Wat hadden Thomas Edison en Henry Ford met elkaar gemeen?
Misschien gaat je een lichtje op als ik het over Thomas Edison heb: de uitvinder van de gloeilamp, al was hij niet de eerste die aan dit idee werkte. In 1854 was het de Duitser Heinrich Göbel al gelukt er eentje te produceren, maar het lukte hem niet om hem commercieel bruikbaar te maken. Edison ging verder met dit idee, perfectioneerde het en de gloeilamp werd een succes.
Maar het was de fonograaf die zorgde voor de wereldberoemdheid van Thomas, niet slecht voor een gedeeltelijk dove, (door de roodvonk) voormalige telegrafist.
Deze geniale man kocht in Fort Myers een winterverblijf aan de Caloosahatcheerivier, wat klinkt als een aanval van hooikoorts. Buiten het huis van de latere conciërge stond hier niets. Wat hem toen zo bijzonder interesseerde, was de aanwezigheid van veel bamboe. Op dat moment experimenteerde hij namelijk met bamboe voor de gloeidraad van die veelbesproken lamp.
Het huis dat hij zette was prachtig en ik zou graag uren op de enorme veranda, die helemaal rond het huis loopt, willen zitten. Altijd een koele plek en iedere keer weer een ander prachtig uitzicht. Ruime kamers, natuurlijk alles van hout, schitterend ingericht met het originele meubilair. Je kunt overal door ramen naar binnen kijken en je verlangt er naar binnen te gaan om alles op te pakken. Voelen hoe de bedden liggen en de stoelen zitten, door de ramen naar buiten te staren naar de rivier die je aan het eind van die prachtige tuin ziet stromen.
Thomas was oprichter van de General Illuminating Company en in zijn laboratorium werden heel wat uitvindingen gedaan door zijn medewerkers. Die kocht hij vervolgens op en zette de octrooien op zijn eigen naam. Ook een manier om bekendheid en fortuin te genereren.
Henry Ford was werkzaam in het bedrijf van Thomas en experimenteerde met benzinemotoren. Zijn streven was een voertuig te maken, waar geen paard voor hoefde. Als ik de wereld zo bekijk, lijkt hij me aardig in die opzet geslaagd.
Thomas stimuleerde Henry in zijn geëxperimenteer, wat de basis was voor hun hechte vriendschap.
Deze twee mannen hebben allebei op hun eigen manier de wereld veranderd, een verbijsterend gegeven als je weet dat dit twee aartsconservatievelingen waren.
Edison had dus de grond gekocht in Fort Myers en er een winterverblijf gebouwd, waar hij en zijn vrouw steeds meer tijd doorbrachten. Om een lang verhaal kort te maken: Henry Ford kocht uiteindelijk het huis naast Thomas, al verbleef hij er met zijn gezin slechts twee weken per jaar. Verbazingwekkend genoeg, want ook dat was een prachthuis in diezelfde prachtige omgeving.
De staande klok die je door het raam kunt zien, zou uit de toenmalige inboedel komen van zijn buren de Edisons en was een geschenk voor de familie Ford.
De tuin is prachtig aangelegd en langs de weg naar de winterverblijven staan palmbomen, die vanaf 1907 door Thomas geplant zijn en waarvan de diverse er nu dus nog staan. Ook in de tuin staan de prachtigste bomen, die zich aan de grond vasthouden met een grillig, deels boven de grond uitstekend wortelstelsel, waarvan het lijkt alsof het getekend is.
Omdat vervoer van allerlei goederen over de weg nogal lang duurde, liet Thomas een pier aanleggen die aanvoer per boot makkelijk maakte. Deze pier was vijfhonderd meter lang en was meteen de ultieme plek voor een botenhuis, meerdere aanlegplaatsen, schilderplekken en gewoon lekker zitten.
Hij had het goed bekeken, die Edison. Al zou hij zich in zijn graf omdraaien als hij nu het uitzicht zou zien met torenhoge appartementenflats en andere ontluisterende gebouwen die de omgeving vervuilen.
Hij liet zelfs een zwembad in zijn tuin aanleggen en was daarmee de eerste in de regio die een zwembad bij zijn huis had. Eerst had hij een zwemvijver, die er nu nog is, maar die natuurlijk ook een prachtig onderkomen biedt aan slangen en andere enge dieren. Het zwembad ligt hoger en het heldere water zorgt ervoor dat je ziet of er dieren inzitten, die het op je ledematen gemunt hebben. Als cadeau liet zijn vrouw Mina een huisje in de tuin zetten, die Thomas al laboratorium kon gebruiken met daar omheen een moongarden waar ze konden genieten. Tenminste, als Thomas niet aan het uitvinden was of meewerkte aan ontwikkelingen van nieuwigheden zoals de elektrische stoel…
Die avond zochten we een hotel in Clewiston. De gps gaf er eentje aan die een eind van de weg stond in een zijstraat van een zijstraat. We reden er naar toe en onderweg zag ik al een kroeg. Ik heb nou eenmaal radar voor café’s. Bij het inchecken vroeg ik naar het café waar we langs kwamen. Nou, dat was niet zoveel. Harde muziek, snookerende mannen en tamelijk ongezellig. Meteen kreeg ik een verslag van de overige drie café’s die het plaatsje rijk was, met het laagste cijfer voor een etablissement waar alleen maar Mexicanen kwamen.
‘Als ze met je willen dansen, betalen ze je vijf dollar. Allemaal van die kleine kereltjes, maar als je geld nodig hebt dus wel een aanrader.’ Vertelde de vrouw achter de receptie, terwijl ze naar haar Mexicaanse echtgenoot zwaaide die net voorbij liep. Het viel me op dat hij een klein mannetje was.
Het beste café was eigenlijk die naast de receptie, waar heel veel mensen uit het stadje kwamen. Dus wat doe je dan? Inderdaad.
Het was inderdaad een aardige bar, groot, pal aan het water, natuurlijk zo’n vijftien televisieschermen die allemaal op een andere zender waren afgestemd, ventilatoren die een sterke verkoeling gaven in die dertig graden en zoals altijd bier in plastic bekers. Geen muren, dus eigenlijk een openluchtcafé.
Zonder het te willen werp je toch af en toe een blik op één van de televisieschermen. Je wordt er door omringd, dus eigenlijk is het moeilijk niet te kijken. Dan moet je of naar de grond of naar het plafond gaan zitten staren. Kwam er één van de honderden reclames voorbij, waarbij je een mevrouw pijnlijk zag kijken, terwijl ze haar gezin uitzwaaide dat vrolijk lachend in een kano zat. Het arme mens had duidelijk erge last van haar schouders, want het was natuurlijk een reclame voor de één of andere pijnstiller. Het volgende moment heeft moeders zo’n pijnstiller geslikt en alle gezinsleden inclusief moeder zitten vrolijk lachend in diezelfde kano.
Prachtige herfstachtergrond, spiegelend meer, alles even idyllisch. De boodschap leek me overduidelijk, maar kennelijk is een deel van de Amerikaanse bevolking niet in staat deze combinatie te snappen. Waarschijnlijk zijn ze zo afgestompt omdat er constant voor ze gedacht wordt , want onder dat gelukkige, pijnvrije gezin kwam de melding dat dit middel geen antidepressivum was en ook geen drug.
Nietsvermoedend zaten we daar en toen kwam de schemering en met die schemering hordes muggen. Van de ene op de andere minuut zag je mensen zichzelf tegen het hoofd slaan, hun armen bemeppen en met hun hoofd zwaaien, als een groep spastische krankzinnigen. Waar wij natuurlijk op dat moment ook toe behoorden.
De tante achter de bar kwam rond met bussen insectenspray en nam er zelf ook een bad in. Wij bedekten ons met een laag van die rommel en het is ongelooflijk, maar vergat je een millimeter, dan wisten die rotbeesten die ook meteen te vinden.
De spuitbus werd regelmatig gehanteerd, tot we geen bier meer, maar deet leken te drinken. Tijd om de kamer op te zoeken, in het felle licht een kleine slachtpartij aan te richten en met genoegen overal geplette muggen te zien. En pas dan zie je dat het onregelmatige patroon tegen de muren allemaal platte lijkjes zijn, waar ter camouflage de witkwast overheen is gegaan.
Laureen de Bres
Fort Myers – Thomas Edison en Henry Ford