.
Later op de avond zijn we gaan eten bij de Thai. Restaurant Bangkok aan Sherbourne street is een echte aanrader. Het restaurant staat er pas sinds januari van dit jaar en de klandizie is er nog niet zo groot. Hopelijk redden ze het. Aan het eten zal het niet liggen.
De dag zit er op. Toronto laten we morgen achter ons. We denken er aan terug als een stad met een mix van culturen. Veel restaurantjes en winkeltjes. Veel hoogbouw in het stadscentrum, maar verderop zie je die niet meer. Er wordt enorm veel gebouwd. Op iedere hoek zit wel een gat in de grond en wordt de volgende toren uit de grond getrokken.
Morgen gaan we richting het oosten.
Donderdag 7 juni 2012: van Toronto naar Picton
Een rustige dag, niet teveel op de agenda, en prima weer.
Vandaag hebben we Toronto verlaten. Het was nog erg druk op de 401 toen we op weg gingen. We hebben eerst een stuk autoweg moeten rijden; niet direct onze keuze, maar het ging gewoon niet anders. Er waren geen alternatieven. Het eerste stuk van de route was erg druk; het liep wel, maar soms voelde je je even als een slakje…………….
Nadat we de 401 verlaten hadden en richting Peterbourough reden veranderde de drukte op de weg, maar kwam er ook een duidelijke verandering in de omgeving. Veel meer akkerbouw, boerderijen en een lieflijke weg die als een “rollercoaster“ door het landschap liep. Heuveltje op, heuveltje af.
Heel af en toe kwamen we iemand tegen, maar in het algemeen leken we wel alleen op de wereld.
Het viel op dat er in het landschap op veel plekken solarpanelen staan; ze draaiden met de zon mee!
In Peterbourough hebben we een bezoekje gebracht aan de Peterbourough Lock Lift. Hier komen schepen die in het kanaal varen op een bepaald moment in een “bak water“ terecht, en worden met bak en al, een nivo hoger of lager getild, en dan kunnen ze hun vaart voortzetten. Helaas zaten ze nog in het voorseizoen, en waren er vandaag weinig bootjes onderweg. We hebben het principe ervan bekeken tijdens een videopresentatie, maar in het echt hebben we de lock niet aan ´t werk gezien. Misschien dat het over een paar weken lukt bij Big Chute in de Georgian Bay area. We moeten even geduld hebben.
Vanuit Peterbourough hebben we vervolgens koers gezet naar Picton. Picton ligt in Prince Edward County; bekend om zijn wijngaarden; daarvan zijn er tussen Hillier en Wellington een heleboel te zien. Niet alleen staan er grote wijngaarden, maar dito huizen. Prachtig gelegen aan het meer. Juweeltjes!!! De route van google maps werkte vanaf dat moment niet zo goed mee. Een aantal aanwijzingen klopten niet en schepten verwarring. Gelukkig hadden we ook de gewone landkaart van Ontario bij ons, en die klopte precies. Hierdoor bereikten we met gemak onze bestemming.
We hebben voordat we in Picton aankwamen een stop gemaakt bij Sandbank Provincial Park. Een duingebied met strand en meer, maar ook een bosgebied dat ontstaan is op de duinen. We hebben daar een lekkere wandeling gemaakt, en daarna zijn we verder gegaan naar onze B&B.
We werden hartelijk ontvangen en kregen gelijk de tip om naar Lake on the Mountain te rijden, en daar het avondeten te nuttigen. Dat hebben we gedaan. Werkelijk een voortreffelijke maaltijd voor een heleboel dollars……………….. Maar dat mocht de pret niet drukken.
Morgen trekken we verder. Dan naar het 1000 Islands gebied. Zijn benieuwd.
Vrijdag 8 juni 2012: van Picton naar Gananoque
Na een rustige nacht en een heerlijk ontbijt verlaten we de gastvrije B&B Nine Gables. Een moderne B&B, mooie slaapkamer, en een ruime badkamer. Voor de gasten staat er een grote woonkamer annex zithoek gereed, en je mag er gebruik maken van een gedeelte van de keuken. Diane, de host is een vriendelijk en gastvrij persoon.
Om 10.00 uur zetten we koers richting Kingston. Je kunt er via 2 routes komen: de eerste leidt je er naar toe over de 401, maar dat is een autoweg. Wij kiezen ervoor om via de Loyalist Parkway te rijden, meer een route die onze voorkeur heeft. Langs het water op, een gewone weg door dorpen en gehuchtjes. Dat is onze manier van genieten tijdens vakantie. Het hoeft allemaal niet zo snel te gaan.
Vanuit Picton rijden we eerst naar Glenora waar we de ferry nemen om over te steken naar Adolphustown. De ferry ligt al aan de goede kant van het water, maar de grote wijzer van de klok staat nog niet op de 6, en we mogen er dan ook nog niet op! Precies op het halve uur en op het hele uur start de ferry met inladen en daarna steekt die over. Ongeveer 20 wagens passen erop. De oversteek duurt ongeveer 10 minuten en is gratis.
Vanuit Adolphustown rijden we dus naar Kingston, en brengen een bezoek aan Fort Henry. Het fort
ligt aan het begin van het Rideau Kanaal en had vroeger als doel het achterland te beschermen tegen indringers die via de St Lawrence River en Ontario Lake het land probeerden binnen te dringen.
We lopen gedurende een uur mee met een gids die uitgebreid vertelt over de verschillende legioenen die er op het fort aanwezig waren. Cavelerie, Infanterie en Artillerie waren er allemaal. Hoe lager in rang, hoe slechter de voorzieningen. De persoon die onze groep rondleidde had een heerlijke manier van vertellen en daardoor bleef het boeiend.
We zagen de cellen waarin men opgesloten werd als men zich niet netjes gedroeg. De wc´s voor de mannen en de vrouwen. De slaapplekken, de keukens, de school en de plekken van waaruit er geschoten werd op indringers.
Fort Henry wordt gedraaid door figuranten. Ze worden er voor opgeleidt en doen dit de hele zomer.
De hele dag (open tussen 10 en 17 uur) zijn ze druk bezig met allerlei activiteiten. Om 12.00 uur wordt het middaguur ingeluid met een kanonschot. Om 12.30 uur wordt er uitleg gegeven over de geweren die vroeger gebruikt werden (in 1812 en later) en een enkel geweer wordt dan ook gedemonstreerd.
Om 15.00 uur is er de parade: de hele groep van cavelerie, infanterie en artillerie geven dan een show waarbij de kanonnen geladen worden en afgevuurd, en laat men zien hoe het vroeger toe ging als je in dienst van je land stond. Persoonlijk vonden we dit deel het minst van de dag.
De tijd vloog om, en om 15.30 uur zijn we pas vertrokken. Op dat moment begon het ook te regenen dus dat kwam prima uit.
Toen door naar Gananoque. Ook dit plaatsje ligt aan de Loyalist Parkway. Het ligt aan het water en aan het begin van de 1000 Islands Parkway. Aan de overkant van Gananoque ligt Amerika. Je moet hiervoor wel een eindje het water op, maar de grens met Amerika ligt in het water.
We verblijven 2 dagen in de Turtle Island B&B. Aan de buitenkant ziet het er verschrikkelijk uit en is het hoognodig toe aan een schilderbeurt. Voor de tuin mag gerust een graafmachine komen, vooral aan de achterzijde. De schrik zit er even in na de eerste blik………………….. maar van binnen is het een prachtig gerenoveerd huis. Onze kamer is ruim en netjes, evenals de badkamer.
Het gaat wel 2 nachten lukken denken we.
Zaterdag 9 juni 2012: Boottour 1000 Islands en wandeling St. Lawrence NP
Het heeft de hele nacht geregend, en als we de gordijnen opentrekken is de lucht volledig bewolkt.
We hadden voor vandaag de boottour over de St. Lawrence River gepland, maar zijn er niet zeker van of dat wel slim is. We wachten maar even af tot na het ontbijt.
Het ontbijt is heerlijk. Eerst een glas yoghurt, gemengd met vers fruit en cruesli. Daarna een omelet met veel groenten er tussen. Heerlijk op smaak. We kunnen er weer tegen.
Buiten is het intussen opgeklaard en we besluiten om toch maar naar de haven te lopen en een ticket te kopen voor de tour van 10.00 uur. We hebben de keuze tussen een tour van een uur, 2½ uur of 5 uur. We vinden 2,5 uur wel genoeg, omdat we vanmiddag nog naar het St. Lawrence National Park willen gaan om enkele trails te lopen in Jones Creek.
Het zonnetje komt af en toe door tijdens de boottocht. Het is een geweldige toer: meer dan 1800 eilandjes liggen in de St. Lawrence River. We moeten wel even melden dat men van een eiland spreekt als de oppervlakte groter dan 6 m2 is. Op veel eilandjes staan kleine huisjes, maar ook aan zeer grote huizen is er geen gebrek. Veel huizen hebben een boothuis ernaast liggen, want zonder boot kunnen ze zowel het huis als de oever niet bereiken. In de zomer zitten de huizen vol; in de winter zijn de meesten leeg. Alleen die huizen die met het vaste land verbonden zijn middels een brug of bereikbaar zijn met de ferry zijn dan bewoond.
Het 1000 Islands gebied ligt deels in Canada maar ook deels in Amerika. Omdat we niet de 5 uur durende tour doen hoeven we geen paspoort aan te leveren, maar anders was dat wel nodig geweest. Tijdens de lange tour bezoekt men namelijk Boldt Castle, en gaat men daar 2 uur aan land. Dit grondgebied valt onder Amerika.
We genieten echt met volle teugen van de vaart. Hier en daar zien we nesten met aalscholvers op de eilandjes, en in de bakens op het water of op de eilandjes hebben roofvogels hun nesten gemaakt. We zien er wel een stuk of 6 zitten! Prachtig gewoon. Ook zien we de brug die Canada met Amerika verbindt. Hij hangt hoog boven het water en bestaat uit drie delen. De weg die over de brug loopt is een tolweg.
1000 Islands staat bekend om zijn dressing. Hier het recept voor 4 personen:
1 kopje mayonaise
3 theelepels chilisaus
1 theelepel fijngesneden bieslook
1 theelepel fijngesneden knoflook
1 theelepel fijngesneden augurk
1 theelepel fijngesneden dille
Zout en peper om het geheel op smaak te brengen.
Tijdens de tour vallen er af en toe wat regendruppels, maar het zijn er niet genoeg om naar binnen te gaan. We blijven boven op het dek zitten. Gelukkig hebben we onze fleece jacks bij ons.
Na terugkeer in Gananoque lopen we terug naar onze B&B. In Europa is gisteren het EK Voetbal begonnen. Vanmiddag is er vanaf 12.00 uur in Canada de uitzending Nederland – Denemarken. We kijken de 2e helft: helaas verliest Nederland.
Hierna zetten we koers over de 1000 Islands Parkway. Deze loopt parallel aan de route die we vanochtend gevaren hebben met de boot. Na ongeveer 30 minuten rijden vinden we de afslag naar Jones Creek. We lopen gedurende 2 uur een aantal trails en keren net terug als het aanvangt met regenen. Goed getimed. De muggen hebben ons gevonden; op diverse plekken hebben we weer dikke bulten zitten. Te laat met de muggenspray!!!
In de kreek horen we het gebrul van de kikkers en het fluiten van de vogels tussen het riet. Verder is het er muisstil. Onderweg zien we een geel-zwarte slang op het wandelpad liggen; we kunnen er enkele mooie foto´s van maken. Ook zien we een hele mooie geel – groene kikker in het gras. Ook die is wel in voor een fotoshoot.
In Gananoque voor het eerst getanked. $ 1.156 betalen we voor een liter benzine. Dat is nogal een verschil met Nederland. Komt overeen met ongeveer € 0,90.
Net zoals iedere avond moeten we toch wat eten. Vanavond wordt het chinees. Een prima plek hiervoor gevonden in Gananoque; bij Boston is het goed eten.
Daarna terug naar de B&B en de foto´s van vandaag uitgezocht en wederom het verslag geschreven. Morgen gaan we alweer een eindje verder. Dan staat Upper Canada Village op het programma, en rijden we tegen de avond door naar Ottawa.
Zondag 10 juni 2012: van Gananoque naar Ottawa
We verlaten Gananoque rond een uur of 10; het zonnetje staat breedstralend aan de hemel.
We besluiten om eerst via een B-weg richting Upper Canada Village te rijden. We willen de highway wederom zoveel als mogelijk mijden.
We rijden wederom over de Loyalist Parkway maar dan een stuk verder dan gisteren. Het is een hele mooie weg langs het water op, en ook het stuk dat we gisteren nog niet gezien hadden is heel erg mooi. Alleen zien we in de 2e helft van de weg geen eilandjes meer in het water liggen. De kust van Amerika is wel heel duidelijk in beeld.
Het is een heel erg warme dag. De warmste die we tot nu toe hebben gehad. Een graad of 30 zal het zeker zijn geweest. Als we aankomen bij de parkeerplaats zien we een steltlopertje (of iets wat er op lijkt) op een nestje zitten. Het nestje ligt tussen 2 betonbanden in, in een holletje van kiezelstenen.
Ma begint flink te piepen als we dichterbij komen en pa gaat op een afstandje rare kapriolen uithalen om ons zo van ma af te leiden. Er liggen 4 kleine lichtbruin gespikkelde eieren in het nest. Wat zoekt die vogel een rare plek op om d´r eieren te leggen!
In Upper Canada Village – een plek waar het leven tussen 1800 en ongeveer 1950 wordt nagebootst, was het soms even zoeken naar een plek voor verkoeling. Er waren weinig schaduwplekken.
Niettemin hebben we genoten van het bezoek. Het enige ding dat jammer was, was dat onze gratis tickets die we gekregen hadden bij Fort Henry vandaag niet in te leveren waren. Er waren namelijk middeleeuwse feesten dit weekend in Upper Canada Village en dan worden deze kaartjes niet geaccepteerd. Betalen dus, en vervolgens 2 gratis tickets voor de volgende keer erbij. Nu hebben we er 4!. We geven ze morgen maar aan Math´s oom en tante. Wellicht weten zij iemand die er blij mee is.
Om 16.00 uur zetten we koers naar Ottawa. Alleen het laatste stuk rijden we over de highway. Als we bij de B&B aankomen hangt er een envelop met onze naam aan de buitenkant van de voordeur. Hij voelt zwaar aan. In de envelop blijkt de sleutel van het huis te zitten. De eigenaresse is er even niet. We kunnen onszelf binnenlaten en gerust naar onze kamer lopen. Waar vind je nog zo iets?
Nadat we onze weg gevonden hebben, nemen we de tijd voor het inladen van de foto´s. In de tussentijd is ook Trish, -de host- binnengekomen. We maken even kennis met elkaar en gaan dan op zoek naar een restaurantje. Er liggen er genoeg in de buurt. We herkennen er nog enkele van het vorig jaar. Na een goede maaltijd besluiten we om nog een stuk te gaan wandelen.
Morgenavond gaan we naar de Sound & Lightshow bij Parliament Hill. Voor het eerst zijn er enkele shows in juni. Normalerwijs start het seizoen pas in juli. Vorig jaar hebben we het moeten missen want toen waren we al terug in Nederland. We trekken er een dagje op uit met Math´s oom en tante.
Maandag 11 juni 2012: Ottawa
We hebben de auto weer laten staan vandaag, en zijn lopend naar Parliament Hill gegaan. Nu is dat geen afstand en heel goed te doen. Om 10.30 hadden we daar afgesproken met Math´s oom en tante. Opnieuw hebben we dit jaar de kans gekregen om een dag met hen door te brengen.
Het is een heel erg warme dag vandaag, met een hele hoge luchtvochtigheid! We beginnen onze dag met een wandeling rondom Parliament Hill. Er staan prachtige bronzen beelden in deze omgeving; je moet ze echt even gaan bekijken als je er toch bent.
Daarna tijd voor een kop koffie en bijkletsen. Al heel snel is het middag en we besluiten om naar het Canadian Museum of Civilization te gaan. Het ligt aan de overkant van Parliament Hill. Het is van veraf een heel artistiek gebouw dat prima in de omgeving past. Het is nergens hoekig, maar bevat heel veel rondingen. Hier en daar lijkt het wel een gebouw dat door Gaudi gemaakt zou kunnen zijn, alleen de mozaìek ontbreekt. We lopen de brug over die beide oevers met elkaar verbindt. We bevinden ons nu even enkele uren in de provincie Quebec!
Bij het ticketloket zien we dat er in het IMAX theater de film “To the Arctic“ wordt gedraaid. We kunnen de film van 14.00 uur nog halen. Voordat we de zaal in hebben kunnen, hebben we nog even de ruimte om in het kindermuseum binnen te lopen. Hier krijgen de kinderen allemaal een boekje, waarin ze stempeltjes kunnen verzamelen. Het museum heeft als thema ` the great adventure`. Kinderen krijgen er de gelegenheid om een reis te maken over de wereld. Er zijn 30 activiteiten ontwikkelt. Er zijn allerlei materialen aanwezig zoals verkleedspullen, verder zien we een bakkerij waarin je je kunt je uitleven als bakker, er is een boot, een bus, je kunt er als groenteman of als buschauffeur aan de slag. Het is een geweldige ruimte, en kinderen kunnen zich volop uitleven. Alles is op kinderformaat beschikbaar. Als je de opdracht uitgevoerd hebt kun je op een speciaal apparaatje je activiteit afstempelen. Je zou zo weer kind willen zijn……..
We gaan verder naar het IMAX theater. Vandaag is blijkbaar een schoolreisdag gepland. Gillende en giebelende schoolkids. In het theater is het een gekwetter van jewelste. Om de film goed te kunnen bekijken hebben we allemaal een 3D bril gekregen. Als de film begint dan “ zitten“ we in de sneeuw. Het is prachtig hoe die sneeuwvlokken boven je lijken te dwarrelen. Brokken ijs breken uit elkaar en schieten als het ware de zaal in. Sommige scholieren moeten er vreselijk van gillen.
Het is een prachtige film over het leven van de ijsberen, de kariboes, en de zeeleeuwen. Hun leven wordt toch wel bedreigd door de afname van het ijs, en het ontstaan van steeds groter wordende waterplassen. Vrouwtjes met hun jongen vinden steeds minder vaak een veilige plek om hun jongen groot te brengen. Hierdoor is de kans groot dat ze in aantal gaan afnemen. Dat is natuurlijk heel erg!
De film duurt ongeveer 45 minuten. Hierna is het tijd om een kleinigheid te eten. In het museum heb je 3 restaurants voor een break. We besluiten om buiten onze soep te nuttigen. Wat een hitte. Het is er ontzettend warm en klam. Je voelt het 3x erger omdat in het museum volop de airco draait, en daardoor is het daar heerlijk koel. In de schaduw is het redelijk te doen.
Na de break opnieuw het museum in. Er is een groot stuk gewijd aan de ontwikkeling van het land; startend bij de komst van de `natives`. Er wordt veel uitleg gegeven over de geschiedenis van het land. Een hele mooie tentoonstelling!
Rond 18.00 uur verlaten we het museum en keren over de brug terug naar de provincie Ontario. In de lucht zien we 9 vliegtuigen van de Royal Canadian Air Force’s 431 Air Demonstration Squadron, ook wel the Snowbirds genoemd, vliegen. Zo strak…………….. een plaatje om te zien.
Het is tijd voor een drankje, en de tijd vliegt om. Daarna een plek zoeken voor het avondeten. Om 22.00 uur willen we graag naar de Sound & Lightshow gaan kijken bij Parliament Hill.
We hebben hiervoor nog ruimte genoeg. Ook de avond vliegt om en voordat we het in de gaten hebben is het al 21.30 uur.
Rustig aan lopen we richting de Hill en zoeken een plekje op een stoeprand. In de verte horen we iets omroepen, en omdat we het niet goed verstaan besluiten we om een plekje op het gras te zoeken, waardoor we wat dichter bij het gebouw zitten. Het wordt 22.05; 22.10; en om 22.20 uur is de lichtshow nog niet begonnen. Een groepje dat naast ons zit vertelt dat ze om 22.00 uur hebben omgeroepen dat de show afgelast is! Hadden we dus niet meegekregen.
We sluiten de avond af; op een andere manier dan gedacht. Het was een gezellige dag
Dinsdag 12 juni 2012: van Ottawa naar Algonquin Provincial Park
Als we opstaan is het compleet ander weer dan gisteren. Flinke bewolking, wat regen en het waait een beetje. Het is wel erg benauwd buiten.
Rond 9.30 uur verlaten we Ottawa, en nog voordat we de highway bereiken zet de regen door. Soms kun je geen hand voor ogen zien. In Canada kennen ze geen ZOAB waardoor het water enorm opspat. Het verkeer blijft wel goed doorrijden; aan onze kant hebben we geen last van files.
Het blijft een hele tijd regenen. Pas als we op de highway 60 komen wordt de hevigheid wat minder. Bij Eganville, waar we de grotten van Bonnechere bezoeken is het echter droog. In de omgeving van Eganville zijn in het verleden veel fossielen gevonden, en in de grot kom je ze ook nog tegen. Het is niet zo´n grote grot, en je ziet er slechts enkele stalagtieten. Een bezoek echter zeker waard. De grot laten ze na Thanksgivingday vollopen met water. De reden hiervoor is dat de steen waaruit de grot bestaat zich dan vol kan zuigen met water, waardoor die niet gaan brokkelen. Het gesteente is een `limestone`. Verder kunnen de planken waarover de mensen moeten wandelen zich dan ook volzuigen met water. Hierdoor breken ze minder snel, en gaan ze minder snel rotten.
Vanuit Eganville rijden we verder richting het westen. Het klaart in enige mate op. De omgeving waarin we rijden wordt steeds bosrijker, heuvelachtiger. Ook liggen er meer pondjes direct aan de weg. Hier en daar bloeien er al kleine waterlelies.
De dorpjes waar we doorheen rijden zijn nauwelijks een dorp te noemen. Een enkel huisje, een enkele winkel. Het valt op dat hoe meer je richting de plaats Golden Lake rijdt, hoe meer Poolse namen je tegenkomt. Straatnamen dragen Poolse namen. In de restaurants zijn er op bepaalde dagen Poolse buffetten en is er Poolse muziek.
We zijn rond 15.30 bij het motel. Het ligt bijna aan het begin van het park. Er is weinig te doen in het dorpje zelf. Math kijkt de 2e helft van de voetbalwedstrijd Polen-Rusland.
We doen het verder rustig aan vandaag. Tegen de avond krijgen we buren in het motel. Een stel uit Rijswijk. Een hele poos gezellig zitten praten.
Morgen zien we wel verder.
Woensdag 13 juni 2012: Algonquin Provincial Park
We starten rustig op met een ontbijtje buiten de deur. Ongeveer 500 meter verder op is een restaurantje waar je ervoor terecht kunt. In het motel zelf kun je niets krijgen.
Hierna gaan we richting het Algonquin Provincial Park. Bij het visitor centre moeten we een dagkaart kopen a $ 16,00. Deze moet je voor op je dashboard leggen als je ergens een wandeling gaat maken.
We starten met een trail bij het Logging Museum (`houtkap museum).
Het museum gaat zelf pas open op 23 juni, maar is er ook een trail waarin duidelijk uitgelegd wordt hoe het er vroeger aan toe ging: vanaf het moment dat een boom omgedaan was totdat die zover was dat hij op transport ging.
Er kwam aanvankelijk veel mankracht en paardenkracht aan te pas. Hierbij werden een aantal instrumenten gebruikt om het voor de paarden wat lichter te maken maar toch kostte het veel kracht. Daarnaast was het ook nog een gevaarlijke bedoening. In de winter, als de wegen glad waren stonden er mannen langs de weg om hier en daar zand op de sneeuw te gooien, omdat de geladen karren anders te snel naar beneden denderden. Later werden er mogelijkheden ontwikkelt om de boomstammen via het water te vervoeren. Alle bomen werden omgedaan en gevild met een aks. Later kwamen er andere materialen zoals de handzaag, een gemotoriseerde boot, de trein en de auto´s om de boomstammen veiliger te vervoeren. Een indrukwekkende trail. Aan het begin van de trail liggen boekjes met uitleg over het tijdperk. Ook zijn er veel zaken te bekijken: hoe sliepen de mannen die in de bossen werkten? Waar werd gekookt? Ook een heleboel materialen zijn onderweg te zien.
De route loopt gedeeltelijk langs een meer af. We zien enkele beverburchten en een snapper (soort schildpad) die zeker wel een schild heeft van 30 cm lang. Ook heeft hij een flinke staart en dikke poten.
Na deze trail rijden we naar Beaver Pond. Ook daar is een trail uitgezet met markers. Aan het begin van deze trail liggen ook weer boekjes waarin je meer kunt leven over het leven van de bever, eetgewoonten, beverburchten en beverdammen. Blijkbaar heeft het niets met intelligentie van het beest te maken dat hij dammen bouwt, maar gebeurd dit gewoon uit domheid. Het nadeel hiervan is dat bossen onderlopen met water, waardoor er meertjes in ontstaan. Dit heeft dan weer als voordeel dat er andere dieren op af komen zoals de eenden en de Moose, en ook dat er zich planten gaan ontwikkelen die er voorheen nooit waren.
Het is een prachtige route; goed gemarkeerd. Hier en daar is het een beetje klimmen, maar de wandeling is op zich heel goed te doen.
Van hieruit gaan we naar het visitor centre om even iets te drinken en een expositie te bekijken.
Daarna door naar de Spruce Bog trail; een wandeling door een gebied dat vroeger een meertje was. Wat minder interessant wbt achtergrondinformatie, maar wel een leuke tocht om te lopen.
We keren terug naar het motel om het 2e deel van de voetbalwedstrijd Nederland – Duitsland te zien. Helaas staat Nederland al met 0-2 achter, en uiteindelijk verliezen ze met 1-2.
Na het avondeten keren we terug naar het park. Al snel na binnenkomst zien we een Moose in de wei staan. We krijgen de gelegenheid om enkele foto´s te maken. Als we weer aan het rijden zijn zien we op afstand een Moose oversteken, en ook nog een hert langs de kant staan.
Misschien dat we morgen nog iets van wildlife zien. We wachten het af.
We sluiten een heerlijke dag om 22.00 uur af.
Donderdag 14 juni 2012: Algonquin Provincial Park
Vandaag keren we terug naar het park om een aantal wandelingen te maken. We rijden over de Frank MacDougall Parkway, de weg die door het park van oost naar west loopt en natuurlijk omgekeerd
We beginnen aan de westkant met de Whiskey Rapids trail; een wandeling die gedeeltelijk langs het water oploopt. De rustig kabbelende Oxtonque River loopt langs de route af. Het is er nergens echt diep in het water. Hier en daar liggen in de bochten afgebroken takken en bomen, en moet het water zich even een andere weg zoeken. Ergens op het einde zit een kleine stroomversnelling (rapid), waar de wandeling vervolgens zijn naam aan te danken heeft.
De trail is prima te doen, alleen heb je een paar extra ogen nodig die de grond in de gaten houden. Er liggen zovéél wortels boven de grond, dat je er gemakkelijk over struikelen kan.
Daarna rijden we door naar de Hardwood Lookout trail. Het is maar een trail van nog geen kilometer lang, maar hij is wel pittig. Stevig berg op, dan weer dalen. We voelen het in de benen. Op het einde worden we beloond met een prachtig uitzicht over Smoke Lake. Op een bankje genieten we van het uitzicht, de ruisende bladeren van de bomen en het fluiten van de vogels. Heerlijk!
We rijden verder richting de oostkant en slaan af richting Arrowhon Pines Lodge. Over een gravelweg worden we erheen geleidt. Het is een prachtige locatie. Het is een all-inclusive park, schitterend gelegen aan het water. Het is er muisstil. Op het dek bij het water genieten we van onze thee en koffie, en wachten we op de `hummingbirds`, de kleine kolibrietjes die af en aan vliegen. Het is altijd weer een mooi gezicht: de snelheid waarmee ze de vleugels bewegen als ze in de lucht blijven hangen. Echt geweldig. Het verbaast iedere keer opnieuw.
We nemen er nog een trail achter aan. We rijden naar Peck Lake. Rondom het meer loopt een pad. Ook hier weer regelmatig wortels die boven de grond liggen, en een obstakel zijn. De route is goed te doen. Er zitten enorm veel kikkervissen in het meer. Sommige zo groot als een kippe-ei. Ook zien we er veel vissen zwemmen en hebben de watervlooien het druk.
Het meer zit verder vol met allerlei soorten kikkers:er klinken geluiden waarbij je soms denkt dat je in een wei vol koeien staat, of dat er minimaal een wei vol koeien om de hoek ligt.
Ook lijkt het regelmatig of er aan een elastiek getrokken wordt die op spanning staat. Het zijn allemaal geluiden die gemaakt worden door de verschillende kikkers in het meer. Mooi om te horen, maar je hoort er geen kwaken zoals in Nederland.
Wederom keren we na het avondeten terug naar het park. Ditmaal geen Moose, maar wel een hert, de bever, een jonge rode vos, en een vismarter. Toch nog een mooi resultaat!
Vrijdag 15 juni 2012: van Algonquin Provincial Park naar Midland
Er is weinig nieuws vandaag. Vanochtend rond 10 uur vertrokken vanuit Algonquin Provincial Park, en van daaruit over de highway 60 richting Huntsville gereden. Het is een prachtige weg.
We komen er niet onderuit vandaag, maar we moeten een poosje over de autosnelweg. Nu valt de route ons erg mee. De weg wordt aan beide kanten omsloten door heel veel bomen. Je waant je toch in natuur. Echt grote plaatsen komen we nauwelijks tegen.
In Bracebridge gaan we van de weg af omdat we graag wat watervallen willen zien. Bracebridge zelf heeft er één direct in het centrum liggen. Verderop ligt Wilsons Fall, waar nu maar een kleine waterval zichtbaar is. High Falls kunnen we helemaal niet vinden. Dan maar verder richting Midland.
Daar kwamen we rond een uur of 4 in de middag aan. Aan de buitenkant ziet het hotel er tamelijk oud uit, aan de binnenkant is het prima. Hier houden we het wel een aantal nachten uit. Onze hotelkamer grenst vrijwel direct aan de autoweg, maar je hoort er binnen vrijwel niets van. Zijn benieuwd hoe het vannacht zal zijn.
Morgen trekken we er weer op uit. Vanavond nog even plannen maken.
Zaterdag 16 juni 2012: Beausoleil Island en Big Chute
We hebben vandaag een bezoek gebracht aan Beausoleil Island, een eiland dat onder de Georgian Bay National Parks valt. Het eiland is alleen via een boot te bereiken! We rijden vanuit Midland naar Honey Harbour, dat iets naar het noorden gelegen is.
Het is nog rustig aan de haven, en er is nog ruimte voor de overtocht met de Day Tripper van 11.00 uur. Er zijn er 3 per dag: 11.00, 12.00 en 13.00 uur. Je mag dan 4,5 uur op het eiland verblijven en dan word je weer opgehaald. Tijdens het hoogseizoen wordt geadviseerd om de boot te reserveren. Je hebt 2 opties als je naar het eiland gaat. Je gaat voor de zuidkant, waar veel fietsroutes zijn en de stranden liggen. Of je gaat voor de noordkant, waar je naar toe gaat om te wandelen.
Op de boot naar het noorden kunnen 8 mensen mee, op die naar het zuiden 12.
Omdat er op het eiland nauwelijks voorzieningen zijn, halen we drinken voor onderweg. Het is een erg warme dag vandaag!
De overtocht naar het eiland duurt ongeveer 15 minuten. De ranger van het park wijst ons de weg om op de wandelroutes terecht te komen, en attendeert ons ook op de bordjes die we moeten volgen om terug te keren naar de boot. Hiervoor staan speciale bordjes met de naam Day Tripper er op.
Iedere route op het eiland heeft zijn eigen kleur. Die moet je volgen om de weg niet kwijt te raken. Hier en daar kun je overgaan op een andere trail. 1x zijn we de weg kwijt. Het bordje is afgebroken, en in de omtrek zien we nog wel een bord met dezelfde kleur, maar daar kwamen we net vandaan.
Gelukkig komt er iemand op ons pad die het eiland kent, en ons weer met de neus in de goede richting zet. Gelukkig.
De Fairy trail is een mooie route; deels door het bos, deels langs het water. Prachtige uitzichten over de Georgian bay, bekend om zijn 30.000 eilandjes. Net als in de St. Lawrence River zien we hier ook dat er huisjes op de eilandjes staan. Meestal in de zomer bewoont, maar in de winter niet.
Het is ontzettend warm vandaag en tijdens de Cambrian trail hebben we daar ook veel last van. Het is een wandeling die grotendeels over rotsen loopt: steen op, steen af. Weinig beschutting. Het is dan ook erg zwaar. Bij Little Log, een kleine inham waar enkele plezierboten liggen, vinden we een plek waar veel schaduw is. Er staan een aantal picknick tafels, en we nemen de tijd om een beetje bij te komen. Heerlijk.
3 andere wandelaars komen voorbij, en hebben nog de fut om door te lopen. Als we echter 30 minuten later zelf weer aan het wandelen zijn, zitten ze even verderop aan het water. Ze willen het bos niet verder in. Het stikt er van de muggen!!!!!!!!!. We keren om en lopen dezelfde route terug. Na 3 uur wandelen houden we het voor gezien. Bij de aanlegsteiger staat een prieel, heerlijk in de schaduw. De schoenen gaan uit, en we laten de wind heerlijk zijn gang gaan. Even bijkomen. Het uur gaat snel om, en rond 15.30 uur is de boot er om ons op te halen en terug te brengen naar de haven.
We willen graag nog even naar Big Chute om de Big Chute Marine Railway te bekijken. Big Chute is een bootlift bij Lock 44 aan de Trent Severn Waterway. Het `draagt` o.a. boten van het ene meer naar het andere, dat 18 meter lager / hoger ligt (ligt eraan van welke kant je komt). Hiervoor wordt de boot de weg ´overgedragen` Het is een prachtig stukje techniek. Kijk even op de volgende link op Youtube:
http://www.youtube.com/watch?v=NmLukMV4PKs&feature=fvwrel om het principe te zien.
Zondag 17 juni 2012: Midland Murals
We hebben een rustige dag gepland vandaag. We rijden naar het dorp en parkeren de auto op een van de vele parkeerplaatsen die er zijn.
Midland staat bekend om zijn Murals (muurschilderingen). Er zijn er 34 in het hele dorp. Ze liggen echter allemaal vrij dicht bij elkaar. Sommige schilderingen zijn inderdaad echt op een muur geschilderd, anderen zijn eerst op een houten wand geschilderd en daarna als een schilderij aan de muur gehangen. Er zijn hele mooie tekeningen bij.
Het is vandaag wat minder warm, maar de luchtvochtigheid is hoog. Ze voorspellen in de namiddag 10-15 mm regen. We wachten af. Nu voelen we af en toe een druppeltje.
Tegen 14.00 uur keren we terug naar het hotel. Om 15.00 uur canadese tijd, is de voetbalwedstrijd Nederland – Portugal op TV. Dit is de laatste kans voor Nederland om nog verder te kunnen. Het wordt het moeilijke klus!
Maandag 18 juni 2012: Wye Marsh, St. Marie among the Hurons & Martyr´s Shrine
Na een nacht met redelijk wat regen trekken we er rond een uur of 10 op uit. Het is heel erg klam buiten, en het belooft een warme dag te worden.
Heel erg ver hoeven we vandaag niet te rijden. De uitstapjes liggen ongeveer een km of 5 hier vandaan.
Eerst gaan we naar het Wye Marsh Wildlife Centre. Het is een moeraslandschap waarin onder andere veel schildpadden, vogels, trompetter zwanen, vissen en kikkers leven. We zien veel lelies en dotterbloemen.
De trails zijn goed begaanbaar, alhoewel het hier en daar erg nat is. We zien 4 zwanen. Wat zijn dat grote beesten als ze voor je staan, en als ze weglopen van de houten vlonder klinkt het alsof ze op klompen lopen. Zó hard stampen ze met hun poten op de grond.
Verder zien we een enorm aantal schildpadden op takken langs de kant en op de bladeren van de lelies liggen. Op 1 plek lagen er wel 7 op een rij. Het is een prachtig gezicht.
Ook komen we op ons pad de grote `snapper` tegen, een schildpad met een gekartelde staart. Het is een behoorlijk beest. Zij is bezig om eieren te leggen. Op het hele pad dat we lopen zien we overal opengescheurde schildpadeieren liggen. Het zijn er misschien wel meer dan honderd. Vermoedelijk zijn ze uit de grond gehaald door een racoon. Die vindt dat wel een lekker hapje……………….
Na de middag gaan we richting Ste. Marie among the Hurons.
Ste. Marie among the Hurons neemt een belangrijke plaats in de geschiedenis van Ontario. Het was een 17de eeuwse vesting en het hoofdkwartier van de Franse Jezuīten en tevens de eerste Europese nederzetting in Ontario. In 1639 bouwden de Jezuīten met de hulp van anderen dit omheinde dorp dat bestond uit een aantal barakken, een kerk, verschillende werkplaatsen, woningen en een veilig onderkomen voor bezoekers van de Huron stam. In 1648 was Ste. Marie het toevluchtsoord in de wildernis voor 66 Fransen, die een vijfde van de totale bevolking van Nieuw Frankrijk uitmaakte. Het dieptepunt in de geschiedenis van Ste. Marie was in 1649 toen de bewoners het dorp moesten ontvluchten nadat zij hun woonplek die 10 jaar oud was eerst in brand hadden moeten steken.
Hierna brengen we nog een bezoek aan de Martyr´s Shrine, een kerk die opgedragen is aan 8 martelaren (martyr´s): 6 jezuiten, en 2 andere personen uit de missie Ste. Marie among the Hurons. Het is een echt bedevaartsoord geworden. Vele mensen komen er ieder jaar naar toe.
Aan de buitenkant ziet de kerk er prachtig uit. Aan de binnenkant vinden we het wat teleurstellend. Echter het glas in lood was prachtig!
Dinsdag 19 juni 2012: bezoek aan Discovery Harbour, Penetanguishene
Vannacht heeft het flink geregend maar ook een poos geonweerd. Het was dan ook weer ontzettend klam buiten vandaag. De temperatuur steeg tot 32 graden!
Vandaag een bezoek gebracht aan Discovery Harbour, oorspronkelijk een Britse Marinebasis, en later ook een Militairsteunpunt in Penetanguishene. In 1793 ontdekte Sir John Graves Simcoe Penetanguishene Bay en zag het als een strategische plek voor een marine basis. De steile hellingen, en het diepe water vóór de baai maakte de plek een ideale plaats om bescherming te bieden aan schepen die in de baai lagen, maar ook om schepen te onderhouden. De baai kon ook prima dienst doen als transportverbinding tussen Toronto en het noordwesten.
De oorlog van 1812 tussen Engeland en de Verenigde Staten versterkte het idee om een actieve marinebasis te bouwen. In 1817 werd gestart met de bouw van deze basis omdat de Britten wilden voorkomen dat de Verenigde Staten opnieuw het land zouden aanvallen. De Britten wilden het achterland beschermen tegen de VS en de toegang vanuit het water tot `Upper Canada` behouden. Mannen uit Engeland, Ierland, Schotland en soms ook Frankrijk werden er naar toe gestuurd per boot om er te werken als matroos, officier, scheepsbouwer, smid of als soldaat. Ze verbleven er vaak enkele maanden, en soms een paar jaar, maar zeker niet langer. In Penetanguishene was het in de winter heel erg koud, en velen konden daar niet tegen en keerden terug naar hun thuisland. Daarnaast was het ook nog zo dat hun vrouwen (en kinderen) niet mee mochten naar Penetanguishene!.
In 1820 bestond de marine uit 20 boten, en waren er zo´n 70 mensen in dienst.
De relatie tussen de Britten en de Verenigde Staten verbeterde in de loop der jaren, en hierdoor trok Engeland geleidelijk de Marine strijdkrachten terug. Hiervoor kwamen militairen terug.
In 1834 was er intussen sprake van een volledig militair korps.
De toelages voor het onderhouden van het regiment kwamen vanuit Engeland. Door bezuinigingen konden er steeds minder mankrachten blijven, en gaandeweg is de functie van de basis volledig verdwenen.
Discovery Harbour is nu een historic site, waar men getracht heeft het verhaal uit de 19e eeuw weer te geven. Er wordt getoond hoe de mensen destijds leefden; duidelijk naar rang en stand.
We hebben de begeleide tour gedaan, en kregen veel informatie over het leven en welzijn van de mensen in die tijd. Het was de moeite waard om er naar toe te gaan.
In de haven liggen nog 2 boten (replica´s) die aan die tijd herinneren:
H.M.S Tecumseth: 1 van de 2 oorlogschepen die zich in de Marinebasis bevonden in 1817. Zij had als doel om de troepen te vervoeren en om onderdelen aan te voeren. Later werd de boot gestript van zijn wapentuig en aan de steiger gelegd in afwachting van verdere actie. Er kwam echter nooit meer een opdracht hiervoor. Uiteindelijk brak het schip en zonk het.
H.M.S. Bee: een van de 3 belangrijkste boten van de Marine. Ze was ontworpen om over de wateren van de Great Lakes te varen. Er werden veel gereedschappen en onderdelen mee vervoerd.
Je mag beide boten op. Het was een boeiend bezoek.
Hierna door naar Awenda Provincial Park. Het begon echter steeds benauwder te worden en de lucht werd langzamerhand inktzwart. Uiteindelijk hebben we besloten om ons om te draaien en niet te gaan wandelen. Toen we in Midland aankwamen zwiepten de bomen heen en weer; stoof de zand hoog op, en werd het steeds donkerder. We kwamen net op tijd aan. Gedurende een half uur heeft het enorm geregend. Gelukkig viel het weeralarm dat afgegeven was in de tussentijd enorm mee. De kans op tornado´s werd teruggedraaid. Gelukkig vielen er ook niet de verwachte hagelstenen.
Op dit moment is het weer droog (17.30 uur) en schijnt het zonnetje weer voorzichtig. We wachten af wat de nacht brengt.
Morgen verlaten we Midland en trekken we nog eens stukje naar het noorden. De laatste week gaat beginnen! Wat gaat het toch snel voorbij…………….
Woensdag 20 juni 2012: van Midland naar Wiarton
Vandaag hebben we koers gezet richting Wiarton. Het is alweer een ontzettend warne dag. Om 10.30 uur is het al 31 graden.
We maken een tussenstop bij Collingwood waar we de Scenic Caves en de Suspension Bridge bezoeken. Eerst lopen we naar de Suspension Bridge, de grootste van Ontario. 126 meter lang, 25 meter boven de bodem van de vallei. Bij het lopen over de brug voel je ´m onder je voeten schommelen. Een raar gevoel. Het is smoorheet, en alleen al de 10 minuten die je nodig hebt om er naar toe te lopen laten je al volop zweten. Hierna via een trail door de bos terug. Dat was wel lekker. Daarna naar de caves, die op hetzelfde terrein liggen.
De “Scenic Caves” liggen ten westen van Collingwood. Zij worden tot een van de grootste natuurwonderen van Canada gerekend. Zij bevinden zich op het hoogste gedeelte van de stijle berghellingen van de Niagara. De achtergrond wordt gevormd door de schitterende “Georgian Bay” en de “Blue Mountain”.
Deze grotten en rotsspleten doen geheimzinnig aan. Ze liggen gedeeltelijk onder water. Zij zijn ooit miljoenen jaren geleden in de ijstijd ontstaan. Geologen hebben aan beide kanten van de berg sporen van een grote binnenzee gevonden. In de rotsen troffen ze fossielen aan.
Plantendeskundigen (botanici) hebben zeldzame varens en planten geidentificeerd, zoals bijvoorbeeld de exotische “Maidenhair Fern” (“Venushaar”). Deze groeiden in de grotten.
Samuel de Champlain en de missionarissen van de Orde van de Jezuieten woonden in de eerste helft van de 17 eeuw temidden van de Huronen en de Putonen. Zij zijn de eersten geweest die over dit gebied geschreven hebben. De meer dan 30.000 Huronen en de Putonen die hier woonden, vormden met elkaar de grootste natie van Noord-Amerika. Zij leefden hier, bedreven landbouw en gingen op jacht. Het gebied rondom de “Scenic Caves” werd bewoond door de “Stam van de Ree”. Deze stam behoorde tot het volk van de Petunen. De Petunen werden ook wel de “Stam van de Tabak” genoemd. Zij teelden namelijk vooral tabak. Deze tabak gebruikten ze zowel voor de handel als voor rituele doeleinden.
Rond 1650 gebruikten de Petunen deze rots als vesting om hun volk tegen de vijanden te beschermen. Later trokken ze naar het zuiden. Tot op de dag van vandaag wonen er nog altijd nakomelinger van de stam in Oklahoma, Kansas en in de buurt van Windsor, Ontario. Ze staan bekend als de “Wyandots”.
Opgravingen die tussen 1975 en 1982 door de archeoloog Charles Garrad zijn gedaan, bevestigen wat de eerste ontdekker van dit gebied, Samuel de Champlain, destijds erover heeft geschreven. Men heeft ook na kunnen gaan, dat zich hier eens het historische dorp “Ekarenniondi” heeft gelegen, waar de Petunen woonden. Dit geldt took voor de hoge rots “Ekarenniondi”. De naam “Ekarenniondi” betekent zoveel als : “De rots die overal bovenuit steekt”.
Al meer dan 70 jaar zijn de “Scenic Caves” een geliefde attractie voor touristen. In 2003 is de langste hangbrug van Ontario voor voetgangers in bedrijf genomen. Hierdoor wordt het gevoel van avontuur nog meer versterkt.
We lopen de scenic trail en komen langs de volgende bezienswaardigheden:
- Natural Fridge: Een voortdurende aanvoer van koude lucht uit de ijsgrot zorgde ervoor dat de temperatuur in de zomer in de “natuurlijke koelkast” niet hoger werd dan ca. 4 C. Dit was voor de vroege natuurvolken een ideale plek om levensmiddelen in te bewaren.
- Ice Cave: Zodra men in de grot afdaalt, merkt men hoe de temperatuur langzaam verandert. Tot eind juli kan hier nog sneeuw en ijs liggen.
- First View:Het eerste uitzicht op Collingwood, Wasaga Beach en Nottawasaga is adembenemend mooi. Ze maken met elkaar deel uit van de “Georgian Bay” en van “Lake Huron”.
- Petun trail: Dit pad is een deel van de oorspronkelijke “Bruce-Trail”, dat van de Niagara Watervallen naar Tobermory voert.
- Lover´s nest: Het is een romantische plek met een fantastisch mooi uitzicht op het zuidelijke gedeelte van de “Georgian Bay”.
- Suicide Point: Een Indiaanse legende vertelt hoe een Petunenmeisje verliefd werd op een dappere man van een andere stam. De mannen van haar eigen stam werden jaloers. Ze omsingelden hem en wierpen hem van de rots af. Overweldigd door verdriet volgde het meisje haar geliefde en sprong hem na.
- Signal Point: Vanaf deze plek, die op 550m boven de zeespiegel ligt, heeft men een spectaculair uitzicht, dat zich over 10.000 km uitstrekt. De noodvuren die hier werden aangestoken konden tot op “Christian Island”, tot in Wasaga Beach, in Collingwood en in Barrie gezien worden. Het is de ideale plek voor het maken van mooie foto’s!
- Indian Council Chamber: De rots die volledig van de rest geisoleerd lag, was door deze natuurlijke ligging uiterst veilig. De opperhoofden van de Petunen trokken zich hier terug om hun raadsvergaderingen te houden. Om over te kunnen steken gebruikten ze een boomstam. Deze haalden ze daarna weer weg en namen hem mee, zodat hun geheime plek niet ontdekt kon worden.
- “Ekarenniondi” Dit is de historische plek van de beroemde rots van de Petunen, die overal bovenuit steekt. Zij geloofden, dat Oscotarach (=”De doorboorder van de hoofden”) hier de hersenen uit de hoofden van de doden verwijderde, die op weg waren naar “het dorp van de zielen”. Ze dachten dat het leven na de dood zonder hersenen gelukkiger zou zijn. De zielen zouden zich namelijk dan niet meer hun aardse bestaan kunnen herinneren en ook niet meer degenen die zij achterlieten.
- Fat Man´s misery: Wie te dik is, heeft hier een probleem. Men moet of proberen zich er doorheen te wringen of er overheen te klimmen. Het smalste gedeelte is namelijk slechts 36 cm breed.
- Fern Cave: Hier groeien zeer zeldzamen varens en mossen, bijvoorbeeld de exotische “Maidenhair Fern” (“Venushaar”). Let op! Het is verboden deze planten te plukken.
- Preachers Pulpit: Men neemt aan dat de wanden van de grot door verschuivingen van het ijs tijdens de ijstijd van elkaar gescheiden werden. De rechter wand is van kalksteen. Het zwarte deel van de linker wand is van ijzererts.
- Petun Arch: Deze opening zorgde ervoor dat de Petunen het gebied gemakkelijk konden bewaken. Het was zelfs mogelijk om bepaalde delen af te sluiten. Op deze manier konden zij ook de vijand gevangen nemen.
- Indian Chief: Boven de opening van de rots bevindt zich een natuurlijke rotsformatie. Deze symboliseert het hoofd van een Indianenopperhoofd. Om dit goed te kunnen zien moet men recht op de “Berengrot” aflopen, zich vervolgens omdraaien en dan naar de rechter wand kijken.
- Petun Fortress: Dit is de enige plek van de grotten, die vier uitgangen heeft, naar elke windrichting een. Deze natuurlijke vesting in de rots maakte het voor elke stam die dit ook maar van plan was, volledig onomogelijk om deze binnen te dringen.
- Bear Cave: De eerste bewoners geloofden, dat de zwarte beren die in dit gebied leefden, hier hun winterslaap hielden.
- Hanging Rock: Wanneer men naar beneden kijkt, stelt men vast dat de afstand tussen de wanden onder zich groter is dan boven zich. Wat zorgt ervoor dat de hangende rots op z’n plaats blijft?
- Balancing Rock & 19. Lone Rock: Dit zijn nog twee natuurlijke kalksteenformaties. Zij geven de geschiedenis weer van de ontwikkeling van meer dan duizend jaar van de geologie en van de mensen die er woonden.
We lopen via een trail door de bos terug naar het ticketcenter. Onderweg zien we 3 jonge vossen het pad oversteken. 2 verdwijnen er in de struiken, de derde blijft op het pad en beweegt zich naar ons toe. Volgens mij had die niet eens in de gaten dat wij er stonden. Een mooie foto kunnen maken van het beestje!
Daarna door naar Wiarton. Een mooie route, deels langs het water. Morgen gaan we weer op pad.
Donderdag 21 juni 2012: Owen Sound (Harrison park, Indian Falls, Inglis Falls en Weaver Creek Falls)
We zijn al vroeg wakker, zo rond een uur of 6. Buiten staan mensen luid te praten maar het wordt ons niet duidelijk waarover. Totdat we om 8 uur opstaan en we willen gaan douchen…………………………. Er blijkt geen water te zijn. De tank die gewoonlijk mbv een pomp gevuld wordt is leeg, en laat zich op geen enkele manier vullen. Mark, de host heeft net vandaag een cursus en ook de buurman die zonder water zit moet met een vlucht naar Londen. Het water wordt opgepompt vanuit het meer, en daarna via een filter schoongemaakt voor algeheel gebruik.
Tja, daar sta je dan. Wassen met de inhoud van een flesje bronwater……………… een goede oefening voor november, als de nieuwe badkamer bij ons geplaatst wordt………..
Maar ja, het is niet anders. Dan maar even op deze manier. Hopen dat het vanavond geregeld is.
Na een geweldig ontbijt, waarop we tot 17.00 uur hebben kunnen teren, gaan we op pad. Vandaag staat Harrison Park op het programma. Een park in Owen Sound, met een waterval en verschillende wandelpaden.
Het is alweer stikheet vanochtend, en we zijn blij dat er nog een flinke wind staat, want anders hadden we helemaal niets hoeven ondernemen vandaag.
Via de Grey 1, een scenic route, rijden we naar Owen Sound. Er staan hier enorm veel huizen te koop, gemiddeld 1 op 2. Er liggen prachtige woningen bij, met uitzicht over het meer. Echt geweldig, maar ja………………..Canada is wel erg ver weg.
We maken onze eerste stop bij Indian Falls. We lopen de trail naar de waterval, en worden niet teleurgesteld. Onderweg is het slechts een klein stroompje, maar als we de trappen opgeklommen zijn en dan bij de waterval aankomen, is er toch een mooie stroom water die naar beneden plonst. Niet overdonderend, maar wel fraai.
Daarna het pad terug, en door naar Harrison Park. Prachtig aangelegd, aan de buitenrand van het plaatsje. Je kunt er mooie wandelingen maken en ook veel watervogels en pauwsoorten bekijken. Er zwemt een koppel Trumpeter Swans rond met 2 jongen. Als zo´n zwaan `roept` klinkt er ook echt een trompetgeluid!. De kleine kuikens zijn aandoenlijk.
In het park zelf ligt op het einde ervan Weaver Creek Falls. Een korte route leidt je er over een boardwalk naar toe. De moeite van de wandeling is het zeker waard.
Vanuit Harrison Park kun je naar Inglis Falls lopen, maar we besluiten om dit per auto te doen. In de lucht ontwikkelt zich steeds meer bewolking en af en toe voelen we een spat water naar beneden vallen. We zijn nog niet goed en wel bij deze Falls of de lucht wordt inktzwart en in de verte begint het te onweren. We hebben even de tijd om enkele foto´s te maken, maar een wandeling zit er echt niet meer in.
We zijn nog geen 2 minuten op weg met de auto en de regen valt met bakken uit de lucht. Je kunt amper zien wat er voor je op de weg zit! Toch wel een beetje eng. Gaandeweg de rit klaart het wel op, maar het wordt totdat we in Wiarton terug zijn, niet meer droog.
Het is nu 19.00 uur. Op dit moment klaart het op. De temperatuur is een stuk aangenamer geworden, maar het blijft klam aanvoelen buiten.
In de B&B is nog steeds geen water, maar Mark (de host) is er met 2 anderen druk mee aan de gang. Hopelijk gaat het nog lukken vandaag! Wordt vervolgd.
Vrijdag 22 juni 2012: van Wiarton naar Tobermory
Gelukkig hebben we weer water. Gisterenavond om 22.00 uur konden de pompen het water weer tot aan het huis krijgen. Heerlijk!
De regenbui van gisteren heeft eindelijk verkoeling gebracht. Het voelt heerlijk aan als we buiten op het deck ons ontbijt nuttigen. Het waait daarbij redelijk hard. We vinden het niet erg.
Volgens de voorspellingen zal de temperatuur de komende dagen tussen de 20 en 25 graden blijven hangen, en dat vinden we prima.
We verlaten pas laat de B&& en dat komt omdat we nog een hele tijd gezellig met Mark en Cathy hebben zitten praten. Het waren geweldige mensen om bij te vertoeven. Zeer gastvrij. Hun locatie is echt een parel. Uitzicht over de Georgian Bay, een groene omgeving, gelegen tegen een heuvel.
De B&B. ligt dan wel iets afgelegen, maar binnen 35 minuten ben je in Owen Sound. Een echte aanrader voor iemand die die kant op gaat in de toekomst
We rijden via een B-weg langs het water op tot Lion´s Head; een gezellig vissersplaatsje met een haventje en een kleine pier waar je heerlijk kunt genieten van het uitzicht. Oneindig veel water voor ons, intens blauw van kleur en ontzettend helder. Het lijkt wel een plaatje uit een reisgids!
We zitten een poosje op een bankje bij de vuurtoren en luisteren naar het gekabbel van het water. Geen mensen om ons heen. Alleen meeuwen die af en toe een duik nemen in het water en dan proberen een visje te vangen.
Een uurtje later gaan we verder. De reis zetten we voort over de highway 6 naar het noorden. Doorgaan over de B-weg is vrijwel niet meer mogelijk, want er komen aan de oostkant steeds meer gravelwegen aan, en daar moet je niet teveel overheen rijden als je een huurauto hebt. De highway 6 tussen Lion´s Head en Tobermory valt reuze mee. Een tweebaans weg, die als een rechte lijn door het landschap loopt. De variatie erin bestaat alleen uit hoogteverschillen: heuvel op, heuvel af.
Langs de weg zien we ontzettend veel velden die vol staan met planten waaruit lijnzaadolie wordt gemaakt. Een prachtig gezicht, die gele vlakken.
Tegen 16.00 uur komen we aan in Tobermory. Wel bijna de meest levendigste plek (op Toronto en Ottawa na) op onze hele route.
Het waait hard, en het is een graad op 20. Het fleecevest kan weer aan.
Zaterdag 23 juni 2012: Bruce Peninsula National Park, Tobermory
Het Bruce Peninsula National Park ligt hier vlak om de hoek. We gaan eerst naar Singing Sands, een stukje in het park waar tussen medio mei en eind juni de orchideeen en lelies bloeien. Singing Sands ligt aan Lake Huron. Een meer, zó helder en blauw. Een plaatje!
Er lopen veel mensen rond die een dagje doorbrengen op het bijbehorende zandstrand. Wij laten het strand voor wat het is en lopen een aantal trails. Er staan niet meer zoveel orchideeen en lelies in bloei, maar er zijn er nog wel. We bevinden ons natuurlijk ook bijna op het einde van het bloeiseizoen.
Daarna door naar Cyprus Lake, een meer aan de Georgian Bay. Het ligt slechts enkele kilometers verderop. We lopen de trail naar de Grotto, een grot die in het water ligt, maar die je slechts kunt bereiken door er heen te zwemmen, of via een afdaling over een aantal flinke rotsen. Er zijn mensen die de rotsen afdalen, maar wij bekijken de grot wel van bovenaf. Boven op de rotsen voel je de koele lucht uit de grot komen!. Heerlijk.
Ook is er een `arch` zichtbaar in de buurt van de grot. Door het water is een compleet deel uit de rotswand gesleten en hierdoor kijk je door een boog naar de Georgian Bay. Het is een mooi gezicht.
Aan de overkant van de boog lijkt het net of je in de stenen het hoofd ziet van een mens. Ze noemen deze plek `Indian Chief Head`. Als je goed kijkt zie het gezicht daadwerkelijk.
Het is een heerlijke plek om in de schaduw te zitten en mensen te bekijken. Er wordt veel gezwommen., en er zijn een aantal durfals die van de rotsen in het meer durven te springen.
Via de Horse Lake trail lopen we terug naar de parkeerplaats. Het eerste deel van de route bestaat uit een pad van dikke witte keien die langs het water liggen. Zover als je kunt kijken is het wit van de stenen. Er is geen bospad of strand te zien.
Het loopt wat lastig, maar als we de eerste helft hebben gehad gaat het pad van stenen over in een bospad, en dat loopt toch een stuk gemakkelijker. We keren terug naar de parkeerplaats.
We hebben een fijne dag gehad. Morgen gaan we terug naar het park. Het is wel niet zo groot, maar goed op te delen in 2 dagen.
Zondag 24 juni 2012: Bruce Peninsula NP en Big Tub Lighthouse
Als we de lamellen openen regent het volop. De weg is kletsnat, en het lijkt alsof het de hele nacht al geregend heeft. Wat nu? De planning was om vandaag de wandelingen vanuit het visitor center te gaan maken, maar dat zit er vooralsnog niet in.
Als we de voorspelling voor de rest van de dag bekijken, blijkt het pas in de loop van de middag droog te worden. Tja, daar zit je dan in Tobermory, waar vrijwel alles in de openlucht gebeurt.
We besluiten om naar het visitor center te rijden. Daar is een museum waarin de geschiedenis van Bruce Peninsula NP en Fathom Five National Marine Park wordt uitgelegd. Er staat een mooie expositie opgesteld. De moeite van een bezoek waard!
Als we na 2 uur buiten komen regent het nog steeds, en we keren terug naar het motel. Er zit even niets anders op. Het regent door tot 14.30 uur. De temperatuur is aangenaam, maar voor de rest is het tot die tijd een sombere dag. We brengen de tijd door met lezen en het oplossen van enkele cryptogrammen.
Als het om 14.30 dan eindelijk is opgeklaard trekken we er op uit. Eerst een wandeling naar de haven, en later met de auto naar de vuurtoren van Big Tub. Het is een hele oude vuurtoren, en hij staat helaas op de nominatie om vervangen te worden door een stalen paal, die als waarschuwingslicht gaat fungeren. Er is veel verzet van de bevolking, maar tot op dit moment zijn de plannen van de gemeente nog niet veranderd.
Vanuit Big Tub rijden we nog een keer naar het visitor center. We beklimmen de Lookout Tower, en krijgen een schitterend uitzicht voorgeschoteld. Voor ons zien we de Georgian Bay, achter ons zien we alleen maar bossen.
Daarna lopen we nog een trail naar de baai. Het is er héél rustig. Ook hier weer kraakhelder water, maar niet zo blauw als de andere dagen. Wellicht omdat er geen zon is.
Tegen 18.00 uur komt eindelijk de zon door! De dag ziet er ineens veel beter uit.
Maandag 25 juni 2012: van Tobermory naar Niagra Falls.
Vandaag zijn we van het noordelijkste puntje van onze rondreis naar het zuidelijkste puntje van de reis gereden. Een route van 365 km, de langste van allemaal.
We staan om 7 uur op, zodat we alle tijd hebben om richting het zuiden te rijden. Het is goed rijweer. Zonnig met veel stapelwolken en droog. Niet te heet.
Als we de eerste 25 km hebben gehad, hebben we al 3x een schildpad gezien die probeert om de weg over te steken. 2x een SnappingTturtle, 1x een Painted Turtle. De Snapping Turtles zijn echt flinke kanjers, en kunnen evt. een wiel van een auto op hun schild wel verdragen, maar bij de Painted Turtle is dat het doodvonnis.
De route verloopt goed. De eerste 250 km rijden we alleen door dunbevolkte dorpjes en langs akkerlanden. Een hele mooie route! De laatste 100 km begint de drukte wat meer. Veel meer industrie, grote dorpen en steden. Veeeeeeeeeeeeeeeeeeel verkeerslichten. Tussen Hamilton en Niagara Falls liggen ontzettend veel wijngaarden. De streek staat erom bekend.
Tegen 16.00 uur zijn we in Niagara Falls. We hebben dan nog niet in de gaten wat een voor een kermis zich 600 meter verderop afspeelt………………. Tegen 16.45 uur weten we dat wel…….. Rondom Clifton Hill, een straat die bij de Falls uitkomt is het één attractie! Onder andere zijn er 4 Spookhuizen, 3 Waxmuseums (soort Madame Tussaud), een reuzenrad, een overdekte kermis, bioscopen met films in 3D en 4D, veel toeristische winkeltjes, restaurantjes, en geldwisselkantoren.
Het is een combi van Valkenburg en een stukje Las Vegas.
In de avond is het een lampjesparadijs. Alle attracties zijn minimaal aan de buitenkant verlicht, en van overal komen de geluiden.
De Niagara Falls zijn indrukwekkend, maar we vinden ze minder indrukwekkend dan verwacht. We kunnen niet aangeven waarom, maar we handen er (nog) meer van verwacht. Er zijn eigenlijk drie watervallen: aan de Amerikaanse zijde de American Falls en de Bridal Veil Falls, en aan de Canadese zijde de Horseshoe Falls.
De Horseshoe Falls, ook bekend als Canadian Falls, is het bekendste deel van de Niagarawatervallen. Ongeveer 90% van het water van de rivier de Niagara stroomt over de Horseshoe Falls, terwijl ongeveer 10% over de American Falls stroomt. De naam ‘hoefijzerwaterval’ komt van de halfronde vorm die deze waterval heeft. Dit deel van de Niagarawatervallen ligt op de grens van de Verenigde Staten en Canada, voor het grootste deel op Canadees grondgebied, om precies te zijn tussen Terrapin Point op Goat Island in de staat New York en Table Rock House in Ontario.
De Horseshoe Falls is 671 meter breed. In het midden van de Horseshoe Falls is het water ongeveer 3 meter diep en passeert het de rand van de waterval met 32 km/h. De hoogte van de waterval is 53 meter. De diepte van de rivier aan de voet van de watervallen is zelfs meer dan de hoogte van de waterval, namelijk 56 meter naar schatting.
De American Falls en de Breidal Veil Falls liggen volledig in de Verenigde Staten. De breedte aan de top van American Falls is ongeveer 253 meter in een rechte lijn. De totale lengte van de gebogen rand is ongeveer 290 m. De hoogte van de waterval is 21 meter waarna het water neerslaat op een partij rotsen die door een grote verschuiving daar in 1954 terecht zijn gekomen. De diepte van het water aan de top van American Falls bedraagt slechts 0,6 m.
In de American Falls ligt een eilandje, Luna Island, zodat deze waterval uit twee delen bestaat: links (vanuit Canadese zijde gezien) de eigenlijke American Falls en rechts de kleinste, Bridal Veil Falls. . De breedte aan de top van de Bridal Veil Falls is slechts 17 meter. Het verval van Bridal Veil Falls is 24 m, gemeten tot aan de rotsblokken onderaan de watervallen. Aan de voet van de watervallen ligt, 31 m onder de top, de Maid of the Mist Pool. Het totale verval bedraagt 55 meter.
De bootjes met de naam Maid of the mist varen af en aan naar de Horseshoe Falls. Alle mensen dragen regencapes om zich enigszins te beschermen tegen de nevel die van het neerstortende water afkomt. Er ontstaan een aantal regenbogen door de combinaties van de nevel en het zonlicht.
Een massa mensen is op de been. Gelukkig is er ruimte genoeg om foto´s te maken en rustig over het voetpad de wandeling te maken. De tijd vliegt en het is tijd voor het avondeten.
Later op de avond keren we opnieuw terug naar de Falls. Ze worden dan verlicht tot middernacht. Een kleurenpalet dat steeds verandert!
Dinsdag 26 juni 2012: Niagara Falls
We slapen lekker uit, en trekken er dan op uit. Maken een lange wandeling door het stadje en brengen een tijd door aan de boulevard die langs de Falls oploopt. De temperatuur is goed, en we doen het verder heel rustig aan vandaag.
Morgen vliegen we terug naar Nederland. Het is goed verlopen allemaal en daar zijn we blij mee.
Woensdag 2 juni 2012: naar huis
Als we rond 11 uur Niagara Falls verlaten ziet de lucht er flink bewolkt uit. Het is echt een grijze deken. Op onze route naar het vliegveld van Toronto valt er dan ook regen uit. We leveren onze auto in met 2783 km op de dagteller. In verhouding tot andere jaren slechts een “kleine route” gereden.
Om 18.20 uur vertrekt de vlucht naar Nederland. Keurig op tijd. De stoelen in het vliegtuig lijken smaller dan de vorige keer. Helaas gaat tijdens de vlucht pas om 5 uur het licht op slaapstand. Om 6.30 uur gaat het weer aan. Weinig nachtrust gehad!
(c) USA4ALL & Marlène Heijnen