Zo, alle reserveringen geprint, ingecheckt en boardingpassen geprint, fotocamera ingepakt, batterijen geladen, kortom, we staan in de startblokken voor onze reisverhaal zuidwest usa!

Morgenochtend tegen zevenen de andere helft van on reisteam ophalen en dan op naar Schiphol. Het team bestaat uit mijn vrouw en ik en mijn zuster en zwager. Na twee geslaagd vakanties samen in Canada en Zuid Afrika heb ik ze deze keer enthousiast weten te krijgen voor ons favoriete land, de USA!

De eerste etappe is de vlucht naar Detroit, met daarna een korte tweede vlucht naar Denver. Daar halen we de huurauto op (ben benieuwd wat we deze keer weer krijgen EN hoe vies we hem weten te krijgen) en rijden we een klein uurtje naar onze eerste overnachting plaats, Boulder in Colorado. Tegen de tijd dat we daar aankomen is het hier alweer diep in de nacht, maar we moeten het daar nog even weten te rekken tot een uur of 9 – half 10. Maar als we dan zondag opstaan kan de trip ook goed beginnen!

Je weet nu eenmaal dat wanneer je verre reizen maakt, dat er op de dag van reizen van alles mis kan gaan. Op de voorhand hou je rekening met overstappen en voldoende tijd daarvoor, maar op de dag zelf kan het dan nog behoorlijk spannend worden. Zo had iemand in de securityzone van de gate op Schiphol zijn laptop laten liggen….geen probleem, behalve als het jou laptop is, maar hierdoor was de vlucht naar Detroit gelijk een halfuur vertraagd. En dat betekent dan gelijk een half uur minder overstaptijd.

Nu hadden we ruim twee en een half uur en daar hielden we dus twee uur van over. En je weet dat de US binnenkomen ongeveer net zo makkelijk is als bij de Nederlandse Bank. Dus wij niet helemaal braaf de rij een beetje korter gemaakt, maar na een half uur waren we nog pas halverwege. Dus de charme in de strijd gegooid en vriendelijk aan een van de securitylieden die de rij in goede banen moeten leiden gevraagd of we misschien met een disabled man met stok en een connecting flight even voor mochten.

Dat mocht dus niet. En op de vraag of we onze vlucht zouden halen werd de schouder opgehaald en laconiek geantwoord dat we die wellicht wel zouden missen. Vriendelijkheid ten top. Inmiddels weer langs tien families vriendelijk ‘excuse me’ roepend gedrongen en nog maar een keer aan een andere beambte de vraag gesteld. Of het kwam doordat Thijs een gezicht trok van ‘ik red het niet meer’ of dat deze heer gewoon een heer was, maakt niet uit, we mochten vooraan de rij bij immigratie staan.

Alle vingerafdrukken, vragen en foto’s later de koffers ophalen.

Natuurlijk lag het niet aan Ploon die de halve luchthaven naar een licht paarse koffer lieten zoeken, en uiteindelijk een lichtrode koffer en een licht-geïrriteerde dame van de luchthaven opgeleverd op weg naar de Douane. Dat ging redelijk snel eigenlijk, al kwam dat mede door wat oerhollands voordringen. Je moet je afkomst tenslotte niet verloochenen!

Uiteindelijk 15 minuten voor vertrek, ruimschoots op tijd dus, aan de gate voor de vlucht naar Denver. Deze deed er maar liefst een half uur korter over, dus tonden we zelfs eerder dan gepland bij de Alamo balie voor onze huurauto.

Omdat het hier natuurlijk big, bigger, bigger is, vond de verhuurder dat de Jeep voor met zijn vieren niet groot en sterk genoeg was.

Dus rijden we nu in een GMC Yukon, formaat kleine verhuisauto. Zit wel lekker hoog, je kijkt overal over heen.

En voorzien van allerlei snufjes, waaronder zo’n ingebouwde juffrouw die je overal bij wilt helpen en die pas na vijf pogingen en drukken op alle van de 54 knoppen haar mond hield. Of het kwam doordat ik ‘cancel’ riep, dat kan ook.

Een klein uurtje en dank zij de in de Yukon ingebouwde navigatie na 4 keer omkeren bij ons hotel in Boulder aangekomen. Vlak ernaast een Ierse Pub, dus daar maar een burgeren een biertje genomen. Voor ons om drie uur ‘s nachts, maar hier pas zeven uur op de zaterdagavond. Smakelijk en snel. Nu weer in et hotel om dit eerste verslag te schrijven, en nu maar lichten uit en omdraaien! Welterusten en tot morgen vanuit Boulder, Colorado.

Onze tweede overnachting bracht ons naar een mooie B&B in Cheyenne, Wyoming. We hadden wel wifi maar geen internet dus dan vandaag maar dubbel!

Na onze eerste overnachting in Boulder op weg naar Rocky Mountain National Park, het eerste van de parken dit jaar. De route ging met een kleine omweg via Central City en Nederland. Ja ook hier kennen ze ons. Beide zijn oude goudzoekers stadjes en waar de eerste omgebouwd is naar een mini Las Vegas met talloze gokpaleizen, was de tweede authentieker met vele leuke oude gebouwen. De reden van deze d-tour was dat we zo de Peak to Peak scenic byway konden nemen en dit was inderdaad een mooie route.

In het park aangekomen zijn we via de fall river road over een onverharde weg naar het hoogste punt gereden. Onderweg ging het weer langzaam wat minder worden en kregen we een eerste buitje. Dat ging al snel over in een flinke bui en weer wat hoger en later ging de regen over in hagel. Maar ook slecht weer en wolken geven schitterende plaatjes met strepen licht door donkere regengordijnen. De temperatuur zakte naar onder de 10 graden, dus van wandelen kwam niet veel, ook al omdat we na een kort stukje al snel merkten dat we nog niet aan de hoogte gewend waren en al snel buiten adem raakten.

Na de regen kwam op weg naar Cheyenne ook de zon weer terug en via het mooie Roosevelt National Forrest bracht een klein stukje Interstate ons naar Cheyenne. Een spoorwegknooppunt en bekend van de vele cowboylaarzen die door de stad verspreid staan. Onze bed and breakfast was een schitterend gerestaureerd huis dat ooit aan één van eerste Gouverneurs van Wyoming had toebehoord. Alle kamers met een eigen thema en vol met antiek en allerlei prullaria.

Het ontbijt was heerlijk en overvloedig dus de lunch hadden we ook gelijk binnen.

Het leuke van een B&B is ook dat je met andere gasten aan 1 grote ontbijttafel zit wat leuke gesprekken oplevert.

Na het ontbijt aan de tweede dag begonnen. Eerst naar Fort Laramie, een deels gerestaureerd fort uit de 19e eeuw. Een flink aantal gebouwen zijn gerestaureerd en ingericht naar de tijd van rond 1850 en geeft zo een goed beeld van het leven in een militaire omgeving in die tijd. En als je officier was had je best een goed leven, maar als soldaat was het een stuk minder.

Daarna op weg naar onze eerste lange stop in Deadwood. Dit oude cowboystadje is bekend om de moord op marshall old Bill Hycock in 1862. Deze kleurrijke figuur was een legende in zijn tijd en de moord maakte van Deadwood dus een bekende plaats. En ze hebben nog een celebrity hier, namelijk Calemite Jane heeft haar einde hier gevonden.

Ook hier zijn de meeste gebouwen tot casino omgebouwd. Ons hotel is nieuw en van buiten bekleed met stalen golfplaten. Dat maakt dus een blikken doos van het geheel.

De komende dagen gaan we de Black Hills en Badland NP verkennen. Genoeg te doen dus!

Oh ja, het is 35 graden hier met een strak blauwe hemel, dus dat zit goed de komende dagen!

Vandaag eerst natuurlijk een standaard ontbijtje in ons hotel. Zo’n ontbijt waardoor je de lunch vergeet. Daarna de auto in om de Black Hills te verkennen. Wat een geweldig mooi gebied! Bergen, bebost, leuke kleine cowboystadjes en een prachtige natuur.

Langs meren en door heuvels met alpenweiden. De eerste stop is gelijk één van de highlights: Crazy Horse memorial. Een trots van de indianen van verschillende stammen. Een figuur van Crazy Hrose rijdend op zijn paard gebeeldhouwd uit het graniet van een berg, enorm groot dus. Nu is zijn hoofd af, de rest gaat waarschijnlijk nog 60 jaar duren. Er is een museum bij dat schitterende gebruiksvoorwerpen en kunst laat zien. Een leuke verassing was een optreden van de zede generatie kleinzoon van Sitting Bull, een Lakota indiaan. Indrukwekkend!

Daarna naar Custer State Park. Dit park bestaat uit bergen maar ook grote vlakten prairie waar de grootste in het wild levende kudde bizons rond loopt. Ook wilde ezels en verschillende soorten herten zijn er te vinden.

Een bordje met daarop een lookoutpoint bracht ons naar de top van een berg waar een uitkijkplatform was gebouwd rond een telecomtoren. Een schitterend uitzicht over het park en de Black Hills met in de verte crazy horse memorial en Mount Rushmore. De moeite van de kronkelweg omhoog meer dan waard!

Na het park op weg naar Mount Rushmore. De vier presidenten Washington, Jefferson, Roosevelt en Lincoln, net als Crazy Horse uitgehouwen uit het graniet van een berg, in dit geval mount Rushmore. Dit is klaar, al leert een bezoek aan het visitor center dat het originele ontwerp de presidenten met hen romp ook laat zien. Waarschijnlijk om kosten te besparen (en veel tijd) is het bij de hoofden gebleven.

De dag zat er zo’n beetje op, dus op naar Deadwood. Onderweg nog even gestopt voor foto’s van wat oude amerikaanse bolides en ook nog even een bezienswaardigheid van Deadwood bezocht, namelijk de begraafplaats van ‘wild Bill’ Hickock en Calemite Jane. Daarna terug naar het hotel om even bij te komen voor we in de main street een restaurant hebben opgezocht voor een hapje en drankje.

Morgen naar Badland National Park!

Vandaag begon als de andere dagen met een licht en gezond ontbijt in ons hotel in Deadwood. Nee, niet lachen, echt licht en gezond, namelijk yoghurt met vers fruit. Okay, wel wat veel fruit en ook wat veel yoghurt. Dus eigenlijk extra gezond!

Daarna op weg naar Badlands National Park, zo’n 150 km ten oosten in South Dakota. Onderweg gestopt in Rapid City om daar bij Starbucks weer eens een echte koffie te nemen. Lekker buiten in de zon. En vanwege de verjaardag van Marie, met een plak cake. Dit laatste op aandringen van Thijs die de verjaardag gewoon misbruikte om taart te kunnen eten.

Daarna verder op weg. Zo rond het middaguur kwamen we in het park aan. Een fascinerend park dat het midden laat tussen een Mars en een Maan landschap, niet te beschrijven. De omgeving hier is zo’n 100 miljoen jaar oud en geologen kunnen aan de kleuren van de lagen in de rotsen zien uit welke tijd het dateert. De rotsen hebben grillige vormen, zo ontstaan door regen, zon, warmte, kou en wind. En deze erosie gaat nog gewoon door. Hierdoor worden er ook steeds nieuwe fossielen gevonden van dieren die al lang zijn uitgestorven, zoals de sabeltand tijger en voorlopers van neushoorns en nijlpaarden.

Onder een lekker zonnetje en met een temperatuur van 35 graden hebben we ook maar eens een paar lekkere wandelingen over verschillende trails gemaakt. Op het heetste moment van de dag, maar ja, we zijn toeristen en die zijn per definitie niet helemaal goed wijs. Wel hadden we aan water gedacht. In ons hotel staan in de lobby twee grote,tanks met ijs en citroen en sinaasappel gevuld dus daar hebben we in de ochtend eerst maar even de flessen gevuld. Er lagen ook appels naast en ze keken zo zielig dat we zie niet konden laten liggen.

De rest van de middag in het park doorgebracht om daarna weer terug naar Deadwood te rijden. Voor het eten even geluierd en wat foto’s bekeken en geplaatst op facebook. Daarna weer de straat op om een restaurant te zoeken. Niet moeilijk hier, er zijn er genoeg. We kwamen uit bij de Deadwood Social Club dat op de eerste verdieping van een oude saloon is gevestigd. Boven gekomen kwamen we terecht in wat vroeger een bordeel is geweest, en wat geheel in die stijl was ingericht.

Bordelen waren trouwens in het wilde westen normaal en bijna elke saloon had boven ruimte voor wat kamers voor het nodige vertier. En aangezien bijna ieder gebouw een saloon was, had men dus ook ruime keuze daar waar het dames van leuke zeden betrof.

Het eten was voortreffelijk met normale porties. We kwamen zelfs aan een toetje toe, en dat wil wat zeggen hier!

Aangezien dit verslag er ook nog moest komen, konden we het bordeel niet veel langer met ons gezelschap verblijden en dus na het toetje terug naar het hotel. Morgen vroeg op aangezien we een flinke rit voor de boeg hebben naar Yellowstone National Park. Daar blijven we drie nachten zodat we redelijk wat tijd hebben om de hoogtepunten van dit park te kunnen zien. Als we internet hebben kunnen we de ervaringen dagelijks delen, zo niet dan wordt het wachten tot we in Salt Lake City zijn aanstaande zondag.

Vandaag een kort verslag van een lange rit van Deadwood in South Dakota naar Grant Village in Yellowstone National Park in Wyoming.

Een rit van zo’n 650 km dus we zijn vroeg opgestaan om ook zo vroeg mogelijk weg te gaan. Om zeven uur aan het ontbijt en om acht uur waren we uitgecheckt en de koffers ingeladen om op pad te gaan.

Het eerste deel over de I-90 naar het westen. Via Gillette waar ze een Starbucks hadden en wij dus een pauze, naar Buffalo waar we de tank maar weer eens hebben gevuld. Daar de Interstate verlaten om naar state route 16 te gaan richting Cody en Yellowstone. Eerst een schitterende route over een bergkam en het Bighorn National Forrest. Daarna kwamen we in een klein gehucht met de vreemde naam Ten Sleep. Met 50 inwoners en twee saloons een levendig dorp. De naam heeft het ooit gekregen in de tijd van de Pony Express. Dit was een netwerk van leger koeriers die op pony’s van station naar station reden en dit dorpje tien nachten, dus ten sleeps ver was naar de belangrijkste winter kampen, zo berekend door de Indianen die afstand per ‘sleep’ maten.

Er was een leuke saloon die we ook maar eens van binnen hebben bekeken om onze dorst te lessen. Met vijfendertig graden buiten geen overbodige luxe!

Daarna weer verder op weg naar Cody, de laatste pleisterplaats voor Yellowstone. Ook hier even de benen gestrekt en wat winkels bekeken. Ploon zag leuke cowboylaarzen tot ze het prijskaartje omdraaide en zelf ook gelijk omtolde. $1200,- was wel een beetje veel.

Aangezien het nog steeds boven der dertig graden was de auto maar weer opgezocht voor de laatste etappe. Onderweg en in Yellowstone Park meerdere keren gestopt om foto’s te maken van het schitterende landschap en vergezichten. Ook de eerst bizons alweer gezien. Zo tegen half zeven waren we in Grant Village aangekomen waar we snel de koffers in onze kamers hebben gezet om nog even voor het eten bij het meer Lake Yelowstone te kijken. Het water was spiegelglad en met het avond licht was het ene plaatje nog mooier dan het andere.

Daarna een heerlijk bizonsteak gegeten en de route voor morgen uitgestippeld.

We staan vroeg op om richting het noordoosten van Yellowstone te gaan waar veel wildlife zit.

Nu dus slapen!!

Na onze aankomst gisteren en het bisonhapje later op de avond naar bed gegaan om vandaag om kwart over vijf op te staan om zo vroeg mogelijk op stap te gaan en vooral ook om bij het ochtendlicht wat plaatjes te schieten. In het donker reden we Grant Village uit, op weg naar het noordoostelijke deel, de Lamar Valley. Amerikanen met de hen bekende bescheidenheid noemen dit wel de Serengetti van Amerika aangezien hier beren, wolven, herten, bisons en nog veel andere dieren rondlopen. Maar voor we daar waren zijn we al meerdere keren gestopt langs de Yellowstone River voor prachtige plaatjes met de zonsopkomst en slierten mist over het water.

In de Lamar Valley veel bisons gezien. De overige diersoorten waren waarschijnlijk op vakantie. Maar ja dat weet je met wild, zij komen niet op afroep!

Terug vanuit de vallei waar we nog een paar wandelingen hebben gemaakt op weg naar Mammoth Springs, een natuurverschijnsel waarbij water met mineralen over terrassen loopt en wat een prachtig schouwspel biedt. Pamukele in Turkije lijkt er het meest op. Na een typische Amerikaanse lunch, namelijk een hotdog, weer verder op stap. Eerst nog een stop vanwaar je de Mammoth Springs van boven kunt zien, en dan op weg naar Norris Geyer Basin. De naam zegt het al, hier vindt je geisers in allerlei vormen en formaten. Sommige al jaren uitgeblust, ander nog dagelijks actief, sommige opeens na jaren weer. Een fascinerend gebied met poelen doe borrelen, stomen en de mooiste en vreemdste kleuren hebben. Een uitgebreid stelsel van plankiers waarover je kunt lopen laten dit gebied zien. Yellowstone heeft de grootste aantal geisers bij elkaar ter wereld. Het ligt op een zeer actief vulkanisch gebied een zogenaamde Caldera. Als deze uitbarst, en de geleerden denken dat dit ooit een keer zal gebeuren, is waarschijnlijk half Amerika weg, en heeft de rest van de wereld geen daglicht meer vanwege de stof en aswolken. Waarschijnlijk het begin van een nieuwe ijstijd.

De dag zit erop, en als we in ons verblijf aankomen hebben we precies de klok van 6 tot 6 volgemaakt. Nu even bijkomen, eten en slapen voor de volgende dag in Yellowstone!

Vandaag onze tweede volle dag in Yellowstone. Niet zo vroeg op pad als gisteren, maar om acht uur in de auto op weg naar Old Faithful, de bekendste geiser van Yellowstone, voornamelijk omdat het de meest voorspelbare is wat betreft uitbarsten. Hier staat ook de Old Faithful Lodge, een historic landmark, geheel gebouwd met materialen uit Yellowstone, en zo rond 1900 opgetrokken. Hier eerst maar eens ontbeten in de mooie dining room van dit geweldige gebouw. Bijna geheel opgetrokken van hout in zijn meest natuurlijke vormen. De bomen zijn nog herkenbaar en bepaalde takken met zijtakken zijn steeds gebruikt als ondersteuningsbalk.

Na het ontbijt boven op,het terras gezeten om te kijken naar de geiser Old Faithful die gepland stond uit te barsten, echter bleek al snel dat we hiervoor net te laat waren. Dus dan maar aan de wandel langs een 2 kilometer pad langs allerlei geisers en poelen. De laatste in de mooiste kleuren. Na de twee kilometer langs de andere kant ook weer terug gelopen, was het al bijna weer tijd voor Old Faithful. Dus plaatsje gezocht op één van de vele banken en na 20 minuten werd ons geduld beloond. Dat konden we ook weer afstrepen.

Hierna op weg naar eerst de Midway Geyser Basin waar de prismatic pool te bewonderen valt. Echter is deze pas goed te zien vanaf een nabije berg, echter hier kwamen we niet aan toe. De Lower Geyser Basin was de derde en laatste in rij. Hier waren we getuige van een uitbarsting van vier geisers die bij elkaar staan, en we begrepen van de ranger die hier stond dat deze uitbarsting erg zeldzaam was. Hij melde het ook gelijk via de radio. Gelukje dus.

Na al het geisergeweld op weg naar de Grand Canyon of the Yellowstone River. Wel via de Firehole Falls, een waterval in de buurt van de laatste geisers.

Aangekomen bij de canyon eerst de weg over de north rim genomen. Bij het eerste uitkijkpunt konden we naar beneden lopen naar de lower falls van de twee watervallen hier. Het is een hoogteverschil van 200 meter. Niets als je omlaag loopt, iets als je weer omhoog gaat. Maar we hebben het gered. Op naar de volgende stop. Hier had je uitzicht over de hele canyon die mooi gekleurde wanden heeft. Ook daar een groot adelaarsnest met nong bewonderd, alleen jammer dat pa en ma eagle op jacht waren want we hebben ze niet gezien.

Na de noord Rim ook de zuid kant gedaan. De eerste stop hier geeft een mooi uitzicht over de upper falls, em het tweede punt, Artist Point geeft uitzicht over de hele canyon van achter naar de watervallen toe.

Inmiddels naderde ook deze dag bijna zijn einde en zetten in richting ons hotel in Grant Village. Onderweg werden we tegengehouden door een kudde bizons die de weg langzaam overstaken en zijn we twee keer gestopt om herten (Elk) te spotten.

Na weer een lekkere maaltijd nu moe maar voldaan naar onze kamers. Morgen verplaatsen we ons naar Salt Lake City, via Grand Teton National Park en Jackson Hole.

Vandaag een verplaatsing richting het zuiden, naar Utah. Aangezien Moab in Utah te ver van Yellowstone ligt, is er een overnachting gepland in Salt Lake City. Een rit van zo’n 550km. Vanuit Yellowstone naar de zuidelijke uitgang en direct naar Grand Teton National Park dat direct onder Yellowstone ligt. Teton is een smal langgerekt park met een hoge bergrug en enorme weidelandschappen en meren voor deze bergen. Hier hebben we onze eerste beer gezien. Op een droog gevallen deel van een groot meer struinde een zwarte beer. Eerst nog van heel ver, eigenlijk alleen zichtbaar met de verrekijker, maar door een stukje terug te rijden kregen we hem iets beter in het vizier, al blijft het nog een stip op de foto. Maar het is duidelijk een beer!

Na Grand Teton kom je vanzelf in Jackson. Een klein western stadje en ski ressort waar veel winkels in western kledij en sportzaken zitten. Er was ook een soort braderie dus gezellig druk. We zagen een Starbucks, echter deze was onvindbaar. Navraag leerde dat hij nog in aanbouw was, maar we werden doorverwezen naar de lokale koffiebrouwer. Een perfecte koffie was het resultaat bij deze leuke tent, die zelf zijn koffie brandde!

Daarna weer verder op weg, via Idaho waar enorme graanvelden zorgen voor het dagelijks brood in de US. Veel donkere wolken en regen gezien in de verte, maar wonder boven wonder hebben wij slechts een paar druppels gehad.

Onderrweg op een rest area nog even gezellig gekletst met een vrouwelijke truckdriver die het leuk vond dat we haar truck op de foto zette, dus we kregen een rondleiding in haar truck, dat eigenlijk een klein huisje is.

Aangekomen in Salt Lake ingecheckt in ons hotel en na een half uurtje bijkomen een heerlijke maaltijd genuttigd.

Morgenochtend Salt Lakt City een beetje bekijken en dan op voor een korte rit naar Moab waar we weer drie nachten blijven.

Vanochtend in hotel Monaco in Salt Lake City, ja, verwarrend, eerst een gezond ontbijt van verse vruchten en dikke Griekse yoghurt genuttigd. Na het uitchecken de koffers in bewaring gegeven om in de ochtend Salt Lake City, en dan met name het gebied rond Temple Square te verkennen. Het is nu maandag en het is iets levendiger dan gisteren toen we aankwamen. Er lopen weliswaar nog steeds bijna geen mensen op straat, pp een paar daklozen na, maar de winkels zijn open! We zijn hier al eens eerder geweest maar toen op de zondag de stad verkend en dat was een korte missie toen.

Utah is de staat waar in de 19e eeuw de Mormonen heen trokken toen ze in andere staten werden vervolgd, onder andere vanwege hen gebruik dat een man met maximaal vier vrouwen mocht trouwen. Nu is dat ook hier verboden, maar in Salt Lake City staat de hoofdtempel van de mormonen, oftewel de kerk van Jezus Christus van de Heiligen van de laatste dagen. Mormonen is wat korter dus dat zal ik hier verder maar gebruiken.

De Temple zelf mag niet worden bezocht maar in een Visitor Centre staat een opengewerkt schaalmodel zodat je een goed idee krijgt hoe deze ervan binnen uitziet.

Ook op Temple Square een kleinere tempel die je wel mag bezoeken, de Tabernakel waar je ook in mag en vanwaar het beroemde koor wekelijks optredens verzorgt. Het gebouw ziet er van buiten een beetje vreemd uit met een dak van metalen glanzende platen, maar het is beroemd om de akoestiek in het gebouw. Ik wou nog even zingen om het uit te proberen maar vreemd genoeg werd dat niet op prijs gesteld.

Naast Temple Square staan nog allerlei grote gebouwen en het huis van de oprichter van de tempel hier, Brigham Young. Eén van de grotere administratiegebouwen was tot een aantal jaren geleden een luxe hotel, en straalt veel grandeur uit.

Na nog een bak koffie bij Starbucks de bagage en auto opgehaald bij het hotel en binnendoor gereden naar onze volgende pleisterplaats, Moab in noord-oost Utah waar we drie nachten in een B&B blijven.

Na eerst een eindeloze reeks voorsteden van Salt Lake City gaan we uiteindelijk de bergen in om door te steken. Onderweg verschillende leren gestopt, onder andere bij een heel mooi informatie centrum, compleet met een nagemaakt model op ware grote van een stoomtrein die vroeger door dit gebied trok,

Veel steenkolenmijnen hier, waar ook het spoor langs loopt en we zien een paar van die eindeloze goederentreinen met meer dan 100 wagons langs rijden. Het weer wordt minder als we Moab inrijden, en het regent aardig. Maar de warme ontvangst van onze Innkeeper maakt dat we dit al snel vergeten. Koffers uitgepakt, lekker bad genomen en zo dadelijk in Moab ergens wat ten. Morgen en overmorgen staan Arches NP en Canyonlands NP op het programma!

Toen we vanochtend opstonden regende het weer. Na het ontbijt op stap en op weg naar Canyonlands National Park. Dit park bestaat uit verschillende delen die dichtbij Moab liggen (Island in the Sky) of juist verder weg liggen zoals het Needles district dat op ruim 100 km van Moab ligt. Vanwege de regen en omdat het weer hier erg plaatselijk kan verschillen besloten we eerst naar het Needles district te gaan. Er is nog een ander deel, The Maze, maar dit is alleen lopend of over de rivier te bereiken, beide nemen veel tijd in beslag.

Onderweg veel regen maar nadat we de afslag ingeslagen waren zagen we het in de verte opklaren. Na een mooie rit door Indian Creek, waar ook nog oude rotstekeningen waren te zien, kwamen we met droog weer aan bij het park. Onderweg al een paar keer een foto stop gemaakt. De ranger in het visitor center wist te melden dat alle dirt roads afgesloten waren vanwege de regen, alsmede een asfaltweg naar Elephants Hill. Maar de overige wegen waren open.

Het landschap was schitterend. Je rijdt over een soort hoogvlakte met prairieland, en opeens is er een enorme kloof te zien. Ook is het landschap bezaaid met vreemd gevormde rotsen. Het is geen wonder dat dit soort gebieden heilig zijn voor de Indianen. Je kan allerlei vormen zien in de rotsen.

Na de weg door de Needles te hebben uitgereden en onder een steeds fanatieker stralend zonnetje terug naar Moab voor het Island in the Sky deel van het park. Ook hier weer fantastische vergezichten en diepe canyons die het land doorsnijden. Mooie wandeling langs de rand van de canyon gemaakt en net op tijd terug voor de eerste spetters weer vielen. Inmiddels was de dag al weer bijna voorbij en hebben we weer ontzettend veel moois gezien. De foto’s staan op Facebook als je wilt meegenieten.

Morgen naar Arches National Park, dat vlak bij ligt. en de weersberichten zijn redelijk, laten we hopen dat ze kloppen! De temperatuur is ondanks de regen trouwens prima. Overdag zo’n 25 graden of warmer, en nu om 10 uur in de avond is het nog steeds 21-22 graden en kan je prima zonder jas buiten wandelen.

Vandaag onze laatste dag in en rond Moab. De vooruitzichten wat het weer betreft waren wisselend, van stortregens en onweer tot hal bewolkt en zonnig met 25 graden.

We kregen het laatste, een mooie overwegend zonnige dag zonder een spatje regen!

Onze eerste stop was Deadhorse Point State Park, zo’n 30 km van Moab af. Hier maakt de Colorado River een u-bocht door een diepe canyon en het uitzicht hier op is schitterend! De naam van het park komt van een plaatselijke legende die gaat over een koraal gebouwd op de heuvel dicht bij de rivier waar de cowboys op een gegeven moment een groep wilde paarden in heeft gedreven. Het verhaal gaat dat de cowboys de paarden zijn vergeten en dat de arme dieren van dorst zijn gestorven met zicht op het water in de Colorado River.

Er was nu geen paard te bekennen, geen idee of ze nog steeds huiverig zijn om hier heen te gaan. Langs de randen van de canyon kon je wandelen zodat het uitzicht steeds net even anders werd. Ook was in het dal een zoutmijn te zien die bestond uit terrassen met waterbekkens waar men zout uit won.

De ochtend was snel voorbij en tegen half twaalf reden we naar Arches National Park, dat op slechts zes km van Moab ligt. Arches zijn bogen die door de wind en regen zijn ontstaan in de zachte rode rotsen die zo kenmerkend zijn voor dit gebied. Sommige zijn na een korte wandeling te bewonderen, voor andere moet je wat meer over hebben. Delicate Arch bijvoorbeeld is een 2,4 km lange klim over hete rotsen zonder ook maar ergens schaduw te vinden. Er staan dan ook grote borden aan het begin van de trail dat je minstens twee flessen water bij je moet hebben. Geef ze de kost die zonder omhoog proberen te lopen. Wij hadden het wel bij ons, en ook wel nodig. Na een lange klim met aan het eind een leuke smalle richel langs een ravijn werden we beloond met het uitzicht op deze Arch.

Naderhand bij Devils Tower weer 2,4 km naar Landscape Arch dus met onze lichaamsbeweging zit het wel snor. De laatste wandeling was trouwens een stuk minder heuvelig en dus makkelijker te doen.

Tegen zevenen weer terug in onze B&B waar de douche welkom was. Later op de avond lekker gegeten in een leuk klein tentje, Twisted Sistas.

Morgen op weg naar Santa Fe in New Mexico!

Vanochtend extra vroeg opgestaan voor de rit van Moab naar Santa Fe in New Mexico. Op zich niet nodig voor de vijfhonderd kilometer, maar ik wou een extra stop opnemen die een paar uur tijd kost om te bezoeken: Mesa Verde NP in zuid Colorado. Op de route naar Santa Fe, we hoeven er niet voor om te rijden. Dus ontbijt om zeven uur en om half acht waren we ingeladen en op weg. Naar Mesa Verde is twee uurtjes ongeveer dus we zijn er tegen tienen. Het park in en na een paar kilometer weer er uit, want de tank stond nog maar op een kwart en geen risico dus maar even omgedraaid. Gelukkig is er een tankstation in het park dus we hoeven niet helemaal terug. Echter het station is gesloten en de creditcard wordt niet gelezen in de automaat. Dus toch het park uit waar we vlak bij de uitgang een tankstation vinden. Wederom wordt de kaart niet gelezen… Assistentie van de eigenaresse, en zij stopt de kaart er andersom in en tanken maar….weer wat geleerd.

Onderweg vlakbij het park hooste en onweerde het, maar wederom kwam de zon erdoor toen we het pak inreden. Dus na een half uur verspild te hebben weer het park in.

Mesa Verde is een park naar Cliff Dwellings zijn gevonden. Dit in in de rotswanden gebouwde woningen en ceremonie ruimten van de Azasi Indianen die dit gebied zo tussen. 800-1300 hebben bewoond. De woningen vormden kleine dorpen en de Indianen verbouwden tarwe en jagen op herten en klein wild. Met de omringende dorpen dreven ze ruilhandel met zelfgemaakte manden, sieraden en andere zaken.

Als je de woningen tegen de steile rotsen aangebouwd ziet snap je niet hoe ze er ooit konden komen.

De woningen bestonden uit een woon en slaap ruimte en een Antechamber waar de archeologen het nog niet over eens zijn of dit een ruimte was voor opslag of voor andere doeleinden zoals religieuze ceremonies was.

Het wordt in het park goed uitgelegd bij opgravingen van diverse woningen uit verschillende periodes.

In de woningen werden vuren gestookt om te koken en als verwarming. Waarschijnlijk zijn de meeste woningen een keer afgebrand en opnieuw opgebouwd door dit binnenshuis stoken.

Als een enorme onweersbui met hagel losbarst staan we bij het museum in het park, maar vanwege het noodweer blijven we een kwartiertje in de auto zitten voor we de honderd meter naar het museum durven af te leggen. Hier lopen we nog een half uurtje rond voor we zien dat het al half drie is en we nog 400 km te rijden hebben naar Santa Fe. In de auto dus en vol gas!

Tegen half acht rijden we de parkeerplaats van ons hotel in het centrum van Santa Fe in. Het St. Francis hotel is gevestigd in een voormalig Franciscaner monniken klooster en het staat nog vol met oude meubelen en aan de wanden hangen veel leuke foto’s van Santa Fe. Eerst maar even lekker eten en na de maaltijd nog wat foto’s van zaken in het hotel gemaakt. Morgen de stad verder verkennen!

Een dagje in Santa Fe vandaag. We werden wakker met regen en die bleef ons tot een uur of twee volgen. Geen stortbuien maar zo’n gestaag durende bui. Dus op ons gemak ontbeten in het hotel en daarna maar een paar plu’s geleend bij de receptie en op stap. We zitten midden in het oude centrum dat draait om The Plaza met the Governors Palace en ook dichtbij is de St. Francis cathedral.

Santa Fe is de hoofdstad van New Mexico en is de kleinste hoofdstad van een staat in de US. De binnenstad is bijna geheel gebouwd in de Adobe bouwstijl met lemen muren en veel houten balken. Dit doen ze zo goed dat ook de parkeergarages van downtown Santa Fe niet zijn te herkennen als garage, erg mooi gedaan dus.

Ook is het zo’n beetje de kunsthoofdstad van de US. Je vindt hier honderden galerieën met moderne, Indiaanse of andere kunstvormen. canyon Road is een paar kilometer lange straat vol met galerieën en restaurantjes. Hier staan ook buiten veel sculpturen zodat je niet eens alle zaken in hoeft om cultuur te snuiven.

‘Smorgens vooral veel winkels bij ins in de buurt bezocht plus twee kerken. De kathedraal en een ander kerkje, de Loretto Chapel. Hier gaat het verhaal dat toen de kerk af was er geen trap gemaakt was naar de bovengalerij. De nonnen zagen er erg tegenop via ladders omhoog te moeten klimmen. Echter op een dag verscheen er een timmerman die de kerk van een mooie werveltrap voorzag. Toen de trap klaar was verdween de mysterieuze timmerman weer direct zonder om betaling te vragen. Hierna hoefden de nonnen dus niet de ladder op.

Op de Plaza zitten buiten voor het paleis van de gouverneur indiaanse kunstenaars hen waren te verkopen. Niet alleen leuk om de sieraden en andere zaken te zien, maar ook om de indiaanse mensen zelf te bewonderen, er zitten mooie figuren tussen!

Daarna de auto opgehaald en naar Canyon Road gereden. Daar diverse kunstgaleries bekeken, geluncht en tot zo’n vijf uur gewandeld. Inmiddels de regen voorbij en met een waterig zonnetje. Terug naar het hotel en nog even rond de Plaza om deze met droog weer nog eens te bezien en wat vrolijkere foto’s te schieten.

Dat was dus een dagje cultuur. Morgen weer weg uit Santa Fe, op weg naar Monument Valley.

Als we opstaan in Santa Fe regent het weer en heeft het een groot deel van de nacht geregend. We lopen naar een erg Mexicaans uitgedost eettentje aan de overkant van ons hotel voor het ontbijt. Daarna uitchecken en op weg naar Monument Valley. Onderweg de nodige stops en het weer was redelijk met zon. Bij Kayenta, een plaats zo’n 65 km van Monument Valley konden we de regen die we al steeds zagen hangen in de verte niet meer ontwijken en kwamen we in een flinke hoosbui terecht, zo eentje waar de ruitenwissers in de snelste stand geen raad meer mee wisten. Enkele kilometers buiten Kayenta kwam het water van de bergen samen en op een laag punt met een flinke stroom modder over de weg, maar we konden ons er gelukkig doorheen waden. Een spectaculair gezicht zo’n flooding die normaal zijn hier in deze tijd van het jaar.

In de middag kwamen we aan in Monument Valley waar we één nacht blijven in het The View hotel dat naast het visitors center op de heuvel bij de ingang van het Tribal Parlk ligt. Het is gebouwd en wordt, net als het park zelf, beheerd door de Navajo Indianen. We hebben kamers op de tweede verdieping met een geweldig uitzicht op de valley, bekend van vele films, reclames en foto’s in reisgidsen.

Na het inchecken reiden we de route door het park. Een dirt road oftewel zandweg met keien en nog meer kuilen, dus we stuiteren soms flink door elkaar en het is zaak om je weg goed te zoeken. Ook hier is op sommige plaatsen goed te zien dat er delen van de weg overstroomd zijn, en op twee plekken is een flink deel van de weg weggeslagen, ondanks dat er grote draineringsbuizen onder de weg lopen.

Het park is en blijft mooi, en de kleur van de zon wordt rond deze tijd – eind van de middag – steeds warmer en mooier. Na de rit, waarbij de auto van egaal grijs in iets minder egaal rood is veranderd, drinken we nog een wijntje op ons balkon om de ondergaande zon te bekijken, alvorens we gaan eten. Terugkomend van het restaurant blijkt dat ze buiten op een muur een oude western met John Wayne projecteren die hier is opgenomen om de sfeer er goed in te houden.

Morgenochtend de zonsopkomst bekijken en na het ontbijt nog een rondje door het park om het af te leren!

Vandaag de korte rit van Monument Valley naar Kanab in zuid Utah, waar we drie nachten in een B&B verblijven. Na de rit door Monument Valley in de morgen, waarbij de zon nu natuurlijk vanaf een andere kant zijn licht laat schijnen wat dus weer andere mooie plaatjes oplevert, rijden we weg uit Monument Valley. Eerst op zoek naar een tankstation, want met een kwart tank kom je niet ver hier en er is niet op iedere hoek van de straat een pomp. Maar gelukkig is er een kleine nederzetting recht tegen over de afslag vanuit Monument Valley en daar kunnen we tanken. De slang er in en de ramen maar vast schoonmaken. Meestal als je daar mee kaar bent is de tank ook al aardig gevuld. Deze keer niet, er zit pas vier gallon in. De tank werkt zo langzaam dat ik binnen wat geld ga pinnen en als ik terug ben de tank inmiddels half vol is…schiet lekker op dus. Maar na een stief kwartiertje is de tank dan eindelijk vol en kan ik de auto een wasserette inrijden om de te kijken of ik de auto van rood weer naar grijs kan krijgen. twee keer zes kwartjes later is de auto weer redelijk in de oorspronkelijke kleur en zijn de velgen ook weer zilverkleurig en gaan we op weg. Eerst naar Gooseneck State Park dat een kleine dertig km verwijderd ligt van ons. Onderweg komen we nog langs de Mexican Hat, een rots met daarop een platte rots balancerend zodat het geheel iets wegheeft van een man met een sombrero op. leuk plaatje weer!

Kort daarna zijn we bij het State Park aangekomen en hebben we uitzicht over de Rio Puerto die zich hier een baan heeft gegraven door het gesteente. Het lijkt op Deadhorse Point dat we eerder hebben gezien bij Moab. Hier is de bocht nog mooier te zien, en de randen van de canyon zijn heel mooi in ringen uitgesleten zodat het op één grote rij terrassen lijkt.

Daarna de weg vervolgd naar Kanab. Het landschap verandert steeds weer en de kleur van de rotsen ook. Op een gegeven moment zijn ze prachtig wit met donkerrood. Het uitzicht verveelt hier nooit.

Vlak voor Kanab nog een klein buitje maar in Kanab schijnt de zon en is het dik 25 graden.

We worden verwelkomd door de Inn-keepster die ons met veel enthousiasme door het mooie gerenoveerde huis leidt. Het is gebouwd in 1845 wat voor hier erg vroeg is. Gebouwd door een Mormoon die er met zijn vier vrouwen in heeft gewoond voor het rond 1900 een hotel werd. Daarna heeft er tientallen jaren een eenzame en wat wereldvreemde man in gewoond die het huis liet vervallen. In de tachtiger jaren is het gekocht door een echtpaar die het helemaal hebben gerenoveerd. De Inn keepster heeft het 8 jaar geleden overgenomen. In het huis hangen oude foto’s van het huis in de verschillende periodes en het staat vol met antiek en rariteiten. Zo staat er een grote kast in de dining room waar boven aan weerskanten een stuk ijzer aanhangt en onze gastvrouw zegt, dit is een quiz, raadt eens wat dit is. We kunnen het niet raden al zien we wel dat het net als een opklapbed naar beneden gekanteld kan worden. Als de gastvrouw het laat kantelen zien we een zinken badkuip, compleet met zeepbakje.

Eerst een uurtje heerlijk buiten op schommelstoelen de dagelijkse routine van foto’s overzetten en bekijken, dan nog even in bad en tegen achten naar een voortreffelijk en leuk ingericht restaurant voor de maaltijd.

Morgen op weg in de buurt van Kanab, waar de Grand Canyon, Bryce Canyon en Zion National Park allemaal in de buurt liggen. Keuze genoeg dus de komende twee dagen!

De eerste nacht in the Purple Sage Inn zit er op en we begonnen de dag met een ontbijtje in de tuin. Nou ja, ontbijt dus. Grote schalen met fruit, eierkoek, brood, bacon en tomaten, gebakken aardappelen (voor de liefhebbers) en allerlei soorten eigengemaakte jam zorgden ervoor dat we de dag goed begonnen en niet bepaald met een lege maag op stap gingen. Zion National Park als eerste op het programma. Het ligt een goed uurtje reiden van Kanab af, dus dat is goed te doen. Het laatste deel van de weg is een zogenaamde Scenic Byway, en dat zegt genoeg wat betreft het uitzicht. Je kan iedere meter wel stoppen omdat het er weer iets anders uitziet.

Zion is een grote canyon waar je sinds 2001 niet meer zomers met je auto doorheen mag, deze moet je op het parkeerterrein bij het Visitors Centre zetten en de shuttle bus nemen. De reiden normaal iedere 7 minuten of zo, maar ze zijn bezig met de weg opnieuw te asfalteren dus het duurt een flink stuk langer. Ook de shuttle bussen hebben er veel last van zodat er soms acht bussen achter elkaar de canyon in rijden en als we wachten op een bus terug dat beduidend langer duurt dan de zeven geplande minuten.

Eerst naar de Weeping Rock halte om daar een korte trail te nemen naar de weeping rock. Een overhangende rots waar water vanaf loopt, vandaar de naam. Een mooie korte wandeling om mee te beginnen. Na een uurtje of zo terug bij de bushalte om 1 halte terug te gaan naar The Grotto. Het achten op de bus duurt dus een tijdje maar uiteindelijk komt er één aan. Vanaf de Grotto lopen er trails richting de Lower Esmerald Pools en daar vandaan is er een volgende, kortere trail richting de Zion Lodge waar we de bus weer kunnen pakken. De eerste trail is moderate en dat komt voornamelik omdat er best wat hoogteverschil in zit en je af en toe dus de kuiten moet spannen. Het eerste deel ligt ook nog in de volle zon, en die is vandaag zo’n 30 graden warm. Water drinken onderweg is dus wel een must. Als je het een beetje zat begint te worden draaien we om een berg heen en is het laatste deel grotendeels in de schaduw. Voor we bij de pool aankomen lopen we eerst nog onder een kleine waterval door wat weer leuke plaatjes oplevert. De poel is niet zo erg waterrijk in deze tijd van het jaar dus maar snel doorgelopen naar de lodge. We willen eigenlijk nog naar Bryce Canyon, maar door alle opstoppingen wordt het daar te laat voor. Nog wel even onderweg een kleine omweg naar Coral Sand Dunes state park waar een paar mooie zandduinen midden in de bergen liggen.

Na een bad eten in het dorp en we komen nu uit bij een soort western tent waar de serveerster met een colt op de heupen de scepter zwaait. Goed gegeten weer terug naar de Inn voor een nachtje slapen. Morgen naar één van de 7 wereldwonderen: de Grand Canyon!

Vanochtend eerst weer lekker in de tuin ontbeten met veel vers fruit, yoghurt en wat hartigs. Wordt nog moeilijk dit af te wennen straks vrees ik…daarna weer op pad. De Grand Canyon ligt zo’n 100 km van Kanab af. Dat wil zeggen de North Rim van de canyon. Als je naar de South Rim zou willen moet je meer dan 350 km omrijden. De Grand Canyon is tenslotte Grand, meer dan 200 mijl lang en op sommige punten een paar mijl breed. En dan ook nog bijna een mijl diep. Dus wij gingen deze keer naar de North Rim. Deze ligt hoger dan de zuidelijke kant en de temperatuur is er meestal een paar graden lager dan de overzijde. Deze kant is in de winter afgesloten. Ook is er maar 1weg naar de canyon toe die zich nog een keer splitst naar twee andere uitkijkpunten over de canyon, dus heel wat anders dan de overkant waar een 25 mijl lange weg met verschillende uitkijkpunten meer van de canyon laat zien. Helaas was 1 weg ook nog afgesloten zodat we maar twee punten overhielden. Wel hadden we prachtig weer zodat het uitzicht soms adembenemend was.

Er staat op een punt een oude lodge vanwaar je een prachtig uitzicht hebt. Ook loopt hier een kort wandelpad van circa 1 mijl langs de canyon. Plaatjes genoeg kunnen schieten dus.

Eigenlijk was het gisteren de bedoeling om na Zion naar Bryce te rijden aangezien deze twee parken dichter bij elkaar liggen. Maar door al de wegwerkzaamheden was dat er niet meer van gekomen en ‘moesten’ we dit vandaag met de Grand Canyon combineren wat een paar extra kilometers op de al volle teller brachten.

Tegen half vier kwamen we in Bryce aan. Het weer was helder en zonnig zodat we naast de bijzondere steenformaties ook mijlenver konden kijken. Bryce is moeilijk te omschrijven, je moet het eigenlijk gewoon zien. Het is een relatief klein park maar ik vind het één van de mooiste. Als je meer tijd hebt moet je hier overnachten zodat je het park in de middag en de volgende ochtend kunt zien. Je staat dan versteld wat jet verschil in zonlicht doet met de kleuren!

De rotsen zijn door erosie van wind en regen tot soms bizarre vormen gemaakt en het is makkelijk voor te stellen dan de Indianen in de hoodoos hen voorouders terug denken te zien. Voor hen is Bryce dan ook een heilige plek.

We hebben nog een mooie zonsondergang gezien voor we in het donker terug reden naar Kanab. Onderweg in een of ander steakhouse wat gegeten en tegen half elf waren we weer in Kanab. Moe en voldaan snel ons bed in gekropen want de volgende dag om 7 uur op om wat eerder te ontbijten en de rit naar Las Vegas te ondernemen!

Vandaag komt er even een einde aan alle verschillende natuur in de nationale parken. En de change kan eigenlijk niet groter dan door naar Las Vegas te gaan!

Maar eerst via Lake Mead national Park naar de Hoover Dam. Lake Mead is een kunstmatig meer, ontstaan door de bouw van de dam in de Colorado River. De bouw is in 4 jaar afgerond, een jaar eerder dan gepland. In 1935 was de dam af. Voor het bouwen waren duizenden werkers nodig die in de crisisjaren dertig van de vorige eeuw waarschijnlijk makkelijk waren te vinden om voor een luttel bedrag per dag hen leven te wagen in temperaturen die vaak tot diep in de veertig graden stegen.

Om al deze mensen te huizen werd voor het gemak ook maar even een stadje gebouwd: Boulder City.

De dam blijft een imposant bouwwerk om te zien. Oorspronkelijk gebouwd om de waterhuisvesting van Nevada en Californië te regelen, nu is de grootste bijdrage de waterkracht energie die stroom levert voor Las Vegas en zuid Californië. Al is het lastig te geloven dat er voor de laatste iets overblijft als je ziet hoeveel energie in Vegas wordt verbruikt.

Vegas dus, iedere keer als je er komt, en voor ons is het de vijfde keer of zo, laatste keer vier jaar geleden, verandert er weer van alles. Nieuwe hotels, casino’s en noem maar op.

In de middag ingecheckt in ons hotel, dit keer het Palazzo waar we een kamertje op de 26e hebben. De oppervlakte van de kamer is zo ongeveer als van thuis, dus dat geeft al een vertrouwd gevoel!

Na de maaltijd in één van de dertig of zo restaurants in dit kleine gebouw, werden we geheel in stijl door een limo opgehaald voor een helikoptervlucht in de avond over de Strip. Mooi rondje en de piloot maakte er met wat scherpe bochten een wat sensationeler gebeuren van. Dezelfde limo bracht ons ook weer terug en na nog wat drinken vonden we het om half twee tijd om ons bed maar eens in te stappen. Morgen zowaar een dag zonder auto om Vegas te voet te verkennen.

Onze Vegas dag vandaag. In Nevada is het gokken als enige staat gelegaliseerd en dat heeft er toe geleid dat Vegas kon uitgroeien tot de gokstad van de wereld. Groot gemaakt door de maffia maar toen dat de spuigaten begon uit ge lopen zijn de regels voor het exploiteren van een casino aanmerkelijk aangescherpt en vandaag de dag is de invloed van de georganiseerde misdaad nihil. Ook is Vegas langzamerhand veranderd van een poel van verderf tot een familie-uitje.

Aan de strip zijn de grote hotels neergezet en de meesten hebben een bepaald thema zoals Luxor dat als piramide is gebouwd compleet met de beelden van Ramses en de sfinx. Al is die hier gekleurd en heeft ie zijn neus nog. Ceasars Palace vertegenwoordigd het oude Rome compleet met een Trevi fontein die in perfecte staat verkeerd. Amerikanen op bezoek in Rome moeten denken dat daar alles kapot is want ze zullen het niet herkennen.

We hebben de nodige voetstappen weer achtergelaten. Boven op de Stratosphere tower gegeten op ruim 300 meter boven de stad en je kunt je van de toren af laten vallen aan kabels. Terwijl je eet zie je dus af en toe iemand naar beneden donderen. Gelukkig zijn de ramen geluidsdicht want ze zullen wel hard gillen!

Morgen laten we de luxe en glitter weer achter ons als we de woestijn verder in gaan op weg naar Death Valley.

Vandaag uitgecheckt en de auto weer af laten leveren bij de valet parking om de koffers in te laden voor de volgende etappe. Eerst even langs de Gold en Silver Pawn shop, bekend van de tv serie op Historie channel. Er stond een lange rij met vooraan een ongeduldige dame met een bronzen cactus en een schaakspel in haar handen die ze wou verpanden of verkopen. Helaas voor haar en ons waren de heren niet aanwezig want ze liep weer met de handel naar de auto. Ook gingen de deuren verder niet open dus zijn wij ook snel weer verder gereden. Vlak buiten Vegas ligt Red Rock Canyon State Park. De naam geeft de kleuren van de rotsen hier al aan en er loopt ern 20 mijl lange weg doorheen. Op diverse plaatsen gestopt voor een kort stukje lopen en de foto’s  zo tegen de middag reden we verder naar Death Valley waar ee tegen half drie aankwamen. Dit is het grootste Natonal Park in oppervlakte. Nederland past er wel een paar keer in. Het ligt midden in de woestijn omringd door bergen. Er valt slechts een paar cm regen per jaar aangezien alles wordt tegen gehouden door de bergen van de High Siera verderop. Wij hebben hier temperaturen meegemaakt van 51 graden maar vandaag valt het gelukkig mee, het is maar 45 graden er staat een flinke wind zodat het aanvoelt als een sauna met de fohn aan.

De woestijn is hier op zijn mooist met prachtige kleuren overal om je heen.

Ook is dit het laagste punt van het Amerikaans continent, het ligt op 88,5 meter onder de zeespiegel.

Aan het einde van de dag in de avondschemering ingecheckt in ons hotel voor twee dagen. Back to basic na de luxe, dit is een oud motelletje dat nog net in het park ligt. Onze kamer is zo groot als ons bed was in Vegas, dus we zijn weer met onze voeten op aarde!

Na gisteren al wat van Death Valley te hebben gezien vandaag onze tweede dag hier. Een tijdje geleden zijn er hier enorme overstromingen geweest en er zijn een flink aantal wegen afgesloten vanwege modder en stenen op de weg of omdat de weg een stuk is vernield. Vreemde gewaarwording voor een woestijn! Maar er blijft nog genoeg over om te doen. Eerst langs zandduinen die er mooi met scherpe randen bijliggen. De temperatuur in de ochtend begon met 23 graden maar in de vallei zelf is het al snel weer 35. Daarna naar Scotty’s Castle. Death Valley Scotty was eigenlijk een oplichter die handelde in aandelen van niet bestaande zilver en goud mijnen. Hij verkocht ook een aandeel aan een steenrijke magnaat uit Chigaco en vreemd genoeg raakten deze twee bevriend. De magnaat vond Death Valley schitterend en het klimaat was goed voor zijn astma dus bouwde hij hier een enorm landhuis ter waarde van 1,5 miljoen dollar, een enorm bedrag in die tijd ( begin 20e eeuw). Scotty mocht er tot zijn dood blijven wonen en ligt begraven op de heuvel achter het huis.

Hier vandaan het park uit om via Beaty terug te rijden via de Titus Canyon. Dit is een 40km lange zandweg dwars door de bergen en het laatste stuk rijdt je door een smalle canyon.

Aan het eind van de dag naar Zabriskies Point waar je weer een mooi uitzicht hebt op weer anders gevormde rotsformaties.

Morgen vertrekken we naar Oakhurst bij Yosemite Park. Kijken of er nog iet overeind staat daar na de enorme bosbranden die er nog steeds woeden.

Vandaag Death Valley achter ons gelaten op weg naar Oakhurst dat vlak bij Yosemite NP ligt. Vanaf Death Valley kan je er op twee manieren komen, onderlangs via Bakersfield en Fresno, of bovenlangs via de Tioga Pass. De laatste is de mooiste en vanaf ons startpunt ook de kortste. Ik had afgelopen week de websit van Yosemite een paar keer bezocht om te zien of deze route open was want hij was in verband met de branden vorige week nog gesloten. Maar afgelopen week was de weg weer helemaal open en wij dus op weg via deze route. Na 150 km kwamen we in Bishop na eerst Lone Pine en Big pine te zijn gepasseerd, beide oude western stadjes. In Bishop stond een groot scherm waarop te lezen was dat de State Route 120 en 108 waren afgesloten vanwege sneeuwval! En de 120 is de weg over de Tioga Pass! Dat betekende helaas omkeren om vanaf daar 550 km te rijden om de High Siera bergen heen naar Bakersfields en uiteindelijk Oakhurst. Tegen half zes waren we dan toch op de plaats van bestemming aangekomen bij onze B&B Vultures View. Hoog gelegen iets buiten het stadje zelf en na wat zoeken kwamen we onze gastvrouw Judy tegen. De kamers verdeeld en na wat nuttige tips van Judy naar Oakhurst gereden om bij een Italiaan aan de pasta te gaan. Aangezien we morgen vroeg op pad willen gaan, is de wekker gezet en gaat het licht zo uit!

Owja, de pas bleek om 1 uur weer te zijn geopend, dus we hadden er wel overheen gekund, maar ja, dat wisten we vanochtend nog niet….

Onze gastvrouw had gisteren een paar goede tips gegeven over wat wel en niet in Yosemite. De beste tip was vroeg te gaan en direct naar de Valley te rijden omdat het daar tussen 10 en 3 een drukte van belang is. Ook gaf ze de tip daar fietsen te huren en de auto te laten staan aangezien het allemaal redelijk vlak is in de valley. Dus de wekker op 6 uur en om half zeven het ontbijt bij onze buren op de kamer. Deze is groter en heeft een tafel waar je met zijn vieren aan kunt zitten. Er staat van alles in de koelkast plus er is brood en allerlei soorten sereals, yoghurt en vers fruit dus we komen niet om van de honger. Daarna om even na zevenen naar Yosemite park dat slechts een 12 mijl van Oakhurst af ligt. Naar de Valley is dan in het park nog wel even rijden maar we zijn nog vroeg genoeg om de ochtendmist op de weilanden te zien. Eerst maar even rondkijken in het visitors centre om daarna koffie te drinken in het Ahwahnee Hotel. Net als in enkele andere parken is ook hier begin 20e eeuw een groot, robuust hotel neergezet voor de welgestelden uit die tijd die het konden veroorloven. En ook nu miet je nog wat geld hebben, een overnachting kost al snel 350-450 dollar dus dat tikt aan. Maar wij gingen voor koffie en om het gebouw van binnen en buiten te bekijken. Vooral de dining room is erg mooi en er hangt ook veel Indiaanse kunst. Helaas was de bar van half 11 tot half 12 dicht dus van koffie is het niet gekomen.

Daarna in de lodge fietsen gehuurd en zo’n kleine twee uur hebben we rondgefietst door de Yosemite Valley. Erg leuk en ook makkelijker dan de auto steeds in en uit te gaan.

Onze gastvrouw had een goedgevulde picknickmand en koelbox meegegeven dus na het fietsen een plekje zoeken voor de al wat late lunch. Eerst naar Glacier Point dat van boven op de valley neerkijkt en je dus een mooi overzicht hebt. Hoewel de kaart aangaf dat je er kon picknicken stonden er geen tafels dus maar een stukje verder gereden. Aan de rivier even later een leuk plekje gevonden en daar de spullen op een tafellaken uitgestald. Een wesp deed zijn uiterste best om ons het leven zuur te maken maar een koelbloedige klap van Thijs maakte een abrupt einde aan dit gepest en tegelijk ook aan het leven van de wesp. Daarna konden we rustig verder eten.

Na deze leuke onderbreking nog naar de oude park gebouwen gegaan die daar eind 1800 zijn neergezet. Ze zijn soms nod deels ingericht. Ook staan er een hele rits oude karren en koetsen en oud gereedschap zoals een grasmaaier en hooimachine.

Als laatste naar Mariposa Grove gereden waar een flink aantal enorme sequoia bomen staan. Deze woudreuzen groeien alleen hier en in Sequoia national park even verderop. Het blijft een mooi gezicht om deze enorme bomen te zien.

Daarna terug naar onze B&B om op te frissen. Aangezien we nogal laat in de middag gegeten hadden was er geen echt grote trek. Maar een hamburger of ander ‘klein’ hapje ging er toch nog wel in.

Morgen de Tioga Pass open naar een meer en een ghost town iets buiten Yosemite.

Vandaag door Yosemite en over de Tioga Pass naar het Mono Lake. Dit meer heeft een zoutgehalte 2,5 keer zo groot als de zee en er leven dan ook geen vissen in. Maar dat betekent niet dat het helemaal dood is, integndeel. Micro organismen zorgen voor algengroei en dat trekt weer een bepaald soort vliegen aan die hen eitjes op rotsen onderwater leggen. Ze kunnen 15 minuten onder water blijven voor het leggen van deze eitjes. De larven worden poppen en voeden zich met de algen. Omgekeerd zijn de larven en kleine garnaaltjes die ook van de algen leven, weer voedsel voor miljoenen vogels die jaarlijks dit meer bezoeken. En leegvissen zullen ze het niet, alleen de garnaaltjes al komen in triljoenen voor.

Maar naast dit heft het meer nog iets bijzonders: Tufa’s. Dit zijn een soort stenen die onder water laag voor laag worden gevormd en wanneer ze zichtbaar zijn boven water de meest grillige vormen aannemen, ook veroorzaakt soor de erosie door regen en vooral wind, want in dit gebied waait het heel vaak heel stevig met snelheden tot 130 mijl per uur.

Vlak boven dit meer ligt Bodie. Dit was vanaf 1850 ongeveer een florerend goudmijn stadje met in de hoogtijdagen 10.000 inwoners. Er waren tientallen saloons om de goudzoekers het geld weer afhandig te maken en het leven in die tijdwas heftig. Later werd het er iets geciviliseerder en kwamen ook gezinnen hier wonen en werken. Ook was er een Chinese kolonie die allerlei werkzaamheden verrichten zoals de was doen en groenten verbouwen en verkopen. Het leven was hard en het klimaat nog harder.. De hevige winden en kou gedurende de winters en het werken in de mijn waren niet bepaald een succes voor een lang en gezond leven. Ongelukken in de mijn kwamen zowat dagelijks voor.

In 1932 brandde het grotendeels af en de meeste bewoners verlieten het stadje, ook omdat de mijn gesloten werd. De laatste bewoner ging in 1942 weg en sindsdien is het een spookstad. Nu een State Park zodat het bewaard blijft. Het leuke is dat naast de gebouwen er nog heel veel spullen in de huizen staan zodat je een goed beeld van het leven in Bodie krijgt.

Onze laatste verplaatsing alweer…op weg naar Monterey, of eigenlijk Pacific Grove wat tegen Monterey aangebouwd ligt. Een drie uur rijden van Oakhurst, maar wij willen langs de kustweg CA1 omhoog. Deze weg kronkelt zich langs de kust over de bergen en langs de kleine stranden en grote baaien en soms erg hoge kliffen. Maar eerst laat onze tomtom ons nog even langs Bass Lake rijden wat een omweg is van 10 km of zo om uiteindelijk weer beneden in Oakhurst uit te komen. Wellicht een compensatie van gisteren toen hij ons in het stikdonker in de steek liet.

Daarna westwaarts over de CA41 naar de kust van de Pacific. Via enorme wijngaarden en boomgaarden met allerlei fruitbomen komen we bij San Simeon aan bij de kust. Hier ligt Hearst Castle wat de krantenmagnaat midden vorige eeuw daar liet bouwen. Het is een enorm complex waar je allerlei tours door deze ‘woning’ kunt nemen. De interessantste is echter pas over twee uur en dat vinden we een beetje zonde van onze tijd. Dus verder en nu langs de kust. We komen langs een klein stadje, Marcia, wat een beetje een hippie stadje is waar nu kunstenaars het hebben overgenomen. In het stadje is een wedstrijd aan de gang wie de mooiste en/of leukste pop in de tuin kan zetten en we zien een aantal mooie creaties.

Verderop langs de kust in een kleine baai liggen honderden olifant zeeleeuwen op het strand uit te rusten en te zonnen. Een paar grote mannetjes vechten om een goede plek en overal zie je zand in de lucht vliegen als ze dit over zichzelf heen gooien ter bescherming tegen de zon. Een effectieve zonnebrand methode, ik kan niet wachten tot ik het de dames op Zandvoort ook zie doen!

De kust is wisselend, soms kleine stranden maar meestal hoge kliffen en kleine en grotere baaien. De ene keer sta je dertig meter hoog, even verderop wel 300! Langzaam vorderen we langs allerlei State Parks richting Monterey en tegen zessen zijn we bij onze B&B, de Centrella Inn. Deze ligt in Pacific Grove wat op zijn beurt weer tegen Monterey aan ligt. Cannery Row en Fisherman’s Wharf (ja deze naam kom je bijna niet tegen in Amerikaanse kuststeden….)liggen een mijl verderop, dus morgen met de benenwagen die kant op.

Het weer zat ook vandaag weer mee met een strak blauwe hemel en zon. Door de sterke wind werd het niet warmer dan een graad of 22, maar dat is niet verkeerd voor eind september!

Vandaag ons laatste dagje hier in de US, morgen rijden we naar het vliegveld van San Francisco voor de vlucht terug naar Amsterdam. Rechtstreeks dus zonder nerveus gedoe tijdens een overstap.

Vanochtend eerst ontbeten in de Centrella Inn, onze B&B hier oj Pacific Grove. Prima zoals meestal in de B&B’s. Daarna gewandeld naar Monterey wat ongeveer 1,5 km hier vandaan ligt. De overgang gaat geruisloos want de twee plaatsen liggen tegen elkaar aan.

Langs de zee kunnen we helemaal lopen en onderweg komen we van alles tegen, zeeleeuwen op rotsen in de zee of op een klein prive strandje, pelikanen en aalscholvers die soms laag over scheren en een enkele zeeotter die in het water ligt te spelen.

Monterey was een klein vissersstadje met een eigen visverwerking industrie. Vooral sardines werden in de Cannery Row ingeblikt. Nu is deze cannery row verbouwd tot kleine winkelcentra met allerlei winkels en een enkele koffie shop en restaurant. Monterey is ook bekend vanwege het aquarium dat hier direct aan de kust staat. Deze keer niet bezocht, het weer is te lekker om binnen te lopen. De wind van gisteren is bijna helemaal weg en de zon schijnt volop. Na de winkels en luxe hotels van Cannery Row komen wr eerst bij een pier met vooral vaartuigen van de kustwacht en een marine onderzoeksstation van de overheid. In de verte horen we de zeeleeuwen al blaffen en al snel zien we langs de pier soms enorme mannetjes in de zon liggen die zich soms luidkeels laten horen. Aan het einde van de pier is een golfbreker van stenen gebouwd en daar ligt het vol met de zeeleeuwen die soms elkaar van de rots afduwen voor het mooiste plekje. Diegene die het onderspit moeten delven zijn genoodzaakt rond te zwemmen om een nieuw plekje op te zoeken.

Verderop ligt Fishermans Warff, een pier vol met restaurantjes en soms schreeuwerige winkels met zoetigheid en andere etenswaar. Overal mag je de clam chowder proeven, een plaatselijke lekkernij van gebonden mosselsoep die geserveerd wordt in een grote bol zuurdesem brood.

Inmiddels is de ochtend voorbij als we de route weer in omgekeerde richting vervolgen.

Toch ook nog even in de auto om de ‘beroemde’ 17 mile drive te rijden. Volgens de folder een wereldberoemde vooral scenic drive, maar het gebied waar je doorheen rijdt ligt vol met golfbanen (stuk of vier) en is verder volgebouwd met enorme huizen die ook ongetwijfeld enorm duur zijn. De golfkarretjes hebben eigen oversteekplaatsen over de weg, en overal langs de weg staan op zijwegen en inritten bordjes die je vooral er op wijzen niet de weg of inrit in te rijden daar het allemaal private propporties zijn. Het is Wassenaar in het groot en je kunt een leuke wedstrijd houden met het inschatten van het aantal kamers dat een huis zal hebben….30 of 40 deze? Beroemd of niet, een echte scenic drive is het zeker niet. Ow ja, je moet er nog 10 dollar voor betalen ook. Dus kom je ooit in de buurt, sla dit dan maar over. De kust er omheen is net zo mooi, mogelijk mooier!

Nu terug in ons verblijf waar iedere middag een glas wijn wordt geschonken voor de gasten. Niet verkeerd dus. De tikfouten zijn gewone fouten en hebben geen enkele relatie met deze geste van het huis!

De auto is inmiddels al leeggehaald, alles vanavond weer in de koffers en morgenochtend op naar het vliegveld! Weer een mooie trip voorbij helaas…..wachten op de volgende!

De laatste in een bijna dagelijkse reeks de afgelopen vier weken. Gisterochtend – voor ons gevoel nog vandaag – vanuit Monterey naar de luchthaven van San Francisco gereden waar we zo tegen elven aankwamen. Vlot ingecheckt en de koffers afgeleverd om in de rij te staan bij de security. Het is altijd grappig om het verschil te zien bij de immigratie officer als je het land verlaat ten opzicht van binnenkomst: achter elkaar een heel snelle blik in het paspoort en wat krullen zetten op je instapkaart en klaar is kees! Geen vragen en lange rijen dus.

Een laatste bak koffie en dan nog een beetje lopen voor we instappen. Keurig op tijd vertrekken en een relatief korte vlucht zorgen ervoor dat we ruim op tijd landen op Schiphol, nu nog even en we zijn weer thuis! Foto’s overzetten en uitwisselen, benieuwd hoeveel het er dit keer weer zijn!

En dan langzaam weer gaan nadenken over de volgende trip -:)))

Frans Heijmans

reisverhaal zuidwest usa