Rondreis USA 2015 – Michigan, Indiana en Ohio
03 juni – 01 juli 2015
Afreis
Onze jongste dochter bracht ons deze morgen naar het treinstation voor de rit naar Zaventem. Het inchecken verliep alles behalve vlot. Ze vonden onze boeking naar Amsterdam, maar deze naar Detroit vonden ze niet. Even mijn smartphone uithalen om onze bevestiging te tonen. Een telefoontje naar haar manager van 10 minuten en het tonen van onze ESTA-betaling later, bleek dat de juffrouw het systeem niet beheerste. Ze kreeg de opdracht haar collega om hulp te vragen. Een optie aanklikken en onze boardingtickets kwamen uit de printer.
Dit zou de voorbode zijn van een hele dag vol hindernissen. Vanwege werken aan de landingsstrip vertrok het vliegtuig met vertraging naar Amsterdam. Daar aangekomen konden we niet uitstappen omdat een dienstwagen het platform blokkeerde. We hadden maar een uur in Amsterdam om van vliegtuig te veranderen, met de vertragingen was dit herleid tot minder dan 30 minuten. We moesten daarenboven van het ene uiterste van de gates naar het andere uiterste. Colette is moeilijk te been en tegen de klok lopen, ging dan ook een dubbeltje op zijn kant worden. Het beeld dat we onze connectie zouden missen, daagde met elke seconde meer en meer voor mijn ogen. Het omroepen van onze namen, dat wij het vliegtuig ophielden, hielp ons zeker niet om te kalmeren. We haalden nog juist op tijd het vliegtuig. Achter ons ging de gate onherroepelijk dicht.
Acht uur later landden we in een zonovergoten Detroit. Toen de Amerikanen haar korset zagen, kregen wij een voorrangsbehandeling. Niet dat dit ons verder hielp, want we stonden tot de laatste aan de bagageband te turen naar koffers die maar niet wilden komen. Ze zaten niet op het vliegtuig, ze zouden maar morgenmiddag arriveren. Met de belofte dat ze aan het hotel zouden worden afgeleverd en een noodpakje met wat toiletgerief, dropen wij af naar de verhuurfirma Avis om onze auto af te halen.
Onze misserie was nog niet ten einde. Na een half uur aanschuiven, werden we geconfronteerd met een medewerker die ons een bijkomende rekening van 225 dollar voorschotelde. Op uw strepen staan, was meer dan aangewezen. Wij hadden de auto gehuurd in België en betaald in euro. Zij gingen ervan uit dat we betaald hadden in dollars en het systeem rekende het verschil aan. Terwijl de rij met wachtenden aangroeide, kwam er eindelijk een manager met de nodige bevoegdheden die alles kon rechtzetten. We kregen een Chevrolet Cruze toegewezen met amper 139 mijlen op de teller. Na een avondmaaltijd en twee uur rijden, bereikten we eindelijk ons hotel te Grand Rapids. Hier kregen we vandaag voor de eerste keer goed nieuws te horen; we kregen van Best Western een upgrade naar een Kingsuite. Nu verblijven wij in een kamer met 2 badkamers en een slaapkamer en salon met elk zijn eigen grote LCD.
Hopelijk zijn morgen alle negatieve ervaringen vergeten na een goede nachtrust.
Dag 1 – Hickory Corners, Michigan
Zonder koffers de vakantie beginnen, heeft zo zijn nadelen: waarvan de meest vervelende toch het gebrek aan medicijnen en verse kleren. We zijn weer een ervaring rijker en volgende keer nemen we een noodkit voor 1 of 2 dagen mee in onze handbagage. Na het ontbijt rijden we nog eerst langs de luchthaven om na te vragen of Delta Airlines al weet waar de koffers zich nu bevinden. Het enige antwoord dat ze ons kunnen geven, is dat ook zij niet altijd real-time gegevens krijgen van koffers die verloren zijn geraakt op internationale vluchten. Op zo een nieuws stonden wij echt niet te wachten.
Koffers of geen koffers, het programma lag vast; vandaag gingen we naar Hickory Corners om het Gilmore Car Museum te bezoeken. De eigenaar Donald Gilmore bracht zijn verzameling auto’s onder in verschillende hangaars per thema. Bij het binnenkomen van het museum sta je onmiddellijk oog in oog met een aantal Amerikaanse musscle cars: Mustang, Charger Camaro, Road Runner, …
De obligatoire groepen schoolkinderen ontbreken ook niet. Ze worden hier echter goed begeleid door een groep van vrijwillige gidsen die hen met vraag en antwoord trachten te boeien. Wij besluiten dan maar eerst de Shell garage te bezoeken en een aantal schuren met de auto’s van tussen de twee wereldoorlogen. Ter plaatse is er ook nog een authentieke diner waar we aanschuiven voor een sandwich BBQ Pulled Pork. Tegen dat we onze lunch hebben verorberd, is de drukte binnen al tot een normaal niveau gedaald en kunnen we genieten van al het moois aan auto’s dat in Amerika het levenslicht heeft gezien.
Het verhaal van de “Green book” willen we jullie zeker niet onthouden. Ondanks de verschillende wetten over rassenscheiding, was het in de jaren 1930 voor gekleurden niet simpel om te tanken, publieke toiletten te gebruiken of ergens te overnachten. De enige benzinestations waar ze zonder problemen konden tanken was bij Esso. In 1936 besloot Victor Green daarom een boek uit te brengen met de adressen waar zij wel welkom waren. Dit werd zo een groot succes dat hij dit later uitbreidde naar andere steden dan New York en bekend werd als “Green book”.
Dat auto’s ontworpen worden door mannen is ook zo een hardnekkig geloof. In 1959 gaf General Motors aan een groep vrouwen, bekend onder de naam “Damsels of Design”, de opdracht om 10 concept cars te ontwikkelen met als doel de auto’s van GM aantrekkelijker te maken voor potentiële vrouwelijke kopers. Van de 10 concept cars, 2 voor elk GM merk: Chevrolet, Pontiac, Oldsmobile, Buick en Cadillac, bestaat er heden nog maar 1 exemplaar. Deze Corvette heeft nog zijn oorspronkelijke olijfgroene metalic kleur en speciale opties zoals: zetelovertrekken voor elk seizoen, een met leer beklede lade voor haar portemonnee en een op de vloer gemonteerde afvalemmer !!
De onzekerheid of we al dan niet onze koffers zouden kunnen recupereren en de gedachte om nog een dag in dezelfde kleren te lopen, werden Colette te veel. Ze liep al heel de dag op haar ongemak en er zat dan ook niets anders op dan terug te keren naar het hotel. De vriendelijke dame aan de receptie nam contact op met Delta Airlines en kon ons het goede nieuws melden dat de koffers aangekomen waren op het vliegveld. Tien minuten later zaten de koffers in de auto en liep er een zenuwpees minder rond.
Een frisse pint in de sportsbar naast ons hotel zal de rest wel wegspoelen.
Dag 2 – Lansing, Michigan
Vannacht heeft Colette kunnen slapen tot vijf uur vanmorgen. Wat een aantal koffers allemaal teweeg kan brengen. Ze hield het zelfs uit tot 6 uur om mij te laten slapen, maar dan was alle hens aan dek geblazen. Ze wilde iets voor bereiden voor vandaag, maar had niet voldoende licht. Dus werden de gordijnen geopend. Of was het om mij te laten aanvoelen dat het voor haar een speciale dag was? Gelukkig viel mijn spreekwoordelijke frank op tijd en wenste ik haar een gelukkige verjaardag. Na een stevig warm ontbijt vertrokken wij naar Lansing, de hoofdstad van Michigan.
De eerste halte was bij het Shigematsu Memorial Garden, een kleine Japanse tuin. Even de auto op straat parkeren. Oeps, de straat stond vol met parkeermeters en wij hadden geen klein geld in onze zakken. Och, het is toch maar voor even enkele foto’s te maken. Iets in mijn achterhoofd bleef maar knagen. Na enkele foto’s maande ik Colette aan om terug naar de auto te keren. Lap, het was van dat, een overijverige politieagente ging juist vanuit haar golfautootje een boete onder de ruitenwisser steken. Mijn hersenen werkten in overdrive. Welk smoesje ging ik aan haar mouw spellen? Zonder nadenken, maakte ik haar duidelijk dat we juist uit België aangekomen waren, onze koffers te laat aan gekomen waren en dat wij nog geen tijd hadden om twintig dollar te wisselen in kleingeld. Misschien kon zij ons een plaats aanduiden waar wij dit konden doen zodat de parkeermeter kon gevuld worden. Ik eindigde mijn verhaal met “Mem”. Terwijl ze mij bekeek van kop tot teen, spookte het door mijn hoofd: had ik niet beter “Officer” gezegd in plaats van “Mem”? Tot onze opluchting bleef het bij een opmerking en vernietigde zij de boete. Oef, was dit even geluk hebben.
De eerste State Capitol van Michigan was in Detroit, maar zoals in vele andere Staten het geval is, opteerde men er voor bij de toetreding tot de Verenigde Staten om het Capitol te verhuizen naar een centraler gelegen stad. We hadden de keuze om aan te sluiten bij een groep voor een begeleid bezoek of alles zelf te ontdekken. Onze keus was snel gemaakt, toen ze ons vertelden dat de groep bestond uit kinderen van het derde leerjaar. Nee bedankt, dat lieten we aan ons voorbij gaan. Het hele Capitol dat anders een plaats van rust en sereniteit is, liep vol van schoolkinderen die hun laatste dagen van het schooljaar zoet gehouden werden met een “field trip”. Ja ja, ik weet het, hoe waren wij toen we die leeftijd hadden?
Hoed af voor de gidsen. Zij slaagden er toch geregeld in de kinderen muisstil te krijgen en hen te laten luisteren naar de uitleg. Zoals in elke klas, zat er hier en daar een haantje de voorste bij die een vraag stelde waarvan de gids een uitdrukking op zijn gezicht kreeg zoals een koe die een trein ziet passeren.
Na ons lunchpakket bezochten we het Michigan Historical Museum. We hadden echt de verkeerde dag uitgekozen. Liefst 22 groepen schoolkinderen bezochten het museum. Het ging een huzarenstukje worden om tussen al deze opgewekte kinderen rustig te genieten van de geschiedenis van Michigan. De gelijkvloers stelde niet veel voor. Dit gedeelte was opgebouwd zoals de ouderwetse musea: veel foto’s met tekst eronder en hier en daar een relikwie. Het tweede gedeelte stond ons meer aan omdat er veel gebruik werd gemaakt van diorama’s. Michigan was in het begin voornamelijk een staat waar veel pels werd verhandeld tussen de Indianen en de Fransen en Britten. De ontdekking van koper- en ijzererts lokte de vele buitenlanders op zoek naar fortuin. Michigan is echter voornamelijk groot geworden door de hout- en autoindustrie.
Ford lokte al in het begin van de twintigste eeuw de arbeiders met veel geld naar hun fabrieken. De zware werkomstandigheden om de hoge productiecijfers te halen, konden niet blijven duren. In december 1936 begonnen de arbeiders van General Motors te Flint aan een zitstaking. Zij protesteerden tegen de verhoging van de bandsnelheid, de onveilige werkomstandigheden, het gebrek aan werkzekerheid en eisten dat de United Automobile Workers erkend werden als vakbond. General Motors vroeg aan de rechter om de arbeiders te verdrijven. Door tussenkomst van de politie escaleerde de situatie en vielen er aan beide kanten gewonden. De gouverneur van Michigan liet de National Guard aanrukken om de vrede te bewaren. Andere fabrieken volgden het voorbeeld en de verkoopcijfers van General Motors zakten zienderogen. Na meer dan 40 dagen bezweek General Motors en gingen ze rond de tafel zitten met de arbeiders. Enkel nadat ze de vakbond erkenden, herstelde de rust en werd de productie weer opgestart. Flint werd zo de geboorteplaats van een nieuw tijdperk van de omgang van de werkgever met zijn werknemers.
Dag 3 – Grand Rapids, Michigan
Een mooie zonnige dag wordt voorspeld, terwijl ze vanaf morgen middag donder en bliksem aankondigen. Het programma wordt dan ook aangepast; een tuin bezoeken tijdens regenbuien is nooit een goed idee.
De Frederik Meijer Gardens is voornamelijk een buitenlucht museum voor de sculpturen verzameld door Fred en Lena Meijer. In de 12 ha grote landschapstuin staan langs de verschillende paden kunstwerken van gerenommeerde kunstenaars zoals: Miro, Rodin en anderen. Het grootste kunstwerk is het 7,3 meter hoge “The American Horse” van Nina Akamu.
In de namiddag zakken we af naar het centrum van Grand Rapids om het museum te bezoeken van zijn bekendste inwoner: Gerald R. Ford. Het museum is moeilijk te bereiken omdat verschillende kerken een inzamelingsactie houden in de hoofdstraten. In Amerikaanse termen betekent dit: hamburger en worsten standen. Het aantal organisaties is niet te tellen. De omleiding is dan ook navenant.
President Gerald R. Ford werd in 1913 geboren als Leslie Lynch King, Jr. Zijn moeder verliet haar loshandige man na zijn geboorte en hertrouwde drie jaar later met Gerald R. Ford, Sr die zijn naam aan hem gaf. Gerald kreeg na zijn middelbare studies de gelegenheid om beroepsvoetballer (American Football) te worden, maar hij opteerde ervoor om naar Yale te trekken om rechten te studeren. Hij kwam echter niet binnen via de grote poort. In 1935 begon hij als coach van het boks team. Na twee succesvolle jaren en zomercursussen kon hij de rector overtuigen om hem drie vakken te laten volgen. Tegen de lente van 1939 volgde hij de volledige cursus naast zijn verantwoordelijkheden als coach. In 1941 studeerde hij af en begon hij een advocatenbureau met een vriend. Toen Japan Amerika in Hawaii aanviel, engageerde hij zich bij de Navy in de hoop actie te zien. Groot was zijn verwondering toen ze hem fysieke trainer van het opleidingscentrum voor piloten maakten. Het kostte hem een volledig jaar en vele brieven om zijn zin te krijgen. In juni 1943 werd hij artillerie officier op de USS Montery. Gedurende anderhalf jaar zag hij in de Stille Oceaan voldoende actie. Toen het schip werd beschadigd tijdens een zware tyfoon, kreeg hij een walfunctie tot het einde van de oorlog.
Terug thuis, trouwde hij met Betty en stelde hij zich kandidaat als volksvertegenwoordiger voor de Republikeinen. Hij werd onmiddellijk verkozen en zou dit 13 keer na elkaar doen. De vicepresident van Nixon moest zijn functie afstaan nadat bekend werd dat hij steekpenningen had uitgedeeld. Ondanks dat Gerald Ford niet had meegeholpen met de presidentscampagne van Nixon, vroeg Nixon om de functie van vicepresident uit te oefenen. Wat hij niet had voorzien, was dat hij enkele maanden later Nixon als president opvolgde toen deze terugtrad na het uitkomen van het Watergateschandaal. Als carrière kan dit wel tellen. Zijn presidentschap was zeker geen gemakkelijke; hij had de opdracht om het Watergateschandaal voor de Republikeinen te laten vergeten, worstelden de Amerikanen met de naweeën van Vietnam en woog de energiecrisis op de economie. Toen hij zich herverkiesbaar stelde verloor hij nipt van Jimmy Carter. Na een video van 20 minuten over het leven van Gerald R. Ford en twee uur rondkijken in het museum wisten we het merendeel van zijn leven. We bleven echter met één vraag zitten: Waarvoor staat de R. in zijn naam? Het antwoord kwam van de man aan de kassa. Zijn middelnaam is Rudolph.
Dag 4 – Grand Rapids,Michigan
Het is zondag en we doen het wat rustiger aan. Colette zal niet zoals alle zondagen in België naar de eucharistieviering kunnen gaan. Haar aansluitend bezoek aan het café, kan ik hier wel realiseren. Omdat het Grand Rapids Public Museum slechts om 12:00 hr opent, stappen we een bar binnen voor een aperitief. Aan de bar worden we bediend door Liz. Terwijl we genieten van een frisse Budweiser knopen we een gesprek met haar aan. Zij studeert in de plaatselijke Grand Valley College “Exercise Science”. Ik verstond eigenlijk “exorcism” en liet het haar dan ook herhalen. We hadden geen idee wat deze studies inhouden. Uit haar uitleg konden wij opmaken dat ze na haar studies mensen zou begeleiden tijdens hun revalidatie. Zoals we al dikwijls hadden gehoord van Amerikaanse studenten, werkte ze in het weekend en ’s avonds om haar studies te kunnen betalen.
We namen afscheid en liepen door de regendruppels door naar het museum. Half mei is hier een tijdelijke tentoonstelling begonnen over de vondst van het graf van Toetanchamon. Met een audiovisuele gids in ons handen vertrokken we naar de tweede verdieping van het museum. Na een video over de zoektocht van Howard Carter werden we een donkere zaal binnengeleid en konden wij meebeleven wat Carter allemaal te zien kreeg nadat hij de trap had gevonden die naar het graf zou leiden. De voorkamer was rijkelijk gevuld. Nadat hij vier toegangsdeuren had geopend, stond hij oog in oog met de graftombe. Eén voor één werden de vier tombes geopend en verwijderd. Hij vond alles omzeggens ongeschonden.
Daarna kwamen we in een expositieruimte vol met voorwerpen die samen met de Farao werden begraven. Overal zagen we gouden voorwerpen, deskundig bewaakt door een drietal veiligheidsagenten. De ironie wil echter dat in de hele tentoonstelling geen enkel origineel stuk geëtaleerd staat. Het zijn allemaal zorgvuldig nagemaakte kopieën. Het is desondanks een opmerkelijke tentoonstelling.
De overige lokalen handelen over de plaatselijke fauna en flora en de geschiedenis van West-Michigan. Het gedeelte over zijn bevolking en voornamelijk deze van de immigranten wordt uitvoerig beschreven en getoond. Het verhaal van Leo Oumedian is wel uitzonderlijk. Hij ontvluchtte Armenië in 1914 tijdens de Turkse slachting van zijn volk. Ondanks dat hij een schrijnwerker was, begon hij in Michigan te werken in een fabriek voor auto-onderdelen. Om extra geld bij te verdienen, verkocht hij ook popcorn. Toen zijn zoon zag dat er geen popcorn werd verkocht tijdens de American Foorball wedstrijden, nam hij dit “gat in de markt” met beide handen aan.
Aan de verschillende hands-on zalen te zien, is dit museum een ideale plaats voor schoolkinderen. Gelukkig worden wij daarvan op een zondag gespaard. Dit wil echter niet zeggen dat ons bezoek gevrijwaard was van lastige groepen. Tot ieders verbazing zijn er nog lastigere groepen dan schoolkinderen: busladingen vol met Aziaten. Onbeleefd, luid en niets of niemand ontziend, crossen zij door het museum. Gelukkig hadden wij het Toetanchamon gedeelte al verlaten toen wij met deze bende werden geconfronteerd. Als kers op de taart mag Colette nog een rondje op een kermismolen van 1928 maken.
We verlaten het museum en rijden naar Elkart, Indiana. Na enkele minuten op de autostrade horen we een slag onder de auto. De wegen in Michigan zijn in een slechte staat. Het zijn voornamelijk betonnen stroken, vol met putten. Daarenboven kan je nergens rijden zonder een kadaver van een wasbeer of ree te zien liggen. Ik moet de auto aan de kant zetten, want ik hoor een schurend geluid. Na enkele kilometers kan ik eindelijk de afrit nemen. Het valt gelukkig mee. Een stuk sierlijst zit vast in de spatlap. Het is gemakkelijk weg te nemen en er is geen verdere schade aan de wagen te zien.
Dag 5 – Elkhart, Indiana
Vannacht was het hier klank en lichtspel. Is het omdat Colette van links naar rechts naar de lichtflitsen keek of omdat ze slecht gelegen heeft? Het antwoord moet ik jullie onthouden. Wat ik wel weet is: dat ik de ganse dag met een vrouw met een stijve nek heb rondgelopen. Haar benen zijn ook al niet meer soepel na al het wandelen in musea en tuinen.
De activiteit van vandaag zou haar fysieke toestand zeker niet verbeteren, integendeel. We zijn in Amishcounty en één van hun bezigheden is quilts maken. In dit geval geen quilts in stof maar in bloemen. Met gevolg dat ze ettelijke keren de auto in en uit moest om de bloemenperken te kunnen bekijken. Voor wat hoort wat. Opletten is in Amishcounty wel geblazen. Buggy’s getrokken door een paard op de openbare weg vraagt toch wel de nodige opmerkzaamheid. Gelukkig hebben ze op de grote verbindingswegen een aparte strook voor hen voorzien. Het is ook de ideale gelegenheid om charcuterie te zoeken dat wat meer weg heeft van wat wij kennen in België. We vonden een winkel waar je alles kon proeven. Daar bleef het dan ook bij, want toen Colette de prijzen zag, verslikte ze haar in een stuk salami. De salami was duurder dan Seranoham bij ons. Onder het motto: “het is voor iedereen crisis” en “de dollar staat hoog” hielden wij het dan ook voor bekeken.
Onze lunch aten we in een family restaurant, waarna we het RV/MH Hall of Fame bezochten. De Hollanders hebben iets met boten en caravans. De Amerikanen hebben iets met “recreational vehicle” ongeacht of dit een mobilhome of trailer is. Het enige verschil met ons is dat zij het hier ook groot zien en met groot bedoel ik groooooooooooot.
In dit museum hebben ze een verzameling van zeer oude trailers. Wij kennen dit als caravans. Omzeggens van zodra een grote groep mensen een auto konden veroorloven, produceerden ze al trailers. Het ombouwen van een bus tot een “Housecar” in 1931 kan aanzien worden als het begin van de Mobilhomes. Zoals de auto’s in de jaren 50 en 60 juweeltjes in onze ogen zijn, gaat dit ook op voor de trailers van die periode. Het model waar iedereen op zoek naar gaat is een Airstream. Ze zijn gemakkelijk herkenbaar aan hun ronde vorm en aluminium uitzicht. Tot op heden worden deze nog steeds gemaakt en worden als zeer luxueus beschouwd.
In de laatste hal stonden de trailers en mobilhomes van 2015. Een koppel uit Florida vraagt of wij geïnteresseerd zijn. In begin dat we naar de States kwamen, hebben we er wel eens over nagedacht om een RV te huren. In vergelijk met een huurauto en een motel bleek de RV duurder uit te komen. Het gevoel van vrijheid en niet gebonden te zijn aan de uren van motels en restaurants zijn de doorslaggevende argumenten van vele Amerikanen om er één te bezitten. Wild enthousiast vertellen ze over hun RV. Het scheelde niet veel of hij sleurde ons mee naar een fabriek. Hij was wel even vergeten te vertellen dat deze in Iowa lag, een kleine 500 mijl hier vandaan.
Colette krijgt meer en meer last van haar spieren. We besluiten dan ook terug te keren naar het hotel. Werk aan de winkel om haar terug op te lappen.
Dag 6 – South Bend, Indiana
Dertig jaar geleden beloofde ik in “Goede en slechte dagen”. Ik had niet gedacht dat het tweede gedeelte zo snel zou voorkomen. Deze morgen is ze opgestaan met meer pijn dan gisterenavond. Haar nek was geblokkeerd tot onder haar schouderbladen en van al de moeite om recht te geraken hadden haar benen een eigenaardige kleurtekening. Werk aan de winkel voor ondergetekende. Het bad werd volledig gevuld met warm water. Een kwartier later, hadden haar benen al terug een gezonde kleur en had ik haar van kop tot teen gewassen en afgedroogd. De pijnlijke zone in gemasseerd met zalf en een spierontspanner zouden haar door de dag moeten helpen.
Als voorzorg gingen we naar de Basilica of the Sacred Heart. Een “Onze vader” en een “Wees gegroet” prevelen in deze gebedsplek van de University of Notre Dame konden misschien de sleutel zijn tot verbetering. Het bezoek was dan wel gepland, maar mobiliteitsproblemen konden we missen als kiespijn. Zeker tijdens dit bezoek, want de parking is redelijk ver van de basiliek en haar voor rijden was niet mogelijk. Al sloffend bereikten wij de basiliek en konden we de pracht in ons opnemen. Terwijl ik de foto’s nam, had ze een conversatie met één van de vrijwilligers en werd ze meegenomen naar het museumgedeelte voor een blik achter de schermen. Ze haalde het terug tot aan de auto. Aan de volgende stop kon ik haar voor de deur afzetten. In de auto zitten, stelt geen problemen. Het is er in en uit geraken en neerzitten en opstaan dat pijnlijk is.
South Bend was en is een grote industriestad. James Olivier immigreerde uit Schotland en richtte hier een fabriek voor ploegen op. De verbeterringen die hij aanbracht liet hij patenteren en hij werd steenrijk. Zijn zoon J.D. bouwde het huis, Oliver Mansion, dat wij bezochten. Het was tot 1970 bewoond door 2 van zijn kinderen. Toen zij overleden, schonken de kleinkinderen het aan de historische vereniging. We hadden het geluk om alleen rondgeleid te worden door de gids en omdat dit de laatste toer was, konden we al de tijd nemen die we wilden.
Het andere succesverhaal in South Bend was dit van Studebaker. Misschien niet erg bekend bij de doorsnee Europeaan, maar de autoliefhebbers kennen het merk wel. Wat ze misschien niet weten, is dat de familie, nadat ze vertrokken uit Duitsland, een smidse opende in Gettysburg, Pensylvania. John Studebaker was wel een goede stielman, maar een slechte zakenman. Hij ging twee keer bankroet waardoor hij stelkens verder naar het Westen trok.
In South Bend aangekomen waren het uiteindelijke zijn zoons die een goed lopende zaak van paardenwagens uitbouwden. Verschillende presidenten waren bij hen klant. Bij de opkomst van de auto, stapten ze maar schoorvoetend mee met deze modetrend. Ze begonnen met elektrische wagens, omdat deze betrouwbaarder waren en minder vervuilend. Het kleiner bereik van de elektromotor noodzaakten hen echter over te stappen naar de brandstofmotor. In het begin namen ze een participatie bij een andere auto-ontwerper. Nadat ze het juiste personeel hadden gerekruteerd, zowel in het management als in de productie, legden ze zich volledig toe in het bouwen en verkopen van eigen wagens. De beurscrash eind jaren twintig sloeg hard toe bij Studebaker. De schaduw van het lot van hun vader hing als een zwaard boven hun hoofd. Uiteindelijk slaagden ze het hoofd boven water te houden. Na de Tweede Wereldoorlog maakten ze enkele uitzonderlijke auto’s, waarvan de Commander de bekendste was. Eind 1963 gebeurde het onvermijdelijke. Dalende verkoopcijfers, ouderwetse fabrieken en het onvermogen om te concurreren, zorgden ervoor dat ze de boeken moesten neerleggen.
Velen onder jullie kennen wel de film: “A League of Their Own”, over vrouwelijke baseballspelers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bij de oprichting van de All-American Girls Professional Baseball League in 1943 waren er maar 4 ploegen, waaronder de South Bend Blue Sox. De oprichter wilde niet dat ze aanzien werden als man-wijven, maar als All-American Girls. Ze kregen hiervoor vorming van een mode- en cosmetica icoon van die tijd. Elke speelster kreeg een beauty-kit en een boek getiteld “A Guide for All American Girls: How to … Look Better, Feel Better, Be More Popular.” Tijdens hun verplaatsingen mochten ze vrije tijdskledij dragen, maar zodra ze in het zicht kwamen van publiek, moesten ze er zo vrouwelijk mogelijk uitzien. Wanneer ze panne hadden met hun bus, moesten ze zich zelfs omkleden voordat ze de bus verlieten. Tijdens de wedstrijd droegen ze dan ook jurken en waren ze gemaquilleerd.
Dag 7 – Fairmount, Indiana
Vandaag verlaten we Amishcountry en zakken we af naar het zuiden. We hebben een lange rit voor de boeg. Veel is er niet te zien tussen Elkart en Indianapolis, onze bestemming voor de volgende vier dagen. Een rit van 2,5 uur brengt ons tot in Fairmount waar we het middagmaal nuttigen.
Daarna volgen we de Garfield Trail. De bedenker en tekenaar van Garfield: James Robert Davis, werd geboren en getogen in Fairmount op de vleeskoeienboerderij van zijn ouders. Zijn appreciatie voor katten verkreeg hij door het observeren van de 25 katten die bij hen op het erf rondhingen. Zijn moeder leerde hem tekenen. Na zijn universitaire studies ging hij werken in een reclamebureau. Daar er al veel honden in strips voorkwamen, opteerde hij voor een grote, chagrijnige, cynische oranje kat. Hij kende maar één chagrijnige cynische man: zijn grootvader James A. Garfield Davis. Garfield verscheen voor het eerst in een dagblad op 19 juni 1978.
In en rond Fairmount staan een elftal Garfield’s opgesteld, elk in een ander thema. Het koste wat zoekwerk om ze allemaal te vinden. De laatste stond voor het Fairmount Historical Museum. Hier stond hij gekleed in de vest van een andere bekende inwoner van Fairmount: James Dean. James werd in het nabijgelegen dorp Marion geboren. Zijn geboorte in 1931 koste zijn ouders $15. Toen hij vijf jaar was, verhuisde hij met zijn ouders naar Santa Monica, California. Vier jaar later sloeg het noodlot hard toe. Zijn moeder stierf aan kanker. Hij keerde terug naar Fairmount om op te groeien bij zijn tante en nonkel. Dit was als tijdelijke oplossing bedoeld. Doch toen zijn vader werd opgeroepen om te dienen in Wereldoorlog II bleef hij definitief in Fairmount.
Gescheiden van zijn vader en het verlies van zijn moeder weerhielden hem er niet van om zich te integreren in de school en nieuwe vrienden te maken. Hij specialiseerde zich in kunst, zowel beeldende als acterende. Een spijtig ongeval beperkte zijn filmcarrière tot drie films. Wij waren wel verbaasd te zien dat hij een bril droeg. Deze zette hij enkel af tijdens het maken van een film. De vriendelijke gids liet ons niet vertrekken voor wij hem beloofden ook zijn graf te gaan bezoeken. Even buiten het dorp lag de begraafplaats. De vriendelijke onderhoudsman toonde ons waar het graf lag. Hij ligt begraven naast zijn tante en nonkel. Als jullie goed kijken, kunnen jullie zien dat zijn graf geregeld gekust wordt door dames.
Dag 8 – Indianapolis, Indiana
Het belooft een warme dag te worden, tot 94°F, voor de Europeanen 34°C. Niet bepaald temperaturen om veel buiten rond te slenteren. We doen het dan vandaag ook rustig aan. Tegen 10 uur rijden wij richting het centrum van Indianapolis. De hoofdstad van Indiana is een drukke stad en de chauffeurs zijn hier redelijk energieke rijders. Het wordt dan ook oppassen geblazen. De verschillende klaverbladen vragen de opperbeste concentratie. Zeker als de op- en afrit elkaar kruisen. We geraken er heelhuids. De auto wordt in een ondergrondse parking geplaatst zodat hij in de namiddag geen bakoven is.
Colette haar mobiliteit is al veel verbeterd, maar de temperatuur nodigt niet bepaald uit om er een snelle pas op na te houden. Al sloffend bereiken we even later het Indiana State House. Na de verplichte veiligheidscontrole kunnen we onmiddellijk aansluiten bij een begeleide rondleiding onder de hoede van Justin. De kleine groep, een koppel uit Indiana en wij zelf, biedt de mogelijkheid om op plaatsen te komen waar ze met grote groepen niet kunnen/mogen komen. Zo worden we binnengeleid in de schatkamer van deze staat. Eind 19de eeuw werd de brandkast besteld om de inkomsten van de staat Indiana te bewaren. Gezien in die tijd de federale taks op brandkasten zeer hoog was, vonden de staat Indiana en de brandkastbouwer Mosler er niets beter op dan de brandkast te voorzien van een schilderij. Hierdoor werd het gecatalogeerd als een kunstwerk en was de federale taks zeer laag. Zo zie je maar dat niet alleen de inwoners de federale staat zo weinig mogelijk gunnen. Indiana is samen met nog zeven andere staten een staat waar, naast de senaat en de kamer ook hun hooggerechtshof in hun State House zetelt. In Indiana bestaat het hooggerechtshof uit vijf leden. Sedert vorig jaar wordt dit hof voor het eerst voorgezeten door een dame. Zij is enkel de tweede dame die er in slaagde om verkozen te geraken. De eerste dame die er in slaagde, was tegelijker tijd ook de eerste Afro-Amerikaan die werd verkozen.
We verlaten het State House en worden plat geslagen door de hoge temperatuur. Buiten passeren we verschillende Food Carts, waar de talrijke ambtenaren in de rij staan om hun lunch te bestellen. In tegenstelling tot andere hoofdsteden kunnen wij hier gewoon aan de overkant een bar binnenstappen en een pint bestellen. In het verleden viel het ons steeds op dat in een grote straal rond het State House en de regeringsgebouwen, geen bars te vinden waren. Eethuizen genoeg, maar meestal enkel met soft drinks.
De barman vraagt wat wij wensen te drinken. Colette neemt een Budweiser en ik vraag als hij iets heeft in de stijl van Hoegaarden. Als ze Stella, Stout, Pale Ale en Guiness verkopen, mag ik er toch vanuit gaan dat ze hun bieren kennen. De barman neemt een klein glaasje en gaat naar de tapkraan. Het heeft het uitzicht van een witbier, maar heeft een andere, weliswaar aangename smaak. Hij tapt een glas en ik vraag wat de naam is van dit bier. Hij zegt “seesan” en ik herhaal “Cezanne, zoals de schilder”. De brave man knikt bevestigend. We nemen de kaart en zoeken het bier op, maar kunnen het niet terugvinden. Wanneer we de rekening betalen zie ik de naam van het bier op het ticket: “Saison”. Je kan het een Amerikaan niet kwalijk nemen dat hij een Frans woord niet kan uitspreken, maar om naar de States te komen om een Waals biertje te drinken is toch wel niet alledaags.
Zoals in andere hoofdsteden staat in de buurt van het State House een museum over de geschiedenis en fauna en flora van deze staat. Dit museum viel tegen. Het was uitzonderlijk duur ($13/persoon), zelfs voor Amerikaanse normen en was niet uitzonderlijk interessant. Laat staan dat het interactief was. Het enige positieve was de reductiebon voor de parking.
Dag 9 – Indianapolis, Indiana
We reizen terug af naar downtown Indianapolis. De wagen wordt in een grote overdekte parking geplaatst. Het ziet er bewolkt uit met temperaturen rond 30°C. Er zit onweer in de lucht. Aan het Soldiers en Sailor Monument wordt er druk gewerkt. De renovatiewerken zijn wel al beëindigd, maar ze zijn de stellingen nog aan het afnemen. Spijtig voor de foto.
Terwijl we wachten tot de verantwoordelijke de deur van het Colonel Eli Lilly Civil War Museum opent, zien we hoe de banken aan het monument worden ingenomen door een aantal schooiers. De stadspolitie komt langs te paard, maar laat hen gerust. Ondertussen houden enkele dames een groepje jonge meisje bezig terwijl ze wachten op hun rondrit met een paardenkoets.
Burgeroorlog is een hobby van Colette. In Indiana werden er geen grote of belangrijke veldslagen uitgevochten. Nochtans heeft Indiana een grote bijdrage geleverd. Officieel was Indiana een slavenvrije staat. Quakers die over de hele staat waren gevestigd, waren uitgesproken tegenstanders van slavernij. Vele Afro-Amerikanen kwamen dan ook wonen in de buurt van Quakers. Het duurde echter tot 1863 vooraleer Indiana hun eigen Colored Troups Regiment hadden. Velen gingen dan ook voor die tijd naar een andere staat om dienst te nemen.
Het belangrijkste voorwerp van de infanterist tijdens de burgeroorlog waren naast zijn geweer, zijn schoenen. Vele dagen werden gevuld met het marcheren naar de het volgende slagveld. In die tijd kon een bedreven schoenmaker drie paar schoenen per dag afleveren. Maar de oorlog verbruikte meer schoenen dan er konden vervaardigd worden. De uitvinding van naaimachines zorgde ervoor dat de productie werd verdubbeld en dat de Noordelijken goed geschoend bleven terwijl de Zuidelijken genoodzaakt werden blootvoets verder te stappen.
Na de Eerste Wereldoorlog bouwde Indiana een groot Oorlogsmonument ter ere van hun inwoners die al dan niet verplicht deelnamen aan de bevrijding van Europa. Het is een monumentaal gebouw waar ze in de loop van de tijd, de verschillende zalen hebben gevuld met allerlei voorwerpen die toe behoorden tot militairen van Indiana die deel hebben genomen aan de verschillende oorlogen waar de USA aan deelnam. En dat zijn er wel een aantal.
Vele eenheden kregen een bijnaam. Eén er van is deze van het 9de en 10de Indiana Cavalry Regiment. Deze eenheden werden in 1866 opgericht en bestond voornamelijk uit Afro-Amerikanen die ingezet werden in het Zuid-Westen voor het opbouwen van grensposten, verkenningsopdrachten, en het bevechten van vijandige Indianen, Zij kregen de bijnaam “Buffalo Soldiers”. De origine van deze naam is ter discussie. De Indianen vergeleken de huidskleur en het kort gekruld haar van de zwarte troopers met dit van de buffalo. Een andere mogelijkheid stamde af van de zware buffalo huiden die de soldaten droegen tijdens de winter. Anderen schrijven het toe aan het feit dat de Indianen de mening toegedaan waren dat zij vochten met de wreedheid, uithoudingsvermogen en moed van een in het nauw gedreven of gewonde buffalo.
Je kan goed zien dat het Memorial gebouwd werd ter herinnering aan de Groote Oorlog. Ondanks dat de deelname van de Amerikanen maar goed begon in de tweede helft van 1917 wordt dit gedeelte uitvoerig uitgebeeld. In het bovenste gedeelte van het gebouw hebben ze een “shrine” geïnstalleerd. Het is een soort altaar in het midden van een enorme ruimte, waarboven een enorme Amerikaanse vlag hangt. In nissen in de zijmuren hangen de portretten van de belangrijkste geallieerde bevelhebbers. Voor België hangt er een portret van Koning Albert I.
In het park aan het Veterans Memorial Plaza, waar wij onze sandwiches nuttigen, werken ze ondertussen naarstig verder aan de opbouw van het evenement van het weekend: Pride Parade. Wij beslissen om een bezoek te brengen aan de Scottish Rites Cathedral. Het is nogal een groot gebouw met veel deuren en het neemt wat tijd in beslag om de juiste ingang te vinden. De ingang ligt voor een gebedshuis eigenaardig genoeg aan de achterkant. Aan de receptie krijgen wij het nieuws dat er geen gidsbeurt meer gepland is. De laatste was om 14:00 hr. Ik kijk op mijn horloge en stel vast dat deze toer twee minuten geleden begonnen is. De bediende roept de gids op en hij beslist dat wij kunnen aansluiten.
Tijdens de eerste minuten van zijn uitleg, begrijpen wij waarom wij de ingang aan de verkeerde kant zochten: dit is helemaal geen gebedshuis, dit is het ontmoetingshuis van de vrijmetselaars. In 1927 ontwierp George Schreiber dit gebouw in Neo-Gotische stijl, waar hij in elk vertrek andere verlichtingsarmaturen gebruikte, evenals de plafond- en muurbekleding. De danszaal was zelfs voorzien van een zwevende vloer. Hij hoopte hiermee andere opdrachtgevers te kunnen overtuigen om hem aan te werven voor het bouwen van hun kerk. Ze konden dan hier komen kijken wat mogelijk was. Een soort kijkhuis voor kerken avant-la-lettre. Deze vrijmetselaars houden zich voornamelijk bezig met liefdadigheid. Jouw geloof; katholiek, protestants, islam, joods, … speelt geen rol, zolang je maar de vraag “Geloof je in God?”, positief beantwoord. Vrijzinnigen zijn dus uitgesloten en …. vrouwen ook. Ben ik blij dat ik bij de vrouwen kan blijven.
Na deze vreemde ontmoeting, sluiten we de dag af met een wandeling rond het kanaal.
Dag 10 – Indianapolis, Indiana
Initieel had ik gepland om de Indianapolis Speedway Museum te bezoeken, maar Colette vond het maar niets om auto’s, weliswaar ‘Classics’, te bekijken die eindeloos rondjes draaien op een ovaal parcours. Het programma werd dan ook aangepast. Het Indiana History Center leek ons wel wat, omdat er ook ‘Living History’-acteurs aan deelnamen.
Het goede nieuws van de dag, kregen we al onmiddellijk aan de kassa: ‘gratis ingang’ als actieve militair. Ja, ik weet, actief ben ik niet, maar het is het kaartje dat erbij komt dat het hem doet. Dit historisch centrum is redelijk interactief opgevat. Er wordt van de toeschouwers verwacht dat ze de nodige stappen ondernemen om hun informatie te ontvangen.
In de eerste zaal ‘Destination Indiana’ worden 9 kort filmpjes afgespeeld over Indiana en wat er zoal te zien is. Deze filmpjes hadden wij bij onze aankomst in deze stad, drie dagen geleden, als eerste moeten gezien hebben. Het had ons een beter idee gegeven hoe deze stad en de staat ins ontstaan en wie hierin een belangrijke rol heeft gespeeld. In dezelfde zaal kon je dan via een scherm informatie opvragen over verschillende deelrubrieken, gaande van kledij, transport, belangrijke personen tot overstromingen en militaire deelnames van inwoners uit Indiana.
Verder in de gang zagen we een piano staan. In deze ruimte hadden ze de stijl van New York’s befaamde Waldorf-Astoria Hotel nagemaakt waar we kennis maakte met Chase. Deze jonge dame bracht ons terug in de tijd van 1940 waarbij ze nummers zong van Cole Porter, zoals “Night and Day”, “I get a Kick Out of You” … Vele van deze nummers herkenden wij van Frank Sinatra. De versie die zij bracht, was echter de originele versie zoals ze initieel waren gecomponeerd door Cole Porter. Hier konden wij wel een tijd blijven genieten. Het enige wat er nog aan ontbrak, was een fris drankje.
Via een passage door een rookgordijn werd een deur geopend en stonden we in eens in het kabinet van dokter Harvey Middleton in het jaar 1939. Deze Afro-Amerikaanse dokter was een cardioloog en had als eerste een elektrocardiogram om zijn onderzoeken uit te voeren. Hij kon echter niet opereren omdat hij niet toegelaten werd tot een hospitaal.
In de jaren 20 van de vorige eeuw slaagden de Ku Klux Klan er in om de rassenscheiding tot het uiterste te drijven. Vele van de topfunctionarissen zaten in deze groepering en konden zo de druk opvoeren. Zo was het voor de Afro-Amerikaanse bevolking niet toegelaten om na zonsondergang op straat rond te lopen en werd er een hoge school opgericht uitsluitend bedoeld voor hen. Terwijl Indiana daarvoor gemengde scholen had.
Hoe foto’s genomen en gemaakt werden in 1904 kregen wij te zien in de studio van Charles Miner. De twee acteurs, Steven en Stella, speelden hun rol uitstekend. Wij slaagden er maar niet in om hen te laten spreken over een andere periode dan deze die ze uitbeelden. Steven legde ons in detail uit dat in die tijd de foto niet op een filmpje werd gemaakt, maar op een glasplaat. Dat deze daarna in een kader geplaatst werd om dan via het zonlicht op een bewerkt stuk papier af te drukken. Het was Stella haar taak om de onvolledigheden op het papier te retoucheren of de foto in te kleuren.
In de laatste zaal keerden wij terug naar 1950. Lyman Ayres opende begin twintigste eeuw een winkel in Indianapolis die later het voorbeeld zou worden voor vele andere winkels zoals J.C. Penney’s en Macy’s. Hij voerde allerlei nieuwe marketing ideeën in die later als standaard in zulke winkels zou gelden. In elke afdeling zijn verkopers die de klanten begeleide keuzes laten maken. In de cosmetica afdeling kan je allerlei stalen uitproberen. Ook wat de werkomstandigheden betreft, was hij een trendsetter; vrije zaterdagnamiddag, airconditioning in de hele winkel, hoge lonen. Voor het minder begoede deel van de bevolking had hij de kelderverdieping ingericht als budget store.
De dag werd afgesloten met de finale van de High School All Stars Basket tussen Indiana en Kentucky. De beste speelsters van beide staten kwamen tegen elkaar uit. De speelsters werden na het spelen van het verplichte volkslied, aan de toeschouwers voorgesteld. Alle meisjes hadden hun humaniora afgesloten en wisten al dat ze toegelaten waren tot een universiteit. Zij die het schoolsysteem in de USA kennen, weten dat dit geen evidentie is. De partij werd regelmatig onderbroken om de toeschouwers te animeren of de één of andere persoon te bedanken of een prijs te overhandigen. De wedstrijd verliep in het begin redelijk evenwichtig. In het tweede gedeelte van de eerste helft liep Indiana echter uit en ze gaven deze voorsprong niet meer uit handen. Ze wonnen uiteindelijk met 88-58. In mijn boek is dit een redelijke afgang voor Kentucky.
Dag 11 – Dayton, Ohio
We verlaten Indiana en gaan richting Columbus, de hoofdstad van de staat Ohio. Onderweg stoppen we te Dayton. Deze plaats wordt aanzien als het centrum van de Amerikaanse luchtvaartgeschiedenis.
De gebroeders Wright begonnen hier hun carrière. Alhoewel ze geen hoger secundair onderwijs hadden genoten, laat staan een ingenieursopleiding, waren ze zeer technisch onderlegd. Ze begonnen met een drukkerij waarvan ze de drukpersen verbeterden. Na een tijd verkochten ze alles en openden ze een fietswinkel, nadat een vriend hen had gevraagd om zijn fiets te herstellen.
Ze ontwierpen hun eigen merk fietsen die beschouwd werden als luxefietsen. Hun kennis opgedaan met de ontwikkeling van hun fietsen zou hen helpen bij de wedloop om als eerste een vliegtuig te ontwerpen dat een mens kon vervoeren.
Tijdens de winter gingen ze naar het strand te Kitty Hawk, Noord-Carolina, waar er voldoende wind was en ze lange ongerepte stranden hadden. De ideale omstandigheden om hun zweefvliegtuigen te testen. Bij het ontwerp van hun vliegtuigen zorgden ze er in de eerste plaats voor dat ze het toestel konden besturen. In de zomer keerden ze terug naar Dayton om in een windtunnel de juiste vleugelvorm te vinden. Hun fietsmekanieker werkte ondertussen aan een motor, om het vliegtuig voort te stuwen. Nadat ze er eindelijk in slaagden in 1903 om een geslaagde vlucht af te leggen, besloten ze de verder ontwikkeling uit te voeren in Dayton. Ze kregen een grote weide ter beschikking van Torrance Huffman. Het enige waarvoor ze moesten zorgen, was dat, voordat ze begonnen te vliegen, ze de koeien en paarden van het veld haalden. Het koste hen nog enkele jaren om een productieklaar toestel te ontwikkelen dat voldeed aan de vereisten van het leger: naast de piloot een persoon vervoeren aan 60 km/hr met een bereik van 200 km.
Na een kort bezoek aan het Gedenkmonument van de broers, sprongen we nog even binnen in het Nationaal Museum van de Amerikaanse Luchtmacht. De echte liefhebber kan hier dagen in doorbrengen en bij elk bezoek iets nieuws ontdekken. Niet zozeer ons ding, dus bleef ons bezoek tot het minimum beperkt.
Dag 12 – Bremen, Ohio
Vorig jaar in augustus adopteerden wij het graf van Sergeant Willis Lewis Burnworth. Hij is één van de 368 Amerikaanse soldaten begraven op de Flanders Field American Cemetery te Waregem. Hij werd geboren op 5 juni 1891 te Bremen, Ohio en overleed op 1 november 1918 te Kruishoutem.
Tijdens de voorbereiding van onze reis, hadden wij al gepland om zijn geboortestreek te bezoeken. Wij verstuurden e-mails naar verschillende instanties om in contact te geraken met een familielid. Uiteindelijk na veel geduld werd onze zoektocht positief beantwoord. We kregen het telefoonnummer van een achterneef, Terry Burnworth. Hij was zeer verrast dat de Belgen de graven van de overleden Amerikaanse soldaten hadden geadopteerd en nog meer dat ze hem hiervoor contacteerden. Wij stuurden de informatie die wij al verzameld hadden en spraken af om terug contact te nemen wanneer we onze reis hadden aangevat.
Vandaag was de dag dat wij hen gingen ontmoeten. In Bremen, een klein dorpje reden we behoedzaam de lange oprit op naar het huis. In de hoop dat we aan het juiste huis waren, belden we aan. Ook in hun ogen kon je de spanning aflezen. Zij hadden wel het voordeel dat ze al een foto van ons hadden gezien. De ontvangst was hartelijk evenals de erkentelijkheid voor de inspanningen die wij met onze adoptie doen om de herinnering van hun grootnonkel levendig te houden.
We moesten al snel vaststellen dat zij zelf niet veel informatie hadden over hun grootnonkel en dat wij meer wisten over hem. Enkel Nellie, één van de zusters van de overleden sergeant Willis had ooit het graf van haar broer in Waregem effectief bezocht. Ze hadden wel een stapel foto’s voor ons klaar gelegd. We weten nu hoe zijn ouders er uitzagen en hebben wij een foto van hem in uniform gezien. Ik vroeg of hij ze voor ons kon scannen. De uitdrukking op zijn gezicht, was dezelfde als deze van een koe die een trein ziet passeren. Hij had geen idee over wat ik het had. Omdat zij gen computer hebben, had ik de e-mail naar hun zoon gestuurd, die een bedrijf heeft om dieselmotoren te tunen.
Geen probleem, hij zou ons naar zijn zoon rijden. Het was wel even schrikken toen wij ons transportmiddel zagen: een koets voortgetrokken door een klein tuinvoertuig. Zijn zoon was bereid om de foto’s in te scannen en naar ons te e-mailen.
Na het bezoek aan zijn zoon, was het tijd om te gaan lunchen. Op weg naar het restaurant kwamen we Amish tegen in hun koets. Toen ik de eerste keer met Terry telefoneerde had ik het gevoel dat hij iets met de Amish had of zelf was. Blijkt nu dat zijn grootvader een dominee van de United Brethren was en dat zij nog steeds lid waren van deze kerk. Een geloofsgemeenschap die rechtstreeks afstamt van de Mennonites van Pennsylvania. Aan tafel nodigden ze ons dan ook uit om te bidden als dank voor de maaltijd die we zouden nuttigen.
In de namiddag bezochten we de plaatselijke begraafplaats waar het merendeel van de familie hun laatste rustplaats heeft. Voor sergeant Willis hebben ze een kruis geplaatst naast het graf van zijn ouders. Daar stelden we ook vast dat heel wat leden van de familie Burnworth deel uit maakten van het leger, zowel tijdens WW1, WW2 als tijdens de strijd om Korea. Terry reed ons dan rond om een aantal markante plaatsen te bezoeken waar zijn familie leefde of woonde.
Zo bezochten we Douglas Burnworth, een neef van Terry die nog steeds woont in het huis van hun grootvader, de dominee Ira, een jongere broer van sergeant Willis.
Op het einde van de dag maakten we nog kennis met Mike Burnworth en zijn echtgenote Sue, een andere neef van Terry. Voor wij van iedereen afscheid namen en hun bedankten voor de hartelijke ontvangst die we mochten genieten, maakten we nog een groepsfoto.
Dag 13 – Greenville, Ohio
Het weer is hier zeer wisselvallig. Ze voorspellen onweer met hevige regenval. Niet bepaald het ideaal weer om buiten rond te lopen. Het alternatief is niet bepaald mijn ding, maar een mens moet af en toe eens een opoffering brengen.
We rijden naar Greenville, een rit van bijna twee uur. Wat is er nu te zien in Greenville zullen jullie denken? Dat was ook mijn eerste gedacht. Tijdens mijn voorbereiding voor deze reis had ik niets bijzonders tegenkomen in de brochures over Ohio. Het is nochtans het paradijs voor de keukenprinsessen. In deze stad staat de fabriek van KitchenAid. Na ons ontbijt had Colette een flyer gevonden met de nodige inlichtingen over hun outletstore, museum en rondleiding in de fabriek.
We komen juist op tijd aan in de fabriek om deel te nemen aan de begeleide rondgang. Rhonda is onze gids. We krijgen elk een veiligheidsbril en een ontvanger met een koptelefoon. Dit bleek een slimme zet, want het geluid in de fabriek is niet te harden, laat staan dat je iets van de uitleg zou verstaan. Nu hoorden we alles in onze koptelefoon en konden we zelf vragen stellen zonder naar elkaar te moeten roepen.
Er werken een kleine 1.000 personen in deze fabriek. Onze gids werkt er al 37 jaar. Het verloop aan personeel is zeer klein. Ze hebben zelfs geen vakbond. We lopen door de fabriek en kunnen zien dat er maar zeer weinig robotten gebruikt worden. Omzeggens alles is handenarbeid. Enkel de zeer repetitieve beweging bij het afschuren van de bramen op de metalen onderdelen en het schilderen worden uitgevoerd door robotten. Niet te verwonderen dat de aanschafprijs van hun toestellen redelijk kostelijk uitvalt.
In de namiddag bezoeken we hun plaatselijke winkel, waar een klein museum is ingericht, evenals een verkooppunt van zowel nieuwe producten als zogenaamde, refurbished toestellen. Dit zijn toestellen die de klanten hebben teruggebracht om verschillende redenen. Ze hebben het gekregen als geschenk, maar de kleur stond hen niet aan, ze zijn niet tevreden met het toestel of het werkte niet naar behoren. Deze toestellen gaan terug naar de fabriek, worden hersteld en nagekeken en terug verkocht aan een gereduceerde prijs. Hun kleinschalig museum geeft je een inzicht van de evolutie dat hun toestellen, voornamelijk de keukenrobot heeft ondergaan. In welk jaar het toestel gemaakt is of welk model je ook hebt, één ding hebben ze nooit gewijzigd, de houder waar de verschillende bijzetstukken worden in geplaatst. Je kan dus een nieuw model kopen en je oude bijzetstukken blijven gebruiken.
Wat doet een vrouw als ze al dit moois ziet? Juist, haar handen kriebelen, het water loopt haar uit de mond en ze zal iets aankopen. Jouw argument dat het voltage van de toestellen in de USA verschillend is met deze in Europa, blijkt niet overtuigend genoeg. Ze wil een handmixer om de volgende twee weken soep te kunnen maken en de volgende jaren wanneer we de USA bezoeken. Het laatste argument heb ik genoteerd. Het feit dat wij nog een korting van 20% krijgen door het tonen van mijn militaire kaart is mooi meegenomen en verzacht de gedachte dat ik nog twee uur voor de boeg heb om het hotel te bereiken.
Dag 14 – Columbus, Ohio
In de planning hebben we vier volledige dagen uitgetrokken voor ons verblijf in Columbus. Niet omdat in de hoofdstad van Ohio veel te zien is, maar wel om de tijd te hebben om de nodige opzoekingen te doen met betrekking tot Sergeant Willis Burnworth.
Voordat wij vertrokken, hadden we een e-mail verstuurd naar een reporter van de Lancaster Gazette met het bericht dat wij in de buurt waren en de familie zouden bezoeken. Spijtig genoeg kwam hier nooit een reactie op. Ik heb dan maar mijn stoute schoenen aangetrokken en hem gebeld. Hij had niet veel tijd, maar ik mocht na wat aandringen de informatie nog eens overmaken. Even later kregen we de naam en het telefoonnummer van een andere reporter. Hij bleek al veel enthousiaster. We hebben een afspraak gemaakt om hem en zijn fotograaf morgen te ontmoeten bij de achterneef van Sergeant Burnworth.
Dit noem ik nog eens een goed begin van de dag. In ieder geval beter dan het weer. In de regen vertrekken we naar het Ohio Statehouse. Samen met een koppel uit Pennsylvania worden we rondgeleid door Mike, een gepensioneerde schoolleraar. Ik houd mijn hart vast, want meestal betekent dit dat ze hun tekst doceren en dat ruimte voor persoonlijke inbreng gelimiteerd is.
Wanneer we boven een marmeren kaart staan met de 88 counties van Ohio, wijst hij de verschillende buurtstaten aan en benoemt ze Indiana, Kentucky, West-Virgina, Pennsylvania en een staat die hij niet wil benoemen, maar het begint met een “M”. Om één of andere reden voelde ik de nood om hem de naam toch te laten uitspreken. “Ah”, zeg ik, “dat moet dan Minnesota zijn”. Hij reageert geen vin. Ik vraag dan waarom hij de naam niet wil uitspreken. Het heeft te maken met de rivaliteit tussen de twee universiteiten; Ohio State en Michigan State. Zie je wel, zo moeilijk was dat toch niet.
Wat betreft de architectuur is dit zeker niet de mooiste Statehouse dat we al bezocht hebben. Alhoewel het een rotunda heeft, kan je van buiten geen koepel zien. Bij het ontwerp wilde de architect geen koepel voorzien omdat dit betekende dat hij een Romeins element zou moeten toevoegen aan een gebouw dat in neo-Griekse stijl zou worden gebouwd.
In de kelder bezochten we het interessantste gedeelte van dit gebouw. Het was een informatiecentrum over hoe de regering van een staat tot stand komt, hoe het is samengesteld en hoe het werkt. Deze interactieve tentoonstelling gaf ons ook de mogelijkheid om deel te nemen aan een referendum of leerlingen in de lagere school al dan niet moeten leren schrijven met een pen. Meer en meer scholen beslissen om jonge kinderen onmiddellijk te laten schrijven op een tablet of computer. Mensen vrezen dat de jeugd hierdoor onthouden wordt van een vaardigheid en dat hun spelling ondermaats zal zijn. Toen wij onze stem uitbrachten, was slechts 69% van de stemmers de mening toegedaan dat de kinderen verplicht moesten worden om te leren schrijven met een pen.
Zoals de meeste staatsmusea toonde ook het Ohio History Center de geschiedenis van deze staat beginnende met de prehistorie tot en met de hedendaagse staat, gaande van fossielen, de geografie tot de fauna en flora. Dit museum is echter gekend voor de vele tijdelijke tentoonstellingen.
Met veel verwachting bezochten we “1950s Building the American Dream”. We kregen eerst een overzicht met een vergelijking van statistische gegevens tussen 1950 en 2010; de prijs van een brood (0,18$ – 1,42$), huis (8.450$ – 272.900$), benzine (0,29$ – 3,86$), werkende vrouwen (28,8% – 58,6%). Het opmerkelijkste was echter het feit dat in 1950 van alle gezinnen 59% een auto hadden en in 2010 hetzelfde percentage op zijn minst 2 auto’s in hun bezit hebben.
In een aparte hal stond een Lustron huis. We hadden er nog nooit van gehoord. De Lustron firma fabriceerde een soort prefab woning uit geëmailleerd staal. Er waren drie modellen (van 66 m² tot 96 m²) en er was keuze uit 4 kleuren (Surf Blue, Dove Gray, Maize Yellow en Desert Tan). Ze werden overgebracht naar jouw bouwgrond, waar ze in 2 weken tijd in elkaar werden gestoken. Het doelpubliek waren de GI’s die terugkeerden van WW2 die zo de kans kregen een dak boven het hoofd van hun gezin te geven. Voor die tijd was het modern ingericht, ruimte besparend en vergde weinig onderhoud. Je moest geen gaten in de muur boren om iets op te hangen, een magneet was alles wat je nodig had. Het tentoongestelde model had in elke slaapkamer ingebouwde kasten. Als extra optie kon je een Thor combinatie was/afwasmachine onder het aanrecht aanschaffen. Van de 2.500 huizen die er werden verkocht, worden er nog steeds 2/3 van gebruikt.
Terwijl Colette buiten een aantal originele historische huizen uit verschillende delen van Ohio ging bekijken en met de acteurs die gekleed waren volgens het beroep van de inwoner sprak, ging ik naar de bibliotheek. De historici hielpen met het opzoeken van de geschiedenis van de familie Burnworth. Ze zochten het militair verleden van sommige familieleden en verklaarden de gebruikte afkortingen.
Dag 15 – Bremen, Ohio
We zijn terug op weg naar Bremen, het dorp waar Sergeant Willis Lewis Burnworth, van wie wij het graf hebben geadopteerd, werd geboren.
Het dorp ligt in een heuvelachtig gebied, rijk aan aardolie. De eerste olie werd gevonden in 1869. Begin twintigste eeuw was Bremen het centrum van de regionale olie-industrie. Er werd zelfs beweerd dat je Broad Street van boortoren tot boortoren kon afgaan zonder de grond te raken. Veel beweging is er niet te zien wanneer wij het centrum van het dorp bezoeken. Bij ons vorig bezoek, toonde Terry Burnworth, achterneef van Sergeant Willis ons de markantste plaatsen in het dorp. Wij zoeken ze nu op een maken er een foto van. In Amerika worden hun soldaten vereeuwigd op herdenkingsplaten. We vinden er één voor het huis van de American Legion en één op het Rushcreek Memorial High School Monument. Bijna iedereen van de Burnworth familie liep hier school.
Op de weg van het dorp naar het huis van Terry Burnworth zien we geen boortorens, maar van die ja-knikkers, zoals je er hele grote ziet in Texas. Ook op het terrein van Terry zien we er één staan. De ontvangst is hartelijk en op zijn Amerikaans; we krijgen beiden een stevige knuffel. De informatie die ik gisteren vond in het Ohio History Center wordt aan hen overgemaakt. Voordat we het weten, is het tijd om aan tafel te gaan. Hoe hard ik ook aandring, hij wil er niet van weten dat ik de lunch betaal.
De afspraak met de reporter van de Lancaster-Eagle Gazette is om 14:00 hr in de woning van Terry. De fotograaf Matthew is als eerste op de afspraak. Hij installeert zijn camera’s en lichtarmaturen. Ondertussen is Carl Burnett, de reporter ook toegekomen. Met zijn stenoboekje in de hand begint hij allerlei vragen te stellen en neemt Matthew allerlei foto’s. Van Terry wenst hij te weten hoe hij zich voelde toen hij de eerste keer telefonisch door mij werd gecontacteerd. Terry komt moeilijk uit zijn woorden en laat weten dat hij verbaasd was dat een wild vreemde man de gedachtenis van zijn grootnonkel wenst levendig te houden en zelfs bereid was om langs te komen om te zien waar hij leefde. De reporter wenst van ons te weten hoe het allemaal begon en vooral wat wij wensen te bereiken. Hij krijgt een uitgebreid verhaal hoe het adoptieprogramma verliep en wij maken hem duidelijk dat wij graag zouden te weten komen wie Sergeant Willis was en wat hij allemaal meemaakte, evenals dat alle informatie over zijn eenheid en zijn wapenmakkers ook welkom is.
Op het einde van het vragenrondje trachten we hem vooral te doen inzien dat onze generatie er voor moet zorgen dat hun offer niet in de vergetelheid mag geraken. In België noch hier in de USA. Het zou mooi zijn dat de krant via haar contacten de plaatselijke autoriteiten zou warm maken voor een herdenking in 1917 of 1918. Duizenden hebben zich vrijwillig opgegeven om in Europa te gaan vechten. Alleen al in dit klein dorpje waren 137 mannen bereid om zich hiervoor te engageren. Acht van hen keerden nooit meer terug. Het zou misschien een mooi initiatief zijn om het verhaal van deze acht op te zoeken en tegen dan een tentoonstelling te organiseren over hen. De reporter belooft ons een kopie van het artikel, bedankt Terry en ons voor het leuke gesprek en het interview. Voor ons is het ook tijd om afscheid te nemen. Wij weten dat het moeilijk voor hen zal zijn om ooit naar Europa te komen en het graf van hun grootnonkel te bezoeken. Desondanks drukken wij hen op het hart dat ze altijd met open armen zullen ontvangen worden en dat als zij er niet zouden in slagen dat hun kinderen, kleinkinderen of hun neven welkom zijn.
Het werd een moeilijk en emotioneel afscheid, maar de lange knuffel deed ons allen goed. Met spijt in ons hart verlaten we hen, niet wetende of we hen ooit nog zullen terug zien. Ze hebben in ieder geval een diepe indruk op ons gemaakt.
Dag 16 – Norwich en New Concord, Ohio
De reporter heeft een kopie van zijn artikel over ons bezoek aan de Burnworth familie en onze zoektocht naar informatie via e-mail overgemaakt. Het artikel staat ook op de website van de Lancaster Eagle-Gazette. Ondertussen hebben wij al een reactie gehad van de Voorzitter van de Veterans Foreign War organisatie.
Wij trekken verder naar het Oosten. De weg die we gebruiken werd vroeger de “National Road” genoemd. In het National Road & Zane Grey Museum te Norwich krijgen we de nodige uitleg van de gids. De inwoners van de oorspronkelijke 13 koloniën zochten meer grond om de toevloed aan immigranten te huisvesten. Ze hadden al een doorgang door de Appalachen te Cumberland gevonden, maar de weg stopte aan de Ohio rivier te Wheeling. Kolonel Ebenezer Zade sloot een akkoord met het Congress om een pad door de bossen vrij te maken in ruil voor het recht om de oversteken van de grote rivieren uit te baten. In 24 jaar tijd slaagde hij erin om door de dichte bossen een pad van 5 meter breed van Wheeling tot Maysville vrij te maken. Breed genoeg om de Conestogakarren te laten passeren. Links en rechts van het pad konden de nieuwe boeren een stuk grond ontbossen en omvormen tot velden.
In het begin hadden ze nog last van aanvallen van de Indianen, maar zodra het gebied voldoende bevolkt was, trokken de Indianen verder naar het Westen. De nationale regering nam de uitbouw van de National Road over en maakte hem breder. Het budget hiervoor werd voornamelijk verzameld door tol te innen aan tolhuizen. Hoe meer mensen verhuisden naar het Westen, hoe meer faciliteiten nodig waren; gaande van rustplaatsen, hotels, smeden en koetsenherstellers.
De komst van de trein zorgde dat de National Road minder werd gebruikt. Eens dat de auto was ingeburgerd kwam de National Road weer tot leven. De modderwegen werden geleidelijk aan vervangen door betonnen banen en hier en daar werden tankstations opgericht. Enkele jaren later ontstonden dan de eerste vliegvelden.
In New Concord, een dorp een paar mijl verder, staat het ouderlijkhuis van John Glenn, de eerste Amerikaan die een vlucht maakte rond de aarde in 1962. Een gids vertelt, terwijl ze de verschillende ruimtes in het huis laat zien, het levensverhaal van de astronaut. Na zijn studies neemt hij dienst in de Marine Corps en wordt er piloot. Ook in Korea neemt hij deel aan gevechtsacties. Terug in de USA wordt hij testpiloot en neemt hij deel aan de droom van John F. Kennedy om de eerste man op de man te hebben. Hij zal uiteindelijk in 1962 de eerste Amerikaan zijn die een vlucht rond de aarde maakt. De eerste astronauten hadden echter een groot probleem. De verzekeringsfirma’s wilden hen geen levensverzekering geven, het risico was veel te groot. In geval de astronaut overleed tijdens zijn vlucht, kwam de familie zonder inkomen te zitten. ‘Life-magazine’ beloofde in ruil voor de exclusiviteit van het verhaal om de nabestaanden van het nodige te voorzien.
Richting Steubenville regent het onophoudelijk. Gelukkig stopt de regen vlak voor het begin van het Dean Martin Festival. Op het plein achter de Spot Bar worden we verwend met verschillende zangers die liedjes zingen van Dean Martin, Frank Sinatra, Nancy Sinatra en Neil Diamond. De organisatie is verheugd om bezoekers van België te kunnen verwelkomen en we worden zelfs geïnterviewd door een lokale TV zender. Wanneer we de mensen aan onze tafel een glas willen aanbieden, wordt ons dit geweigerd. Zij plaatsen de bestelling en wensen niet dat wij betalen.
Dag 17 – Steubenville, Ohio
De stad maakt zich op voor een volledige dag van Dean Martin herdenkingen. In de hoofdstraten staan er verschillende standjes. Het weer wordt de grote spelbreker. In de voormiddag valt het nog mee, lichte regenbuien worden afgewisseld met periodes van zonneschijn. Het is echter zeer laf, met een vochtigheidsgraad van 80%.
In de voormiddag bezoeken we Fort Steuben waar alles begon. Het is een typisch fort van eind 18de eeuw. De verschillende blokhutten geven een overzicht hoe ze toen leefden en een smid toont hoe hij de nodige gebruiksmiddelen voor de inwoners van het fort maakte. We beslissen te voet de verschillende muurschilderijen te bezoeken. De meesten liggen in een straal van enkele blokken. Terwijl wij door de straten lopen, valt het ons op hoe vervallen deze stad is. In de tijd dat Dean Martin hier woonde, teerde de stad voornamelijk op de staalindustrie. Sedert de teloorgang van de staalindustrie, zagen de mensen hier hun stad zienderogen achter uitgaan. Het enige wat er van is overgebleven, zijn de muurschilderijen die in het centrum staan en een overzicht geven van hoe het hier vroeger was. De beelden handelen over de Ohio rivier, de universiteit gesticht door de Franciskanen, de pioniersdagen en Dean Martin.
In de namiddag bezoeken we nog het Jefferson County Historical Museum. Dit museum is gevestigd in een huis van 1918, gebouwd voor de dochter van een burgeroorlogheld: Kolonel John J. Carter. Het heeft 19 kamers in Engelse Tudorstijl en staat vol met allerlei voorwerpen dat aan het museum werd geschonken. Veel interessants was er niet echt te zien. Op de bovenverdieping hadden ze de kamers per onderwerp verdeeld: een kamer met voorwerpen van Presidenten afkomstig van Ohio, één voor de burgeroorlog en één voor de soldaten van Ohio die deelnamen aan WW1 en WW2. Ook Dean Martin had zijn eigen kamer. De hoezen van omzeggens al zijn langspeelplaten hingen aan de muur. Daarnaast stonden er veel foto’s van Dean Martin met bekende personen. Meestal zijn persoonlijke vrienden.
Toen wij buiten kwamen stond een groep jong volwassenen te wachten om het museum te bezoeken. Ze waren ontgoocheld te horen dat wij deel uitmaakten van de laatste groep die het museum konden bezoeken. Eén van hen keek mij aan en zei de anderen dat hij ons herkende van de televisie. Het interview dat de lokale televisiezender gisteren in de Spotbar van ons had afgenomen, werd nog dezelfde avond uitgezonden. Van het één kwam het ander en hadden wij met deze jonge mensen een uitgebreid gesprek. Ze hadden België zelfs al bezocht toen ze in Oostenrijk waren voor hun studies. De regen werd spelbreker en we gingen elk onze weg verder.
‘s Avonds bleef het maar regenen en velen die in ons hotel verbleven, opteerden om niet meer naar het Dean Martin Festival af te zakken. De optredens vonden plaats in de open lucht en niemand zag het zitten om onder een paraplu naar de artiesten te luisteren. Tegen 20:15 hr stopte het van regenen en opende het wolkendek. Even checken op verschillende weerstations. Het zag er goed uit. De minst positieve voorspelde nog 5% kans op regen. We waagden het erop en zakten af naar de Spot Bar. Op de parking kon je al zien dat er veel minder volk opgedaagd was als gisteren. Na ons kwamen de mensen met mondjes maat afgezakt en de artiesten konden toch nog voor een vol huis hun liedjes brengen. Zij die thuis waren gebleven hebben uiteindelijk ongelijk gekregen. Vooral het optreden van Buster Maxwell as Sammy Davis Jr kon ons bekoren. Zijn muziek is niet zozeer ons ding, maar hij deed Sammy wel zeer goed na, tot de laatste handgeste.
Dag 18 – Lakewood, Ohio
We verlaten Steubenville en rijden naar het noorden, richting Cleveland. Gedurende het eerste uur zien we enkel het trieste landschap van verloren gegane staal- en steenkoolindustrie. Het heeft veel weg van de streek rond Charleroi, maar met meer bossen. In Cleveland toegekomen worden we weer geconfronteerd met de slechte staat van de weg. Iedereen rijdt in het linkervak, het rechter zit vol met putten. Hier en daar zijn de putten overdekt met een dikke metalen plaat.
Op een zondag zijn in deze streken niet veel plaatsen open om te bezoeken. Deze die wel open zijn, openen enkel in de namiddag. Wij opteren voor een bezoek aan het Museum of Divine Statues. In een kleine, oude kerk heeft een restaurateur van kerkbeelden de kerk als museum ingericht. Het staat vol met beelden die hij geschonken heeft gekregen van kerken die de deuren hebben moeten sluiten. Hij herstelt en restaureert de beelden en stelt ze tentoon. Wanneer we binnenkomen worden we overmand door de schoonheid waarmee ze werden hersteld. In een zijruimte kunnen we zien hoe hij een Mariabeeld aan het herstellen is. Langs elk beeld staat een informatiebord. Je kan er ook voor opteren om een tablet te huren en bijkomende informatie te consulteren. Het toeval wilt dat er ook wifi ter beschikking is. Op het informatiebord is er QR-scan, zodat je met je smartphone rechtsreeks de informatie op de website kan nalezen. Het minste dat je kan zeggen, is dat deze mensen met hun tijd meegaan.
Dag 19 – Cleveland, Ohio
Wij zijn in Cleveland. De stad met de grote sportploegen: Cavaliers (basket), Indians (baseball) en Browns (American football). De stadions bezoeken gaan we niet doen, maar we willen wel onze verzameling honkbalballen vervolledigen met deze van de Indians.
De dag beginnen we echter met naar een overdekte markt te gaan. De Westside markt is gebouwd in 1902 in Neo-klassieke/Byzantijnse stijl. Binnen zijn er een honderdtal standjes van beenhouwers, bakkers en fruitboeren. De meeste worden gerund door families, enkele ervan door families die er al van bij de inhuldiging van het gebouw bij waren. Aan de hand van het aanbod kan je ook de nationaliteit herkennen: Iers, Duits, Italiaans, Pools, …
In het toerismebureau vragen we een kaart met de belangrijkste bezienswaardigheden op wandelafstand in het centrum van de stad. De vriendelijke dame toont ons de gebouwen die we zeker moeten bezoeken. Recht tegenover het toerismebureau staat “The Arcade”. Dit negen verdieping hoog gebouw met vier lange balkons werd in 1890 gebouwd in een Victoriaanse stijl. Het was één van de eerste indoor mall’s in de Verenigde Staten. Je kan de grandeur van die periode nog zien, maar spijtig genoeg zijn veel van de winkeltjes verlaten.
Op verzoek van een verstokte lezer van dit blog bezoeken we de Louis Stoke-vleugel van de openbare bibliotheek van Cleveland met een kleurrijke moderne architectuur. Het nieuwe gedeelte is verbonden door een schaduwrijke binnentuin met het oude gebouw, waarvan het interieur in Renaissancestijl is, met marmeren vloeren, muurschilderijen en gewelfde plafonds.
Onze wandeltocht brengt ons naar de St John’s Catedral, een Rooms-katholieke kerk ingewijd in 1852. Met temperaturen rond 30°C buiten is het aangenaam om even in een koele kerk te verpozen. Terwijl buiten het drukke verkeer voorbij raast, genieten we van de stilte binnen. Een politieagent heeft een moment van reflectie in de Heilig Hart kapel. Terwijl ik wat foto’s neemt, bekijkt Colette alles met de nodige aandacht.
Voor het stadhuis staat in het kader van het jaar van de Geit een kleurrijk exemplaar, genaamd Dolly. Niemand kan het stadhuis betreden zonder eerst ingeschreven te worden. Dat de plaatselijke stadsbediende problemen zou hebben met onze Belgische identiteitskaart, kon iedereen voorspellen. Met mijn kaart viel het nog mee, maar bij Colette’s familienaam hield hij het maar voor de gemakkelijkheid op haar middelnaam. Overal zien we in de zijgangen agenten die vooraleer de bezoeker het bureel betreedt de identiteit controleert. Voorzichtig zijn ze hier wel of is het eerder achterdochtig?
De voeten beginnen al te kreunen onder al het geslenter. We bekijken en bezoeken nog een aantal plaatsen waar Cleveland hun militairen herdenken die in verschillende oorlogen het ultieme offer hebben gegeven voor de vrijheid van de inwoners waar zij streden. Op Memorial Plaza staat een indrukwekkende Art Deco fontein ter herinnering van Wereldoorlog 2. Het beeldt de vrede uit die oprijst uit de vlammen van de oorlog. Soms vragen we ons toch af waar ze het blijven halen.
Dag 20 – Cleveland, Ohio
Vandaag zullen we wat later moeten uitzetten. Het noorden van Ohio werd vannacht hard getroffen door onweer. Op het nieuws zien we verschillende verslagen van plaatsen waar er water overlast gemeld werd. In de omliggende staten is er zelfs sprake van schade aan daken door de harde wind die er mee gepaard ging. Tegen negen uur stopt het van regenen en een uur later klaart het geleidelijk op. Het wordt nog een stralende dag.
De planning wordt dan ook omgegooid. De voorgaande periode hebben we enkele tuinen niet kunnen bezoeken door het minder goede weer. Vandaag zal ik er niet aan ontkomen. Als ik nu wil of niet, we gaan een botanische tuin bezoeken.
Een half uur later staan we in een grote serre. Deze is zo groot dat er twee tropische wouden in ondergebracht zijn. De kleinste toont de woestijn van Madagascar vol cactussen en de ster van de dag: een kameleon. In de serre hebben ze twee mannetjes die ze aan het publiek kunnen tonen. Ze mogen echter niet in elkaars buurt komen of het zit er bovenhands op. In de grootste serre betreden we het Costa Ricaans regenwoud. Overal rondom ons vliegen er vlinders. Wanneer de groep met kinderen eindelijk de serre verlaat, krijgen de vlinders de nodige tijd om te rusten en hun vleugels aan de zon te tonen. Het is opvallend fris, maar zodra we naar het hoger gedeelte van de serre gaan, voelen we de warmte die we verwacht hadden.
Bij het verlaten van de serre slagen we het pad in richting de Japanse tuin. Het is een miniatuur berglandschap waar je jou ziel tot rust kunt laten komen. Dat is alvast de bedoeling, maar moeilijk te realiseren wanneer een moeder haar losbandige kinderen, die overal op en over klimmen, niet in de hand heeft. Hoe de moeder ook naar haar kinderen roept om niet steeds voor de camera van de andere mensen te lopen, het dringt niet tot hen door. De enige die nog wat te zeggen heeft over hen is de grootmoeder. Colette en de grootmoeder geraken in een gesprek over de voor- en nadelen van vrije opvoeding en de ouderwetse directieve opvoeding. Veel stilte en rust zullen we hier dan ook niet vinden.
Even verder op zien we waarom de kinderen allemaal zou energiek rondlopen. Naast het pad dat naar de volgende thematuin leidt staan er verschillende boomhutten waarbij de kinderen worden uitgenodigd om deze te bezoeken. Eén ervan is uitgerust met buizen waar ze naar lieve lust kunnen op kloppen in de hoop dat er wat noten uitkomen.
De Hershey Children’s Garden is speciaal gemaakt voor kinderen die thuis geen tuin hebben of er niet mogen in spelen. Er staan een paar klassieke waterpompen en een bord ‘bewater de planten en bloemen, maar niet de zandbak’. Jullie raden het al, veel water zien de planten niet en van een zandbak is er al lang geen sprake meer. Modderbad is een betere omschrijving.
Nadat Colette de nodige tuingeheimen heeft kunnen uitwisselen en voldoende ideeën heeft opgedaan voor een volgend tuinproject kunnen we de tuinen achter ons laten. Het is te zeggen: de botanische tuinen. Op onze weg terug naar het hotel, passeren we de ‘Cultural Gardens’. Deze tuinen zijn in één van de groene longen van Cleveland aangemaakt door de verschillende culturele groeperingen. Verschillende landen hebben in de eerste helft van de vorige eeuw de mogelijkheid gekregen om een tuin aan te leggen volgens hun gebruiken. Vele landen hebben er een tuin aangemaakt met beelden van bekende landgenoten. Anderen hebben er eerder cultureel herkenbare symbolen in verwerkt. De tuinen zijn verspreid over meer dan 3 kilometer. Het enige nadeel is dat je niet mag parkeren op de weg die door het park loopt. Zodat we er maar enkele hebben kunnen bezoeken.
Dag 21 – Sandusky en Fremont, Ohio
Onze laatste dag in Ohio is aangebroken. In Sandusky bezoeken we het Merry-Go-Round Museum. Dit museum ondergebracht in het oude postkantoor heeft een oude kermismolen, maar het belangrijkste zijn de oude onderdelen van de kermismolen. Het merendeel zijn paarden, maar er zitten ook andere dieren tussen.
Velen dateren van begin twintigste eeuw en werden hier en daar gevonden in oude hangars of stallen van boerderijen. Ze krijgen hier een nieuw leven. Ze worden hersteld indien nodig en dan volledig gerestaureerd. Een viertal van hun gerestaureerde herten waren te zien in het Witte Huis. First Lady Michelle Obama ontwierp het display “Holidays at the White House” tijdens de kerstvakantie van 2014. Jaarlijks maken de vrijwilligers van het museum één houten paard dat ze dan tijdens de kerstperiode verloten. Met de opbrengst kunnen ze dan andere paardenmolenonderdelen redden van de ondergang.
In de namiddag bezochten we het Rutherford B. Hayes museum en het huis. Hij was de negentiende president. Tijdens de burgeroorlog was hij al verkozen tot volksvertegenwoordiger van Ohio, maar hij bleef bij zijn regiment. Slechts toen de oorlog ten einde was ging hij zetelen in Washington en na zijn termijn als gouverneur van Ohio werd hij de negentiende president.
In het museum was er ook een tentoonstelling van rode jurken van presidentsvrouwen en bekende Amerikaanse vrouwen. Het huis kon bezichtigd worden, maar er mochten geen foto’s worden genomen.
Na een rit van twee uur komen we aan in de buurt van Detroit bij onze gastvrouw Linda. Zij heeft een huis niet ver van een meer, waarvan ze een gedeelte verhuurd via Airbnb. Ze heeft dezelfde leeftijd van Colette en is tewerkgesteld in de muziekindustrie.
Dag 22 – Detroit, Michigan
Het huis waar we verblijven, is gelegen aan Lake Chemung. Onze gastvrouw Linda ratelt al evenveel als Colette. Deze drukke dame heeft een eigen bedrijf dat singer-songwriters promoot. Om toch een zeker inkomen te hebben, verhuurt ze een deel van haar huis via Airbnb. Wij hebben onze eigen kamer en badkamer en kunnen gebruik maken van de keuken. Om acht uur vertrekt ze naar een meeting en genieten wij in stilte van ons ontbijt.
De eerste stop is het Detroit Historical Museum. In verschillende zalen geven ze een beeld van hoe Detroit ontstaan is en waarvoor het gekend is. Het zal geen groot geheim zijn dat ze vooral gekend zijn voor de auto-industrie en motown muziek. Zelf beschouwd Detroit zich als de stad van de vernieuwers. In deze stad zag het bandwerk het levenslicht, tupperware parties en zelfs wegmarkeringen. Deze kwamen tot stand toen Edward Hines, die bezorgd was over het grote aantal auto-ongevallen, in 1925 zag hoe een melkboer tijdens zijn ronde op het midden van de baan melk aan het verliezen was.
Hier staat ook de beroemde Meier klok, Louis Meier werkte twaalf jaar aan deze klok, Naast de hoofdklok zijn er nog twaalf kleinere klokken die de tijd aangeven van grote steden. Daartussen staat van boven een maan, zodat de kijker weet in welk fase deze zich bevindt en vanonder de datum. Het speciale aan de kok is dat alles aangestuurd wordt door één enkele pendulum. In 2006 heeft het museum de klok stilgelegd vanwege het delicate raderwerk; Ze wordt enkel nog op uitzonderlijke dagen in werking gesteld.
In de namiddag bezochten we de openbare bibliotheek. De vriendelijke veiligheidsagent toonde ons de weg naar de verschillende bezienswaardigheden. Op de tweede verdieping zijn er een aantal muurschilderijen te zien van twee verschillende artiesten. De Canadees John Stephens Coppin opteerde voor ‘de mobiliteit van de mens’ door de jaren heen, terwijl Gari Melchers de vroege geschiedenis van Detroit heeft uitgebeeld.
Er blijft nog wat tijd over om de straat over te steken en de Frida Kahlo en Diego Rivera tentoonstelling te bezoeken. Het handelt over de periode dat ze in 1932 in Detroit verbleven toen Rivera in opdracht van de zoon van Henry Ford de grote muurschilderij maakte met als thema ‘Detroit Industry’. Frida kreeg tijdens hun verblijf een miskraam en verwerkte haar gevoelens in enkele van haar schilderijen.
De terugweg verloopt wat moeizaam. Aan een drietal verkeerswisselaars op de autostrade verloopt het verkeer stapvoets. Ze hebben hier nog de gewoonte om op zo een verkeerswisselaar verkeer van links en rechts te laten toekomen en veel bestuurders moeten van uiterst links of rechts de afslag nemen aan de andere kant. Het tijdverlies biedt ons echter de gelegenheid om bij zonsondergang foto’s te nemen van het meer dat aan ons verblijf ligt.
Dag 23 – Detroit, Michigan
We zijn nog maar juist op weg naar Detroit of we worden voorbijgestoken door een ambulance. Even verderop lichten de remlichten van alle auto’s op. Er ontstaat een lange file en sommigen beslissen om terug te keren. Een grote ambulance steekt ons met loeiende sirene voorbij. Een andere route volgen is geen optie, want de oprit naar de autostrade is maar een kilometer verwijderd. Aan de verkeerslichten staan liefst 3 ambulances, een brandweerwagen en enkele politiewagens. Nochtans is de ravage eerder beperkt: een grote Ford is in de zijde van een kleine minivan gereden.
Na dit klein oponthoud, zetten we zonder problemen ons weg verder naar Belle Isle Park. Dit eiland ligt te midden van Detroit River, de rivier die Michigan scheidt van Canada. Van hieruit kunnen we een foto nemen van de skyline van Detroit.
Het eiland werd in 2013 in handen gegeven van de staat. Bij gebrek aan middelen had de stad het eiland laten verkommeren. Je moet nu wel een jaarpas aanschaffen, maar je ziet duidelijk dat met de inkomsten er alles aan gedaan wordt om het eiland terug in eer te herstellen. Alle bezienswaardigheden op het eiland zijn gratis. Met de jaarpas van $11 kan je zoveel keren komen als je zelf wilt. De inwoners van Detroit maken er dankbaar gebruik van. Overal zie je gezinnen met kleine kinderen rondlopen en genieten van de stilte.
In de namiddag krijgen we een begeleide toer van het General Motors Renaissance Center. GM nam dit moderne gebouw, bestaande uit vijf torens, in 1996 over van Henry Ford II. De middelste toren heeft 74 verdiepingen en huisvest het Marriott hotel met op de bovenste verdieping een restaurant. De vier andere torens hebben 39 verdiepingen en bestaan voor het merendeel uit burelen, waaronder het hoofdkwartier van GM. GM renoveerde de torens om een open look te creëren van buiten uit en ze voegden er een wintertuin aan toe met palmbomen. Na de gidsbeurt konden we de wagens van de verschillende merken, die onder GM resulteren, bezoeken in de centrale hal. Colette kan moeilijk een keuze maken. De gele Corvette ziet ze wel zitten. Ze kan moeilijk kiezen tussen de Cadillacs, Buicks en Chevrolets. Ze opteert uiteindelijk voor een hel groene Chevrolet Spark.
Detroit is één van de oudere steden in het Mid Westen. In het begin van de twintigste eeuw werden enorme wolkenkrabbers gebouwd waar de verschillende grote bedrijven hun maatschappelijk zetel in hadden ondergebracht. Een foto nemen van zulke gebouwen is een huzarenstuk. De straten zijn jaren verwaarloosd door de stad, ten gevolge van de grote crisis op het einde van de vorige eeuw. De stad komt er nu stilaan terug bovenop. Overal zie je enorme renovatiewerken in de stad en voornamelijk aan de straten. Ook vele van de originele wolkenkrabbers zijn toe aan een renovatie. Binnen zijn het pareltjes van Art Deco. Wij bezochten op het eind van de dag de Guardian Building. Deze wolkenkrabber werd in 1929 in gebruik genomen en is 150 meter hoog. Haar bijnaam is: ‘Cathedral of Finance’.
Dag 24 – Dearborn, Michigan
Wie Detroit zegt, kan niet voorbij Henry Ford. In Dearborn staat nog een fabriek waar ze F150 pick-up’s maken. De firma heeft ook een groot centrum met een museum, een I-Max cinema en een dorp met oude gebouwen. Op één dag kan je dat allemaal niet bezoeken. Het zou de hele dag regen en we opteren dan maar voor het museum.
De toegangsprijs is aanzienlijk voor de USA, $20 per persoon enkel voor het museum en nog eens $6 voor de parking. Gelukkig mogen militairen gratis binnen en parkeren. Voor Colette hadden we in het toeristenbureau een reductiebon gekregen van 20%. Dat meer dan de helft van het museum over Ford en auto’s handelt, zal jullie wel niet verwonderen. Moest het enkel over auto’s gaan, zou er echter niet zoveel volk rondlopen. Het zijn de tijdelijke tentoonstellingen die het blijkbaar aantrekkelijk genoeg maken om terug te komen. Zo kan je een Dymaxion House bezoeken. Dit ronde huis wilde men na WW2 in massaproductie brengen, maar het basiskapitaal kon nooit gevonden worden.
De enige 2 prototypes werden door de Grahamfamilie opgekocht en geassembleerd. Ze woonden er 25 jaar met hun kinderen in. Uiteindelijk werd het gekocht door het museum. Ze deden er twee jaar over om het terug in zijn oorspronkelijke staat te brengen en toonbaar te maken voor de bezoekers. Het concept ziet er wel praktisch uit, maar leven in een aluminium doos met plexiglazen ruiten zien wij toch niet zo zitten. Vanaf dat de auto in de USA was ingeburgerd, gebruikten ze hem voor het afleggen van grote afstanden. De infrastructuur was echter niet aangepast. In de jaren 1930 ontstonden er op verschillende plaatsen ‘Tourist Cabins’, met een dubbel bed, een stoof en een nachtemmer.
Een miserabele vakantie ervaring in 1951 lag aan de basis van het concept van de motelkamers van Holiday Inn. Standaard waren airconditioning, televisie, telefoons en zwembaden voorzien, daarenboven zijn parking en ijsblokken steeds gratis. We genieten van al het chroomwerk en de achtervleugels aan de wagens uit de jaren 50. Ronkende namen volgen elkaar op: Thunderbird, Mustang, Studebaker, Belair …. Naast vermogen en snelheid wordt er ook aandacht besteed aan hoe de auto’s veiliger en zuiniger zullen gemaakt worden.
Dag 25 – Auburn Hills, Michigan
Het is zondag en we doen het wat langzamer aan. We blijven wat langer in bed liggen en genieten van een uitgebreid ontbijt. Voor vandaag was er niet echt iets gepland. We bespreken onze opties.
Half juli trouwt de jongste dochter en we moeten nog gaan shoppen voor onze outfit. In de buurt zijn er twee outletcenters, de ene wat groter dan de andere. Na een kort beraad, is de kogel door de kerk: het wordt deze met de meeste winkels. Er zijn liefst 185 verschillende outlet winkels. Daarenboven is er ook een Bass Pro Shops Outdoor World.
Bij mijn weten, bestaat er zo iets niet in Europa. Vorig jaar bezochten we al eens zo een winkel en Colette is er zot van. Zij die het feuilleton ‘Last Man Standing’ kennen of volgen weten waar over ik het heb. De acteur Tim Allen speelt daarin de verantwoordelijke voor de marketing van de sportwinkel ‘Outdoor Man’. Nancy Travis is zijn echtgenote in de serie. Alleen al voor haar zou je naar de serie kijken.
Maar ik ben aan het afwijken. Het is dus een grote sportwinkel, echter niet zo als wij ze kennen in België. Het heeft iets weg van ‘AS Adventure’, met dat verschil dat het zeker tien keer groter is en op zijn Amerikaans. Wapens en bogen hebben een aparte vleugel in deze winkel. Zo ook de watersportafdeling. Van vislijnen tot boten en buitenboordmotoren (tot 320 pk !). Al koop je niets, dan ben je toch een tijd zoet met het bekijken van alle opgezette dieren die er overal staan. In deze winkel zijn er zelfs eenden en een aquarium vol vissen.
Na het aangename gaan we over tot het noodzakelijke: de aankoop van onze outfit voor de trouw. We zijn vertrokken. Eerst is Colette aan de beurt. Hoe zat dat ook al weer met die Amerikaanse maten? Heb ik nu een zes, een acht of een tien? Niet op antwoorden. Je kan toch nooit het juiste antwoord geven. Ze moet de kleedjes maar allemaal uit het rek nemen, passen en ze zal het wel snel weten. Wanneer ze iets gevonden heeft dat past, vraagt ze natuurlijk wat ik er van vind en of ze er mee staat. Zoals voor veel mannen is dit ook voor mij “de vraag” waarbij je het liefst niet in de buurt staat wanneer deze wordt gesteld. Hier is er echter geen ontkomen aan. Als ik nu wil of niet ik zal moeten antwoorden. Na meer dan dertig jaar ervaring zou mij dit toch moeten lukken om hier ongeschonden uit te komen. Wat het uiteindelijk voor haar en mij geworden is, zullen jullie kunnen bewonderen op de trouwdag. Voor vandaag zit het shoppen erop. Wij rijden op ons gemak terug naar ons gasthuis, terwijl we genieten van de laatste zonnestralen hier in Michigan.
Dag 26 – Ann Arbor, Michigan
Onze reis loopt ten einde. Op onze laatste dag bezoeken we Ann Arbor, de stad waar de University of Michigan gevestigd is.
De universiteit heeft zelfs een botanische tuin, onze eerste stop van de dag. Niet dat het een grote tuin is, maar toch goed om een uur of twee in rond te lopen en wat foto’s te nemen. De serre heeft een Tropical House, een Temperate House en een Desert House. De aandachtige bezoeker kan mits wat geduld zelfs een kikvors ontdekken. Welke het is, daar hebben wij het raden naar. De biologen onder jullie zullen ons wel een mailtje sturen met de naam van dit klein diertje. (ondertussen kregen we van Lily de naam van het beestje: hyla versicolor of te wel Grijze boomkikker).
In de namiddag gaan we op zoek naar feeën. In het centrum van de stad zijn een aantal huizen in het bezit van een deur langs waar de feeën het huis kunnen betreden. De zoektocht brengt ons door een oudere wijk waar heel wat eigenaardige huizen staan. De zoektocht vraagt wel wat opmerkingsvermogen. De omvang van de deur is niet zo als wij ze kennen. Om een reden die wij niet konden achterhalen, leggen de mensen kleingeld aan de deur voor de feeën.
Op onze weg door de stad komen we een muurschilderij tegen. Het eerste wat in ons opkomt is: ‘Singing in the Rain’. De tekening is zo gemaakt, dat als je de juiste positie inneemt, het lijkt alsof de persoon de lantaarnpaal, die er een meter voor staat, vast heeft. Velen dachten dat deze tekening werd gekozen omdat Gene Kelly’s dochter lang in Ann Arbor leefde. Maar niets is minder waar.
Voor we terug rijden, stoppen wij nog even aan de Campus van de Michigan University. De meeste studenten zijn naar huis. Het zijn enkel de doctoraat studenten en zij die een zomercursus volgen die hier nog rondlopen. Er zijn meer dan 500 gebouwen verspreid over 3 km².
Per schooljaar betaalt iemand die in Michigan woont en hier wil studeren ongeveer 15.000 dollar. Woon je niet in Michigan dan loopt de rekening op tot 40.000 dollar per schooljaar. Een mens zou voor minder in zijn haar krabben. Tegenover de gebouwen van de rechtencampus staan de huizen van enkele broederschappen. Aan één ervan zijn er grote renovatiewerken in uitvoering.
Terugreis
Gisteren kregen wij van de gastvrouw te horen dat wij haar huis moesten verlaten vóór 08:25 Hr. Dat was even schrikken. Vooral de manier waarop ze het zei. Onze planning voor de terugreis werd hierdoor aardig door elkaar gehaald. In plaats van op ons gemak de koffers in de voormiddag te pakken, gingen wij naar onze kamer en begonnen met in te pakken.
Veel zin had ik deze morgen dan ook niet om uitgebreid afscheid te nemen. Toen ik de auto aan het inladen was, kwam ze naar buiten om snel afscheid te nemen want ze moest nog douchen en dan vertrekken. Ze gaf nog mee dat ze een goede recensie over ons zou schrijven op de website van Airbnb en of ik dat ook zou kunnen doen. Ik liet haar weten dat ik niet volledig tevreden was van ons verblijf. Ik bespaar jullie de rest van het gesprek. We namen afscheid en vertrokken naar Cracker Barrel voor een ontbijt.
De omelet met spek smaakte en wij bespraken wat we met de rest van de tijd zouden doen. Het werd uiteindelijk een bezoek aan Macy’s, de betere versie van JC Penney’s. De zoektocht naar een vestje voor haar trouw outfit werd verder gezet. Verbazingwekkend was de zoektocht snel voorbij en konden we richting luchthaven trekken.
Op Tripadvisor had ik in de buurt van de luchthaven nog een familierestaurant gevonden waar we konden lunchen voor we zouden terugvliegen. Aan de voertuigen op de parking te zien, was dit een druk bezochte eetplaats. Binnen zaten voornamelijk oudere mensen en truckchauffeurs. Dit is dus de juiste plaats om in de States een middagmaal te nuttigen. We zijn in zulke plaatsen nog nooit ontevreden naar buiten gegaan. De dagmenu was ‘Swedish Meatballs’. Ze zagen er uit zoals bij Ikea en ze waren lekker. In plaats van veenbessen kregen we er champignons bij en pasta.
De auto werd volgetankt en vijf minuten later stonden wij bij de huurwagen firma. Een snelle overhandiging zonder problemen en we werden vervoerd naar de terminal. Tijdens het inchecken kregen we het bericht dat de vlucht naar Atlanta met anderhalf uur werd vertraagd. Dit betekende wel dat we onze aansluiting naar Brussel zouden missen. We hadden enkele bange momenten. Hoe zou dit aflopen? De behulpzame dame vond een oplossing door ons over te zetten op de rechtstreekse vlucht naar Schiphol. Daar zouden we een uur de tijd hebben om de vlucht naar Zaventem te nemen.
Na twee uur wachten, kregen we het verlossende seintje: de zetels werden aan ons toegewezen en ook deze voor de vlucht naar Brussel. Met een gerust gemoed konden we instappen en genieten van de terugreis. De service aan boord van Delta Airlines is niet zo goed als deze van Lufthansa. De beeldkwaliteit van de video’s daarentegen was uitstekend. Ik ontdekte een sitcom die bij mijn weten nog niet speelde in België: ‘Mom’. Een hilarische reeks over een moeder, haar zoon en dochter die samenleven met de grootmoeder. Moeder en grootmoeder zijn bij de AA en kunnen met moeite de eindjes aan elkaar knopen. Door het gokprobleem van de moeder geraken ze hun woonst kwijt en moeten ze in een hotel verblijven. Uiteindelijk vinden ze een degelijke woning tegen een redelijke prijs. Het addertje onder het gras is dat de vorige familie vermoord werd en de moordenaar nog vrij rondloopt. Hilariteit verzekert.
Nabeschouwing
Deze rondreis ging een speciale worden. We adopteerden vorig jaar het graf van Sgt Willis Burnworth en gingen zijn achterneef bezoeken. Daar hij in Ohio woont, werd deze trip een rondreis door Michigan, Indiana en Ohio.
In het verleden bleek een bezoek aan het noorden niet echt mee te vallen. Deze reis heeft onze vorige indrukken zeker niet kunnen weerleggen. De mensen zijn wel vriendelijk, maar niet echt hartelijk. In de staten die we dit jaar bezochten, zagen wij veel groot steden met de daaraan verbonden nadelen. We kwamen door verloederde wijken met leegstand en schooiers. De crisis moet hier hard toegeslagen hebben. Alhoewel je ook veel werken in uitvoering ziet. Vooral aan de wegen wordt er gewerkt. Je mag blij zijn dat je met een splinter nieuwe huurwagen rond rijdt. Met versleten banden mag je, zoals vele Amerikanen hier, naar de pechstrook om een band te vervangen. In de steden zijn ze volop begonnen aan de restauratie van oude en belangrijke gebouwen.
Van Michigan hebben wij enkel het zuidelijk gedeelte bezocht. Ook al heeft Detroit een niet zo goede reputatie, je moet het zeker bezocht hebben. In verschillende wijken zie je duidelijk de gevolgen van de terugval in arbeidsplaatsen. Hele wijken zijn verwaarloosd en er hangen armoezaaiers rond. Je ziet echter dat ze er werk van maken om de stad terug haar elan van weleer terug te geven. De laatste drie jaar zijn ze begonnen aan de wederopbouw. Belle Isle Park is daarvan een mooi voorbeeld. Niemand durfde daar nog rondlopen en nu is het een ware verademing. Families kunnen op dit eiland tot rust komen en genieten van de stilte.
Voor Colette was het hoogtepunt het Henry Ford Museum. Naast het ontwikkelen en produceren van auto’s, hield de familie Ford zich ook zinledig met andere technologieën en verzamelden ze historisch erfgoed. De kunstliefhebbers zullen zeker hun gading vinden in het Detroit Institute of Art met als hoogtepunt de muurschildering van Diego Riviera. Wij hadden het geluk dat er juist een tijdelijke tentoonstelling van Frida Kahlo en Diego Riviera te bezoeken was.
Een tuinliefhebber die ook graag kunst bewondert, moet dan weer het Frederik Meijer Gardens & Sculpture Park bezoeken te Grand Rapids. De nieuwe Japanse tuin hebben we van ver kunnen zien en zal zeker de moeite waard zijn. De moderne/abstracte kunstwerken zijn dan weer een genot voor het oog.
Ook een vrijzinnige kan een kerk betreden. Niet om er een dienst bij te wonen, maar om zijn ogen de kost te geven. Het hoogtepunt voor mij in Indiana was zeker de basiliek van het Heilig Hart van de Notre Dame Universiteit te South Bend. De kleurenpracht in deze kerk is onbeschrijflijk. Je moet dan ook de nodige tijd uittrekken om alles in detail te bekijken.
Het moeten niet altijd musea zijn om te bezoeken. Tijdens de voorbereiding zoek ik ook de bekende personen van de te bezoeken staat op. In Indiana is dat Jim Davis, de tekenaar van Garfield. Ze hebben in de wijde omgeving van zijn geboorteplaats Fairmount een tiental beeldjes van Garfield in allerlei outfits geplaatst. De eindbestemming van deze route brengt je in een klein museum met items van een andere bekende inwoner: James Dean. Neem ook de tijd om zijn graf, even buiten het dorp, te bezoeken. Zijn graf heeft verschillende zoenafdrukken. Stel je voor dat hij niet zo vroeg was gestorven.
Indianapolis is de hoofdstad van Indiana en het summum voor de autorace fanaat. Wij opteerden om het de totaal andere kant op te gooien en bezochten een kathedraal die er geen bleek te zijn. De Scottish Rite Cathedral is eigenlijk het ontmoetingshuis van de vrij metselaars.
In Ohio hebben wij de meeste tijd doorgebracht. Het meisjeshart van Colette tikte aan 200% bij het bezoek aan de fabriek van KitchenAid. Haar gedacht was al gemaakt op het moment dat ik haar vertelde dat wij de fabriek zouden bezoeken; ze zou zeker iets aankopen. Het werd een handstaafmixer. Deze kon ze op alle volgende reizen zeker gebruiken. Je kan geen zelf gemaakte soep maken zonder mixer en pakjes soep eten dat smaakt niet.
Tijdens elke reis mag het voor één evenement iets wat meer geld kosten. Twee jaar geleden gingen we naar het Glenn Miller Festival, dit jaar werd het Dean Martin Festival. Het festival vond plaats in zijn geboorteplaats Steubenville op het achterplein van de Spot Bar. Bijna was het weer de spelbreker geworden, maar het geluk was met ons de regen stopte vlak voor het begin van de avondvoorstellingen.
Ons hoofddoel van deze rondreis was echter kennis maken met de familie van Sergeant Willis Lewis Burnworth van wie we het graf op Flanders Field American Cemetery te Waregem hebben geadopteerd. Sergeant Willis stierf tijdens het bevrijdingsoffensief te Olsene op 1 november 1918. Hij had vier broers en vier zusters, maar was zelf niet getrouwd. Onze hoop was groot dat wij in zo een grote familie toch verschillende familieleden zouden terug vinden. Groot was onze verbazing dat we enkel een achterneef konden terug vinden en deze had dan nog geen e-mail. Telefonisch maakten wij een afspraak om Terry Burnworth en zijn familie te bezoeken. Wij werden met open armen ontvangen en hartelijk bedankt dat wij de herinnering aan zijn grootnonkel in leven willen houden. Terry en zijn vrouw Shirly gaven ons een rondgang in het dorp, de begraafplaats en de school. Met Douglas en Mike, twee andere achterneven maakten wij ook kennis.
Tijdens ons tweede bezoek aan Terry werden we geïnterviewd door de Lancaster Eagle-Gazette. Deze lokale krant vond dit toch eigenaardig verhaal van een Belgisch koppel dat de familie van een overleden soldaat van de Grote Oorlog komt bezoeken, waard om een artikel te plaatsen in hun krant. Voor ons was het de gelegenheid om een oproep te lanceren om enerzijds deze soldaten niet te vergeten en anderzijds de nodige informatie met betrekking tot hen te verzamelen. De familie gaf ons een foto van hun grootnonkel in uniform en ons verhaal is dankzij de krant en facebook al bij heel wat mensen gepasseerd. De reacties zijn zeer positief en we worden goed verder geholpen bij onze zoektocht. Het zal voor Terry en Sherry niet mogelijk zijn om het graf van hun grootnonkel in Waregem te bezoeken. Wij zetten onze zoektocht verder. Wie weet wat we nog vinden of wie we nog gaan tegenkomen.
De denkoefening voor onze volgende rondreis is gestart. Naar waar, kan ik jullie echter nog niet onthullen. Ik wil wel een tip van de sluier lichten: het gaat richting het zuiden. Aangenamere mensen en beter eten. Wat moet een mens nog meer hebben?
De dagverslagen met foto’s en links naar de bezochte plaatsen en links naar de motels waar we verbleven zijn terug te vinden op onze website http://amarilisvos.wix.com/colpet-website
Peter Stassen
Rondreis USA 2015 – Michigan, Indiana en Ohio